Summary

This document describes a course on design history and the role of designers. It outlines topics like the relationship between nature and culture, design history, the language of objects, and the designer's role in meaning-making. It includes details on assignments, exam formats, and themes that will be covered in the course.

Full Transcript

MSS 2 Lessenreeks Andreas Peeters Mediacontext: historisch overzicht van kunst en design, en een reflectie op de rol van de designer Praktisch SEM 1: 6 lessen van Andreas Peeters en 6 van Ann Debeuf Werkvorm: hoorcolleges Deelexamen 1 MSS2: 40 % van je score voor dit vak On campus kennist...

MSS 2 Lessenreeks Andreas Peeters Mediacontext: historisch overzicht van kunst en design, en een reflectie op de rol van de designer Praktisch SEM 1: 6 lessen van Andreas Peeters en 6 van Ann Debeuf Werkvorm: hoorcolleges Deelexamen 1 MSS2: 40 % van je score voor dit vak On campus kennistoets in de 1ste examenperiode (januari) over de stof van SEM 1 (multiple choice + open vragen, on campus). Te kennen stof Alles wat in de hoorcolleges aan bod komt, tenzij anders gesteld in de lessen. Slides worden na elke les aangevuld en op digitap geplaatst. Neem nota’s tijdens de les: ook wat niet op de slides staat behoort tot de te kennen stof. Dien aan het einde van de hoorcolleges een scan in van je sketchnotes/nota’s. Je mag je aantekeningen gebruiken tijdens het deelexamen. Aanvullende links of tekstfragmenten zelf te bekijken De vragen op het xamen zijn deels reproductie, maar inzicht in de grotere verbanden is net zo belangrijk. Studeer niet enkel namen en termen, maar zorg dat je ook kan antwoorden op een open vraag, vanuit de overkoepelende thema’s. Thema’s Leven in een wereld van door mensen gemaakte artefacten Natuur en cultuur Design- en kunstgeschiedenis De taal van objecten De rol van de designer in een systeem van betekenisgeving De designer als storyteller De raakvlakken /spanning tussen design en kunst Introductie Het onderscheid tussen natuur en cultuur Schilderij van William Turner Snow Storm - Steam-Boat off De mens als een speelbal van de elementen… ….of comfortabel op de golven, met dank aan de techniek. Commercial voor Grand Bahama Cruise Line (2019) Hoe verhouden we ons tot de natuur Vandaag associëren we natuur met welzijn. Mensen voelen zich in een stedelijke context vaak opgesloten. De oplossing ligt vaak in een retraite in de natuur, een wandeling in het bos is het beste anti-depressivum (en helemaal gratis) Het idee dat een retraite in de natuur ontspannend zou zijn, bestaat eigenlijk nog niet zo lang. Een middeleeuwer had je gek verklaard. De natuur was een onveilige plek vol gevaren, die zocht je niet op voor je plezier. De prehistorische mens was een nomadische jager/verzamelaar, afhankelijk van de natuurelementen Mythos De postmoderne wereld waar we vandaag in leven verschilt als dag en nacht met die van de Oudheid. Om die afstand te begrijpen moeten we kijken naar de oorsprong van de mythen. De prehistorische mens leefde nomadisch. Kleine groepen van jagers/ verzamelaars trokken rond in de natuur en werden voortgedreven door hun zoektocht naar voedsel. De natuurelementen hadden een zeer grote invloed op hun levensstijl. Jagen was gevaarlijk, een mensenleven was kort en makkelijk verloren. Ilias en Odyssee van Homeros “Mythos” van Stephen Fry De sacrale natuur In de Oudheid ervoeren mensen de natuur als “bezield”. Alles rond hen was doordrongen van het goddelijke. Een boom, een dier, een plaats: overal was de ziel voelbaar van iets groters dan de mens. De natuurelementen werden toegedicht aan goddelijke “actoren”, de mens was een speelbal van hun intenties en onderlinge twisten Rafaello, De 12 goden van de Olympus Demythologisering In het Oude Griekenland ontstaat in de 6de eeuw vr Christus de filosofie. Kenmerkend voor de eerste natuurfilosofen is dat ze naar de natuur keken op basis van empirie, en op zoek waren naar een “oerbeginsel” van alle dingen. Hun werk is het begin van alle wetenschap. Voor de eerste keer ging de mens op zoek naar beginselen en oorzaken los van een “goddelijke wil”, en gaat hij systematisch nadenken over natuurfenomenen. Sinds de moderniteit is onze kijk op de wereld (zeker in Europa) onder druk van de wetenschap steeds verder “onttoverd”. Onderscheid natuur / cultuur Het begin van onze beschaving valt samen met het moment dat de mens de landbouw ontdekt en sedentair wordt De oorsprong van ons begrip van cultuur komt van de Romeinen. Streamline > Mid Century Modern 6. Postmodernisme (1970-1990) 7. Hedendaags Design (1990- heden) 1. Boekdrukkunst (ca. 1440) Johannes Gutenberg introduceerde de boekdrukkunst in Europa. Dit maakte de massaproductie van teksten en afbeeldingen mogelijk en veranderde de verspreiding van kennis. De boekdrukkunst bestond al langer. In China en Korea werd er al lang gewerkt met blokdruk. Gutenberg’s vernieuwing was het gebruik van loden letters, die correcties veel eenvoudiger maakten.. In tegenstelling tot de eerdere blokdruktechnieken (waarbij hele pagina's met vaststaande houtsneden werden afgedrukt), ontwikkelde Gutenberg afzonderlijke metalen letters die konden worden hergebruikt en gerangschikt. Dit systeem van losse letters (lettertypen) kon eindeloos worden gecombineerd om teksten samen te stellen.. De echte innovatie van Gutenberg was de drukpers, waardoor boeken in grote oplagen gedrukt konden worden. Hij was de eerste die papier gebruikte, ipv perkament. Dankzij deze pers werd kennis gedemocratiseerd en nam de geletterdheid toe. Deze uitvinding leidde tot een herontdekking van de klassieke Griekse en Romeinse cultuur. De periode van de Renaissance is een gevolg van de verspreiding van deze ideëen.. De Gutenberg Bijbel (ook wel de 42- regelige Bijbel genoemd, gedrukt rond 1455) is het bekendste werk dat met de Gutenberg-pers werd geproduceerd. Dit meesterwerk van de drukkunst bestond uit 42 regels tekst per pagina en was prachtig geïllustreerd met initialen en versieringen. De boekdrukkunst stimuleerde grafische ontwerpvaardigheden. Ontwerpers en typografen werkten aan het creëren van leesbare en esthetisch aantrekkelijke lettertypes en lay-outs, wat het fundament legde voor de moderne grafische vormgeving.. 2. De Industriële Revolutie (18e-19e eeuw) De eerste manufacturen ontstonden. In het begin was de grootste innovatie het weven van textiel, zoals in de Amerikaanse Slater Mill Factory. De grootste industriele vernieuwing was de fabriek van de Ford Motor Company in 1908. 2. De Industriële Revolutie (18e-19e eeuw) Natuurlijk hadden mechanisatie en massaproductie een grote invloed op design. Grafische vormgevers werden partners van de industrie en ontwierpen logo's en verpakkingen. De logo’s van HMV (His Master’s Voice) en de Bass Brewery worden vaak genoemd als de eerste brand logo’s. De designer als partner van de maak-industrie Vanaf de Industriële Revolutie werd de designer een partner van de maak-industrie. Fabrikanten hadden ontwerpers nodig om hun producten visueel aantrekkelijk te maken en zich te onderscheiden op de markt. Zonder merk-identiteit kan je geen klanten aan je binden. Logo-ontwerp: Ontwikkeling van iconische logo's zoals die van Coca-Cola (1886) en General Electric. Deze symbolen werden synoniem met merkidentiteiten. Branding: Consistente visuele identiteit werd belangrijk. Ontwerpers creëerden visuele systemen om de waarden van bedrijven te communiceren. Modernisme in woelige tijden Het modernisme in design ontwikkelde zich voornamelijk in de eerste helft van de 20e eeuw. Er zijn meerdere design- stromingen in verschillende periodes die je onder het modernisme kan klasseren, zoals art nouveau, Bauhaus en Streamline design. De eerste twee decennia van de twintigste eeuw waren een tijd van grote verandering. Het sociale, politieke, culturele en economische karakter van het leven kwam in een nieuwe dynamiek. In Europa werd de monarchie vervangen door andere politieke systemen: de democratie en het communisme. Vanaf de jaren ‘30 komen er in Duitsland, Italië, Spanje en Portugal ook autoritaire fascistische regimes aan de macht. De Eerste Wereldoorlog (1914-1918) laat een verwoest Europa achter. Technologie en wetenschappelijke vooruitgang veranderden de handel en industrie. Het transport veranderde radicaal door de komst van o.a. de auto (1885) en het vliegtuig (1903). Het onstaan van de film (1896) en de draadloze radiotransmissie (1895) kondigden een nieuw communicatietijdperk aan. 3. Art Nouveau (ca 1890-1910) De Art Nouveau (Frans voor "Nieuwe Kunst") ontstond aan het einde van de 19e eeuw en was een internationale kunst- en designstroming die voortkwam uit dezelfde kritieken op de industrialisatie als de Arts & Crafts- beweging. Art Nouveau werd beïnvloed door de esthetiek van de Arts & Crafts, maar had een eigen, meer decoratieve en verfijnde stijl. De beweging wilde een nieuwe, moderne kunststijl creëren die brak met historische stijlen en de kunst zou verenigen met het dagelijks leven. Art Nouveau was prominent aanwezig in architectuur, interieurontwerp, grafische vormgeving en sieraden. Het was vooral populair in steden zoals Parijs, Brussel, Wenen, Barcelona en Glasgow. Art Nouveau omarmde posterontwerp, boekontwerp, verpakkingen…deze addiches van Henri de Toulouse-Lautrec zijn wereldberoemd. Kenmerken Organische, Kronkelende Lijnen: Art Nouveau staat bekend om zijn sierlijke, vloeiende lijnen en asymmetrische vormen die vaak doen denken aan planten en bloemen. Deze lijnen worden ook wel whiplash-lijnen genoemd en geven een gevoel van beweging en dynamiek. Decoratieve Motieven: Veel gebruik van bloemmotieven, dieren, vrouwenfiguren en fantasie-elementen. Deze decoratieve elementen werden toegepast in architectuur, meubels, sieraden en glaswerk. Geïntegreerde Ontwerpen: Net als in de Arts & Crafts-beweging streefde men naar een integratie van kunst en design in het dagelijks leven. Dit leidde tot ontwerpen waarbij architectuur, meubels en decoratieve elementen samen een harmonieus geheel vormden. Kenmerken Gebruik van Nieuwe Materialen: Art Nouveau-ontwerpers experimenteerden met materialen zoals glas, smeedijzer en keramiek. Internationale Stijl: Art Nouveau nam verschillende vormen aan in verschillende landen. In Frankrijk werd het vaak gekenmerkt door verfijnde lijnen en rijke decoratie (bijv. de werken van Hector Guimard), terwijl in Oostenrijk en Duitsland de Wiener Secession en Jugendstil een strakker, geometrisch karakter hadden. Hector Guimard Bekend om zijn iconische ontwerpen voor de Parijse metro- ingangen, met sierlijke, organische vormen.Zijn werken zijn typisch voor de Franse Art Nouveau-stijl, met