Weefseltypes in het Lichaam
50 Questions
3 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Welk weefseltype is verantwoordelijk voor fysieke bescherming?

  • Spierweefsel
  • Zenuwweefsel
  • Bindweefsel
  • Epitheel (correct)

Epitheelweefsel bevat bloedvaten.

False (B)

Noem de vier basale weefseltypen.

Epitheel, bindweefsel, spierweefsel, zenuwweefsel

Epitheelcellen zijn _____ en worden voortdurend vervangen.

<p>dicht opeengepakt</p> Signup and view all the answers

Welke functie heeft bindweefsel in het lichaam?

<p>Ondersteuning en verbinding (D)</p> Signup and view all the answers

Match de volgende weefseltypes met hun kenmerken:

<p>Epitheel = Dicht opeengepakt zonder bloedvaten Bindweefsel = Ondersteunende structuur Spierweefsel = Beweging mogelijk maken Zenuwweefsel = Informatieoverdracht</p> Signup and view all the answers

Er zijn drie types spiercellen die verschillende kenmerken hebben.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Wat verbindt epitheelweefsel met onderliggend bindweefsel?

<p>Basaalmembraan</p> Signup and view all the answers

Welk van de volgende is geen weefseltype in het menselijk lichaam?

<p>Desmosoom (A)</p> Signup and view all the answers

Epitheelweefsel is avasculair.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Noem een voorbeeld van een exocriene secretie.

<p>Zweet</p> Signup and view all the answers

De basale membraan ligt tussen het epitheel en de ______.

<p>bindweefsels</p> Signup and view all the answers

Koppel de soorten afscheiding aan hun kenmerken:

<p>Merocriene afscheiding = Uitscheiding via exocytose Apocriene afscheiding = Cytoplasma en klierproduct worden afgescheiden Holocriene afscheiding = Cel scheurt en inhoud komt vrij</p> Signup and view all the answers

Wat is geen functie van de basale membraan?

<p>Voedingsstoffen voor epitheel produceren (C)</p> Signup and view all the answers

Endocriene klieren scheiden hun product af aan een lichaamsoppervlak.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn de twee soorten klierproducten?

<p>Exocriene en endocriene secreties</p> Signup and view all the answers

Wat is het hoofddoel van ontsteking?

<p>Opruimen van beschadigde cellen (B)</p> Signup and view all the answers

De tekenen van ontsteking zijn onder andere warmte, roodheid, zwelling en pijn.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Noem één verandering die optreedt bij weefsels tijdens het verouderen.

<p>Epitheel wordt dunner</p> Signup and view all the answers

Bij regeneratie kan het weefsel volledig, gedeeltelijk, of ________ regenereren.

<p>geen</p> Signup and view all the answers

Koppel de verschillende perioden van herstel aan hun beschrijvingen:

<p>Ontsteking = Eerste stap in het herstelproces Regeneratie = Herstel of vervanging van beschadigd weefsel Weefselfibrose = Vervanging van normaal weefsel door vezelig bindweefsel</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met bindweefsel bij ouderen?

<p>Het wordt kwetsbaarder (A)</p> Signup and view all the answers

Het herstelproces bij ouderen verloopt sneller dan bij jongeren.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn de vier tekenen van ontsteking?

<p>Warmte, roodheid, zwelling, pijn</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende membranen bekleden de holten die in contact staan met de buitenwereld?

<p>Slijmvliezen (D)</p> Signup and view all the answers

Sereuze membranen bedekken de interne holten van de ventrale lichaamsholte en verminderen wrijving door middel van een waterige vloeistof.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn de twee gedeelten van sereuze membranen?

<p>Parietaal en visceraal</p> Signup and view all the answers

De huidlaag maakt het lichaam _______.

<p>waterdicht</p> Signup and view all the answers

Koppel de soorten membranen aan hun functies:

<p>Slijmvliezen = Bekleden holten in contact met de buitenwereld Sereuze membranen = Verminderen wrijving tussen interne organen Huidlaag = Bedekt lichaamsoppervlak en maakt het waterdicht Gewrichtsvliezen = Scheiding en smering van gewrichten</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijke functie van gewrichtsvliezen?

