Inkoopdefinitie PDF
Document Details
![SmilingSugilite7523](https://quizgecko.com/images/avatars/avatar-15.webp)
Uploaded by SmilingSugilite7523
UCLL
Tags
Summary
Dit document bevat een overzicht van inkoopdefinities, inclusief de differentiatie tussen directe en indirecte inkoop. De inhoud bespreekt de concepten van inkoopfunctie en de relatie tot de algemene bedrijfsstrategie. Het document is relevant voor lezers die meer willen leren over strategische aspecten van bedrijfsvoering en inkoopprocessen.
Full Transcript
=H4: Inkoopprijs ---------------- = aanschaffingswaarde \- inkoopadministratie Uitdagingen onderneming bij Inkoop? bestelling plaatsen Globalisatie Retourlogistiek --- ------------------------------ -- ---------------- -------------------- goederen ontvangen...
=H4: Inkoopprijs ---------------- = aanschaffingswaarde \- inkoopadministratie Uitdagingen onderneming bij Inkoop? bestelling plaatsen Globalisatie Retourlogistiek --- ------------------------------ -- ---------------- -------------------- goederen ontvangen E-commerce Leveringstermijn contractuele voorwaarden Duurzaamheid Kwaliteit JIT -- Just-In- Timelevering Innovatieve technologieën 1.Inkoop en logistiek --------------------- ### 1.1.Inkoopdefinitie = het beheren van 'externe bronnen' vh bedrijf op een dusdanige manier dat het leveren van alle goederen, diensten, talenten en kennis die nodig zijn voor uitvoeren, onderhouden en beheren vd primaire en ondersteunende activiteiten vh bedrijf kan worden gegarandeerd en dit tegen meest gunstige voorwaarden - *[externe bronnen]*: alles waar factuur tegenover staat. » - *[directe inkoop]:* primaire activiteiten à grondstoffen, halffabricanten, afgewerkte producten » - *[indirecte inkoop]:* ondersteunende activiteiten à onderhoudsprodcuten à kantoorartikelen à investeringsgoederen; computersystemen, inrichting en gebouwen (à) diensten; telecom, schoonmaak - *[voorwaarden]*: hoeveelheid, kwaliteit, leveringsvoorwaarden, prijszetting, kredietwaardigheid, duurzaamheid, innovatievermorgen 1.2.Inkoopfunctie. = geheel activiteiten die in organisaties vervuld worden om producten, diensten, kennis en talenten van externe bronnen aan te trekken. keuzes in inkoopproces à vastgelegd in inkoopbeleid à wat gebasseerd is op algemeen beleid vd onderneming ### 1.3.Directe vs indirecte inkoop *« **Directe inkoop*** = product -of dienstgerelateerde inkoop = inkoop van alle G&D die rechtstreeks met eindproduct en/of dienst - '*direct purchasing'* of '*production buying'* à Bill of materials (BOM) *« **Indirecte inkoop*** = inkoop van alle G&D die primaire proces of productieproces ondersteunen (ondersteunende activiteiten) - non product related buying (NPR) of general expenses en tail spend ***Onderscheid***: strategische belang van bepaalde producten en diensten en impact toegewezen inkoopbudget, leveranciersmanagement, beslissingsbevoegdheid 2.Inkooporganisatie ------------------- à organisatorische aspecten: verdeling taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden ### 2.1.Inkoopniveaus ![](media/image4.jpg) ***Strategische inkoop*** Waar willen we naartoe? - LT-beslissingen, uitzetten krijtlijnen - Link met bedrijfsstrategie - Inkoopbeleid, make-or-buy-beslissingen, organisatie inkoopafdeling... ***Tactische inkoop*** Hoe gaan we dat realiseren? - Supplier market research: markt onderzoeken naar mogelijke leveranciers - Leveranciersevaluaties - Opleidingen vh inkoopteam - Strategisch niveau #### Operationele inkoop - Dagelijke opvolging - Troubleshooting: problemen direct oplossen à Bestellen, Bewaken en Nazorg #### Ondersteunende activiteiten - Activiteiten die inkoopactiviteiten ondersteunen - Helpen bij goede uitvoering - Creëren mogelijkheden tot optimalisatie ### 2.2.Inkoop in organisatiestructuur à iedere afdeling heeft zijn inkooporganisatie #### Decentrale inkooporganisatie - Verschillende afdelingen kopen zelfstandig in - Interessant voor bedrijven met businessunitstructuur - Nadeel: geen voordeel van gezamelijke inkoopvolumes #### Centrale inkooporganisatie - ![](media/image6.png)Alle inkopen gebeuren centraal via inkoopafdeling - Grote inkoopvolumes: betere voorwaarden bedingen - Centralisatie en standaardisatie: efficiëntie verhoogt #### Hybride of gecoördineerde inkooporganisatie - Gezamelijke inkopen doen - Gemeenschappelijke behoeften BU bundelen - Multidisciplinaire teams - Inkoopconsortium 3.Inkoopproces -------------- à schematisch voorgesteld adhv purchasing process model *˜Arjan van Weele* ### 3.1.Specificeren = beslissen over inkoopvereisten = Wat hebben we nodig in afdeling? #### Interne analyse ~door~ Multidisciplinair team ***Inkoopvereisten***: -functionaliteiten -budget -technische karakteristieken ve product -onderhoud -logistieke vereisten -kwaliteit -wettelijke en milieugebonden vereisten ### 3.2.Selecteren = potentiële leveranciers zoeken, beoordelen en selecteren #### Sourcingstrategie - één of meer