Hoofdstuk 7: De Imperialistische Ambitie PDF
Document Details
Uploaded by PremierDystopia
KU Leuven
Tags
Summary
This document is a lecture or study guide on the topic of imperialism, focusing on economic aspects and sociological interpretations. It includes discussion on the concepts of economic imperialism, the "new economic sociology," and related critiques. The document likely originates from KU LEUVEN, a university in Leuven, Belgium.
Full Transcript
Hoofdstuk 7 Kannibalisme en de imperialistische ambitie Afbeelding: Cartoon (ca. 1888), The Devilfish in Egyptian Water, Punch. 2 Faculty of Economics & Business Hoofdstuk 7. De imperialistische ambitie Deel II. Tussen soci...
Hoofdstuk 7 Kannibalisme en de imperialistische ambitie Afbeelding: Cartoon (ca. 1888), The Devilfish in Egyptian Water, Punch. 2 Faculty of Economics & Business Hoofdstuk 7. De imperialistische ambitie Deel II. Tussen sociologie & economie 6. Het ontstaan van de sociologie 7. Kannibalisme en de imperialistische ambitie 8. Diffusie en inspiratie Hoofdstuk 7. De imperialistische ambitie 1. Het economisch imperialisme: Gary Becker 2. De ‘new economic sociology’: Mark Granovetter Hoofdstuk 7. De imperialistische ambitie 1. Het economisch imperialisme: Gary Becker 2. De ‘new economic sociology’: Mark Granovetter 1. Het economisch imperialisme ▪ Sommige economen gaan ervan uit dat zij een soort koningin der sociale wetenschappen beoefenen, bijvoorbeeld: By almost any market test, economics is the premier social science. (…) At least during the last four decades, economics has expanded its scope of inquiry as well as its sphere of influence. Neither luck nor the inherent charm of economists is responsible for the change. ▪ Beter gefundeerde teksten argumenteren dat de economie een superieure benadering heeft, en daarom ook elders toepasbaar is: economisch imperialisme ▪ Fundament: economie is een aanpak (of: de economische benadering) 1. Het economisch imperialisme: benadering Economische benadering tégen een ‘klassieke’ definitie van economische wetenschap, bijvoorbeeld: ▪ “ the study of the production, distribution and consumption of wealth in human society” (Penguin Dictionary of Economics) ▪ “wetenschap betreffende (…) de productie, de verdeling en de consumptie van natuurlijke rijkdommen en materiële goederen in de menselijke samenleving” (Van Dale) 1. Het economisch imperialisme: benadering ▪ Becker stelt dat deze benadering gestoeld is op drie fundamentele uitgangspunten of postulaten, met name: 1. Mensen zijn maximeerders 2. Markten zijn universeel 3. Preferenties zijn stabiel en universeel ▪ We behandelen zijn uitganspunten kort 1. Het economisch imperialisme: benadering 1. De mens als nutsmaximeerder ▪ Ieder individu probeert in alle omstandigheden zoveel als mogelijk zijn persoonlijk voordeel te vergroten ▪ Veronderstelt rationeel egoïsme 2. De universaliteit van markten ▪ Markten zijn plaatsen waar mensen hun handelen coördineren ▪ Maakt hun gedrag wederzijds consistent ▪ Zodoende: waar mensen samen zijn, zijn markten 1. Het economisch imperialisme: benadering 3. Preferenties stabiel en universeel ▪ Historisch en vergelijkend hebben mensen dezelfde voorkeuren ▪ Geldt niet voor concrete marktgoederen (medicijnen, GSM) ▪ Wel voor fundamentele preferenties (gezondheid, communicatie) 1. Het economisch imperialisme: benadering Drie uitbreidingen/kwalificaties: 1. Schaduwprijzen ‘Prijs’ mag niet gereduceerd worden tot geld, ook andere schaarse middelen (bijv. tijd) 2. Transactiekosten Informatie is niet algemeen en gratis beschikbaar, maar is een schaars goed met eigen prijs. 3. Preferenties kunnen onbewust zijn Mensen hoeven zich niet bewust te zijn van wat ze wensen, maar ze handelen er wel naar. 1. Het economisch imperialisme: benadering: benadering ▪ Deze basisargumenten formuleerde Becker pas aan het eind van zijn carrière (dus eerder inductief) ▪ Het essay dat hij publiceerde onder de titel “The economic approach of human behavior”, wordt afgesloten met een citaat van G.B. Shaw: Economy is the art of making the most of life 1. Het economisch imperialisme: kritieken ▪ We bespreken enkele centrale kritieken van elk van de postulaten 1. Het maximalistiepostulaat Twee mogelijke interpretaties: 1. Strikte ‘egoïstische’: Mensen rijden enkel voor zichzelf 2. Ruime, consequentialistische: ‘Nut’ kan eender wat zijn (plezier én pijn, overvloed en armoe, eigen en andermans voordeel); nut is wat mensen nastreven De theorie zegt dát mensen iets consistent nastreven 1. Het economisch imperialisme: kritieken Ad 1: Strikte theorie van de maximeerder: ▪ Mensen rijden inderdaad vaak voor ‘zichzelf’ ▪ Maar: niet alleen, en niet altijd ▪ Deze kritiek impliceert twee bezwaren: 1. sociale preferenties 2. contextuele variatie 1. Het economisch imperialisme: kritieken Ad 1: Strikte theorie van de maximeerder: 1. Sociale preferenties ▪ Onderzoek uit behavioural economics verwerpt dit postulaat ▪ Ultimatumspel: Ego krijgt bedrag, en stelt verdeling voor aan Alter, die aanvaardt of weigert ▪ Verwachting: voorstel = kleinste bedrag > 0, Alter aanvaardt als > 0 ▪ Bij chimpansees klopt dit, bij mensen niet: aanbod heeft modus van 50%, gemiddelde 40% ▪ Weigering door ½ van Alters vanaf aanbod 20% 1. Het economisch imperialisme: kritieken Ad 1: Strikte theorie van de maximeerder: 1. Sociale preferenties ▪ Mogelijk bezwaar: voorzichtig egoïsme - Ego anticipeert op mogelijke weigering ▪ Variant op ultimatumspel is dictatorspel: Ego beslist alleen ▪ Ook hier is het aanbod systematisch > 0 (gemiddeld 20-30%), wel modus van 0 1. Het economisch imperialisme: kritieken 2. Contextuele variatie van beslissing ▪ Afhankelijk van de context achten mensen nutsmaximering wel of niet aanvaardbaar ▪ Cf. beslissing over obligaties versus het laatste dessert (voor je kind of voor jezelf) ▪ Illustratie: kinderopvang in Haifa ▪ Invoering kleine boete wegens te laat komen (experimentele situatie) versus zelfde beleid (controle) ▪ Effect: meer ouders komen te laat ▪ Verklaring: framing is veranderd van sociale norm naar extra dienst → meer ‘overtreding’ 0,7 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0 Groep met boete Controlegroep 1. Het economisch imperialisme: kritieken Ad 2: Ruime theorie van de maximeerder : ▪ Later in zijn carrière evolueerde Becker naar een meer open invulling van het postulaat: “individuals maximize welfare as they conceive it, whether they be selfish, loyal, spiteful or masochistic” ▪ Rationeel egoïsme is dus geen veronderstelling meer ▪ Deze benadering is vooral logisch deficiënt: verliest voorspellend en dus toetsbaar vermogen ▪ Mogelijke tautologie: 1. Mensen streven vervulling van voorkeur na 2. Voorkeur is wat mensen doen (revealed preferences) 1. Het economisch imperialisme: kritieken 2. Het postulaat over markten ▪ Vooral wetenschapstheoretische of conceptuele kritiek ▪ Op zich geen bezwaar om alle vormen van sociale coördinatie ‘markt’ te noemen ▪ Prijs is: concept ‘markt’ verliest onderscheidend vermogen t.o.v. ‘niet-markt’ ▪ Bijv. historisch weinig zinvol: ‘opkomst’ van marktsysteem verliest elke betekenis (cf. H 10) 1. Het economisch imperialisme: kritieken 3. Het stabiele voorkeur-postulaat ▪ Op meest abstracte niveau correct (overlevingsmechanisme) ▪ Op een iets concreter en toetsbaar niveau, zijn er twee argumenten tegen dit postulaat: 1. Adaptieve preferentievorming 2. Verschillen naargelang de tijd of de cultuur Ad 1. Adaptieve preferentievorming ▪ Mensen passen hun voorkeuren vaak aan de bestaande Een vos, een bluffer, wellicht een mogelijkheden aan weifelaar ▪ Dit mechanisme heet ‘adaptieve Ziet hoog in de wijnstok hangen Rijpe druiven, voor ’t eten klaar, preferentievorming’, Ze glanzen en doen verlangen. geïllustreerd door de metafoor De sluwerd ziet zichzelf al eten: van de vos en de zure druiven Maar aangezien hij niet kon slagen Zei hij: “Ze zijn te zuur, goed voor proleten” Deed hij niet beter dan zich te beklagen? Ad 2. Variatie en evolutie ▪ Er zijn behoorlijk diepe verschillen tussen (individuen in) culturen (cf. Elias’ ontwikkeling van Selbstzwang) ▪ Toepassing: voedsel ▪ Universele nood aan bepaalde bestanddelen (vetten, proteïnen, mineralen,…) ▪ Culturele constructies, ook tegen natuur ▪ ‘Hedonische omkering’: cultureel bepaalde overwinning van aangeboren afkeer van bepaalde smaken (chilipeper, koffie, tabak) ▪ Hedonische omkering bestaat ook negatief: afkeer van entomofagie bijv. Hoofdstuk 7: De imperialistische ambitie 1. Het economisch imperialisme: Gary Becker 2. De ‘new economic sociology’: Mark Granovetter 2. De ‘New Economic Sociology’ ▪ Mark Granovetter publiceerde ‘Economic action and social structure: the problem of embeddedness’ in 1985 ▪ Markeert een startpunt voor de hernieuwde aandacht van sociologen voor economische problemen ▪ Sommigen zien dit als het sociologisch antwoord op het economisch imperialisme, maar… ✓ minder hegemoniaal in zijn ambities (dichter bij Webers initiële voorstel van arbeidsverdeling, zie H. 6) ✓ even kritisch voor (een deel van) de sociologie als voor de economische wetenschap 2. De ‘New Economic Sociology’ 2. Granovetters centrale argumenten ▪ Gedrag en instellingen worden bepaald door sociale relaties ▪ Handelen zonder sociale relaties is beperkt (↔ Robinson Crusoë) ▪ Maar: vele bijdragen vertrekken van een fictieve niet- sociale situatie Voorbeeld: Thomas Hobbes, ‘state of nature’ ▪ Volgens Granovetter is deze benadering nauw verwant aan de grondslagen van de neoklassieke economie 2. De ‘New Economic Sociology’ 2.1. Kritiek op het economisme: ‘undersocialized conception of man’ 2. De ‘New Economic Sociology’ 2.1. Kritiek op het economisme “Heb jij ooit van mij gehouden?” vraag ik op mijn beurt, ook al kan me dat inmiddels niks meer schelen. “Ik heb daarover nagedacht, en ja hoor, ik heb het ooit wel gedaan. (…) Maar het was net alsof je er niet was. (…) Ik weet niet of anderen met wie ik wat gehad heb er echt waren… maar ze probéérden het tenminste.” 2. De ‘New Economic Sociology’ 2.1. Kritiek op het economisme ▪ Mainstream economie gaat doorgaans uit van actoren die het eigen belang volgen ▪ Volgens Granovetter ontkent dit de neiging van mensen om vertrouwen te hebben en samen te werken ▪ Deze benadering noemt Granovetter daarom ‘ondergesocialiseerd’ ▪ Probleem: echt vertrouwen lijkt niet te verzoenen met dit soort mensbeeld ▪ Sommige economen (Williamson) omzeilen dit door te argumenteren dat instellingen de ‘kostprijs’ van bedrog hoog maken 2. De ‘New Economic Sociology’ 2.2. Kritiek op het sociologisme ▪ Mainstream sociologische bijdragen lijden onder een vergelijkbaar euvel ▪ Te veel bouwen ze verklaringen op een overdreven vertrouwen in de socialisatie van individuen ▪ Dit overgesocialiseerde mensbeeld stelt agenten voor als ‘cultural dopes’ of zombies ▪ Probleem: deviantie is moeilijk te verklaren (tenzij door gebrekkige socialisatie) 2. De ‘New Economic Sociology’ 2.2. Kritiek op het sociologisme ‘oversocialized conception of man’ 3. Bloei van de Nieuwe Economische Sociologie ▪ Granovetter suggereert een netwerkbenadering van economische fenomenen ▪ Onmiddellijke bloei van de NES, vooral in de VS ▪ Succes dankzij de bevruchting van netwerkbenadering met 1. organisatiesociologische (‘institutionele’), 2. cultuursociologische aanpak ▪ Continentaal Europa: vooral Frankrijk als ‘alternatieve’ groeipool, bijvoorbeeld: ✓ Performativiteit ✓ Giftrelaties