een focus op smeedijzer en decoratieve elementen. Het werk van Guimard is nog steeds zeer zichtbaar in Parijs Gustav Klimt Een Oostenrijkse schilder en een van de oprichters van de Wiener Secession, een beweging die Art Nouveau en symbolisme verenigde. Zijn schilderijen, zoals "De Kus", zijn rijk aan decoratieve elementen en patronen. Henry Van de Velde Hoewel Henry Van de Velde begon als een vertegenwoordiger van de Art Nouveau-stijl, evolueerde zijn werk en ideeën snel naar een meer functionele en geometrische vormentaal. Zijn zoektocht naar eenvoud, efficiëntie en functionaliteit maakte hem tot een belangrijke schakel tussen de sierlijke Art Nouveau en de strakke modernistische benaderingen van het Bauhaus. Bauhaus-voorloper: Van de Velde speelde een essentiële rol in het voorbereiden van het pad voor het Bauhaus. Hij introduceerde het idee dat de kunstenaar ook een ingenieur en ontwerper moet zijn, een concept dat later door Walter Gropius werd overgenomen. Focus op educatie: Van de Velde was ook een invloedrijke pedagoog en streefde naar een educatieve hervorming waarin kunst en ambacht geïntegreerd werden. Zijn onderwijsfilosofie werd later de kern van het Bauhaus-curriculum. Bloemenwerf, Ukkel Boekentoren, Gent 4. Streamline design (1930-1940) De Tussenoorlogse periode, tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog, was een tijd van zowel grote technologische vooruitgang als economische uitdagingen, zoals de Grote Depressie van de jaren 1930. Deze periode zag een groeiend vertrouwen in technologie en industrie als middel om een betere toekomst te creëren. Dit optimisme werd weerspiegeld in de ontwerpstijl van die tijd: streamline design. Bekende ontwerpers Raymond Loewy Harley Earl Henry Dreyfuss Norman Bel Geddes Kenmerken Aerodynamische Vormen: Geïnspireerd door de luchtvaart en automobielindustrie, werden objecten ontworpen met gestroomlijnde, vloeiende lijnen om snelheid en efficiëntie uit te drukken. Eenvoud en Functionaliteit: Overbodige decoraties werden weggelaten ten gunste van een strakke, minimalistische esthetiek. Nieuwe Materialen: Gebruik van moderne materialen zoals chroom, bakeliet en roestvrij staal, die zowel functioneel als visueel aantrekkelijk waren. Horizontale Lijnen: Ter benadrukking van beweging en dynamiek, vaak toegepast in architectuur en produæctdesign. Integratie van Vorm en Functie: Objecten werden zo ontworpen dat hun uiterlijk hun functie weerspiegelde, volgens het principe "vorm volgt functie". Raymond Loewy: S1 locomotief BMW 507 Greyhound bus Henry Dreyfuss: Ergonomie én gebruiksgemak Harley Earl: Grondlegger industrieel autodesign 1ste hoofdontwerper General Motors BUICK Y-JOB CORVETTE CADILLAC TEARDROP CAR Norman Bel Geddes Streamline Design: Zijn werk maakte gebruik van gestroomlijnde vormen die snelheid, efficiëntie en moderniteit symboliseerden. Dit was zichtbaar in zijn ontwerpen voor voertuigen, zoals auto's en vliegtuigen, maar ook in huishoudelijke apparaten.Geddes' werk PATRIOT RADIO inspireerde een hele generatie ontwerpers om gestroomlijnde vormen en minimalistische details toe te passen in productontwerpen. Op de wereldtentoonstelling van New York in 1939 liet het “Futurama”-paviljoen van General Motors bezoekers zien hoe de stad van morgen eruit zou kunnen zien. De uitgebreide maquette stelde een metropool voor van gestroomlijnde wolkenkrabbers en geautomatiseerde snelwegen, gemaakt door industrieel ontwerper Normal Bel Geddes. Modernisme: invloed van moderne kunst Modernistische kunststromingen zoals het kubisme, futurisme, constructivisme, dadaïsme ensSurrealisme introduceerden nieuwe vormen, kleuren en ruimtestructuren in visuele communicatie. Pablo Picasso en Georges Braque ontwikkelden het kubisme, waarbij geometrische vormen en meerdere perspectieven werden gebruikt om een fragmentarische weergave van de realiteit te creëren. Deze benadering beïnvloedde de manier waarop grafisch ontwerpers ruimte en vorm benaderden, waardoor composities dynamischer en expressiever werden. Het constructivisme en De Stijl legden de nadruk op abstractie, primaire kleuren en geometrische vormen, wat leidde tot een functionele en universele visuele taal. Kubisme Pablo Picasso en Georges Braque introduceerden het gebruik van gefragmenteerde vormen en meervoudige perspectieven. “Man met Viool” (rechts) toont een ‘onmogelijk’ perspectief. Picasso en Braque bestudeerden de vlakken van een onderwerp vanuit verschillende gezichtspunten, braken ze in stukken en ‘projecteerden’ ze op het canvas. Visuele abstractie werken met tekens Juan Gris, Fruit Bowl Fernand Léger, The City Kubisme Door visuele composities op een nieuwe manier te benaderen, veranderde het kubisme de spelregels van de schilderkunst - en tot op zekere hoogte ook de grafische vormgeving. De visuele experimenten van de kubisten toonden designers een nieuwe benadering van de picturale ruimte, en duwden hen in de richting van geometrische abstractie. Het futurisme Ontstaan en context: Futurisme werd in 1909 gelanceerd door de Italiaanse dichter Filippo Marinetti met het publiceren van I Manifesti Del Futurismo in de Parijse krant Le Figaro. Het futurisme vierde de moderne technologie, snelheid, en de industriële maatschappij. Het had een agressieve, revolutionaire aard. Visuele kenmerken Dynamiek en beweging: Futuristische kunstwerken proberen beweging en snelheid weer te geven door het gebruik van diagonale en schuine lijnen, dynamische vormen en herhaling van elementen. Kinetische energie: Schilderijen zoals Dynamism of a Dog on a Leash (1912) van Giacomo Balla benadrukken kinetische energie door herhaling en overlap van vormen. Mario Chiattone Tullio Cralli Tullio Cralli Geometrische abstractie: Futuristische ontwerpen gebruikten geometrische en abstracte vormen die de energie van de moderne stad en machinale tijdperk symboliseren. The City Rises (1910) door Umberto Boccioni Typografie en parole in libertà: Marinetti ontwikkelde de typografische stijl “parole in libertà” (woorden in vrijheid), waarin verschillende lettertypes, groottes en kleuren werden gecombineerd om chaos, snelheid en lawaai visueel uit te drukken. Paul Van Ostaijen Net zoals Filippo Marinetti, de grondlegger van het futurisme, speelde Van Ostaijen met de opmaak en presentatie van woorden. Zijn werken Bezette Stad (1921) en Music Hall zijn een goed voorbeeld van dit experiment: het gebruikt typografie, verschillende lettergroottes en afwisselende tekstindelingen om geluid, chaos en snelheid van het leven in de stad tijdens de Duitse bezetting in de Eerste Wereldoorlog te verbeelden. Van Ostaijen gebruikte technieken zoals “woorden in vrijheid” (parole in libertà), wat typerend is voor het futurisme, waarbij woorden los van elkaar worden geplaatst, zonder syntactische structuur, om zo een emotioneel of visueel effect te creëren. Het dadaïsme Ontstaan en context: Dada ontstond als reactie op de gruwelen van de Eerste Wereldoorlog. Het begon als een literair en kunstzinnig protest in het Cabaret Voltaire in Zürich, opgericht door Hugo Ball in 1916. Het cabaret werd opgericht ter bespotting van de gangbare 'i dealen van de cultuur en van de kunst’. Uit deze voorstellingen ontstond een anti- kunststroming met een eigen tijdschrift, DADA, genaamd naar een café in de buurt van Cabaret Voltaire. Dada verzette zich tegen logica, rationaliteit en traditionele waarden. Dada had als doel te shoqueren, en wilde burgerlijke waarden aanvallen en ontwrichten. Visuele kenmerken Anti-kunst en anti-esthetiek: Dadaisten creëerden werk dat opzettelijk visueel chaotisch was en traditioneel vakmanschap negeerde. Alles kon kunst zijn, zelfs gevonden voorwerpen. Collages en fotomontages: Gebruik van toevallige combinaties van foto's en afbeeldingen om onlogische, verontrustende beelden te creëren. Kunstenaars zoals Hannah Höch, Raoul Hausmann en John Heartfield gebruikten fotomontages om politieke boodschappen en maatschappelijke kritiek uit te dragen. Raoul Hausmann John Heartfield Typografische experimenten: Dada poëzie en typografie, zoals de werken van Kurt Schwitters, gebruikten willekeurige plaatsing van woorden, afwisselende lettergroottes en -stijlen, en speelden met de grenzen van visuele en auditieve poëzie. Gebruik van toeval: Composities werden vaak samengesteld met behulp van willekeur en toeval, als een manier om controle en rationaliteit te ondermijnen. ↑ Kurt Schwitters Das Undbild (Het En-beeld) Kurt Schwitters heeft werken gemaakt die je kubistisch, expressionistisch of dadaistisch zou kunnen noemen. Zelf wilde hij niet weten van dat soort labels. Merz is een kunstvorm die Schwitters zelf ontwikkelde, en het verwijst naar zijn unieke benadering van collage en assemblage. De term “Merz” is een woordspelletje met Kommerz (commercie), een woord dat Schwitters gebruikte en verknipte in een van zijn eerste collages. Hanna Höch Constructivisme (1910-1930) Constructivisme is een avant-gardistische kunst- en designbeweging die rond 1913 ontstond in Rusland, en zich later verspreidde naar Europa. Het was nauw verbonden met de sociale en politieke veranderingen van de tijd, vooral de Russische Revolutie van 1917. Constructivistische kunstenaars en ontwerpers wilden een nieuwe visuele taal ontwikkelen die industriële, maatschappelijke en revolutionaire idealen belichaamde. Georgii en Vladimir AugustovichStenberg, filmposter voor The Man with a Movie Camera,1929. Visuele kenmerken en vormentaal Geometrische abstractie: Constructivistische werken maken gebruik van strakke geometrische vormen zoals vierkanten, rechthoeken, cirkels en driehoeken. Deze vormen werden vaak in eenvoudige, duidelijke composities geplaatst om een gevoel van orde en structuur uit te drukken. Primaire kleuren en beperkt palet: De kleuren rood, zwart, wit, en soms blauw en geel waren dominant in constructivistische ontwerpen. Rood symboliseerde vaak de revolutie en verandering. Kasimir Malevich, Black Square, c. 1913 "Beat the Whites with the Red Wedge" (1919) - El Lissitzky Een iconisch politiek posterontwerp waarin een rode driehoek (symbolisch voor de bolsjewieken) een witte cirkel (de tegenstanders) doorboort. Het werk maakt gebruik van eenvoudige geometrische vormen en primaire kleuren om de boodschap krachtig en direct over te brengen. Functioneel ontwerp: Constructivisten legden de nadruk op het functionele en utilitaire aspect van kunst. Ze vermeden decoratieve elementen en richtten zich op de sociale en praktische toepassing van hun ontwerpen. Kunst moest de maatschappij dienen en een functionele rol vervullen. Typografie en grafische elementen: Constructivistische ontwerpen gebruiken vaak vetgedrukte