Woestijnen en Neerslagtypen

De processen die leiden tot de vorming van woestijnen, vaak door de opwarming van de lucht en daardoor het verminderen van neerslag.

Een permanent hogedrukgebied rondom de keerkringen, resulterend in daalbewegingen van de lucht en lage relatieve vochtigheid, en dus weinig neerslag.

Het verschijnsel waarbij de ene kant van een berg veel neerslag krijgt, terwijl de andere kant droog is, omdat de vochtige lucht zijn vocht afstaat aan de ene kant.

Een zeestroom die zorgt voor lage relatieve luchtvochtigheid boven zee, omdat koud water minder waterdamp kan bevatten.

Een woestijn die ontstaat ver landinwaarts, waar wolken hun neerslag al afgegeven hebben voordat ze het gebied bereiken.

Een satellietbeeld dat zichtbaar licht registreert. Hoe lichter de kleur, hoe meer licht wordt teruggekaatst.

Een satellietbeeld dat temperatuursverschillen meet. Lichte gebieden zijn koud, donkere gebieden zijn warm.

Het Europese Centrum voor Middellange Weerterug voorspellingen. Deze organisatie verzorgt satellietbeelden en weerkaarten.

Het Europese Ruimtevaartagentschap. ESA investeert in steeds betere weersatellieten.

De dunne gasomhulsel die rond de aarde blijft hangen door de zwaartekracht.

De gemiddelde toestand van het weer over een periode van 30 jaar of langer in een bepaald gebied.

Een overgangszone tussen twee luchtlagen.

Luchtlaag.

Lijnen op een weerkaart die punten met dezelfde luchtdruk verbinden.

De mate waarin de luchtdruk verandert over een bepaalde afstand.

Wanneer isobaren dicht bij elkaar liggen, wat betekent dat de luchtdruk snel verandert.

De richting waaruit de wind waait.

Een type luchtmassa met specifieke eigenschappen zoals temperatuur en vochtigheid.

Een luchtmassa die boven zee in de gematigde streken ontstaat, kenmerkt zich door relatief hoge vochtigheid en gematigde temperatuur.

Een luchtmassa die boven zee in de tropen ontstaat, kenmerkt zich door hoge temperatuur en vochtigheid.

De hoeveelheid waterdamp die op een bepaald moment in de lucht aanwezig is.

Kou, droge lucht die afkomstig is van landgebieden in de gematigde zones. In de zomer zorgt deze voor warmte, in de winter voor kou.

Een kern van lage luchtdruk, begrensd door gesloten isobaren. Ook wel depressie of cycloon genoemd.

Een kern van hoge luchtdruk, begrensd door gesloten isobaren. Ook wel anticycloon genoemd.

Een gebied met geen of weinig wind, vaak gelegen in het centrum van een drukgebied.

Een gebied met sterke wind, vaak gelegen in een zone met grote luchtdrukverschillen.