<p>Scheiden visceus synoviaal vocht af (B)</p> Signup and view all the answers

Bindweefsels bestaan alleen uit gespecialiseerde cellen.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Noem de drie basale onderdelen van bindweefsel.

<p>Gespecialiseerde cellen, extracellulaire eiwitvezels, grondsubstantie</p> Signup and view all the answers

Wat is een functie van de grondsubstantie in bindweefsel?

<p>Het hechten van bindweefsel aan onderliggende structuren (D)</p> Signup and view all the answers

Glad spierweefsel bevat gestreepte vezels.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Welke soort spierweefsel wordt aangestuurd door het willekeurige zenuwstelsel?

<p>skeletspierweefsel</p> Signup and view all the answers

Een spiercontractie is het resultaat van de interactie tussen _______ en _______ filamenten.

<p>actine, myosine</p> Signup and view all the answers

Koppel de types spierweefsel aan hun eigenschappen:

<p>Skeletspierweefsel = Maakt vrijwillige beweging mogelijk Hartspierweefsel = Onwillekeurige samentrekking met ritme Glad spierweefsel = Geen strepingen en kan zich delen Alle drie typen = Bestaan uit spiervezels</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van hartspierweefsel?

<p>Heeft geen stamcellen (D)</p> Signup and view all the answers

Myosinefilamenten zijn verantwoordelijk voor het ontspannen van de spier.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Noem een voorbeeld van waar glad spierweefsel voorkomt.

<p>bloedvaten, urineblaas, spijsverteringsorganen, baarmoeder</p> Signup and view all the answers

Wat is een functie van epitheelweefsel?

<p>Reguleren van doorlaatbaarheid (D)</p> Signup and view all the answers

Het basale membraan bevat cellen.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Noem twee gespecialiseerde structuren die op het apicale oppervlak van epitheel kunnen verschijnen.

<p>microvilli en trilharen</p> Signup and view all the answers

Merendeels van de epitheelcellen hebben een _________ levensduur door blootstelling aan schadelijke stoffen.

<p>korte</p> Signup and view all the answers

Koppel de soorten epitheel aan hun functie of locatie:

<p>Eenlagig plaveiselepitheel = Peritoneale holte Meerlagig plaveiselepitheel = Tong Eenlagig cilindrisch epitheel = Darmkanaal Pseudomeerlagig cilindrisch epitheel = Luchtpijp</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van meerlagig plaveiselepitheel?

<p>Beschermt tegen mechanische schade (C)</p> Signup and view all the answers

Eenlagig kubisch epitheel komt vaak voor in de urinewegen.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van microvilli in epitheelcellen?

<p>Verhogen het oppervlak voor actief en passief transport.</p> Signup and view all the answers

Stamcellen in epitheelweefsel ondergaan ________ voor herstel.

<p>mitose</p> Signup and view all the answers

Welk type epitheel heeft een gewijzigde structuur en bevat vaak trilharen?

<p>Pseudomeerlagig cilindrisch epitheel (D)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Histologie

Het bestuderen van weefsels.

Epitheel

Een laag van cellen die een oppervlak bedekt of een holte bekleedt.

Vorm van epitheelcellen

Het bepalen van de vorm van epitheelcellen.

Organisatie van epitheelcellen

Hoe epitheelcellen aan elkaar worden verbonden.

Signup and view all the flashcards

Relatie tussen vorm en functie van epitheelweefsel

De functie van epitheelweefsel is afhankelijk van de vorm en organisatie van de cellen.

Signup and view all the flashcards

Vascualiteit van epitheel

Epitheel is avasculair, wat betekent dat het geen bloedvaten bevat. Het krijgt voedingsstoffen uit het onderliggende bindweefsel.

Signup and view all the flashcards

Basaalmembraan

Bindweefsel dat epitheelweefsel steunt en verbindt met andere weefsels.

Signup and view all the flashcards

Functie van het basaalmembraan

De functie van het basaalmembraan is om epitheelweefsel te ondersteunen, voedingsstoffen te leveren en de passage van cellen te reguleren.

Signup and view all the flashcards

Weefselmembraan

Een membraan dat de oppervlakken van het lichaam bekleedt en bestaat uit een door bindweefsel ondersteund epitheel.

Signup and view all the flashcards

Membraaneigenschappen

Een membraan dat een barrière vormt, zoals het basaalmembraan.

Signup and view all the flashcards

Membraan: functie

Weefsel dat holtes en oppervlakken bekleedt om bescherming te bieden.

Signup and view all the flashcards

Grondsubstantie

De stroperige substantie in bindweefsel. Het dient als een 'lijm' die bindweefselcellen verbindt en structuur geeft aan het weefsel.

Signup and view all the flashcards

Contractie

De eigenschap van spierweefsel om samen te trekken, waardoor beweging mogelijk wordt.

Signup and view all the flashcards

Slijmvliezen (mucosae)

Een membraan dat holten bekleedt die in contact staan met de buitenwereld. Voorbeelden zijn de urinewegen, mondholte en luchtwegen.

Signup and view all the flashcards

Sereuze membranen

Een membraan dat interne holtes van de ventrale lichaamsholte bekleedt. Voorbeelden zijn het peritoneum, pleura en pericardium.

Signup and view all the flashcards

Actine en myosine filamenten

Eiwitten die de basis vormen voor de structuur van spiervezels. Ze zijn verantwoordelijk voor de samentrekking van spieren.

Signup and view all the flashcards

Gewrichtsvliezen

Een membraan dat de gewrichten bekleedt en visceus synoviaal vocht afscheidt om soepele bewegingen mogelijk te maken.

Signup and view all the flashcards

Skeletspierweefsel

De spier die aan het skelet vastzit en door het centrale zenuwstelsel wordt aangestuurd. Deze spier is verantwoordelijk voor alle vrijwillige bewegingen.

Signup and view all the flashcards

Huidlaag

De huidlaag is het buitenste membraan van ons lichaam. Het bedekt het lichaamsoppervlak en zorgt voor een waterdichte laag.

Signup and view all the flashcards

Hartspierweefsel

De spier die alleen in het hart voorkomt. Bevat geen stamcellen en heeft een eigen ritme.

Signup and view all the flashcards

Glad spierweefsel

De spier die in de wanden van organen zit en onbewust werkt. Verantwoordelijk voor het controleren van de diameter van bloedvaten en de samentrekking van organen.

Signup and view all the flashcards

Bindweefsel: matrix

Het bindweefsel is een diverse groep weefsels die gespecialiseerde cellen, extracellulaire eiwitvezels en een vloeistof (grondsubstantie) bevat. De matrix van bindweefsel wordt gevormd door de extracellulaire eiwitten en de grondsubstantie.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn weefsels?

Gespecialiseerde cellen en celproducten met beperkte functies, gegroepeerd tot eenheden.

Signup and view all the flashcards

Wat is de functie van de basale membraan?

De basale membraan is een dunne laag tussen epitheel en bindweefsel. Het biedt steun, beschermt tegen vervorming en zorgt voor een barrière tegen grote moleculen.

Signup and view all the flashcards

Wat is epitheel?

Epitheel is een a-vasculair weefsel dat in- en uitwendige oppervlakken bedekt. Dit weefsel vormt een barrière en beschermt het lichaam.

Signup and view all the flashcards

Wat is klierepitheel?

Klierepitheel is een gespecialiseerd type epitheel dat stoffen produceert en afscheidt.

Signup and view all the flashcards

Wat is exocriene secretie?

Exocriene klieren scheiden hun product af aan een lichaamsoppervlak, zoals zweet.

Signup and view all the flashcards

Wat is endocriene secretie?