typografie in een grafische en dynamische stijl. De lettertypes zijn meestal sans-serif, groot, en strategisch geplaatst om de compositie te versterken. Typografie werd gebruikt als een visueel element dat deel uitmaakte van het ontwerp. Collage en fotomontage: Foto's, tekstfragmenten en grafische elementen werden vaak gecombineerd in fotomontages om propaganda en boodschappen te communiceren. Dit werd gebruikt in posters en grafisch ontwerp door kunstenaars zoals Alexander Rodchenko. Alexander Rodchenko De Russische meester van de fotomontage was Gustav Klutsis (1895- 1944), die het medium “de kunstconstructie voor het socialisme” noemde. Klutsis gebruikte monumentale en heroïsche beelden op zijn propaganda – posters, als een middel om de prestaties van de Sovjet-Unie aan te prijzen. De Stijl (1917-1931) De Stijl was een Nederlandse kunst- en designbeweging, opgericht in 1917 door Theo van Doesburg. De beweging streefde naar een radicale vernieuwing in kunst en design, door gebruik te maken van geometrische vormen en een beperkt palet aan kleuren. De leden van De Stijl wilden een universele visuele taal ontwikkelen die vrij was van persoonlijke expressie en die kon bijdragen aan een betere, meer harmonieuze samenleving. Ontstaan en Context: De beweging werd officieel opgericht in 1917 met het verschijnen van het tijdschrift De Stijl, dat door Theo van Doesburg werd geredigeerd. Het tijdschrift functioneerde als platform voor de leden om hun ideeën en kunstwerken te presenteren en te verspreiden. De beweging ontstond als een reactie op de chaotische nasleep van de Eerste Wereldoorlog en de wens om orde en harmonie te brengen in de visuele cultuur. De artistieke visie van De Stijl was sterk beïnvloed door het neoplasticisme van Piet Mondriaan, die pleitte voor een kunstvorm gebaseerd op fundamentele elementen zoals rechte lijnen, rechthoeken en primaire kleuren. Visuele Kenmerken van De Stijl Geometrische abstractie: De Stijl-werken bestaan uit rechte lijnen en rechthoeken die zorgvuldig zijn geordend om een gevoel van orde en harmonie te creëren. Primaire kleuren en neutrale tinten: De schilders van De Stijl gebruikten uitsluitend primaire kleuren (rood, blauw en geel) en neutrale tinten (zwart, wit en grijs) om elke vorm van emotionele of subjectieve expressie te elimineren. Horizontale en verticale lijnen: Composities werden opgebouwd uit horizontale en verticale lijnen die de basisstructuur van hun werken vormden. Asymmetrie en balans: De composities waren vaak asymmetrisch, maar streefden naar een gevoel van balans en evenwicht. Het Bauhaus (1919-1933) Het Bauhaus was een Duitse kunst- en designschool die van 1919 tot 1933 actief was in Weimar, Dessau en Berlijn. De school werd opgericht door architect Walter Gropius, met als doel eenheid te creëren tussen kunst, ambacht en technologie. Het Bauhaus had een enorme invloed op modern design, architectuur en grafische vormgeving. De school legde de nadruk op functionaliteit en eenvoud, waarbij kunst moest aansluiten bij de noden van de industriële samenleving. Het leerplan van de school http://kunst-modernisme.blogspot.com/ De link met De Stijl Onder invloed van de Stijl evolueerde het Bauhaus van expressionisme naar modernisme. In zowel grafisch ontwerp als architectuur werd er gewerkt met eenvoudige geometrische vormen zoals rechthoeken, cirkels en lijnen. Herbert Bayer De kleurenleer van Johannes Itten Johannes Itten was de docent kleur- en vormleer op het Bauhaus. Nieuwe studenten moesten bij Itten een basiscursus (in het Duits: ‘Vorkurs’) volgen over kleur- en vormleer. Een student mocht niet aan andere vakken beginnen voor dat vak voltooid was. Het doel van deze ‘Vorkurs’ was de student te zuiveren van alle op conventionele wijze vergaarde kennis, om hem vertrouwd te maken met de theorie en praktijk van de werkplaats. Later werd deze cursus overgenomen door Làszlo Moholy-Nagy, nog later door Josef Albers. Belangrijkste aspecten Kleurencirkel: Itten introduceerde een twaalfdelige kleurencirkel die primair, secundair en tertiaire kleuren bevatte. Zijn kleurencirkel werd een belangrijk hulpmiddel voor kunstenaars en ontwerpers om kleuren te harmoniseren. Kleurcontrasten: Hij definieerde zeven verschillende kleurcontrasten, zoals complementair contrast, warm- koud contrast, en simultaan contrast, die invloed hebben op hoe kleuren elkaar versterken of juist dempen. Subjectieve kleurwaarneming: Itten geloofde dat kleuren een emotionele en psychologische impact hadden. Hij koppelde specifieke kleuren aan bepaalde emoties en stemmingen. Kleurenexperimenten: Itten moedigde zijn studenten aan om kleuren praktisch te verkennen en hun effecten te ervaren door middel van oefening en experiment. László Moholy-Nagy over Design Het ‘proefsemester’ (Probe-Semester) werd vanaf 1923 gegeven door László Moholy-Nagy en Wassily Kandinsky. Onder het leiderschap van meester Moholy- Nagy richt de introductiecursus zich meer op rationele en wetenschappelijke inzichten conform de nieuwe slogan: Kunst und Technik - eine neue Einheit. Vision in Motion (1947): zijn visie op design, kunst, technologie, creatieve scholing en hun rol in de samenleving. Boven: Moholy-Nagy. Onder: Kandinsky. Vison in Motion "Designing is not a profession, but an attitude" "The idea of design and the profession of the designer has to be transformed from the notion of a specialist function into an generally valid attitude of resourcefulness and inventiveness which allows projects to be seen not in isolation, but in relationship with the need of the individual and the community" "Ultimately all problems of design merge into one great problem: 'design for life'. László Moholy-Nagy Kunst en Techniek: een nieuwe eenheid László Moholy-Nagy (1895-1946) was een Amerikaans- Hongaarse kunstenaar, filmmaker en ontwerper. Hij werkte als professor in de Bauhaus- school en richtte later het Nieuwe Bauhaus in Chicago op. Hij was sterk beïnvloed door het constructivisme en pleitte voor de integratie van technologie en industrie in de wereld van de kunsten. In het voorjaar van 1923 verving Moholy-Nagy Johannes Itten als Foto door zijn vrouw, hoofd van de metaalwerkplaats van het Bauhaus in Weimar. Lucia Moholy. Typerend voor deze kunstenaa Deze periode markeerde het einde van de expressionistische dat hij elke dag lesgaf in een trend van de school en bracht haar dichter bij haar werkoverall. Voor hem was een oorspronkelijke doelstellingen als een school voor kunstenaar een ambachtsman design en industriële integratie. en een vormgever een technicu Moholy- Nagy was politiek Net als de andere leraren van het Bauhaus werkte hij socialistisch geïnspireerd en z niet alleen in een aan hem toegewezen werkkamer, design als een middel voor maar werkte hij samen met Oskar Schlemmer en anderen aan collectivistische oplossingen v muurschilderingen, ballet- en toneelontwerpen, aan licht- en de uitdagingen van zijn tijd. kleurexperimenten en aan typografie en lay-out. In Berlijn had Moholy-Nagy een glansrijke carrière als decorontwerper voor de vooruitstrevende Staatsopera en het Piscatheater. Hij werd ook bekend als typograaf en affiche-ontwerper. Zijn belangstelling voor statische fotografie nam geleidelijk af. Hij begon te experimenteren met films, fotogrammen en geluidsfilm-combinaties. In 1930 voltooide hij ‘Lichtrequisit einer elektrischen Buehne’, een apparaat met bewegende delen waar licht doorheen wordt geprojecteerd. Dit apparaat genereert als het ware abstracte composities en projecteert die in de ruimte. Moholy-Nagy maakte er zijn bekendste film mee: 'Lightplay, Black-White-Gray ‘. Na zijn dood kreeg het werk de naam Light- Space Modulator. Het werk wordt vaak genoemd als een van de vroegste kinetische sculpturen, maar het is ook een van de vroegste voorbeelden van lichtkunst. Affiche-ontwerpen van L.M-H Fotogrammen, experimenten met analoge fotografie in de donkere kamer László Moholy-Nagy: licht-ruimte modulator (1930) https://www.youtube.com/watch?v=ByJ3r39JNBA 200 /75 ‘Light-Space Modulator’ (1930): de eerste kinetische scultpuur Bekijk de video: ’Lightplay, Black-White-Gray’ The New Typography De principes van het Bauhaus bleven aanvankelijk binnen het Bauhaus. De persoon die deze nieuwe benaderingen toepaste op alledaagse ontwerpproblemen en ze uitlegde aan een breed publiek van drukkers, letterzetters en ontwerpers was Jan Tschichold (1902- 74). Hij was geïnspireerd door de ideeën van het Bauhaus en het constructivisme, en ontwikkelde een nieuwe typografische stijl die gericht was op functionaliteit en leesbaarheid. De Modern Movement in Amerika Charles Eames (1907-1978) en Ray Eames (1912-1988) Charles en Ray Eames Dieter Rams (geboren op 20 mei “Onverschilligheid tegenover 1932) is een Duits industrieel mensen en de werkelijkheid ontwerper die nauw verbonden waarin zij leven is eigenlijk de is met Braun, het meubelbedrijf enige hoofdzonde in design." Vitsœ en de functionalistische school van industriële vormgeving. Zijn onopvallende aanpak en zijn geloof in "minder, maar beter" (Duits: Weniger, aber besser) design genereerde een tijdloze kwaliteit in zijn producten die de hele designpraktijk heeft beïnvloed en Rams wereldwijde Charles en Ray Eames erkenning en waardering heeft poseren met metalen bezorgd. stoelonderstellen, 1947 Foto: © Eames Office LLC Korte biografie Charles Eames werd in 1907 geboren in St. Louis, Charles en Ray Eames trouwden in 1941 en verhuisden Missouri. Hij studeerde architectuur aan de Washington naar Los Angeles, waar ze samen begonnen te University in St. Louis en ontwierp in samenwerking met experimenteren met technieken voor het verschillende partners een aantal huizen en kerken. Zijn driedimensionale buigen van multiplex. Het doel bestond werk trok de aandacht van Eliel Saarinen, die hem in 1938 erin comfortabele stoelen te creëren die betaalbaar een studiebeurs aanbood aan de Cranbrook Academy of waren. De oorlog heeft hun werk echter onderbroken en in Art in Michigan. In 1940 wonnen hij en Eero Saarinen de plaats daarvan spitsten Charles en Ray zich toe op het eerste prijs in de ‘Industrial Design Competition for the 21 ontwerpen en ontwikkelen van beenspalken uit multiplex, American Republics’ – ook wel ‘Organic Design in Home die in grote hoeveelheden werden geproduceerd voor de Furnishings’ genoemd – georganiseerd door het Museum Amerikaanse marine. of Modern Art in New York. Eames werd in datzelfde jaar benoemd tot hoofd van de afdeling industrieel ontwerp In 1946 stelden ze hun experimentele meubelontwerpen van Cranbrook. tentoon in het MoMA. Daarna begon de Herman Miller Charles Eames was naast architect en designer