leveranciers - vaste prijs, verrekening vd kosten of eenheidsprijs #### Request for information (RFI) - oplijsten inkoop -en selectiespecificaties - Samenstellen leverancierslijst: longlist (hoge vendor rating-score) #### Request for quotation (RFQ) - Leveranciers op shortlist - Gedetaiilleerde prijsofferte - Vergelijkbaar zijn - Vraag naar samples #### Selectie - Afweging prijs, technische, commerciële en logistieke aspecten - Score per criterium al dan niet met gewicht - Keuze leveranciers of in dialoog gaan met leveranicer ### 3.3.Contracteren = afsluiten contract (overeenkomst bedrijf en leverancier) ### 3.4.Bestellen - Eénmalige bestelling - Bestelling over langere periode Call-of-agreement = contract met leverancier, afroeporder (3-4 keer per jaar) - Bestelprocedures: informeren, documenteren en factureren ### 3.5.Bewaken = opvolging uitvoering en bestelling - Respecteren levertijden - Hoeveelheden - Kwaliteit - Certificaten 3.6.Nazorg = beoordelen vd leverancier (elke fase terug te vinden) - Afhandeln claims - Leveranciersbeoordeling - Archivering - Bijhouden leveranciersdocumentatie ### 3.7.Inkoopsituaties ***Nieuwe aankoop*** bv. kapitaalgoederen, nieuwe componenten eigen productie ***Gewijzigde herhalingsaankoop*** = nieuw product bij bekende leverancier of bekend product bij nieuwe leverancier ***Rechtstreekse aankoop*** = bestaand product bij bestaande leverancier 4.Strategische inkoopmanagement -- inkoopstrategie -------------------------------------------------- à bepaald door ondernemingsdoelstellingen ### ***Toegevoegde waarde inkoopfunctie:*** klantenvriendelijkheid Duurzaamheid -------------------------------- --------------------------------------------------------------------------------------------------- Flexibiliteit Kostenleiderschap Innovatie ***Insourcen vs outsourcen*** -focus op primaire bedrijfsactiviteiten uitbesteden ondersteunende activiteiten -make-or-buy beslissing ~(H2)~ ***Global vs local sourcing*** -afweging steeds opnieuw maken -factoren die meespelen: transportkosten, ketenrisico, flexibiliteit, wenbaarheid en duurzaamheid ***Leveranciersintegratie*** -moderne informatietechnologie \--\> optimaliseren materiaalplanning en -orderbehandelingproces -- dialoog leveringssystemen (interne/externe afstem) -productontwikkeling 5.Strategische inkoopmanagement -- leveranciersdifferentiatie ------------------------------------------------------------- ***Leveranciersdifferentiatie*** = verschillende producten, diensten en leveranciers worden gedifferentieerde strategie en bijbehorende acties ontwikkeld en uitgevoerd. ### 5.1.ABC-analyse à momentopname ***ABC-analyse =*** techniek die leveranciers indeelt obv inkoopvolume à 3 groepen: A-leveranciers : grootste inkoopvolume + inkoopbudget ![](media/image8.png) à= Pareto-analyse , 80-20 regel ### 5.2.Portfolioanalyse Kraljic à momentopname ***Portfolioanalyse Kraljic =*** een matrix bestaande uit 4 kwadranten waarin producten en diensten geclassifieerd worden obv toeleveringsrisico en financiële impact op bedrijfsresultaat - *gemeten door* prijselasticiteit - *rol*: aandeel leverancier in totale koopvolume, marktstructuur, politieke stabiliteit en overstapkosten ---- -------------------- -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \- *Hefboomproducten* = standaardproducten die door verschillende leveranciers kunnen worden geleverd aan standaardkwaliteit en relatief ---- -------------------- -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- #### Vier productgroepen **Standaardproducten** duur zijn ##### **+ leveranciers** à groot aandeel in kostprijs vh eindproduct en/of in grote Bv. staal, computers, kantoormeubilair, verpakking, elektriciteit - *Strategische producten* = rechtstreeks bijdragen aan realisatie - - *Routineproducten* - - *Knelpuntproducten* - - product = maatwerk en obv specificatie - overstappen andere leverancier op KT niet mogelijk à hoge overstapkosten à groot aandeel in kostprijs vh eindproduct à strategie: samenwerking met leveranciers Bv. specifieke grondstoffen, hightechproducten = een lage waarde per eenheid en veroorzaken weinig technische en/of commerciële problemen à product: door veel leveranciers geleverd worden en veel alternatieven beschikbaar - handelingskosten = uitdaging, duur in vgl waarde producten à !!! efficiënt inkopen !!! - strategie: vereenvoudiging vh inkoopproces en reductie vd administratieve en logistieke rompslomp meer reductie leveranciersbestand, bundeling of automatisatie vh inkoopproces Bv. MRO's (maintenance, repair and operating supplies) kantoorartikels, poetsmiddelen, catering, drukwerk = relatief geringe waarde, hoog toeleveringsrisico à risicovolle markt à leverancier = dominante partij à hoge prijzen, lange levertijden en slechte service à strategie: veiligstellen levering Sluiten LT-contracten, reduceren en vermijden leveranciers in monopolie Bv. reserveonderdelen machines, smaakstoffen, specifieke