Competenties Hoofdstuk 5.2
8 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat gebeurt er met de ionbinding naarmate het verschil in elektronegativiteit toeneemt?

  • De ionbinding neemt af.
  • De ionbinding degradeert naar covalente binding.
  • De ionbinding neemt toe. (correct)
  • De ionbinding blijft constant.
  • Wat typeert een polaire binding?

  • Is altijd een ionbinding.
  • Draagt een netto dipoolmoment. (correct)
  • Draagt geen gedeeltelijke lading.
  • Is altijd apolair.
  • Wat is de rol van polariseerbaarheid in een verbinding?

  • Het vermindert de ionkarakter van de binding.
  • Het vergemakkelijkt de scheiding van ladingen. (correct)
  • Het verhoogt de temperatuur van de verbinding.
  • Het speciaal de massa van de anionen.
  • Welke van de volgende combinaties geeft een ionverbinding aan?

    <p>Na+ en I-</p> Signup and view all the answers

    Wat is de definitie van een elektrisch dipoolmoment?

    <p>Een + lading naast een - lading van gelijke grootte.</p> Signup and view all the answers

    Bij welke situatie spreekt men van een covalente binding?

    <p>Als het verschil in elektronegativiteit minder dan 1,7 is.</p> Signup and view all the answers

    Welke moleculen hebben een netto dipoolmoment?

    <p>H2O en NH3</p> Signup and view all the answers

    Wat betekent het als een verbinding een groot polariserend vermogen heeft?

    <p>Het veroorzaakt grote veranderingen in elektronverdeling.</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    Competenties hoofdstuk 5 (deel 5.2)

    • Alle nieuwe begrippen in dit hoofdstuk kunnen worden gedefinieerd.
    • Een onderscheid kan worden gemaakt tussen ionbindingen, apolaire covalente en polaire covalente bindingen.
    • De invloed van polarisatie op het karakter van bindingen kan correct worden ingeschat.
    • Polaire en apolaire moleculen kunnen worden herkend.

    Ladingsverdeling in een verbinding

    • Een 100% covalente of ionische binding bestaat niet.
    • Covalente of ionische bindingen worden beïnvloed door elektronegativiteit.
    • De binding is meer ionisch naarmate het verschil in elektronegativiteit toeneemt.
    • Verschil in elektronegativiteit van 0,9: 20% ionkarakter (covalent).
    • Verschil in elektronegativiteit van 2,0: 70% ionkarakter (ionbinding).
    • Regel: ΔEN ≥ 1,7: ionbinding; ΔEN < 1,7: covalente binding.

    Eigenschappen verklaren met elektronenverdeling

    • Een grafiek toont het verband tussen het verschil in elektronegativiteit en het percentage ionkarakter in diverse verbindingen.

    Polarisatie

    • Polarisatie wordt veroorzaakt door ladingsverschillen en de verschuiving van valentie-elektronen.
    • De elektronenwolk kan vervormen.
    • Grotere anionen hebben grotere polariseerbaarheid.
    • Kleinere anionen hebben een lagere polariseerbaarheid
    • Kleinere, sterk geladen kation hebben een groter polariserend vermogen.

    Aardalkalimetalen en Chloor

    • Aardalkalimetalen reageren met Chloor om ionische verbindingen te vormen.
    • Be2+ + Cl-: ionverbinding met sterk covalent karakter. Dit kan worden verklaard met het grote polariserende vermogen van het kleine geladen Be2+ ion en de hoge polariseerbaarheid van het grote negatief geladen Cl- ion.
    • AgCl, AgBr, en Agl hebben variabel covalent karakter.

    Dipoolmoment

    • In moleculen zoals HCI, vallen de zwaartepunten van de positieve en negatieve lading niet meer samen.
    • Elektrische dipool bestaat uit een positieve en negatieve lading
    • De molecule heeft een dipoolmoment (μ).

    Polaire en apolaire bindingen

    • Een polaire binding draagt een gedeeltelijke lading.
    • Een apolaire binding draagt geen gedeeltelijke lading. Voorbeelden: H-Cl, Cl-Cl; H₂O, NH₃.

    Polaire en apolaire moleculen

    • Een polair molecuul heeft een netto dipoolmoment.
    • Een apolair molecuul heeft geen netto dipoolmoment.
    • Voorbeelden: CO₂; H₂O.

    Dichlooretheen

    • De geometrie van dichlooretheen (1,1-dichloroethen, cis-1,2-dichloroethen, trans-1,2-dichloroethen) beïnvloedt of het polair of apolair is.
    • Dipolen heffen elkaar mogelijk op.

    Netto dipoolmomenten (van moleculen)

    • Netto dipoolmomenten van moleculen kunnen worden gevonden in tabellen (Book of data, p. 102 en verder voor organische moleculen, p. 127 en verder voor enkele anorganische moleculen).

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Description

    Test je kennis over ionbindingen, covalente bindingen en hun eigenschappen in hoofdstuk 5.2. Dit quiz behandelt de definities van belangrijke termen en de invloed van elektronegativiteit op de ladingsverdeling in verbindingen. Herken ook polaire en apolaire moleculen op basis van hun bindingseigenschappen.

    More Like This

    Chemical Bonding Quiz
    9 questions
    Covalent and Ionic Bonds
    15 questions

    Covalent and Ionic Bonds

    AccomplishedBixbite avatar
    AccomplishedBixbite
    Chemical Bonding and Electronegativity
    8 questions
    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser