SPDF Notatie PDF

**[SPDF-notatie]** **1. Subschillen:** - **Subschillen** verwijzen naar de verschillende energieniveaus binnen een schil (energielevel) van een atoom. Een **schil** is een niveau waarop elektronen zich kunnen bevinden, en elke schil kan verschillende **subschillen** bevatten. - El...

**[SPDF-notatie]** **1. Subschillen:** - **Subschillen** verwijzen naar de verschillende energieniveaus binnen een schil (energielevel) van een atoom. Een **schil** is een niveau waarop elektronen zich kunnen bevinden, en elke schil kan verschillende **subschillen** bevatten. - Elektronen in een atoom bevinden zich in **schillen** (genummerd 1, 2, 3, enzovoort), maar binnen elke schil kunnen er meerdere **subschillen** zijn. - De **subschillen** worden aangeduid met de letters **s**, **p**, **d**, en **f** en hebben verschillende vormen en aantallen van elektronen die ze kunnen bevatten: - **s-subschild**: Bevat maximaal 2 elektronen en heeft een bolvorm. - **p-subschild**: Bevat maximaal 6 elektronen en heeft een \"lobvorm\" (drie banen). - **d-subschild**: Bevat maximaal 10 elektronen en heeft een complexere vorm (vijf banen). - **f-subschild**: Bevat maximaal 14 elektronen en heeft een nog complexere vorm (zeven banen). **2. spdf-notatie:** - De **spdf-notatie** wordt gebruikt om de verdeling van elektronen over de verschillende **schillen** en **subschillen** in een atoom weer te geven. - In deze notatie wordt eerst het **schilnummer** aangegeven (bijvoorbeeld 1, 2, 3), gevolgd door de letter van de **subschil** (s, p, d, f), en tenslotte het **aantal elektronen** dat zich in die subschil bevindt. **Voorbeeld:** Laten we de elektronenconfiguratie van een element zoals **koolstof** (C) nemen: - **Koolstof** heeft atoomnummer 6, wat betekent dat het 6 elektronen heeft. - De eerste twee elektronen bevinden zich in de **1s-subschild**. - De volgende twee elektronen gaan naar de **2s-subschild**. - De laatste twee elektronen gaan naar de **2p-subschild**. De **spdf-notatie** voor koolstof is dus:\ **1s² 2s² 2p²** **Betekenis van de notatie:** - **1s²**: Twee elektronen in de **1s-subschild**. - **2s²**: Twee elektronen in de **2s-subschild**. - **2p²**: Twee elektronen in de **2p-subschild**. **Algemene regels:** - **Maximale capaciteit per subschil**: - **s** kan maximaal 2 elektronen bevatten, - **p** maximaal 6, - **d** maximaal 10, - **f** maximaal 14. - **Elektronenconfiguratie** volgt een bepaalde volgorde (volgens de **aufbau-principe**, de **Pauli-exclusieprincipe**, en de **Hund-regel**): - De elektronen vullen de laagste energielevels eerst (bijvoorbeeld 1s vóór 2s, 2s vóór 2p). **Samenvatting:** - **Subschillen** (s, p, d, f) zijn de verschillende soorten subniveaus binnen een schil. - **Spdf-notatie** beschrijft de verdeling van elektronen over de verschillende subschillen in een atoom.