kennis en opleiding 6. Tactisch inkoopmanagement -- total cost of owernship ------------------------------------------------------- ***Taak***: kostenbeheersing en vermindering alle inkoopgerelateerde uitgaven ***Total cost of ownership*** = TCO, techniek die alle (on)zichtbare kosten gedurende hele levenscyclus/gebruikscyclus ve product of dienst in kaart brengt à *oplossing* om te bepalen welke kosten een impact hebben, wanneer ze optreden en hoe ze inzichtelijk te maken à *algemeen management accountinginstrument en helpt:* ### -bepalen of investering eco rendabel -verschillende investeringen vgln, ook make-or-buy -winstgevenheid id tijd ve bepaald product - *inkoop* -leveranciersselectie -leveranciersmanagement -aansturen procesveranderingen - *4 kostenelementen* -aankoopprijs (purchase price) -aankoopkosten (acquisition costs) -exploitatiekosten (usage costs) -kosten voor vervanging of upgrade op einde vd 7. Operationeel inkoopmanagement -- leveranciersbeoordeling ----------------------------------------------------------- ***Taak***: opvolging performantie vh leveranciersbestand (product, dienst en proces) - tijdens leveranciersselectie: verschillende criteria in rekening gehouden en afgewogen à contracteren: criteria opgenomen in contract of apart opgemaakt SLA à essentieel om tot hogere efficiëntie vd inkoopfunctie te komen à certificering en duurzaamheidscriteria - methodes: van 'eenvoudige' spreadsheet tot vendor rating - doel: toeleveringsrisico minimaliseren en waardetoevoeging maximaliseren ***Vendor rating*** = meten en beoordelen van prestatie vd leverancier volgens bepaald systeem en adhv vooraf vastgelegde criteria (objectief en subjectief) - Alle organisatieniveaus zijn bij besluitvorming betrokken o Knelpunten, incidenten en escalaties worden sneller gesignaleerd o Leveranciersprestaties verbeteren door normstelling - Trends worden sneller opgepikt zodat gepaste maatregelen genomen worden - Prestaties leveranciers vergelijkbaar en helpt organisatie bij leveranciersselectie = benchmarking 9. Inkoop in de supply chain ---------------------------- ***Inkoop bepaald door***: design vd supply chain en effeciënte goederenbeweging door supply à tiers - verandering omgaan hangt af vd maturiteit vd onderneming ***Duurzaam inkopen:*** besparingen en kostenreductie (KT) en risicomanagement (LT) ~H4~ ***Circulair inkopen***: ketensamenwerking, transparantei en sociale/procesinnovatie à essentie: inkopende partij zorgt dat producent of verwerkende partij de producten, onderdelen of grondstoffen ah einde vd levensduur of gebruiksfase in een nieuwe cyclus zal inzetten ***Product as a service (PAAS):*** creatie van waarde wordt losgekoppeld vh verbruik van grondstoffen - van verbruikseco naar gebruikseco à dienstcontract met producent sluiten 10. Begrippen H4 ---------------- **Make-or-buy beslissing**: Een koop/maakbeslissing (Engels: make or buy) is een bedrijfsbeslissing die de kosten en de voordelen van het zelf maken tegen het inkopen van een product of dienst afweegt **Cost of goods sold (COGS**): Kostprijs van verkochte goederen (COGS) is de boekwaarde van verkochte goederen tijdens een bepaalde periode. **Inkoop**: Inkoop is het proces van kopen van producten, goederen of diensten. **Indirecte inkoop**: Indirect staat voor alles wat ondersteunend is aan het primaire proces of productieproces **Directe inkoop**: alle goederen en diensten die direct met het eindproduct / dienst te maken hebben **Code of conduct**: Een gedragscode is een expliciete beschrijving van de normen en waarden voor het gedrag van bepaalde beroepen of specifieke toestanden in het optreden van organisaties **Service level agreement (SLA**): concrete afspraken over het kwaliteitsniveau van een product of dienst en de rechten en plichten van beide partijen **Call-off agreement**: afroeporder (3/4 per jaar): Een raamcontract of raamovereenkomst is een afspraak tussen een leverancier en een klant om een bepaald product of dienst voor een vaste looptijd voor een vooraf afgesproken prijs, en tegen vooraf afgesproken voorwaarden te leveren **Purchasing**: aankopen van een product of dienst **Procurement**: Inkoop is het proces van kopen van producten, goederen of diensten **Insourcen**: Het intern ontwikkelen van goederen en diensten die tot die tijd door een externe leverancier werden uitgevoerd **Outsourcen**: Uitbesteding is de uitvoering van een proces als gevolg van een strategische keuze door een organisatie, om één of meer bedrijfsactiviteiten uit te besteden aan een dienstverlenende onderneming of toeleverancier **Global sourcing**: Global sourcing is internationale inkoop. Naast materialen kunnen dit ook middelen zijn als personeel, energie en kapitaal **Local sourcing**: Binnenlandse inkoop is de contractactiviteit voor goederen of diensten die worden geleverd of vervaardigd binnen de landgrenzen van de koper **ABC-analyse**: Indelen van de leveranciers