Company in Michigan Eames-meubels te produceren. ook filmmaker. Charles en Ray namen in 1948 deel aan de wedstrijd 'Low- Ray Eames studeerde schilderkunst aan de Bennett Cost Furniture' van het MoMA en bouwden in 1949 het College in Millbrook, New York. Ze studeerde aan het Eames House als hun eigen privéwoning. Bennett College in Millbrook in New York, en zette haar Naast hun werk in meubelontwerp en architectuur studies in schilderkunst voort aan de Hans Hofmann experimenteerden ze ook regelmatig met grafisch School of Fine Arts tot 1937. In 1940 schreef ze zich in aan ontwerp, fotografie, film en de inrichting van de Cranbrook Academy of Art. tentoonstellingen. De Eames chairs La Chaise De zoektocht van Ray en Charles Eames om multiplex in drie richtingen te buigen resulteert in de 'Playwood Chair' uit 1945 en een serie kindermeubele, geproduceerd en gedistribueerd door de Evans Products Company. Deze innovatieve ontwerpen ontstonden uit het streven om "het meeste van het beste voor het minste naar het grootste aantal mensen te krijgen". In 1946 wordt er bij MOMA in New York een tentoonstelling gehouden van hun experimenten met geperst hechthout en in 1948 won Charles Eames de tweede prijs op MoMA's 'International Competition for Low-Cost Furniture Design' voor een innovatieve serie stoelen van geperst fiberglas. Deze revolutionaire zitmeubelen behoorden tot de allereerste ongevoerde plastic zitmeubelen die in massa geproduceerd zouden worden. Vooral een universele zitschelp die met verschillende onderstellen tot tal van variaties kon worden gecombineerd, was bijzonder invloedrijk. Het ontwerp van 'La Chaise' uit 1948 voor een wedstrijd van het Museum of Modern Art is meer dan een toepassing van glasvezel, de zetel is gelijktijdig een zitobject en een sculptuur. La Chaise is zowel een zit- als een ligmeubel. Het ontwerp werd geïnspireerd door de sculptuur 'Floating Figure' uit 1927 van de beeldhouwer Gaston Lachaise. Playwood Chair De Eames DMC, de eerste stoel met gebogen hout die op grote schaal werd geproduceerd De Eames Lounge Chair, met de bijhorende Ottoman Enkele vintage advertenties De fiberglas stoelen werden uitgebracht in 1950 met de armstoelversie, een jaar later gevolgd door de bijzetstoel. Het zou een ontwerp blijken te zijn dat bleef geven, dat elk jaar groeide en groeide, met schijnbaar geen einde aan de praktische toepassingen en mogelijkheden. Tegen 1955 waren er 'stapelbare' versies bijgekomen die commerciële, educatieve of overheidsorganisaties de kans boden om in grote hoeveelheden te installeren tegen een fractie van de benodigde ruimte. De prachtige kleuren werden snel uitgebreid, er kwamen zes tot twintig maten stoelen en meer dan een dozijn commerciële keuzes. Het zou massaproductie op zijn best zijn, een solide en praktisch product, gemakkelijk gemaakt, gemakkelijk gedistribueerd en gretig omarmd. "I think of myself officially as an architect; I look at the problems around us as problems of structure. The tools we use are often connected with the arts, but we use them to solve very specific problems.... I think of architects as tradesmen–and it doesn’t seem an unflattering idea. Anyone who calls himself an artist is suspect to me, because an artist is a title you sort of earn, you don’t gain it by choosing a line of work.” Charles Eames Griffith Park Station, Een ontwerp van Charles Eames Interview Charles Eames over Design (1972) https://www.youtube.com/watch?v=w8rICo44kAE https://www.youtube.com/watch?v=tUOFhnWTbm0 Zijn definitie van design: "a plan for arranging elements to accomplish a particular purpose" "Design depends largely on constraints" "I am not forced to accept compromises, but I have willingly accepted constraints" "It is a method of action, not of expression" Is design an expression or art? "It's an expression of purpose. It may, if it's good enough, later be judged as art" Stefan Sagmeister: "You are not a storyteller" https://www.youtube.com/watch?v=UlkIVIau1Nk 218 /75 Sagmeister Inc Stefan Sagmeister (1962-) https://sagmeister.com/work/ 219 /75 Stefan Sagmeister: grapic design provocateur https://www.youtube.com/watch?v=nE_Z0_nsYSg 220 /75 Change by Design: Tim Brown Tim Brown (IDEO): de man die term design thinking op de kaart zette 221 /75 Change by Design: Tim Brown collaboratief - breed - multidisciplinair - veel meer dan een methode: een skill 222 /75 "Designen als een attitude" Bij design denken we vaak aan de vormgeving van interieur en computers, maar het hoeft niet noodzakelijk over "objecten" te gaan: designers ontwerpen ook systemen die de maatschappij vorm geven. Design zou dus ook maatschappelijke vraagstukken kunnen oplossen, zoals de opwarming van de aarde, gezondheidssysteem, sociale zekerheid, sociale gelijkheid om maar een paar voorbeelden te noemen De designer is al lang geen "op zichzelf staande figuur" meer => verbonden met andere disciplines Omgaan met technologische verandering (sociale media, gen AI, quantum computing, automatisering,…) Verweven met ons leven Design speelt vandaag een rol in alle domeinen van het menselijke leven. Denk maar hoe we communiceren met apps die vormgegeven werden door bedrijven. Is het dan niet zo dat de "verhalen" zo zichzelf (deels) schrijven? Design vertelt een verhaal Design is storytelling Narratieve impact van design is onmiskenbaar Oplossen van een "probleem" is niet het enige streven Ook schoonheid, gevoel, zintuiglijkheid... Humor, conflict, interpretatie... We zagen in de vorige les dat dit ook enkel de interpretatie van de gebruiker kan zijn, maar er is zeker ook een intentionele kant aan het verhaal vanuit het perspectief van de zender van de boodschap. 226 /75 Metro New York bewegwijzering Massimo Vignelli + Bob Noorda: https://www.moma.org/collection/works/89620 227 /75 Een overzichtskaart van de verschillende metrolijnen, ontworpen door Massimo Vignelli en Bob Noorda. Metro New York bewegwijzering Voor een groot deel probleemoplossend Eenvoudig te begrijpen en te onderhouden Maar is meer dan enkel signalisatie, "waar vind ik mijn metro" Dit design belichaamt ideeën en principes Waarden over orde, betrouwbaarheid, burgerschap Markeerde de overgang van een onbetrouwbare, versnipperde metrodienst naar een door de overheid gecontroleerde publieke dienst en autoriteit 229 /75 Massimo Vignelli (1931-2014) "The life of a designer is a life of fight: fight against the ugliness." "In the new computer age, the proliferation of typefaces and type manipulations represents a new level of visual pollution threatening our culture. Out of thousands of typefaces, all we need are a few basic ones, and trash the rest." "I thought that it might be useful to pass some of my professional knowledge around, with the hope of improving [young designers'] design skills. Creativity needs the support of knowledge to be able to perform at its best." https://www.fastcompany.com/3044133/a-rare-interview-with-graphic-design-legend-massimo-vignelli https://www.youtube.com/watch?v=5TFZ3RVhN1s 230 /75 Overeenkomsten tussen storytelling en design Verhalen beschrijven acties en stimuleren niewsgierigheid Design gebruikt vorm, kleur, materialen, taal en systeemdenken om betekenissen te transformeren Design belichaamt waarden en illustreert ideeën. Het verschaft genoegen, verrast en spoort aan tot actie Welk product we ook creëren (denk publicatie, een digitale toepassing): makers nodigen mensen uit om uit om een ruimte te betreden en te ontdekken wat er is - om aan te raken, rond te dwalen, te navigeren. 26 /75 Overeenkomsten tussen storytelling en design Psychologie van visuele communicatie vanuit vertelperspectief De verbeelding van gebruikers wordt gebruikt, zet aan tot acties en gedragingen Goede "vertellers" brengen emotie, gevoel en persoonlijkheid over Design heeft net zoals verhalen het potentieel om informatie over te brengen in de gedachten van mensen (soms expliciet, soms minder duidelijk) 27 /75 Hooked How to Build Habit-Forming Products (bekijk ook zeker The Social Dilemma op Netflix!) 28 /75 We ervaren design ook doorheen de tijd en acties Gebouw, stoel, affiche, smartphone app = op zich statisch van aard. Maar... We ervaren elk van deze dingen over tijdsperiode Verhalen zijn gedreven door actie, maar design ook Bij een poster, foto, illustratie: ons oog gaat over het oppervlak, van detail naar detail. Geleidelijk ontstaat het volledige beeld 29 /75 We ervaren design ook doorheen de tijd en acties Interface designers creëren ook structuren en creëren daar diagrammen, sitemaps, user flows enz voor. Spreken ook van journey's Een stoel is geen voorwerp om in te zitten => familieleven, plek om uit te rusten, vrienden in te ontmoeten... Producten, plaatsen, beelden: onthullen zich doorheen de tijd. Geluid, textuur, smaak en geur stimuleren ons Ze helpen ons bij het maken van herinneringen en maken van verbindingen 30 /75 Designgeschiedenis: enkele bijzondere voorwerpen Moleskine notitieboek (ca. 1850) Designer onbekend (familiebedrijf in Tours, Frankrijk?) 32 /75 Stoel nr. 14 (1859) Michael Thonet (1796-1871) 33 /75 Zwitsers zakmes (1891) Karl Elsener (1860-1918), Victorinox 35 /75 Rits (1913) Gideon Sundback (1880-1954) 36 /75 Dixon Ticonderoga potlood (1913) Dixon Ticonderoga design team 37 /75 Krantenhouder (1924) Fritz Hahne (1897-1986) 38 /75 Martini glas (ca. 1925) Designer onbekend 39 /75 Le Creuset gietijzeren kookpotten (1925) Le Creuset design team 40 /75 LC4 Chaise Longue (1928) Le Corbusier (1887-1965) 41 /75 Kurkentrekker met dubbele hendel (1928) Dominick Rosati 42 /75 Standard stoel Jean Prouvé (1934) Jean Prouvé (1901-1984) 43 /75 Melkfles (jaren 1940) Designer onbekend 45 /75 LCW Stoel (1945) Charles Eames (1907-1978) 46 /75 Tupperware (1945) Earl Silas Tupper (1907-1983) 47 /75 Eames scherm (1946) Charles Eames (1907-1978) en Ray Eames (1912-1988) 48 /75 Ball Clock (1947) Irving Harper (1917-) George Nelson (1908-1986) Associates 49 /75 Womb chair (1947) Eero Saarinen (1910-1961) 50 /75 Compas bureau (1948) Jean Prouvé (1901-1984) 51 /75 Eames DAR (1948) Charles Eames (1907-1978) en Ray Eames (1912-1988) 52 /75 Eames ESU (1949) Charles Eames (1907-1978) en Ray Eames (1912-1988) 53 /75 Kewlox (sinds 1958) Made in Belgium! Duurzaam, modulair kastensysteem Kewlox handleiding 606 Universal Shelving system (1960) Dieter Rams (1932-) 57 /75 Modulair, duurzaam kastensysteem Ontworpen door Dieter Rams Geproduceerd en verdeeld door Vitsœ Billy kasten (1978) Ikea 64 /75 Tongue chair (1967) Pierre Paulin (1927-2009) 60 /75 KV1 Mixer kraan (1971) Arne Jacobsen (1902-1971) 61 /75 Tripp Trapp kinderstoel (1972) Peter Opsvik (1939-) 62 /75 Post-it Notes (1980) Spencer