Podcast
Questions and Answers
Wat gebeurde er met de KVP en de PvdA tijdens de verkiezingen van 1967?
Wat gebeurde er met de KVP en de PvdA tijdens de verkiezingen van 1967?
- Ze fuseerden samen.
- Ze verloren flink aan zetels. (correct)
- Ze wonnen allebei zetels.
- Ze kregen een meerderheid in de Tweede Kamer.
Wat was een belangrijk kenmerk van de jongerencultuur in de jaren 1960?
Wat was een belangrijk kenmerk van de jongerencultuur in de jaren 1960?
- De invloed van Amerikaanse en Britse popmuziek. (correct)
- De afwezigheid van financiële middelen.
- De afname van onderwijs onder jongeren.
- Het ontstaan van strengere gezagsverhoudingen.
Hoe wijzigde de rol van getrouwde vrouwen in de maatschappij?
Hoe wijzigde de rol van getrouwde vrouwen in de maatschappij?
- Ze werden wettelijk handelingsbekwaam.
- Hun invloed in de politiek groeide aanzienlijk.
- Ze begonnen steeds vaker te werken.
- Ze moesten hun mannen gehoorzamen. (correct)
Wat kenmerkte de provo's in de jaren 1960?
Wat kenmerkte de provo's in de jaren 1960?
Welke rol speelde de muziek in de jongerencultuur van de jaren 1960?
Welke rol speelde de muziek in de jongerencultuur van de jaren 1960?
Wat was een gevolg van de fusie van confessionele partijen?
Wat was een gevolg van de fusie van confessionele partijen?
Welke verandering in consumptie vond plaats in de jaren 1960 in Nederland?
Welke verandering in consumptie vond plaats in de jaren 1960 in Nederland?
Welke muziekstijl was populair onder de Nederlandse nozems?
Welke muziekstijl was populair onder de Nederlandse nozems?
Wat was de impact van de babyboom in de naoorlogse jaren?
Wat was de impact van de babyboom in de naoorlogse jaren?
Wat droeg in belangrijke mate bij aan de toename van mobiliteit in Nederland in de jaren 1960?
Wat droeg in belangrijke mate bij aan de toename van mobiliteit in Nederland in de jaren 1960?
Welke ontwikkelingen droegen bij aan de ontzuiling in Nederland?
Welke ontwikkelingen droegen bij aan de ontzuiling in Nederland?
Wat was een belangrijke verandering in de supermarkten in de jaren 1960?
Wat was een belangrijke verandering in de supermarkten in de jaren 1960?
Hoe verging het met radio Veronica in de periode tussen 1960 en 1974?
Hoe verging het met radio Veronica in de periode tussen 1960 en 1974?
Welke invloed had de welvaart op de woon- en werkpatronen in Nederland?
Welke invloed had de welvaart op de woon- en werkpatronen in Nederland?
Wat was de rol van de TROS in de vroege jaren 1960?
Wat was de rol van de TROS in de vroege jaren 1960?
Wat was een opmerkelijke sociale verandering die optrad in de jaren 1960 in Nederland?
Wat was een opmerkelijke sociale verandering die optrad in de jaren 1960 in Nederland?
Wat betekende de afschaffing van de wettelijke handelingsonbekwaamheid van vrouwen in 1956?
Wat betekende de afschaffing van de wettelijke handelingsonbekwaamheid van vrouwen in 1956?
Welke ontwikkeling zorgde voor een snelle verandering in de seksuele moraal in de jaren 1960?
Welke ontwikkeling zorgde voor een snelle verandering in de seksuele moraal in de jaren 1960?
Wat was de belangrijkste reden voor de echtscheidingswet van 1971?
Wat was de belangrijkste reden voor de echtscheidingswet van 1971?
Welke uitspraak over de positie van vrouwen in de jaren 1960 is juist?
Welke uitspraak over de positie van vrouwen in de jaren 1960 is juist?
Wat was een belangrijke eis van feministische actiegroepen zoals Dolle Mina?
Wat was een belangrijke eis van feministische actiegroepen zoals Dolle Mina?
In welk jaar werd de anticonceptiepil op de markt gebracht in Nederland?
In welk jaar werd de anticonceptiepil op de markt gebracht in Nederland?
Wat werd in de jaren 1960 een standaard gezinssamenstelling?
Wat werd in de jaren 1960 een standaard gezinssamenstelling?
Wat was de bevolkingssamenstelling van Nederland in 1945?
Wat was de bevolkingssamenstelling van Nederland in 1945?
Wat was een belangrijke reden voor de emigratie van Nederlanders tussen 1948 en 1964?
Wat was een belangrijke reden voor de emigratie van Nederlanders tussen 1948 en 1964?
Hoeveel Indische Nederlanders kwamen er na 1945 naar Nederland?
Hoeveel Indische Nederlanders kwamen er na 1945 naar Nederland?
Welke groep immigranten kwam in 1951 naar Nederland?
Welke groep immigranten kwam in 1951 naar Nederland?
Wat leidde tot de economische crisis in Nederland in 1973?
Wat leidde tot de economische crisis in Nederland in 1973?
Waarom kregen buitenlandse werknemers het recht om hun gezin over te laten komen?
Waarom kregen buitenlandse werknemers het recht om hun gezin over te laten komen?
Welke van de volgende groepen emigreerde niet naar Nederland vanwege de onafhankelijkheid van hun land?
Welke van de volgende groepen emigreerde niet naar Nederland vanwege de onafhankelijkheid van hun land?
Wat was de reden dat werkgevers gastarbeiders naar Nederland haalden?
Wat was de reden dat werkgevers gastarbeiders naar Nederland haalden?
Welke maatregel werd genomen voor de gastarbeiders in Nederland?
Welke maatregel werd genomen voor de gastarbeiders in Nederland?
Waarom bleven veel buitenlanders, vooral Turken en Marokkanen, in Nederland?
Waarom bleven veel buitenlanders, vooral Turken en Marokkanen, in Nederland?
Wat was een kenmerk van de WAO-uitkeringen in de jaren 1980?
Wat was een kenmerk van de WAO-uitkeringen in de jaren 1980?
Welke groep voerde aanvankelijk hevige acties tegen de bezuinigingen op de verzorgingsstaat?
Welke groep voerde aanvankelijk hevige acties tegen de bezuinigingen op de verzorgingsstaat?
Wat veranderde er in het beleid tijdens de kabinetten-Lubbers?
Wat veranderde er in het beleid tijdens de kabinetten-Lubbers?
Wat was een gevolg van de kritiek op de verzorgingsstaat in de jaren 1980?
Wat was een gevolg van de kritiek op de verzorgingsstaat in de jaren 1980?
Wat was er bijzonder aan de uitkering voor mensen die zich lieten afkeuren?
Wat was er bijzonder aan de uitkering voor mensen die zich lieten afkeuren?
Wat was een van de maatregelen die het kabinet-Lubbers nam om de economie te herstellen?
Wat was een van de maatregelen die het kabinet-Lubbers nam om de economie te herstellen?
Wat was het poldermodel in de context van de jaren 1980?
Wat was het poldermodel in de context van de jaren 1980?
Wat was een belangrijke factor voor de economische groei in Nederland tussen 1985 en 2001?
Wat was een belangrijke factor voor de economische groei in Nederland tussen 1985 en 2001?
Welke uitkering steeg ondanks de dalende werkloosheid in de jaren 1990?
Welke uitkering steeg ondanks de dalende werkloosheid in de jaren 1990?
Wat veroorzaakte de verandering in de rol van de overheid en het bedrijfsleven vanaf de jaren 1980?
Wat veroorzaakte de verandering in de rol van de overheid en het bedrijfsleven vanaf de jaren 1980?
Welk sociaal-democratisch idee veranderde in de jaren 1980 in Nederland?
Welk sociaal-democratisch idee veranderde in de jaren 1980 in Nederland?
Wat was een gevolg van de ontzuiling in Nederland na de jaren 1990?
Wat was een gevolg van de ontzuiling in Nederland na de jaren 1990?
Wat werd geregeld door de Wet Gelijke Behandeling in 1994?
Wat werd geregeld door de Wet Gelijke Behandeling in 1994?
Welke aanpak kenmerkte Nederland internationaal op het gebied van wetten en beleid?
Welke aanpak kenmerkte Nederland internationaal op het gebied van wetten en beleid?
Wat was een significante verandering in de opvattingen over verantwoordelijkheid in de jaren 1990?
Wat was een significante verandering in de opvattingen over verantwoordelijkheid in de jaren 1990?