op basis van inkoopvolume **Total cost of ownership (TCO):** Techniek die alle zichtbare en onzichtbare kosten gedurende de levenscyclus of gebruikscyclus (van aanschaf tot einde) van een product of dienst in kaart brengt **Vendor rating:** meten beoordelen v/d prestatie v/d leverancier volgens een bepaald systeem en aan de hand van vooraf vastgelegde criteria **Vendor scorecard**: geeft per leverancier een overzicht van zijn scores en toont ook evoluties **Vendor ranking**: op basis van de Vendor rating wordt de leverancier ingedeeld in een bepaalde categorie in de vendor ranking **Product as a service (PaaS):** PaaS bedrijfsmodellen bieden, in de pure vorm, namelijk de mogelijkheid om een gesloten grondstoffenketen te creëren en sluiten daarmee perfect aan bij de overgang naar die nieuwe economie (van verbruikseconomie naar gebruikseconomie) =\> Nieuwe verdienmodellen: creatie van waarde wordt losgekoppeld van het verbruik van grondstoffen =\> Niet langer eigenaar van een product H5: Productie ============= 1.Belang en rol in de logistieke keten -------------------------------------- ***Productie*** = fase vh bedrijfsproces waar grondstoffen worden verwerkt, onderdelen geassembleerd, afgewerkte goederen verpakt om via distributielogistiek met meerwaarde aan klant verkocht wordt - signaal geven naar inkoopafdeling om nieuwe producten te bestellen - organisatorisch aansturen afhankelijk vd juiste hoeveelheid, tijdstip, gewenste kwaliteit en functionaliteiten ***Inkoopafdeling***: focust op inkoop en leveranciersselectie communicatie en wisselwerking is cruciaal belangrijk voor bedrijfsvoering producent ***Productielogistiek*** = plannen, toewijzen en uitvoeren vd taken die betrekking hebben op goederenstroom, en bijhorende informatiestroom, gedurende de fase dat grondstoffen, onderdelen en afgewerkte producten, na aankoop, van vorm veranderen om meerwaarde te realiseren 2.Productontwerp ---------------- ***Productontwerp*** = vastleggen uit welke grondstoffen of onderdelen het uiteindelijke resultaat zal bestaan ### 2.1.Bill of materials (BOM) of stuklijst ***Stuklijst*** = weergeven welke onderdelen er gebruikt moeten worden en hoeveel van elke onderdeel nodig is à opgebouwd in lagen Level 0: eindproduct Level 2: afgewerkte stukken om geassembleerd te worden door onderdelen 3.Grondvorm productie --------------------- ***Grondvorm*** = weergaven hoe goederenstroom er conceptueel uitziet à wensen klant en nagestreefde schaalvoordelen à visueel voorstellen adhv symbolen Cirkel: start-of eindpunt Rechtboek: bepaalde bewerking in productieproces Driehoek: voorraadpunt ### 3.1.Serieproductie ***Serieproductie*** = opeenvolging van processen die niet of weinig werken met tussenvoorraden à 1 productielijn - aaneenschakeling van machines en dus bewerkingen à bewerkingen worden niet onderbroken door tussentijdse Voorraadpunten - in principe: na iedere stap een nieuw type product maar flow stopt niet (afbeelden door omgekeerde driehoek in stippellijnen) à productie van slechts één product à elke productiefase is één handeling ### 3.2.Parallelle productie ***Parallelle productie*** = meerdere goederenstromen lopen gelijktijdig naast elkaar zonder dat ze met elkaar in aanraking komen à 2 productielijnen ### 3.3.Convergente vs divergenteproductie ***Convergent proces*** = verschillende grondstoffen worden één eindproduct Bv. autoassemblagefabriek ***Divergentproces*** = een grondstof leidt tot meerdere eindproducten Bv. petroleumraffinaderij #### 3.4. Mass customization ***Mass customization*** = produceren in grote hoeveelheden en toch personaliseren Bv. Nike, potten Nutella 4.Just-in-timeprincipe ---------------------- ***Just-in-time (JIT)*** = goederen bestellen en laten leveren op tijdstip dat je ze nodig hebt à vermindering van voorraden à ideale situatie: zero stock à gevolg: toenemend vrachtverkeer, gevoelig voor storingen 5.Tools voor productieplanning ------------------------------ ### 5.1.Material requirements planning ***MRP I*** = weergave, vertrekkend ve voorspelde vraag, hoeveel onderdelen en grondstoffen nodig zijn om een gegeven aantal producten op tijd af te werken - gebaseerd op bill of materials die gecombineerd wordt met verkoopplanning en leadtimes van onderdelen en grondstoffen ***Werking:*** Input: vraag voorspelling eindproduct, stuklijst, levertijd en huidige voorraad à MRP - output: productieplan met tijdgebaseerd koop -en productieorders voor grondstoffen, onderdelen en eindproduct 5.2. Manufacturing resources planning ***MRP II*** = planning productiemiddelen toevoegen aan planning materialen ### 5.3.Entreprise resource planning ***ERP*** = planningsystemen en opvolging vd verschillende bedrijfsafdelingen aan elkaar linken 6.Kwaliteitsmanagement ---------------------- Technieken ### 6.1.Plan-Do-Check-Act ***PDCA*** = plan-do-check-act, iteratief proces, systeem om uzelf continue te verbeteren à kwaliteitscirkel #### Werking 