Silver (1941-) & Art Fry (1931-) 65 /75 Swatch polshorloges (1983) Swatch Lab 66 /75 Juicy Salif citruspers (1990) Philippe Starck (1949-) 67 /75 Garbino vuilemmers (1997) Karim Rashid (1960-) voor Umbra 70 /75 iPod MP3 speler (2001) Jonathan Ive (1967-) & Apple design team 71 /75 Het is wel duidelijk waar Jonathan Ive de mosterd voor de iPhone heeft gehaald… Inhoudstafel De geboorte van de kunst 282 Fauvisme 387 Kunst vs design 294 Expressionisme 392 Gotiek 298 Marcel Duchamp 403 Geheime kennis 307 Francis Picabia 410 Renaissance 319 Surrealisme 412 Barok 328 Pop art 416 Kunst in serie 340 Afsluiter 421 Academische kunst 346 Kunst in de 19de eeuw 359 Realisme 372 Impressionisme 377 MSS2 Vooruitblik op het examen januari 2025 Deelex 1: SEM 1 Lessen Andreas Peeters (design- en kunstgeschiedenis) Lessen Ann Debeuf (duurzaam design) juni 2025 Deelex 2: SEM 2 Lessen Wim Gombeer (beeldgeletterdheid) P.E. SEM 2 Lessen Lien Goedemee en Saskia Yperzeele Info deelexamen - Deelexamen 1 MSS2 - Digitale test on campus - Soorten vragen: - Datum wordt later gecommuniceerd open vragen (over de grotere in Webuntis verbanden in de cursus), - Examentijd: 2 u overzichtsvragen (bv. historisch - Examenvorm: digitale kennistoets overzicht), met 30 vragen (15 per lector) beeldvragen (beeld koppelen met - Deelexamen 1 telt mee voor 40% van auteur, stroming of periode), je totale score op dit olod van 6 sp. reproductievragen (multiple choice) In geval van een tekort is herkansen - Het is toegestaan je nota’s te mogelijk. Behaald deelcijfer wordt raadplegen tijdens het examen, maar automatisch overgedragen naar geen afgedrukte documenten of herkansing in geval van 10/20 of afbeeldingen. meer. Inhoud 1. Lessenreeks Andreas Peeters - Mediacontext: design- en kunstgeschiedenis 2. Lessenreeks Ann Debeuf - Mediacontext: duurzaam design Te kennen stof: Lessenreeks Andreas Peeters -> De slides van alle lessen + de opnames ter duiding Lessenreeks Ann Debeuf - Mediacontext: duurzaam design Hoe studeren (voor deel design- en kunstgeschiedenis) - Exacte data zijn niet zo belangrijk. Je moet wel de verschillende design- en kunststromingen kunnen onderscheiden en binnen een historische chronologie plaatsen. - Je moet verbanden kunnen leggen vanuit de verschillende thema’s die we hebben besproken. Vat de verschillende thema’s die we hebben besproken voor jezelf samen. - Je moet beelden kunnen toekennen aan de auteur en historische periode. - Je moet verschillende stijlen kunnen onderscheiden op basis van vormkenmerken. - Je moet designprincipes kennen en herkennen in een voorbeeld. Voorbeeldvragen - Beeldvraag 12 tot 16 objecten, uit verschillende delen van de cursus, die u moet kunnen duiden (auteur / stroming) - Open vraag Een vraag vanuit één van de 3 thema’s (taal vh object, designer als storyteller, spanning tss design en kunst…). Schrijf een degelijk antwoord in volzinnen, let op correcte taal en gebruik de aangereikte terminologie. - Reproductie Historische chronologie Zinnen aanvullen, bv definitie, quote of stelling Designprincipes kunnen onderscheiden of herkennen in een lijst Vormelijke kenmerken van kunstenaars / designers… kunnen onderscheiden MSS2 Deel 3: het spanningsveld tussen design en kunst MSS2 Historisch overzicht Wat zijn raakvlakken tussen design en kunst? Wie bepaalt wat design is, of kunst? Wie selecteert en cureert? Wat zijn gatekeepers? Is het onderscheid tussen high-brow en low-brow in de 21ste eeuw nog relevant? Inleiding Derde etappe van ons vierluik drieluik De taal van het object De designer als storyteller Het spanningsveld tussen design en kunst Leven in een beeldcultuur (geschrapt) MSS2 wil jullie aan het denken zetten over kunst en design, de samenleving en het toekomstig werkveld. Het wil ook een kapstok bieden. MSS2 De geboorte van de kunst George Batailles en de geboorte van de kunst Grottekeningen van Lascaux werden ontdekt in 1940 Lascaux et la Naissance de l’Art (1955): filosofisch essay van de Franse kunstfilosoof Georges Bataille over de oorsprong van de kunst Oorsprong en symboliek van kunst: Bataille ziet deze muur schilderingen als een symbolische geboorte van de menselijke cultuur en een belangrijke stap in de evolutie van het menselijke bewustzijn. Er spreekt een fundamentele verschuiving in het menselijke bewustzijn uit de schilderingen van Lascaux. Kunst wordt voor het eerst ingezet als een medium om abstracte en spirituele gevoelens te verbeelden. De relatie tussen mens en dier: De kunst van Lascaux illustreert een diepe fascinatie voor het dierlijke, iets dat zowel gevreesd als aanbeden wordt. Hij ziet dit als een manier waarop vroege mensen hun eigen sterfelijkheid en positie binnen de natuur overdenken. Erotiek en geweld: Bataille analyseert hoe kunst, vanaf haar oorsprong, verbonden is met thema’s van erotiek en geweld. Hij benadrukt dat de kunst van Lascaux niet alleen het leven maar ook de dood viert, waardoor het bestaan van de mens binnen een breder perspectief wordt geplaatst. Overgang naar een symbolische wereld: Voor Bataille zijn de grotschilderingen niet louter afbeeldingen, maar een manifestatie van het vermogen om het concrete te overstijgen. Ze markeren een overgang naar een andere wereld. Sacraliteit en ritueel: Bataille ziet in de schilderingen een rituele, bijna sacrale dimensie. De Lascaux-grotten worden een heilige ruimte waarin vroege mensen hun diepste angsten en verlangens projecteren. Kunst wordt hier een vorm van ritueel dat de grenzen tussen het aardse en het heilige overschrijdt. Rituelen Bataille vergelijkt de rol van kunst in de begeleiding van een sjamaan. Ze boden de maatschappij met oude rituelen uit de mogelijkheid om je aardse, lichamelijke oertijd, zoals initiatieriten, begrafenissen of omhulsel kort te verlaten en in contact te offers. Een ritueel begeleidt de overgang naar komen met de geestenwereld. een nieuw levensstadium. Voorbeeld: In het offer gaat de sjamaan mee in de doodsbeweging van het dier, zonder zelf Rituelen waren spirituele ervaringen, die te sterven. meestal beleefd werden in groep, onder Een sjamaan is een priester-ziener die in een gemeenschap de communicatie met de geestenwereld verzekert en magie aanwendt om zieken te genezen, voorspellingen te doen en gebeurtenissen onder controle te brengen. George Batailles’ visie De prehistorische mens stond in nauw contact met de natuur en geloofde dat elk levend ding bezield was (denk aan de mythen in de inleiding op deze cursus). In collectieve, begeleide rituelen kwamen de vroege mensen in contact met de geestenwereld. De dood was deel van het leven. In begeleide rituelen kon je die wereld kort betreden, zonder zelf te sterven. Rituelen waren een vorm van zingeving: ze leerden je iets over jouw positie in je gemeenschap, en je aandeel in het grotere geheel der dingen. Volgens Bataille leven we sinds het begin van de moderniteit in een veilige wereld, waarin dood en geweld geen deel meer uitmaken van ons leven en verborgen worden achter hoge muren (kerkhoven, gevangenissen…). Onze maatschappij is geseculariseerd, d.w.z. dat geloof en spiritualiteit een individuele keuze zijn geworden en zelden nog collectief worden beleefd. Voor zingeving is de moderne mens dus op zichzelf aangewezen: hij moet zelf het antwoord vinden op de vraag wat een zinvol leven is. Eén van de weinige plekken waar dit nog mogelijk is, is het domein van de kunsten. George Batailles’ visie De moderne mens heeft in de context van de massamaatschappij geen toegang meer tot grensoverschrijdende ervaringen. Spiritualiteit en religie hebben hoogstens een bijrol in deze geseculariseerde samenleving die georganiseerd wordt in functie van economische groei. Collectieve, spirituele ervaringen zijn erg zeldzaam geworden. Misschien heb je op een festival al eens iets meegemaakt dat er een beetje op lijkt (met 5.000 man hetzelfde lief uit één borst meezingen bv…). Maar je hebt een ticket betaald voor die ervaring, en als ze gedaan is leef je verder in je eigen wereld. Mensen die hun eigen lichaam willen vergeten of grenzen overschrijden vinden een antwoord in drugsgebruik, automutilatie, extreem vasten of extreem sporten… Maar dit zijn zeer individuele ervaringen. Ze leren je weinig of niets over je plaats binnen je gemeenschap. George Batailles’ visie De laatste plek waar een mens buiten zichzelf kan treden, is in de kunst. Als kunstenaar kan een mens een andere invulling geven aan zijn ‘ik’ en loskomen van zichzelf. De kunstenaar transformeert de wereld, en zichzelf. In de kunst worden de bestaande structuren en regels geofferd om tot iets nieuws te komen. Zoals in poëzie de vorm van de taal geofferd wordt. Woorden worden in stukken gekapt, zinsstructuren overhoop gegooid. Of zoals de dadaïsten bestaande beelden verknipten om tot nieuwe betekenissen te komen. De Duitse filosoof Theodor Adorno noemde kunst de laatste negatieve kracht in de massamaatschappij, de laatste plek waar vrijheid mogelijk is. Historisch overzicht van kunst en design* Dient als overzicht voor het studeren. Afhankelijk van de periode die we bestuderen, zoomen we meer in op bepaalde tijdvakken. De gekleurde lijnen zijn kunst- en designstromingen, de zwarte en grijze lijnen duiden op belangrijke historische ontwikkelingen. Historisch overzicht van kunst en design* Dient als overzicht voor het studeren. Afhankelijk van de periode die we bestuderen, zoomen we meer in op bepaalde tijdvakken. De gekleurde lijnen zijn kunst- en designstromingen, de zwarte en grijze lijnen duiden op belangrijke historische ontwikkelingen. Kort overzicht van alle kunststromingen die in de lessen aan bod komen Gotiek (tot de 15de eeuw) Bv. Giotto Renaissance (15de- 16de eeuw) Bv. Van Eyck, Da Vinci Barok (17de eeuw) Bv. Rubens Academische Kunst (17de-19de eeuw) Bv. Ingres, Cabanel Romantiek (19de eeuw) Bv. Turner, Delacroix Realisme (1830-1870) Bv. Courbet Impressionisme (1860-1890) Bv. Monet, Cezanne, Manet,… Fauvisme (1880-1914) Bv. Matisse Kubisme Bv. Picasso, Brasque Expressionisme (1905-1940) Bv. Die Brücke, Der Blaue Reiter Dadaïsme (1916-1924) Bv. Picabia, Heartfield, Duchamp Neoplasticisme Bv. De Stijl, Bauhaus Surrealisme (1924-1940) Bv. Dali, Magritte Pop Art Bv. Warhol, Liechtenstein Definities van design en kunst Design wil problemen oplossen. Design is een proces dat gericht is op het creëren van functionele en esthetische objecten of systemen. Het richt zich vaak op bruikbaarheid, productie, en voldoet aan specifieke behoeften van de gebruiker of opdrachtgever. Het resultaat van design heeft meestal een praktische toepassing in het dagelijks leven en kan variëren van producten tot communicatie, architectuur, of digitale