Flashcards
Consumptiemaatschappij
Consumptiemaatschappij
Na de Tweede Wereldoorlog groeide de welvaart in Nederland en veranderde de levensstijl van de Nederlandse bevolking. Mensen kochten meer producten en diensten, waaronder auto’s, televisies, koelkasten en wasmachines. Ze gingen vaker op vakantie en naar restaurants. Ook gingen ze meer eten en drinken, zoals koffie, wijn en bier, en nieuwe genotsmiddelen zoals chips werden geïntroduceerd.
Supermarkten en consumptie
Supermarkten en consumptie
De opkomst van de supermarkten had een grote impact op de consumptie. Zelfbedieningswinkels met aanbiedingen en promoties maakten het gemakkelijker en aantrekkelijker voor mensen om meer te kopen.
Mobiliteit en verstedelijking
Mobiliteit en verstedelijking
De toenemende welvaart leidde tot meer mobiliteit. Meer mensen kochten een auto, waardoor ze makkelijker konden reizen en naar hun werk konden gaan. Dit had ook invloed op de woonplaatskeuze, want mensen verhuisden naar forensensteden en nieuwe buitenwijken.
Ontzuiling en sociale contacten
Ontzuiling en sociale contacten
Signup and view all the flashcards
Veronica en de TROS
Veronica en de TROS
Signup and view all the flashcards
Invloed van welvaart
Invloed van welvaart
Signup and view all the flashcards
Babyboom
Babyboom
Signup and view all the flashcards
Ontzuiling
Ontzuiling
Signup and view all the flashcards
D'66
D'66
Signup and view all the flashcards
Jongerencultuur
Jongerencultuur
Signup and view all the flashcards
Nozems
Nozems
Signup and view all the flashcards
Provos
Provos
Signup and view all the flashcards
Hippies
Hippies
Signup and view all the flashcards
Vrouwenemancipatie
Vrouwenemancipatie
Signup and view all the flashcards
Emigratie na WOII
Emigratie na WOII
Signup and view all the flashcards
Aantal emigranten
Aantal emigranten
Signup and view all the flashcards
Immigratie na WOII
Immigratie na WOII
Signup and view all the flashcards
Indo's als migranten
Indo's als migranten
Signup and view all the flashcards
Molukse militairen in Nederland
Molukse militairen in Nederland
Signup and view all the flashcards
Surinaamse migratie
Surinaamse migratie
Signup and view all the flashcards
Antilliaanse en Arubaanse migratie
Antilliaanse en Arubaanse migratie
Signup and view all the flashcards
Arbeidsmigratie na WOII
Arbeidsmigratie na WOII
Signup and view all the flashcards
Handelingsonbekwaamheid van vrouwen voor 1956
Handelingsonbekwaamheid van vrouwen voor 1956
Signup and view all the flashcards
Gelijke rechten en plichten voor vrouwen in 1956
Gelijke rechten en plichten voor vrouwen in 1956
Signup and view all the flashcards
Invloed van de anticonceptiepil
Invloed van de anticonceptiepil
Signup and view all the flashcards
Verandering in seksuele moraal na 1964
Verandering in seksuele moraal na 1964
Signup and view all the flashcards
De echtscheidingswet van 1971
De echtscheidingswet van 1971
Signup and view all the flashcards
Eisen van de feministische tweede golf
Eisen van de feministische tweede golf
Signup and view all the flashcards
Feministische actiegroepen (MVM en Dolle Mina)
Feministische actiegroepen (MVM en Dolle Mina)
Signup and view all the flashcards
Verandering in de Nederlandse bevolking na 1945
Verandering in de Nederlandse bevolking na 1945
Signup and view all the flashcards
Liberalisering
Liberalisering
Signup and view all the flashcards
Individualisering
Individualisering
Signup and view all the flashcards
Verzorgingsstaat
Verzorgingsstaat
Signup and view all the flashcards
Kritiek op de verzorgingsstaat
Kritiek op de verzorgingsstaat
Signup and view all the flashcards
Liberaal beleid
Liberaal beleid
Signup and view all the flashcards
Poldermodel
Poldermodel
Signup and view all the flashcards
Economische groei in jaren '80 en '90
Economische groei in jaren '80 en '90
Signup and view all the flashcards
Vermindering rol van de overheid
Vermindering rol van de overheid
Signup and view all the flashcards
Van maakbare samenleving naar zelfredzaamheid
Van maakbare samenleving naar zelfredzaamheid
Signup and view all the flashcards
Sociaaldemocraten omarmen liberale ideeën
Sociaaldemocraten omarmen liberale ideeën
Signup and view all the flashcards
Individualisering en gelijkheid
Individualisering en gelijkheid
Signup and view all the flashcards
Gedoogbeleid
Gedoogbeleid
Signup and view all the flashcards
Ontzuiling in Nederland
Ontzuiling in Nederland
Signup and view all the flashcards
Wet Gelijke Behandeling
Wet Gelijke Behandeling
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Samenvatting §3.1 Een welvarende samenleving (1948-1978)
- Na de Tweede Wereldoorlog herstelde Nederland de vooroorlogse sociale verhoudingen, met terugkeer van de verzuilde organisaties (katholiek, protestants, socialistisch en liberaal).