1.Plan: kwaliteitsprobleem oplossen, acties ondernemen 2.Do: acties worden effectief uitgevoerd à motto: meten is weten 3.Check: in welke mate de metingen overeenstemmen met verwachtingen 4.Act: analyse vd afwijkingen 6.2.Toyota production system ***TPS*** = lean production ### 6.3.Lean en agile ***Agile*** = wendbaar, gemakkelijk aanpassen aan veranderingen van binnenuit en buitenaf ------------------------------------------------------------------------------------------- -- ***Lean*** ***Lean manufacturing*** = ideaal voor organisaties die werken in stabiele voorspelbare omgeving met grote volumes en kleine marges ***Agile manufacturing*** = voor bedrijven in onzeker markten die kleine series produceren ### 6.4.Six Sigma ***Six Sigma*** = kwaliteitsverbeteringssysteem, streven naar maximum van 3,4 fouten per miljoen handelingen (foutloos werk) #### 5 fases: -define -measure -analyse -improve -control ***Zorgen voor:*** -verhogen efficiëntie,kwaliteit en klanttevredenheid -oplossen van onoplosbare problemen -kortere terugverdientijden en hogere return on investment -krachtig stappenplan met concrete instrumenten ***Uitgangspunt***: voice of the customer of klantwens 7.Industrie 4.0 en nearshoring ------------------------------ ***Industrie 4.0*** = objecten slim maken, objecten zelfstandig beslissingen kunnen laten nemen zonder menselijke tussenkomst ***Nearshoring*** = uitbesteden van activiteiten/productie naar verder weg gelegen landen maar wel nog steeds dicht bij Europa, meestal met lagere lonen 8.Productie in de supply chain ------------------------------ ***Blockchain*** = online registreren op een veilige manier, geen vervalsing mogelijk à invloed op logistiek in samenwerking met verschillende partners à voorwaarde: overeenstemming bereiken over processen en stappen à voordeel: betalingen via blockchain uitgevoerd ***Artificiële intelligentie*** = AI, zelfsturende machines die beslissingen maken, minder manueel werk, meer programmeer werk Bv. robotisering ***3D-printing*** = mogelijkheid om als vervanging vd levering van verschillende producten te H6: Distributie =============== ***Distributie*** = proces dat nodig is om producten hun weg te doen vinden van producent naar consument 1.Distributiekanalen -------------------- ***Distributiekanaal*** = keten van actoren (personen of bedrijven) die betrokken zijn bij het overbrengen vd goederen van producent naar consument ### 1.1.Commerciële distributie ***Commerciële distributie*** = hoe gaat producent de klanten bereiken? ***Direct kanaal:*** goederen kunnen rechtstreeks van producent naar consument verstuurd worden ***Indirect kanaal:*** toevoeging van extra actoren aan keten ***Enkelvoudige distributie*** = één kanaal à eenvoudiger om te organiseren #### Multikanaaldistributie = meerder kanalen à verhogen van omzet ***Multichannel***: geen verbindingen met elkaar, losstaande distributiekanalen ***Omnichannel***: verschillende kanalen staan met elkaar in verbinding met elektronisch platform ### 1.2.Fysieke distributie ***Fysieke distributie*** = uitgaande en inkomende distributie ***Retourstromen*** = omgekeerde distributie ***Functies***: -*traditionele voorraadfunctie*: opslaan van goederen -*replenishment-functie*: optijd aanvullen van rekken -*groepagefunctie*: hergroeperen van goederen -*overslagfunctie*: overladen op een andere transportmiddel -*transportfunctie*: transport om goederen van plek te verplaatsen à 5 vervoerswijzen: water,land, spoor, lucht, 2.Soorten distributiecentra --------------------------- ***Distributiecentrum*** = locatie waar bedrijf de ontvangst,opslag,verdeling,overslag en doorvoer naar andere locaties van goederen heeft geconcentreerd ***Basisdoelstellingen***: -voorraadfunctie optimaliseren -transportkosten verlagen ### ***Types*** \- ---- -- -- \- bv. Nike in Laakdal +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | | | à goederen worden | | | | opgeslagen | +=======================+=======================+=======================+ | \- | | wanneer | | | | distributiecentrum | | | | met voorraadfunctie | | | | ook informatiefunctie | | | | vd klant overneemt à | | | | nooit eigenaar vd | | | | goederen Bv. Bol.com, | | | | amazon | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | \- | *Crossdock*: | proces waarbij | | | | inkomende goederen | | | | onmiddellijk worden | | | | klaargezet bij | | | | uitgaande goederen à | | | | goederen worden niet | | | | opgeslagen à | | | | voordelen: hogere | | | | efficiëntie vd | | | | overslag | | | | | | | | geen beheerskosten | | | | snellere doorvoer | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | \- | | goederen van ene | | | | vervoersmiddel naar | | | | andere over te | | | | brengen à | | | | transhipment-platform | | | | | | | | Bv. Asiadok | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ ### 2.1.Logistieke grondvorm ***Logistieke grondvorm*** = weergave ve model dat structuur