Zuren en Basen in Chemie

• Water (H2O) heeft twee ionen: hydroxide-ionen (OH-) en waterstof-ionen (H+)
• De ionenproduct constant (Kw) van water is de verhouding tussen de concentratie van H+ en OH- ionen
• Water is neutraal bij een temperatuur van 25°C, waarbij de concentratie van H+ en OH- gelijk is
• De pH is een bijzonder maat voor de zuurheid van een oplossing, gelijk aan de negatieve logaritme van H+ concentratie
• Maagzuur is een sterk zuur met een pH ongeveer 1,5,Dat is voldoende sterk om metaal op te lossen voor het verteren van voedsel en het activeren van bepaalde spijsverteringsenzymen
• Regenwater is zuur met een pH van 5.23, wat betekent dat de H+ concentratie 5.9 x 10-6 M is
• Sterke zuren zijn volledig gedissocieerd en sterk elektrolyten, zoals HNO3, HClO4 en H2SO4
• Sterke basen zijn volledig gedissocieerd en sterk elektrolyten, zoals NaOH, KOH en Ba(OH)2
• Zwakke zuren worden gedeeltelijk gedissocieerd en zijn zwakke elektrolyten, zoals HF en CH3COOH
• Zwakke basen zorgen voor beperkte dissociatie en zijn zwakke elektrolyten, zoals NH3
• Geconjugeerde zuur-base paren hebben een relatieve sterkte: het geconjugeerde zuur van een sterk base is zwak, en het geconjugeerde base van een sterk zuur is zwak
• De pH van een 2 x 10-3 M HNO3 oplossing is 2,7
• De pH van een 1.8 x 10-2 M Ba(OH)2 oplossing is 12.6
• Ionisatie constanten van enkele zwakke zuren, zoals HF, bij 25°C, bepalen de pH van oplossingen
• Zwakke zouten die neutrale oplossingen vormen, zoals NaNO3, zijn neutraal en niet elektrolytisch

(N.B. Deze tekst ziet er anders uit in de originele vorm door het gebruik van indentering om bullet points aan te duiden.)