Structuur van Moleculen Past Paper 2022-2023 PDF

Competenties hfdst. 5 (enkel deel 5.2) alle nieuwe begrippen in dit hoofdstuk kunnen definiëren; een onderscheid kunnen maken tussen ionbindingen, apolair covalente en polair covalente bindingen; de invloed van polarisatie op het karakter van bindingen correct kunnen inschatten; polair...

Competenties hfdst. 5 (enkel deel 5.2) alle nieuwe begrippen in dit hoofdstuk kunnen definiëren; een onderscheid kunnen maken tussen ionbindingen, apolair covalente en polair covalente bindingen; de invloed van polarisatie op het karakter van bindingen correct kunnen inschatten; polaire en apolaire moleculen kunnen herkennen.  5.2 Ladingsverdeling in een verbindingen Ionkarakter van een verbinding - 100 % covalent of ionbinding bestaat niet - covalente of ionbinding  elektronegativiteit - binding is meer ionbinding als verschil in elektronegativiteit stijgt - verschil 0,9: 20 % ionkarakter (covalent) - verschil 2,0: 70 % ionkarakter (ionbinding) Afspraak: DEN ≥ 1,7 : ionbinding DEN < 1,7 : covalente binding Eigenschappen verklaren met elektronenverdeling = EN 5.2.2 Polarisatie - o.i.v. lading  valentie e- verschuiven  vervormde e- wolk  - polariseerbaarheid = gemak waarmee vervorming gebeurt grote anionen  grote polariseerbaarheid kleine anionen  lage polariseerbaarheid - polariserend vermogen = vermogen om ladingsverschuiving te veroorzaken klein sterk geladen kation  groot polariserend vermogen vb. aardalkalimetalen + Cl-  ionverbinding MAAR Be2+ + Cl-  sterk covalent karakter verklaring: Be2+: klein pos. geladen ion groot polariserend vermogen Cl- : groot neg. geladen ion hoge polariseerbaarheid vb. AgCl: weinig covalent karakter AgBr: meer covalent karakter AgI : meeste covalent karakter 5.2.3 Dipoolmoment - HCl: cCl > cH  zwaartepunt + lading en – lading vallen niet meer samen + - H Cl H Cl - elektrische dipool = + lading naast een even grote - lading - molecule heeft dipoolmoment m Polaire binding = binding die gedeeltelijke lading draagt Apolaire binding = binding die geen gedeeltelijke lading draagt vb. H-Cl, Cl-Cl vb. H2O, NH3 Polaire molecule = molecule met netto dipoolmoment Apolaire molecule = molecule zonder netto dipoolmoment vb. CO2, H2O  vb. dichlooretheen netto  netto  netto  = 0 polair molecule polair apolair dipolen heffen elkaar niet op dipolen heffen elkaar niet op dipolen heffen elkaar op Netto dipoolmomenten () van moleculen: Book of data  p. 102 e.v. voor organische moleculen  p. 127 voor enkele anorganische moleculen