vd fysieke goederenstroom ie bepaalde organisatie ***Directie distributie*** = rechtstreeks distributie van bepaalde producten van producent tot ad deur vd eindconsument ### 2.2.Keuze en locatie vh distributiecentrum ***Keuzes*** klantenservice voorspelbaarheid vraag verpakkingsdichtheid productkenmerken à distributiecentrum moet zich onderscheiden door waarde toe te voegen aan opslag en overslag (VAS en VAL) ***Locatie*** toegankelijkheid klant beschikbaarheid op arbeidsmarkt toegang tot verschillende transportmodi regelgeving en wetgeving 3.Transportfunctie ------------------ ***Transportfunctie*** = het op bepaalde tijdstippen vervoeren vd goederen naar 1/+ schakels id keten ***Keuze afhangen van***: -waarde, gewicht en volume goederen -snelheid waarmee afstand tussen schakels overbrugd kan worden -bereikbaarheid locaties -afhankelijkheid van andere factoren -frequentie transport -totale transportkosten ***Duurzaamheid***: multimodaliteit ### 3.1.Transportuitdagingen ***Transportprobleem*** = problemen die kunnen voortvloeien uit rechtstreekse distributie tussen leverancier en afnemer - lege terugvrachten of lange afstand tussen A en B (rij -en rusttijden) ***Transhipment-probleem*** = betrekking op overslag van goederen en containers via platform, depot of magazijn - combinatie van transportproblemen #### Travelling salesman-probleem = probleem vd korste route à geen rekening houden met maximumcapaciteit ##### transport, tijd en frequentie levering ***Knapsack-probleem*** = probleem vd korste route, rekening houdend met maximumcapaciteit à geen rekening houden met tijd en frequentie levering ### 3.2.Lege vrachten en beladingsgraad - veel meer marge voor verbetering wegtransport - lege ladingen zijn niet goed voor files, impact op CO2-uitstoot en verdienmodel transporteur - meer groeperen/consolideren van zendingen à Full truck load (FTL) en less than truck load (LTL) à full container load (FCL) en less than container load (LCL) à twenty food equivalent unit (TEU) : 8-11 palletten getransporteerd à forty foot equivalent unit (FEU) : 24 palletten getransporteerd à voordeel: delen vd kosten van transport ### 3.3.Transportoptimalisatie - vertek vanuit keuze vd fysieke distributiekanalen - type distrbutiecentrum bepaalt aan- en afvoerfrequentie vd goederen en daarbij horende volumes - ligging distributiecentrum bepaalt aantal kilometers die FTL en LTL moeten afleggen à effect fysieke distributie met invoer cross dock: -minder transport -duurzamer -minder vrachtwagens en chauffeurs #### Routeplanningstechnieken ![](media/image10.png) *1.Terugvracht*: zoeken naar een lading die je onderweg mee kan pakken zodat je niet met lege vrachtwagen moet rijden *2.Consolidatie*: bundelen van goederen in één vrachtwagen en meerdere locaties bedienen *3.Melkrondes*: op vaste tijdstippen en met een vaste route leveranciers bedienen *4.Co-loading*: gezamelijke transporten organiseren *5. Clusteringstechniek*: per zone/gebied leveren en kijken welke cluster je kan bedienen 4.Transportmodi --------------- - transport is afhankelijk vh type producten die gegenereerd worden door wereldwijd georganiseerde supply chains - bereikbaarheid is belangrijke parameter om onderscheid te maken tussen verschillende transportmodi ### 4.1.Hinterlandvervoer ***Hinterlandvervoer*** = transportmodi die de oceanen niet oversteken à wegvervoer, binnenvaart, spoorvervoer en short sea shipping SSS *Modal split* = relatief getal dat aantoont hoe transportstromen verdeeld worden over verschillende transportmodi #### Wegvervoer - In Europa meerderheid nog over de weg vervoerd - Zeer intensief gebruikte vervoersmodus met veel voordelen voor gebruikers, maar heeft vervuilend karakter - *Voordelen* o Relatief goedkope o Flexibel o Fijnmazig netwerk o Snel - Door-to-door, geen overslag nodig - Lage vaste kosten (ideaal voor korte afstanden) - *Nadelen* o Beperkte draagkracht (max 44 ton) - Gevoelig voor congestie als gevolg van beperkte capaciteit van wegen o Wettelijke reglementeringen (rij-en rusttijden, kilometerheffing) o Hoge externe kosten (congestie, vervuiling, ongelukken) - *Innovatie en duurzaamheid* o Hybride vrachtwagenmodel - Ecocombi's of langere en zwaardere voertuigen (60 ton) o Roadtrains (langere afstanden) #### Binnenvaart - In kader van duurzaamheid en vermijden van files - In Europa wordt binnenvaart minder toegepast à niet aanwezig zijn van bevaarbare rivieren en kanalen - Vooral in Nederland,Duitsland (N,W) , Frankrijk (N) en België - *Voordelen* o Groot laadvermogen o Capaciteit op waterwegen - Reservecapaciteit, geen tijdverlies door congestie o Kostprijs is lager - Lage afschrijvingskosten à langere levensduur o Lage kosten voor gebruik vd binnenhavens en vaarwegen o Lage externe kosten - *Nadelen* o Beperkte snelheid o Sluizen en beweegbare bruggen o Geen verplichte vaar -en rusttijden - Snelheidslimiet bepaald door richting waarin vaart - Stroomafwaarts: 15-20 