Endocriene klieren scheiden hun product af in het bloed, zoals hormonen.

Signup and view all the flashcards

Wat is de indeling op basis van afscheiding?

Deze indeling beschrijft de locatie waar klieren hun producten afscheiden: naar buiten (exocrien) of naar binnen (endocrien).

Signup and view all the flashcards

Hoe wordt klierepitheel ingedeeld op basis van afscheidingsmechanismen?

Klierepitheel kan worden ingedeeld op basis van zijn afscheidingsmechanisme: merocrien, apocrien en holocrien.

Signup and view all the flashcards

Ontsteking

Een gecoördineerde reactie van het lichaam op weefselbeschadiging, die beschadigd weefsel isoleert en opruimt. Het doel is om de homeostase te herstellen.

Signup and view all the flashcards

Regeneratie

Het herstel en de vervanging van beschadigd weefsel, waarbij de functies van het weefsel hersteld worden. Littekenweefsel wordt gevormd door fibroblasten.

Signup and view all the flashcards

Wat is het apicale oppervlak van epitheel?

Het apicale oppervlak van epitheel is blootgesteld aan een interne of externe omgeving. Het kan gespecialiseerde structuren hebben die afwezig zijn bij andere lichaamscellen.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn microvilli?

Microvilli zijn kleine uitsteeksels van het plasmamembraan die het oppervlak van cellen vergroten. Ze bevinden zich in organen met een hoge transportbehoefte, zoals het spijsverteringskanaal en de urinewegen.

Signup and view all the flashcards

Weefselfibrose

Het proces waarbij normaal weefsel na beschadiging wordt vervangen door vezelig bindweefsel. Dit resulteert in littekenvorming.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn trilharen?

Trilharen zijn kleine, haarachtige structuren die rhythmisch bewegen om vloeistoffen of deeltjes te verplaatsen. Ze bevinden zich in organen zoals de luchtwegen en de eileiders.

Signup and view all the flashcards

Tekenen van ontsteking

De vier kenmerken van ontsteking: roodheid, warmte, zwelling en pijn. Soms kan ook functieverlies optreden.

Signup and view all the flashcards

Wat is het basale membraan?

Het basale membraan is een dunne laag van eiwitvezels die epitheelcellen verbindt met het onderliggende bindweefsel. Het zorgt voor stevigheid en functioneert als een barrière tegen verplaatsing van grote moleculen.

Signup and view all the flashcards

Doel van ontsteking

De eerste stap in het herstelproces na weefselbeschadiging, waarbij beschadigd weefsel wordt opgeruimd en de homeostase hersteld wordt.

Signup and view all the flashcards

Weefsels en veroudering

Bij veroudering vertragen herstel en onderhoud van weefsels, waardoor weefsels dunner, kwetsbaarder en zwakker worden.

Signup and view all the flashcards

Hoe vernieuwt en repareert epitheel?

Epitheelcellen hebben een beperkte levensduur en worden voortdurend vervangen door stamcellen die zich delen door mitose.

Signup and view all the flashcards

Hoe wordt epitheel geclassificeerd?

Epitheelcellen worden geclassificeerd op basis van het aantal cellagen (eenlagig of meerlagig) en de vorm van de cellen (plaveisel, kubisch, cilindrisch).

Signup and view all the flashcards

Herstel bij ouderen

Ouderen herstellen trager dan jongeren vanwege hormonale veranderingen en een chemische verandering in weefsels.

Signup and view all the flashcards

Wat is eenlagig plaveiselepitheel?

Eenlagig plaveiselepitheel is een enkele laag van platte cellen. Het bevindt zich op plekken waar snelle diffusie of filtratie plaatsvindt, zoals longblaasjes en bloedvaten.

Signup and view all the flashcards

Levensstijl en veroudering

Een verandering in levensstijl kan de achteruitgang van weefsels vertragen tijdens het verouderingsproces.

Signup and view all the flashcards

Wat is eenlagig kubisch epitheel?

Eenlagig kubisch epitheel is een enkele laag van kubusvormige cellen. Het bevindt zich in klieren en buizen, waar het betrokken is bij secretie en absorptie.

Signup and view all the flashcards

Wat is eenlagig cilindrisch epitheel?

Eenlagig cilindrisch epitheel is een enkele laag van kolomvormige cellen. Het bevindt zich in organen die betrokken zijn bij absorptie en secretie, zoals het maag-darmkanaal.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Inleiding tot weefsels

  • Weefsels zijn verzamelingen gespecialiseerde cellen en celproducten met specifieke functies.
  • Deze celtypen zijn gegroepeerd in organen.
  • Alle structuren in het menselijk lichaam bestaan uit verschillende combinaties van de vier basale weefseltypen.
  • De verschillende weefsels functioneren samen om organen te vormen.

Doelstellingen

  • Na bestudering van dit hoofdstuk kunnen studenten 4 grote weefseltypen benoemen en beschrijven.
  • Studenten kunnen de verschillende types epitheelweefsel en hun functies bespreken.
  • De student kan de relatie tussen vorm en functie van elk type epitheelweefsel bespreken.
  • Studenten kunnen de structuur en functies van verschillende types bindweefsels vergelijken.
  • De student kan bespreken hoe epitheelweefsels en bindweefsels samen membranen vormen.
  • Studenten kunnen de functies van membranen bespreken.
  • Studenten kunnen drie types spiercellen benoemen en hun kenmerken beschrijven.
  • Studenten kunnen de basisstructuur en de functie van zenuwcellen bespreken.

Histologie

  • Histologie is de studie van weefsels.
  • Er zijn vier basale weefseltypen:
    • Epitheel (dekweefsel)
    • Bindweefsel
    • Spierweefsel
    • Zenuwweefsel

Epitheel

  • Kenmerken:
    • Cellen liggen dicht opeengepakt.
    • Cellen zijn verbonden aan de omgeving (inwendig of uitwendig).
    • Bevatten geen bloedvaten (avasculair).
    • Cellen worden voortdurend vervangen.
    • Cellen verbonden aan onderliggend bindweefsel via basaalmembraan.
  • Functies:
    • Fysieke bescherming (tegen schaven, uitdroging, chemische stoffen en ziekteverwekkers).
    • Doorlaatbaarheid reguleren (permeabel/impermeabel).
    • Zintuigfunctie (zoals tastzin).
    • Vorming van klierproducten (kliercellen/klierepitheel).
  • Klieren:
    • Structuren die van dekweefsel zijn afgeleid en producten afscheiden.
    • Avasculaire laag cellen die een barrière vormen en die in- en uitwendige oppervlakken bedekken.

Epitheel: Oppervlak

  • Apicaal oppervlak (in contact met omgeving).
  • Gespecialiseerde structuren die niet in andere lichaamscellen voorkomen.
  • Microvilli: vergroten inwendig transportcellen.
    • Actief en passief transport door plasmamembraan.
    • Voorbeelden: spijsverteringskanaal en urinewegen.
  • Trilharen: coördineerde bewegingen.
    • Voorbeelden: luchtwegen en eileiders.

Epitheel: Basale membraan

  • Ligt tussen dekweefsel en onderliggend bindweefsel.
  • Netwerk van eiwitvezels zonder cellen.
  • Vormt een barrière tegen verplaatsing grote moleculen (van bindweefsel naar dekweefsel).
  • Weerstand tegen vervorming.
  • Stevigheid biedt aan de structuur.

Epithelial renewal

  • Beschadiging van epitheelcellen leidt tot voortdurend herstel en vervanging.
  • Stamcellen ondergaan voortdurende deling om cellen te vervangen.
  • Groeit vanaf basis.

Epitheel Classificatie

  • Aantal cellagen:
    • Eenlagig (één enkele cellaag).
    • Meerlagig (verschillende lagen cellen).
  • Celvorm:
    • Plaveisel (afgeplat).
    • Kubisch.
    • Cilindrisch.

### Specific Epithelial types

  • Eenlagig plaveisel epitheel (peritoneale holte).
  • Eenlagig kubisch epitheel (nierbuis).
  • Eenlagig cilindrisch epitheel (darm).
  • Meerlagig plaveisel epitheel (tong).
  • Pseudomeerlagig cilindrisch epitheel (luchtpijp).
  • Overgangsepitheel (blaas, nierbekken, ureters)

Bindweefsel

  • Gespecialiseerde cellen en extracellulaire matrix (eiwitvezels en vloeistof).
  • De extracellulaire matrix vormt het grootste deel van het volume van bindweefsels.
  • Het bindweefsel bevat sensorische receptoren die druk, temperatuur en andere stimuli registreren.
  • Functies:
    • Stevigheid en bescherming.
    • Transport van stoffen.
    • Opslag van energiereserves.
    • Verdediging tegen micro-organismen.

Bindweefsel classificatie

  • Bindweefsel in strikte zin: veel cel- en vezeltypen binnen de matrix.
    • Voorbeelden: vetweefsel en pezen.
  • Vloeibaar bindweefsel: duidelijk te onderscheiden cellen die ronddrijven in de matrix.
    • Voorbeelden: bloed en lymfe.
  • Steunweefsel: dichte grondsubstantie en dichte opeengepakte vezels.
    • Voorbeelden: kraakbeen en beenweefsel.

Bindweefsel: Typen

  • Los bindweefsel: omvangrijke bloedtoevoer, meest voorkomend in het lichaam.
    • Onder de dermis, rond luchtwegen, bloedvaten en zenuwen.
  • Vetweefsel: extra bescherming, schokbreker en isolatie.
    • Voorbeelden: billen, borsten, kussentjes rond ogen.
  • Dicht bindweefsel: taai, sterk en duurzaam (collageen).
    • Vormt verbindingen tussen spieren en botten.
    • Voorbeelden: pezen en huid.

Bindweefsel: Dicht bindweefsel (bv. pezen)

  • Locaties: Tussen skeletspieren, tussen beenderen, als deklaag van skeletspieren en kapsels van inwendige organen.
  • Functies: Biedt stevige aanhechting, trekkracht van spieren overbrengen, wrijving voorkomen tussen spieren en stabiliseert positie botten.

 Vloeibaar bindweefsel

  • Cellen in een vloeibare matrix (bloed en lymfe).

Steunweefsel

  • Beenweefsel (zie hoofdstuk 6): zeer sterk en bestand tegen versplintering.
  • Kraakbeen: matrix van kraakbeencellen + stevige gel; 3 soorten.
  • Hyalien Kraakbeen: taai buigzaam, verbindt ribben met sternum en trachea (bv. schoudergewricht).
  • Elastisch kraakbeen: veerkracht en buigzaam, oorschelp, strotklep en gehoorgang.
  • Vezelig kraakbeen: duurzaam en sterk, tussenwervelschijven.

Membranen

  • Fysieke barrière die lichaamsoppervlakken bedekt.
  • Beslaan bindweefsel ondersteund epitheel.
  • 4 soorten:
    • Slijmvliezen (mucosae)
    • Sereuze membranen
    • Huidlaag
    • Gewrichtsvliezen

Slijmvliezen

  • Bekleden holten in contact met de buitenwereld (zoals urinewegen).
  • Worden voortdurend vochtig gehouden met slijm.
  • Vaak bedekt met dekweefsel. Voorbeelden: mond, luchtwegen en spijsverteringskanaal

Sereuze membranen

  • Bekleden interne holten van de ventrale lichaamsholte (zoals peritoneum, pleura en pericardium).
  • 2 gedeelten:
    • Parietaal - binnenkant holte.
    • Visceraal - buitenkant organen.
  • Wrijving tussen delen verminderen door waterige sereuze vloeistof.

Huidlaag

  • Bedekking van lichaamsoppervlakten.
  • Maakt lichaam waterdicht.