interfaces. (* voor de definitie van Tim Brown: zie deel 2 van ons drieluik) Kunst is een individuele expressievorm (of in samenwerking), die primair gericht is op het uitdrukken van emoties en ideeën, of het reflecteren op de menselijke ervaring. L’art pour l’art: kunst is de allerindividueelste expressie van de allerindiviueelste emotie. Maar het romantische ideaal van het eenzame, artistieke genie klopt niet. Kunstenaars verhouden zich Kunst versus Design Kunst gebruikt creativiteit Design wordt vaak gedefinieerd als een gecombineerd met technische plan voor een vaardigheid om individuele gevoelens, object/systeem/activiteit/proces observaties en ideeën te vertalen naar dat een oplossing biedt voor een een beeld / een object / een concept. bestaand probleem. Het ontwerpproces Kunst roept vragen en emoties op. heeft tot doel een plan, prototype, De definitie van kunst is breed, product of proces te realiseren. en voortdurend in evolutie. Gebruikers staan centraal in het ontwerpproces. Ontwerpers streven ernaar oplossingen te creëren voor mensen, systemen of fysieke items. "Design is e nkel functioneel" - is dat zo? "Kunst moet gedachten en emoties – kunst lost ook problemen op, al was stimuleren en beroeren, geen probl emen het maar de nood aan schoonheid en oplossen" decoratie "Kunstenaars werken vanuit instinct, – veel kunstenaars gaan op een designers gebruiken een methodisch, methodische en soms data-gedreven proces" hoogtechnologische manier te werk De vrijgevochten positie van de kunstenaar - er zijn ook eigenzinnige tegenover de dienstbare rol van de designer. designer-provocateurs Een kunstenaar voert een hoogst individueel - of flirt net met kitsch en wat populair onderzoek en gaat vaak uit de weg van is conventies Zal altijd een spanningsveld blijven: er zijn kanttekeningen te maken bij al deze stellingen. Uniek object versus veelheid Het autonome kunstwerk Massaproductie, veelheid van objecten (maar dat is een relatief begrip, want kunstenaars verspreidden zelf kopIëen, en de camera maakte reproductie op grote schaal mogelijk) High brow vs low brow Democratiseren van kwalitatieve objecten (een onderscheid dat in onze postmoderne wereld waar populaire cultuur de boventoon voert, weinig relevant meer is) Oude objecten met hoge symbolische Hoe nieuwer hoe beter waarde. Logica van de kunstmarkt. Kunstwerken hebben door hun uniciteit (er is maar één originele Nachtwacht van Rembrandt) een hoger statuut dan design op de kunstmarkt De gotiek (ca. 12de-16de eeuw) Belangrijke kunstenaars: 1. Giotto Visuele kenmerken van gotische schilderkunst 1. Religieuze thema's: Gotische schilderkunst richtte zich sterk op Bijbelse verhalen, heiligenlevens en religieuze iconografie. De kunst had als doel de christelijke boodschap over te brengen en mensen te onderwijzen. 2. Frontale figuren en hiëratische schaal: Personages werden vaak frontaal afgebeeld en hun grootte was afhankelijk van hun belang (bijvoorbeeld Christus groter dan andere figuren). Dit symbolische gebruik van grootte noemt men de "hiëratische schaal". 3. Sterke contourlijnen en detail: Gotische kunst maakte gebruik van strakke contourlijnen en een nauwgezette weergave van details, vooral in texturen zoals kleding, stof en decoraties. 4. Rijke kleuren en goudgebruik: Heldere kleuren, vaak met veel goud, werden gebruikt om de transcendente aard van de figuren en religieuze verhalen te benadrukken. Dit creëerde een vlakke, maar decoratieve stijl. 5. Beginnende dieptewerking: Hoewel de perspectiefregels nog niet volledig ontwikkeld waren zoals in de Renaissance, probeerden gotische kunstenaars al wat diepte te creëren door architectonische elementen of landschappen in de achtergrond op te nemen. Belangrijke kunstenaars: 1. Giotto 2. Jan van Eyck (1390-1441) (kan je ook beschouwen als een overgangsfiguur tussen gotiek en renaissance) Portret van Giovanni Arnolfini en zijn vrouw, 1434, olieverf op eikenhouten paneel Het Lam Gods, 1432 In de Sint-Baafskathedraal van Gent https://www.tiktok.com/@thegaze_/video/69480 44329797618950 https://www.tiktok.com/@thegaze_/video/72037 23955864177925 Theorie David Hockney Hockney suggereert dat veel beroemde schilders vanaf de 15e eeuw, zoals Jan van Eyck, Caravaggio, Vermeer en anderen, optische instrumenten zoals camera obscura's, lenzen en spiegels gebruikten om hun verbluffend realistische schilderijen te maken. Opvallende evolutie 14de – 15de eeuw: grote sprong in realisme Hockney's centrale stelling is dat deze schilders gebruik maakten van projectietechnieken om hun onderwerpen nauwkeurig op doek over te brengen. Hij ontdekte dat bepaalde details in schilderijen, zoals de verbluffende weergave van texturen en complexe perspectieven, moeilijk te bereiken zouden zijn zonder optische hulp. Volgens Hockney begon deze praktijk in het begin van de 15e eeuw en heeft het de kunstgeschiedenis drastisch beïnvloed. Er lijkt rond 1420 een omslag gebeurd te zijn. Tussen deze twee werken zit maar 10 jaar verschil. Let op de uitwerking van de stoffen. Gebruik van lineair perspectief Meerdere vluchtpunten werden gebruikt om het beeld correct op te bouwen Technische hulpmiddelen: Hockney legt uit hoe schilders lenzen en spiegels gebruikten om licht te manipuleren en projecties op hun canvas te creëren, die ze vervolgens konden overschilderen. Impact op realisme: Deze hulpmiddelen stelden kunstenaars in staat om het menselijke oog en complexe details nauwkeuriger vast te leggen, wat leidde tot een nieuwe standaard in realisme. Detail van de kandelaar Camera obscura-techniek Lees meer op Wikipedia Pinhole camera Techniek en kunst gaan hand in hand Controverse: De stelling van Hockney heeft geleid tot veel discussie onder kunsthistorici, omdat het de romantische opvatting van de geniale kunstenaar uitdaagt door te suggereren dat technologie een belangrijke rol speelde in het succes van de grote meesters. Lenzen, prisma’s, spiegels en de eerste camera obscura’s hebben een grote rol gespeeld in deze evolutie. De renaissance (ca. 15de-16de eeuw) Ontstaan in Italië, verspreidde zich in de 15de en 16de eeuw door Europa. Een belangrijke culturele en intellectuele omwenteling. Overgang van de middeleeuwse naar de moderne wereld. Het woord "Renaissance" betekent letterlijk "wedergeboorte" en verwijst naar de hernieuwde belangstelling voor de klassieke oudheid van Griekenland en Rome. Deze periode bracht grote veranderingen op het gebied van kunst, wetenschap, literatuur en filosofie. David, Michelangelo, 1504 Humanisme: De Renaissance bracht een hernieuwde focus op het individu en de menselijke ervaring, in plaats van de middeleeuwse nadruk op religie en het hiernamaals. Humanisten zoals Erasmus stelden de mens centraal als maatstaf van alle dingen. Wetenschappelijke vooruitgang: De wetenschappelijke methodologie veranderde radicaal met figuren zoals Copernicus en Galileo Galilei, die nieuwe ontdekkingen deed in de astronomie en natuurkunde. Dit markeerde een verschuiving van een op geloof gebaseerde wereld naar een empirisch en rationeel denkkader. Vernieuwing in de kunst: Kunstenaars zoals Leonardo da Vinci, Michelangelo, en Raphael brachten een nieuwe mate van realisme, anatomische nauwkeurigheid en emotionele diepgang in hun werken. Galileo Galilei Secularisatie van kunst en wetenschap: Hoewel religieuze thema’s nog steeds aanwezig waren, werden kunstenaars en wetenschappers meer onafhankelijk van de Kerk. Wereldse onderwerpen, zoals portretten van rijke burgers, mythologische verhalen, en landschappen, werden steeds belangrijker. Belangrijke omwentelingen van de Renaissance Ontwikkeling van de boekdrukkunst: Herontdekking van de klassieken. Verspreiding van ideeën en kennis, waardoor wetenschap en het humanistische gedachtegoed breder toegankelijker werd. Herontdekking van het perspectief: Kunstenaars zoals Filippo Brunelleschi en later Leonardo da Vinci ontwikkelden lineair perspectief, waardoor ze driedimensionale ruimtes realistisch konden weergeven op een tweedimensionaal oppervlak. Dit was een doorbraak in de schilderkunst en leidde tot meer realistische en gedetailleerde composities. Brunelleschi gebruikte voor zijn lineair perspectief In het midden van de tekening werd een klein een consistente horizonlijn, gelegen op ooghoogte gaatje geboord, waardoor hij naar het van de kijker. Langs deze horizonlijn stelde hij een architectonische object kon kijken. Vervolgens verdwijnpunt in, van waaruit alle orthogonale plaatste hij een spiegel iets voorbij de tekening, lijnen samenkomen. zodat het reflecterende oppervlak gericht was op de Om de geldigheid van zijn methode te staven, tekening voor hem. Door de afstand tussen de bedacht Brunelleschi een experiment. Staande op spiegel en de tekening te variëren, kon hij de de drempel van de ingang van de kathedraal van nauwkeurigheid van zijn perspectivische techniek Santa Maria del Fiore, plaatste hij de tekening controleren. tussen hemzelf en de doopkapel erachter. The Ideal City - Urbino 1480 by Piero della Francesca painting (Museum: Galleria Nazionale delle Marche) Credit: Courtesy of Wikimedia Commons Schema’s van Brunelleschi’ s perspectief Nog enkele voorbeelden van lineair perspectief in de Renaissance De Gulden Snede De gouden ratio of gulden snede is een wiskundige verhouding die wordt gezien als esthetisch ideaal. Het komt neer op een verhouding van ongeveer 1:1,618, (de Fibonacci-reeks) waarbij het kleinere deel zich verhoudt tot het grotere deel zoals het grotere deel zich verhoudt tot het geheel. Deze verhouding wordt vaak geassocieerd met schoonheid en The ultimate guide to understanding and using the Golden Ratio harmonie in kunst en natuur. De barok (ca. 17de-begin 18de eeuw) De barok (17e – begin 18e eeuw) was een kunststroming die opkwam in Europa na de Renaissance. Het was een periode van dramatische expressie, beweging, en een intens gebruik van licht en schaduw. Technieken Chiaroscuro: Dit is een techniek waarbij licht en schaduw op een dramatische manier worden gebruikt om diepte en contrast te creëren. Chiaroscuro was belangrijk voor barokkunstenaars om emotie en spanning te versterken. Caravaggio is een van de bekendste meesters van deze techniek, waarbij hij sterke contrasten tussen licht en donker toepaste om de figuren letterlijk "uit de schaduw" te halen. Technieken Tenebrisme: Een extreme vorm van chiaroscuro, waarbij de schaduwen de achtergrond domineren en alleen specifieke delen van het beeld fel worden verlicht, meestal het centrale onderwerp. Dit creëert een sterk dramatisch effect, vaak gebruikt in religieuze werken. Licht en kleur: De technische evolutie in het gebruik van olieverf maakte het mogelijk