km/h - Stroomopwaarts: 10-15 km/h o Niet fijnmazig - Door droogte te lage waterstanden is binnenvaart geen mogelijkheid o Brandstof bevat meer sulfaten (verzuring water en bodem) - *Innovatie en duurzaamheid* o Motor op Ing, vloeibaar aardgas o Elektronisch aangestuurde schepen o Walstroomkasten #### Spoorvervoer - Transport zware ladingen en grote volumes - Gebruikt om gateways en knooppunten met elkaar te verbinden - Gateway = toegang tot achterliggend netwerk - Ingelegd voor vervoer langere afstanden (\>400km) naar 'droge' bestemmingen - *Voordelen* o Grote ladingen en volumes - Duurzaam voor middellange tot lange afstand o Veilig - *Nadelen* o Minder fijnmazig - Afwijkende sporen en/of elektrische spanning op net o Weinig flexibel - Machinist moet taal land kennen o Monopolies - Passagierstreinen krijgen altijd voorrang #### Pijpleidingen - Één vd belangrijkste transportmiddelen id Europese chemische industrie om bedrijven en industriële clusters te verbinden - Verzekeren continue energie -en grondstoffenbevoorrading - Warmtenetten = nieuwe vorm van verwarming - *Kenmerken* - Geschikt voor 15 goederen: aardolie, aardgas en ethyleen, waterstof, stikstof en propyleen - Eenrichtingsverkeer en een product tegelijkertijd - Meestal eigendom van particuliere bedrijven, overheden of nutsbedrijven o Zware investeringen om netwerken aan te leggen o Transport met hoge snelheid - *Voordelen* o Bijna geen negatieve externaliteiten o Oplossing voor mobiliteitsprobleem o Hoge vervoerscapaciteit o Geen lege terugvrachten o Minimaal ruimtebeslag o Milieuvriendelijk (lage emissies) o Veilig - *Nadelen* - Ruimtelijk beleid - Aanlegkosten en operationele kosten zijn hoog o Vergunning #### 4.2. Interncontinentaal transport ***Intercontinentaal transport*** = transportmodi die de oceanen oversteken - zeeschepen en vliegtuigen - multimodaal transportketen ##### ***Zeevervoer*** \- *Ultra Large Container Vessels (ULCV)* ###### Nadeel: hogere investeringen, grotere behoefte aan plaats, gevolgen voor milieu ###### bepaalde havens à vaste routes volgens vaar -en tijdschema - *Verschepingsvormen* o Containers - Conventioneel stukgoed = producten in verpakking o RoRo = Roll-on-rollofftransport, transport van rollend materiaal o Droog massagoed = zand o Vloeibaar massagoed = olieschepen - *Voordelen* o Hoge vervoerscapaciteit o Lage kost per stuk - Geen beperkingen qua vorm, afmeting, aard vd goederen - *Nadelen* o Vervuilend transport - Overlast havens, voor -en natransport o Ten koste van mens en milieu - Lange transittijd o Weinig flexibel - Voor -en natransport ##### ***Luchtvaart*** - Jongste transportmodus - Vandaag de snelste - Duurste manier van transporteren over lange afstanden - Doorbraak na WO II - Ingezet voor expreszendingen van lichte en kostbare en/of bederfbare vracht - Relatief snel : kanttekening = afhandeling luchthaven, voor -en natransport - *Voordelen* o Snel o Zeer groot bereik - Hoog veiligheidsniveau - *Nadelen* o Beperkte vervoerscapaciteit o Hoge kosten o Vervuilend transport - Overlast omwonenden - *Unit load devices* o Vervoerd in zuivere vrachttoestellen of aan boord van passagiersvliegtuigen o Snelheid aanvullen met zo kort mogelijk verblijf op luchthaven o Ontwikkeling van transportsystemen en gespecialiseerde laadeenheden - *Hubs of hubs and spoke* o Bij passagiersvluchten - Kleinere toestellen brengen passagiers naar een hub ### 4.3.Multimodaal transport ***Multimodaal transport*** = goederen worden zelf overgeslagen en herverpakt per overslag naar andere vervoersmodus ***Intermodaal vervoer*** = goederen blijven altijd op dezelfde laadeenheid gedruende het gehele transport, integraal vd ene op andere modus worden geladen à combinatie tussen aantal vermelde transportmodi ### 4.4.Incoterms Incoterms = international commercial terms = internationaal aanvaarde voorwaarden die in een commercieel internationaal (vervoers)contract worden opgenomen - beschikbaar in 31 verschillende talen - terms of voorwaarden regelen taken, risico's en kosten internationaal transport en wanneer goederen overgaan verkoper op koper - incoterms bepalen wie transport en verzekeringen betaalt, of 5. Value addes logistics en value addes services ------------------------------------------------ ### 5.1.Value added logistics ***VAL*** = combineren van productie -en logistieke activiteiten - bepaalde stappen van productieproces worden naar voren in grondvorm geschoven of uitgesteld gedrurende primaire productieproces à postponement = uitstellen vd laatste stappen vh productieproces Vb. afwerken auto's op autoterminals id haven van Antwerpen à kitting = samenvoegen van verschillende onderdelen ve product of pakket à herverpakken van goederen - aanbrengen labels... ### 5.2.Value addes services ***VAS*** = diensten die waarde toevoegen zijn volgende activiteiten die vaak door 3PL'er worden uitgevoegd: transport, opslag, pick&pack, inklaringen douane, financiering import