Gewrichtsvliezen

  • Bekleed gewrichten.
  • Produceert visceus synoviaal vocht.
  • Vereenvoudigt gewrichtsbewegingen. Voorbeelden: knie en elleboog.

Spierweefsel

  • Contractiekracht door interactie tussen actine- en myosine-filamenten.
  • 3 soorten:
    • Skeletspierweefsel
    • Hartspierweefsel
    • Glad spierweefsel

Skeletspierweefsel

  • Aangestuurd door willekeurige zenuwstelsel.
  • Bewegingen van skelet verbeteren en stabiliseren.
  • Lange, dunne spiervezels.
  • Samengebonden door los bindweefsel.
  • Georganiseerd patroon met strepingen.
  • Stamcellen delen om nieuwe spiervezels te vormen.

Hartspierweefsel

  • Alleen in het hart, bevat geen stamcellen.
  • Korte, vertakte spiervezels met één celkern.
  • Gestreept.
  • Gangmakercellen (pacemaker) bepalen het ritme.

Glad spierweefsel

  • Klein, dun en spoelvormig met één celkern.
  • Geen strepingen.
  • Kunnen zich delen.
  • Zelf samentrekken en onwillekeurig beïnvloed door het zenuwstelsel.
    • Voorbeelden: bloedvaten, spijsverteringskanaal, urinewegen en voortplantingsorganen.

Zenuwweefsel

  • Geleidt elektrische impulsen.
  • Verwerkt en slaat informatie op.
  • Grootste gedeelte in hersenen en ruggenmerg.
  • 2 groepen:
    • Neuronen (zenuwcellen).
    • Neuroglia (ondersteunende cellen).
  • Neuronen: cellichaam (grote celkern), dendrieten (ontvangst informatie), axon (transport informatie en synapsknop (overdracht informatie)).
  • Neuroglia: fysieke ondersteuning, leveren voedingsstoffen aan neuronen en bescherming tegen infecties.

Weefselbeschadiging en Herstel

  • Verwonding zorgt ervoor dat verschillende weefsels tegelijkertijd worden beschadigd en gecoördineerd reageren om homeostase te herstellen.
  • 2 reacties:
    • Ontsteking: isolering van beschadigd gebied en verwijdering van beschadigd weefsel.
      • 4 tekenen: warmte, roodheid, zwelling, en pijn.
    • Regeneratie: herstel/vervanging beschadigd weefsel; fibroblasten vormen littekenweefsel, volledige, gedeeltelijke of geen regeneratie, weefselfibrose.

Weefsels en veroudering

  • Weefsels veranderen bij het ouder worden:
    • Trager herstel en onderhoud.
    • Epitheel wordt dunner.
    • Bindweefsel wordt kwetsbaarder.
    • Botten worden zwakker.
    • Verlies van zenuw- en spierweefsel.
  • Verandering van levensstijl kan nadelige gevolgen vertragen.

Bibliografie

  • Martini, F.H., & Bartholomew, E.F. (2017). Anatomie en fysiologie. Een inleiding. Pearson Benelux.
  • Martini, F.H., & Bartholomew, E.F. (2021). Anatomie en fysiologie. Een inleiding. Pearson Benelux.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Description

Test je kennis over de verschillende weefseltypen in het menselijk lichaam met deze quiz. Leer meer over epitheel-, bind-, spier- en zenuwweefsel, hun functies en kenmerken. Ideaal voor studenten biologie en gezondheidswetenschappen.

More Like This

Biology: Connective Tissue Types
3 questions

Biology: Connective Tissue Types

UnquestionableHydra4091 avatar
UnquestionableHydra4091
Biology: Tissue Types
8 questions

Biology: Tissue Types

RightfulMoscovium avatar
RightfulMoscovium
Biology: Tissue Types
14 questions

Biology: Tissue Types

FieryInequality avatar
FieryInequality
Anatomy and Tissue Types Quiz
8 questions
Use Quizgecko on...
Browser
Browser