om subtiele overgangen van licht en schaduw te schilderen. Schilders konden steeds realistischer lichtval en reflecties weergeven. Er werd meer aandacht besteed aan het natuurlijke licht en hoe dit viel op objecten en mensen. Technieken Diagonale composities en dynamiek: Barokkunst is beroemd om zijn gevoel van beweging en dynamiek. In plaats van statische en symmetrische composities gebruikte men diagonale lijnen, spiraalvormige patronen en asymmetrie om actie en spanning te suggereren. Deze techniek gaf schilderijen en sculpturen een gevoel van levendigheid en energie. Pieter Paul Rubens (1577-1640) De bekende Antwerpse schilder was van vele markten thuis. Behalve een virtuoze tekenaar en schilder, was hij ook erg belezen, ondernemend en marktbewust. Rubens had vrienden in hogere kringen, en trad bij tijden zelfs op als diplomaat in politieke kwesties. De 16de en 17de eeuw waren politiek woelige tijden, denk aan de contrareformatie en de beeldenstorm. Rubens had klanten in alle lagen van de maatschappij: koningen, koninginnen en edellieden, maar evengoed gegoede en minder gegoede koopmannen en burgers. Van bepaalde werken produceerde hij kopiën in beperkte oplage, zoals wandtapijten of gravures. Massaproductie bestond nog niet in de 16de eeuw, dit is een fenomeen van de industrialisering. Maar lang voor het design van Bauhaus en de Art & Craft movement van William Morris, waren er al kunstenaars die kwalitatieve objecten in serie produceerden. Peter Paul Rubens, Venus en Adonis (ca. 1635) Olieverf op doek, 197.5x242.9cm, Metropolitan Museum of Art, New York 6 / 57 (https://www.metmuseum.org/art/collection/search/437535) Venus en Adonis Rubens was een vroom rooms- Hij bracht een wellustige uitbundigheid in katholiek, maar al hadden zijn zijn werk, in plaats van zich strikt te houden schilderijen natuurlijk een religieus aan academische, traditionele normen. thema, ze waren niet beïnvloed door de dogma’s van zijn tijd. Waar houdt design op en begint kunst? Kan een designer een kunstenaar zijn of andersom? Kunst in serie Pieter Paul Rubens maakte reproducties van zijn werken in oplage, maar dit gebeurde niet op dezelfde manier als bij moderne massaproductie. Rubens had een groot atelier met vele assistenten en leerlingen die onder zijn supervisie werkten. Zij maakten kopieën of variaties van zijn schilderijen voor verschillende opdrachtgevers. Rubens gaf vaak de schetsen of ontwerpen, waarna zijn assistenten grote delen van het werk uitvoerden. Hij voltooide of verfijnde vaak zelf de cruciale details. Daarnaast werden van zijn werken soms prenten of gravures gemaakt, zodat ze in grotere oplage konden worden verspreid. Gravures waren een manier om kunstwerken onder een breder publiek te verspreiden, en Rubens maakte hier veelvuldig gebruik van. Deze reproducties werden soms aangepast aan de wensen van verschillende klanten, afhankelijk van hun budget en de beschikbare middelen. Rubens, Achilles vertoornd op Agammemnon (1630- 35) 7 / 57 Wol, zijde, goud- en zilverdraad, 393x426cm, Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam (https://www.boijmans.nl/collectie/kunstwerken/127537/achilles -vertoornd-op-agamemnon) Rubens, Achilles vertoornd op Agammemnon (1630- 35) 8 / 57 Olieverf op paneel, 46x44.8cm, Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam (https://www.boijmans.nl/collectie/kunstwerken/2761/achilles-vertoornd-op-agamemnon) Rubens als designer In zekere zin was Rubens ook een designer. Zijn schilderijen zijn, behalve kunstwerken, ook gebruiksobjecten die een specifieke functie vervullen in een interieur. Bovendien waren ze een statussymbool onder Europese adel. Daarnaast experimenteerde Rubens ook met andere media en technieken, zoals keramiek. Het zilveren sierstel van Pieter Paul Rubens, vervaardigd door edelsmid Theodoor Rogiers, is een pronkstuk van de 17de-eeuwse Antwerpse zilversmeedkunst. Op basis van zowel de thematiek als de stilistische kenmerken kan aangenomen worden dat Rubens betrokken was bij de vervaardiging van het werk. Peter Paul Rubens, Geboorte van Venus (1632-3) Zwart krijt en olieverf op paneel, 61 x 78 cm, National Gallery, Londen 9 / 57 (https://www.nationalgallery.org.uk/paintings/peter -paul-rubens-the-birth-of-venus) Theodoor I Rogiers, Zilveren sierstel van P.P. Rubens Zilver, schaal: 60 x 45 cm, kan: 37 x 15 cm, Rubenshuis, Antwerpen (https://www.erfgoed- 10 / 57 kbs.be/collectie/zilveren-sierstel-van-peter-paul-rubens) De academische kunst Académie royale de peinture et de Schilderkunst is gebonden aan sculpture: opgericht onder Lodewijk XIV academische regels, zowel in de thema’s door kardinaal Mazarin. en onderwerpen als in de uitvoering Ontstaan van het academische Nadruk op techniek en studie van de systeem: om officieel te kunnen werken menselijke anatomie. als kunstenaar, moest je een diploma Klassiek, figuratief, realistisch en hebben van l’Académie idealistisch 19 / 57 Academische kunst verwijst naar de kunst die werd geproduceerd in overeenstemming met de regels en stijlen die werden onderwezen in de kunstacademies, voornamelijk in Europa vanaf de 17e tot de 19e eeuw. Deze kunst werd gekenmerkt door haar nadruk op technische perfectie, realisme, en de representatie van klassieke thema's , zoals mythologie, geschiedenis en religie. De academies, zoals de Académie des Beaux-Arts in Frankrijk, hadden een grote invloed op de kunstwereld en bepaalden wat als de hoogste vorm van kunst werd beschouwd. Kunstenaars die niet volgens deze normen werkten, zoals de impressionisten, werden vaak afgewezen door officiële tentoonstellingen zoals het Salon. Le-Salon-de-1787-au-Louvre, gravure-van Pietro-Antonio-Martini Le Salon de Peinture et de Sculpture … was een artistiek evenement in Parijs op het einde van de 17e eeuw. Het toonde enkel werk van kunstenaars die werden geaccrediteerd door de Académie royale de peinture et de sculpture. Later werd dit de Académie des Beaux Arts. In 1863 weigerde de Academie 3.000 van de 5.000 inzendingen. Dat jaar organiseerde een aantal kunstenaars die niet mochten deelnemen, met steun van Napoleon III, het “Salon des refusés”. Onder deze kunstenaars enkele van de eerste impressionisten: Edouard Manet, Henri Fantin-Latour en Paul Cézanne. Een politieke omwenteling: de Franse Revolutie De eerste Salon des Refusés vond plaats 74 jaar na de bestorming van de Bastille, toen het ‘ancien régime’ omver werd geworpen. Na meer dan duizend jaar monarchie kwam er een einde aan een feodaal systeem en de almacht van de vorsten, waarvan het absolutisme van de zelfverklaarde God op aarde, ‘Zonnekoning’ Lodewijk XIV, het perfecte voorbeeld is. 19 / 57 La Liberté guidant le peuple, 1830, Eugène Lodewijk XIV door Delacroix, olieverf op doek, 260 x 325 Hyacinthe Rigaud © Wikimedia cm, Louvre, Parijs, © Wikimedia Commons Commons De onderwerpen waren vaak scènes uit de Griekse mythologie Idealisme: figuren werden vaak afgebeeld met perfecte proporties en schoonheden, geïnspireerd door klassieke Griekse Alexandre Cabanel, De geboorte van Venus, 1863 en Romeinse beelden. Schilders besteedden zeer veel aandacht aan technische expertise en visuele effecten Penseelstreken werden nauwkeurig weggewerkt door assistenten. De baadster van Valpinçon La Grande Odalisque Jean-Auguste Dominique Ingres Napoleon Bonaparte door Jean-Auguste Dominique Ingres Orientalisme in academische kunst Jean-Léon Gérôme, De Huidenhandelaar van Cairo, 1869 Het Turkse Bad, Ingres De klassieke academische techniek in 5 stappen 1. Schets en compositie: De kunstenaar begon met een gedetailleerde schets, meestal met houtskool of potlood, om de compositie op het doek te plaatsen 2. Underdrawing (onderschets): Een nauwkeurige onderschets werd gemaakt op het doek. Hierin werden alle belangrijke lijnen en schaduwen bepaald voordat er verf werd aangebracht. 3. Grisaille: Een monochrome onderschildering, vaak in grijstinten, werd aangebracht om de licht- en schaduwpartijen vast te leggen en een stevige basis voor het schilderij te creëren. 4. Laag-over-laag schilderen (glacis- techniek): De schilder bracht de verf aan in meerdere dunne lagen (glacis), waardoor het schilderij steeds meer diepte en levendigheid kreeg. Deze techniek stelde kunstenaars in staat om subtiele overgangen in kleur en licht te creëren. De verf werd meestal langzaam opgebracht, laag na laag, zodat elke laag goed kon drogen. 5. Detail en afwerking: In de laatste fase werden de fijnste details, zoals huidtextuur, kledingplooien, en reflecties, aangebracht om het werk te perfectioneren. Demo glacis-techniek 19de eeuw – ontstaan musea kunst, kunstwerk en kunstenaar krijgen een speciaal statuut De rol van kunst in de 19de eeuw De Europese naties ontstaan in de vorm zoals we die vandaag kennen. Het is de tijd van de eerste wereldtentoonstellingen. The Great Exhibiton werd gehouden in 1851 in London. Wereldtentoonstellingen zijn grote internationale exposities waar de deelnemende landen een beeld kunnen geven van hun economische, sociale, culturele en technische ontwikkeling. Vaak resteerde er een gebouw dat speciaal voor de gelegenheid gebouwd werd, zoals de Eiffeltoren in Parijs, het Crystal Palace in Londen of het Atomium in Brussel. Kunst werd een middel om uit te blinken in de internationale competitie. De kunstenaar kreeg een andere status, als culminatie van al het goede wat een land heeft voortgebracht. Er ontstond een nieuw beeld van de kunstenaar dat lang dominant zou blijven. De kunstenaar werd voorgesteld als een genie, vaak een eenzaam genie. Het romantische beeld van de kunstenaar als ‘outsider’ van de maatschappij die moederziel alleen schoonheid schept op een zolderkamer, komt uit deze periode. De dominante kunststroming van de 19de eeuw was, niet toevallig, de Romantiek. De opkomst van het nationalisme Hoewel het woord Museum uit de Oudheid stamt, en privéverzamelingen van kunst sinds de Renaissance en met de Europese overzeese expansie in de 16 e en 17e eeuw sterk toenamen, schoten de musea zoals we die nu kennen in de negentiende eeuw als paddenstoelen uit de grond. Dit had alles te maken met de opkomst van het Nationalisme. De Franse en Amerikaanse Revolutie, eind achttiende eeuw, veranderden de wereld. Ze gooiden de oude dynastieke machten om, de landen kregen er ‘moderne’ staten voor terug. In deze ‘natiestaten’ was niet één monarch, maar de eenheid van het volk aan de macht. En deze nieuwe staten hadden legitimiteit nodig. Instituties en symbolen, zoals een vlag en volkslied werden ingezet om een gevoel van eenheid binnen de natie te creëren. De opkomst van het nationalisme Ook musea waren een middel voor dat doel. In de 19de eeuw ontstonden de