en expert, beheer retourstromen - secundaire productieactiviteiten die worden uitgesteld in primaire productieproces - tertiaire activiteiten die worden uitgevoerd in logistieke keten ### 5.3.Tracking & tracing à value added service ***Tracing*** = bijhouden van locaties waar producten in verleden zijn geweest ***Tracking*** = opvolgen van producten waar ze zich nu bevinden ***Productrecall*** = plaatsvinden waar product niet voldoet aan eisen gesteld door OH, distributeur of mogelijk gevaar voor volksgezondheid #### Ondersteunende processen - Geofencing à toegepast door logistieke dienstverleners om snelheid, locatie en richting bedrijfsvoertuig te bepalen - virtuele perimeters ve geografische zone waarin rollend materiaal zich kan bewegen - gps-systeem en kan voertuigen controleren - Warehousemanagementsystemen - RFID - gebruik maken van automated data collection-technologie, waarbij objecten automatisch herkend worden 6.Producteigenschappen en verpakking ------------------------------------ à belangrijk voor keuze transport, verpakking en distributiekanaal à gekaderd in ruimere context zoals marktvormen of productlevencyclus ### 6.1.Producteigenschappen - houdbaarheid of periode waarin fysieke eigenschappen die product op moment van verkoop moet bezitten, aanwezig blijven - waardedichtheid of waarde ve product per gehanteerd volume-eenheid -volume-gewichtsverhouding -verpakkingsdichtheid -verschijningsvorm ve product: vloeibaar, gasvormig of vast ### 6.2.Dangerous goods ***Dangerous goods*** = gevaarlijke stoffen, eerste groep van producten waarmee voorzichtig moeten worden omgesprongen - onderheving aan wetgeving (transport, opslag en veiligheid) - consument, milieu en omgeving beschermen door gebruik codes, labels en wetgeving transport en opslag - opgedeeld in 9 klassen met aantal subklassen ### 6.3.Voedselketen en gevarenanalyse kritische controlepunten #### Voedingsproducten - Respecteren regels voor voorraadbeheer - Ouder product is niet meer verkoopbaar - Voeding is afhankelijk van kwalitatieve ingrediënten en juiste opslag - Besmette voedingsmiddelen zijn gevaar ***Risico's voor besmetten voeding*** - Elke schakel kan besmetting optreden #### Federaal Agentschap voor Veiligheid in Voedselketen (FAVV) - Doel: voorkomen incidenten id voedselketen - Informeren alle betrokken partijen over mogelijke gevaren en aandachtspunten ivm juist bewaren van voeding - Controleren verschillende voedselproducenten #### Cold chain - Ononderbroken gekoeld houden van producten - Doel: zo weinig mogelijk verandering van temperatuur hebben ### 6.4.Verpakkingen #### Colli - Voorkomen in verschillende maten, gewichten en materialen - Individuele verpakkingseenheden waaruit zending bestaat - Één zending is één collo (ongeacht inhoud) - Transport: pallet, rolcontainer, stukgoedcontainer, vrachtwagen gestapeld - Keuze verpakking groot aandeel in distributiekosten - Bestaan uit verschillende stock keeping units - Bv. kleine doos, omverpakkingen van verschillende verpakte artikels, kisten 7.Outsourcing ------------- ### ***Voordelen*** - Financiële redenen o Meer investeringen in eigen vloot of distributiecentra o Kostenbesparing - Deskundigheid logistieke dienstverlener - Gemoedsrust o Fileproblemen o Spoedorders o Venstertijden o Chauffeurstekorten ### ***Nadelen*** - In handen ve derde, logistieke dienstverlener - Extra of verborgen kosten 8.Distributie in de supply chain -------------------------------- ### 8.1.Functioneel vs innovatief Waar ligt de focus? Is innovatie ook altijd functioneel? ### 8.2.Push vs pulldistributie ***Pull:*** -afnemer trekt ware goederen door de keten -leiden tot grote fluctaties in bestelde hoeveelheden en bestelmomenten ***Push:*** -leveranciers duwt goederen door keten -meer voorspelbaarheid in keten -onzekerheid in effectieve vraag ### 8.3.De last mile - laatste schakel - duurste stap in logistieke proces à redenen - Logistieke dienstverlener moeilijk om capaciteit vloot optimaal te benutten - Thuisleveringen: individuele leveringen met zeer dunne en frequente goederenstroom àOplossingen - Mindere krappe tijdsvensters bijdragen tot betere bundeling van stromen en meer kans op afleveren pakketje - Melkrondes om bundeling te optimaliseren; vaste leverdagen -en uren per regio - Inzamel- en afhaalpunten - Afstemmen van retourstromen, terugvrachten en afvalstromen ### 8.4.Stadsdistributie - Verkeersvrij centrum - Gebruikmaken van hubs ad stadrand - Stadsdistributiecentra = distributiecentra die ad rand vd stad gevestigd zijn dicht bij autowegen waar leveranciers en vervoerders hun lading kunnen lossen die bestemd is voor de binnenstad ### 8.5.Modal shift is mental shift #### Mental shift à mentale stap weg van klassiek wegtransport naar meer binnenvaart en spoorvervoer à meer evenwicht tussne verschillende modi #### Modal shift - wegvervoer is grootste hinterlandmodus - eerst kijken naar alternatieven zoals spoor en binnenvaart