- Verzuilde organisaties, verboden door de Duitse bezetting, werden heropgericht.
- Politiek gezien, werden confessionele kabinetten opgevolgd door rooms-rode kabinetten (KVP en PvdA) van 1946 tot 1958.
- Nederland sloot zich aan bij de NAVO en de EGKS.
- Er was economische groei van 1948 tot 1973, met toenemende welvaart.
- Herstel en wederopbouw na de oorlog was gekenmerkt door import van steenkool, machines, en tractoren (Marshallhulp).
- Industrialisatie was een belangrijke motor van economische groei.
- De Nederlandse economie profiteerde van het Duitse Wirtschaftswunder.
- Geleide loonpolitiek beperkte loonstijgingen om Nederlandse producten concurrerend te houden.
- Aardgasvondsten in Groningen speelden een rol in de welvaart-groei.
Maatschappelijke veranderingen
- Verandering van zuinige naar consumptieve houding.
- Toename in consumptie van koffie, wijn en bier.
- Ook werden nieuwe producten en technologieën zoals koelkasten en wasmachines populair.
- Mobiliteit nam toe door toenemend autogebruik.
- Ontzuiling vond plaats. Dit ontstond door meer contact met mensen uit andere zuilen en landen (media, nieuwe wijken).
- Minder betrokkenheid bij traditionele religieuze instellingen.
- Ontwikkeling van een eigen jongerencultuur.
- Belang van Amerikaanse en Britse popmuziek.
- Opkomst van jongerenbewegingen (Provos, hippies).
Emigratie en immigratie
- Na 1945 veranderden de Nederlandse bevolkingsstructuur.
- Een helft miljoen Nederlanders emigreerden tussen 1948 en 1964.
- Indonesische Nederlanders migreerden naar Nederland.
- 1950 : 1,1% van de bevolking was vreemdeling.
- Surinaamse Nederlanders migreerden na onafhankelijkheid van Suriname.
- Arbeidsmigranten uit Oost-Europa, Marokko en Turkije kwamen naar Nederland.
- Nederlandse economie profiteerde van de arbeidsmigranten.
- Naast emigratie vond ook immigratie plaats.
Liberalisering en individualisering
- Verzorgingsstaat kon de economische terugval in eerste instantie opvangen.
- Toename van kritiek op de verzorgingsstaat (te duur en te bureaucratisch).
- Nieuwe economische crisis in 1970.
- Overheid bezuinigde op de verzorgingsstaat.
- Toename van keuringen voor WAO-uitkeringen.
- Privatisering van staatsbedrijven.
Jeugdcultuur
- Ontstaan van diverse jongeren subcultuur en stijlen.
- Punk en kraakbeweging ontstonden als reactie tegen bestaande gezagsverhoudingen.
- Hiphopcultuur ontstond bij Afro-Amerikaanse jongeren en werd populair.
- Gabbercultuur was een reactie tegen de materialistische cultuur en een vorm van protest.
- De informatiemaatschappij (internet, mobiel) vormde een belangrijke factor bij de jeugdcultuur.
- Toename van de individualisering.
De multiculturele samenleving
- Migratie van binnen Europa en van buitenslands.
- Schengenverdrag maakte reizen binnen Europa gemakkelijker.
- Migratie van Oost-Europese migranten naar werk in West-Europa.
- Mensen uit crisisgebieden trokken naar West-Europa.
- Toename van multiculturalisme.
- Controverses rondom migratie en integratie.
- Politiek/maatschappelijke discussies.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.