eerste musea zoals Om de eigen natie legitimiteit te geven, ontstond we die heden kennen. Meestal uit privé-collecties er een grote belangstelling voor het verleden. van koninklijke hoven of adel die opengesteld Hoe ouder en heroïscher, hoe beter. werden voor het publiek. Monumenten werden neergezet, grote Overheden legden actief nationale verzamelingen heldenverhalen uit de geschiedenis verzameld. aan, artefacten uit de Oudheid werden aangekocht (of geroofd). Privécollecties worden opgekocht en nationale musea, zoals het British Museum, Louvre en het Rijksmuseum opgericht. Het voordeel was dat de toegang tot kunst gedemocratiseerd werd, en niet langer een privilege was van de elite. Musea toonden bij aanvang enkel werk van dode kunstenaars, zogezegde ‘monumenten’ wiens reputatie onbetwistbaar was. Musea waren dus lang klassieke instellingen met een focus op het verleden. Naast het eurocentrische kader van musea, maakten ze bewust een selectie uit de bestaande traditie. Het idee van ‘het autonome kunstwerk’ komt op, een tijdloos werk van gesublimeerde schoonheid dat boven andere uitspringt, en waarvan de waarde niet in vraag gesteld kan worden. Samen me t de musea ontstond de kunstgeschiedenis als academische discipline. Voor de eerste keer werd een culturele canon opgesteld, die bepaalde wat mag/kan/goed is. Ook bij het principe van een ‘canon’ kunnen we ons vragen stellen. Moeten we de hele kunstgeschiedenis reduceren tot een van ‘winnaars’, en steeds opnieuw dezelfde werken tonen? De historische machthebbers van die tijd hebben zichzelf verheerlijkt. Dit beeld is eurocentrisch, selectief en niet neutraal. Landen met kolonies presenteerden hun geroofde rijkdommen Musea zijn en nieuwe onderdanen als trofeeën. niet neutraal Op de Wereldtentoonstelling van Brussel in 1897, werd op vraag van Koning Leopold II in Tervuren een ‘Koloniale afdeling’ georganiseerd om de Belgische bevolking en investeerders te overtuigen van zijn koloniaal project in Congo. 267 Congolezen werden onder dwang naar België gebracht en aan het publiek tentoongesteld, als dieren in een dierentuin. Banksy: interventie in aantal musea https://www.youtube.com/watch?v=EkUbYBo5xgs 15 / 57 Banksy: de shredder in de kader https://www.youtube.com/watch?v=eXKE0nAMmg4 15 / 57 Banksy en de canon De acties van Banksy zijn een aanval op het instituut van kunsthistorici, musea en galerijen dat bepaalt wat kunst is, en behoort tot de canon. Wie bepaalt welke werken behoren tot de “high brow art” die in de Britse National Gallery mag hangen? Wie selecteert, wie cureert? Wie wint, wie verliest? Banksy stelt de macht van de gatekeepers in de kunsten in vraag. Gatekeepership in de kunsten verwijst naar het fenomeen waarbij bepaalde individuen, instellingen, of groepen controle uitoefenen over wat wel en niet als kunst wordt erkend en wie toegang krijgt tot artistieke platforms, galeries, en publieke erkenning. Dit proces beïnvloedt welke kunstenaars werk kunnen tonen, welke kunst als waardevol wordt beschouwd, en welke ideeën en stijlen de dominante cultuur vormen. Curatoren en galerij-eigenaren bepalen vaak welke kunstenaars een kans krijgen om te exposeren en hun werk te verkopen. Kunstopleidingen oefenen invloed uit door te bepalen welke vormen van expressie en technieken als 'waardig' worden beschouwd in hun lesprogramma’s. Kunstrecensenten en media spelen een rol door te beslissen welke kunstenaars en werken aandacht krijgen, wat bijdraagt aan hun succes en maatschappelijke erkenning. Winnaars en verliezers: Frans Floris Voorbeeld van een 16de eeuwse kunstenaar uit Antwerpen die in zijn tijn bijzonder succesvol was. Toch kennen we deze kunstenaar vandaag niet meer en heeft hij geen plaats in de Vlaamse canon. Hij was de Rubens van zijn tijd, maar we vinden zijn stijl vandaag te "Italiaans" Kunst in de 19de eeuw "Hedendaagse kunst" kabbelt eerst verder Academische kunstenaars stellen de status-quo niet in vraag Als reactie hiertegen, werkend voor een nieuw publiek, en onder invloed van maatschappelijke omwentelingen en technologische vernieuwing (fotografie!) ontstaat een nieuwe "avant-garde" Realisme (circa 1840-1880): Gustave Courbet Realisme ontstond in de 19e eeuw als reactie op volgens de academische traditie en de idealistische en romantische technieken, maar verschuiving in kunststromingen. Realistische kunstenaars zoals onderwerpen. Gustave Courbet wilden de alledaagse Realisten richtten zich juist op het alledaagse werkelijkheid weergeven zonder verfraaiing of leven, de arbeidersklasse, en de harde realiteit idealisering. van het bestaan. Hierdoor werd realisme een scènes van het gewone leven, zoals boeren, meer "democratische" vorm van kunst, waarin arbeiders… niet alleen de elite, maar ook gewone mensen objectieve kijk op de wereld ipv de en hun omstandigheden werden afgebeeld. Romantische idealen Gustave Courbet Winnaars en verliezers: Ernest Meissonier (1861-75) Bij leven zeer succesvolle en veelgevraagde kunstenaar Blonk uit in techniek, realisme en zeer gedetailleerde weergave van bv. oorlogstaferelen. Onderstaand beeld is deel van een onafgewerkt vijfluik over de militaire campagnes van Napoleon. Ernest Meissonier ‘Campagne de France, 1814’ 1864 Olieverf op houten paneel © Musée d’Orsay, 19 / 57 Ernest Meissonier (1861-75) Bij leven zeer succesvolle en veelgevraagde kunstenaar Blonk uit in techniek, realisme en zeer gedetailleerde weergave van bv. oorlogstaferelen. Onderstaand beeld is deel van een onafgewerkt vijfluik over de militaire campagnes van Napoleon Detail Ernest Meissonier ‘Friedland, 1807’ Olieverf op houten paneel © Publiek domein Winnaars en verliezers: Edouard Manet (1832-83) In ‘De omwenteling van Parijs’ (een kunsthistorische roman) vergelijkt auteur Ross King de levenswandel van de succesvolle Ernest Meissonier met de moeilijke weg van de berooide Manet, die vaak in geldnood zat en aangewezen was op de hulp van suikertantes en mecenassen. Bij leven was Meissonier een winnaar, maar wie herinnert zich hem vandaag nog, vergeleken met Manet? Impressionisme (circa 1860-1886): Het impressionisme ontstond in Frankrijk en was een directe reactie op de academische schilderkunst. Kunstenaars zoals Claude Monet, Pierre-Auguste Renoir en Edgar Degas wilden het momentane licht, kleur en atmosfeer vastleggen. Lothar von Seebach, Le peintre en plein air. Ze gebruikten losse penseelstreken en Wikimedia Commons onvoltooide composities om de vluchtigheid van de wereld te vangen. Het schilderen "en plein air" (in de open lucht) was belangrijk, omdat ze wilden reageren op veranderende lichtomstandigheden. Impressionisme markeerde een breuk met de conventies van de exacte weergave van de werkelijkheid. Claude Monet ‘Impression Soleil Levant’, Claude Monet De naam ‘impressionisten’ komt voort uit de aanvankelijk negatieve kritieken op o.a. Monet’s landschappen. Sommigen vonden deze shockerend, ze werden afgedaan als ‘onafgewerkt’. Monet schilderde geen realistisch beeld van de haven, maar ‘slechts’ een ‘indruk’, een impressie van het licht. Een kritiek van Louis Leroy luidde: ‘Behangpapier in een embrionale staat ziet er beter afgewerkt uit!’ Schilderen in open lucht In 1874 exposeerde Claude Monet op de Salon des Refusés het doek ‘Impression, soleil levant’. Een doek dat nu wordt geroemd als een van de hoogtepunten van het impressionisme, maar indertijd belachelijk gemaakt in de pers. De impressionisten gingen nog verder dan de realisten en braken met de Kunstenaars probeerden ter plekke schilderijen Claude Monet academische regels. Als je weet dat te maken en moesten hiervoor in een veel hoger Gezicht op Vétheuil impressionisten de eerste waren die tempo werken. Hierdoor werden de schilderijen braken met het gebruik van perspectief en minder gelaagd en schilderden ze met dikke klassiek kleurgebruik, dan klinkt het penseelstreken voor een direct effect. misschien gek dat het impressionisme De doeken waren kleurrijker en speelser dan de voortkomt uit het realisme. Het waren klassieke academische schilderijen. Bovendien namelijk de realisten die halverwege de diende niet langer de bijbel als onderwerp, maar 19e eeuw braken met de academische werd de inspiratie gehaald uit het dagelijks tradities en erop uit trokken om buiten de leven en de natuur. werkelijkheid te schilderen. Nu verf Hiermee werden de lessen van de realisten beschikbaar kwam in tubes en dus uitgebreid met een nieuwe manier van werken daadwerkelijk in de open lucht (en plein die voor opschudding zorgde binnen de air) gebruikt kon worden om ter plekke te gevestigde kunstwereld en de richting van de schilderen, waren er opeens nieuwe kunstontwikkeling definitief zou doen mogelijkheden. veranderen. Paul Cezanne en de Mont St Victoire Het impressionisme wilde het echte leven Paul Cézanne kon de Mont St Victoire vanuit zijn weergeven, en het echte leven is voortdurend in atelier in Aix-en-Provence zien liggen. Hij schilderde verandering. De impressionisten gooiden de de berg 87 keer, om het veranderlijke licht te tonen. academische opbouw Doorheen de jaren experimenteerde hij met kleur en van schilderijen overboord, omdat ze snel moesten perspectief. Cézanne gebruikte geen lineair kunnen werken. Ze schilderden rechtstreeks op perspectief meer, enkel kleurperspectief. De doeken onbewerkt canvas. Impressionisten wilden het werden steeds abstracter. Cézanne wordt gezien als moment vatten, en het licht dat altijd verandert. een voorloper van het kubisme. Edouard Manet, Le déjeuner sur l’herbe (1863) Olieverf op doek, 208 x 264.5 cm, Musée d'Orsay, Parijs Edouard Manet zorgde voor een groot schandaal toen hij in 1863 het doek ‘Le Déjeuner sur l’Herbe’ Het schandaal van Manet instuurde naar de salon. Het werk werd geweigerd, maar vervolgens toch geëxposeerd op de ‘Salon des Refusés’. Volgens de heersende normen van die tijd, was dit een erg ‘gewaagd’ schilderij. Manet spot in dit werk met de traditionele academische regels. Hij schildert een alledaagse picknick op een groot formaat, dat normaal alleen voor klassieke of historische taferelen bedoeld was. 1961 Claude Monet, Impression Solei Levant Bovendien plaatste hij een groot naakt in het Wikipedia midden van het doek, buiten de context van een mythe of bijbels verhaal, zoals dat in de academische kunst gebruikelijk was. Een naakte vrouw met aangeklede mannen eromheen: de kunstcritici tuimelden over elkaar Édouard_Manet, Le Déjeuner sur l’herbe. Wikimedia Commons heen om het werk als extreem vulgair te betitelen. Een effect dat werd versterkt door de losse penseelstreek die tegen de gladde gelaagde structuur van de academie schilders afstak. S

Use Quizgecko on...
Browser
Browser