Trypanosoma brucei sp. voor Parasitologie 2

Trypanosoma brucei sp.

• Trypanosoma brucei sp. is het onderwerp dat in deze studie wordt besproken.
• De presentatie is voor Parasitologie 2.
• Dr. A. Kent is de presentator.

Indeling van Trypanosomen

• Trypanosomen die mensen infecteren omvatten het Trypanosoma brucei-complex dat trypanosomiasis of slaapziekte veroorzaakt.
• Trypanosoma brucei gambiense veroorzaakt West-Afrikaanse slaapziekte.
• Trypanosoma brucei rhodesiense veroorzaakt Oost-Afrikaanse slaapziekte.
• Trypanosoma cruzi veroorzaakt Zuid-Amerikaanse trypanosomiasis of de ziekte van Chagas.
• Trypanosoma rangeli is een niet-pathogene trypanosoom die menselijke infectie in Zuid-Amerika veroorzaakt.
• Trypanosomen van dieren omvatten Trypanosoma brucei brucei, dat de economisch belangrijke ziekte 'nagana' bij Afrikaans vee veroorzaakt.
• Trypanosoma evansi veroorzaakt de ziekte 'surra' bij paarden, kamelen en olifanten, en wordt mechanisch overgedragen door stekende vliegen en vleermuizen, en komt voor in India.
• Trypanosoma equiperdum veroorzaakt 'stalziekte' bij paarden en muilezels en wordt overgedragen via seksueel contact zonder dat er een insectenvector nodig is.
• Trypanosoma lewisi veroorzaakt een onschadelijke infectie bij ratten over de hele wereld, en de vector is een rattenvlo, waarbij een op Trypanosoma lewisi lijkende trypanosoom is gerapporteerd uit Madhya Pradesh in India in het perifere bloed van 2 personen met kortdurende koorts.

T. B. GAMBIENSE & T.B. RHODESIENSE

• Trypanosomiasis omvat Human African Trypanosomiasis (HAT), ofwel Afrikaanse slaapziekte.

Geografische spreiding

• T. brucei. gambiense komt voor in 24 landen in West- en Centraal-Afrika.
• T. b. rhodesiense komt voor in 13 landen in Oost- en Centraal-Afrika.

Feiten

• T.b. gambiense veroorzaakt 98% van de gevallen.
• T.b. rhodesiense veroorzaakt 2% van de gevallen.
• Risicogroepen (65 miljoen): Mensen in rurale gebieden die afhankelijk zijn van landbouw, veeteelt, vissen en jagen.
• Door goede controlemechanismen is het aantal gevallen afgenomen van 40.000 in 1998 tot 997 in 2018.

Kenmerken van de Tsetse vlieg

• Volwassen vliegen zijn geel of bruinzwart.
• De grootte is 6-14 mm (max. 2 cm).
• Tsetse-vliegen hebben een duidelijke slurf, een lange, dunne structuur die aan de onderkant van de kop is bevestigd en naar voren wijst.
• De palpen(kaaktasters) zijn even lang als de proboscis
• Zowel mannetjes als vrouwtjes steken mensen.
• In rust vouwen tsetse-vliegen hun vleugels volledig op elkaar.

Gedrag volwassenen vlieg

• Mannetjes en vrouwtjes voeden zich met zowel mensen als zoogdieren (wilde en huisdieren).
• Volwassen vliegen steken overdag en worden aangetrokken door bewegende en donkere objecten.
• Ze voeden zich om de 2-3 dagen.
• Plaatsen om te rusten: in vegetatie tot maximaal 4 m boven de grond, langs oevers van kreken, rivieren, meren, mangrovemoerassen, bebost gebieden en savannegebieden.

Stadia die voorkomen bij hemoflagellaten

• Amastigote: Rond of ovaal, zonder extern flagellum met een nucleus, kinetoplast en axiale filamenten. Het axonema strekt zich uit tot de voorkant van de cel en komt voor trypanosoma cruzi en Leishmania als intracellulaire vorm in de vertebrate gastheer.
• Promastigote: Lancetvormig, kinetoplast bevindt zich voor de nucleus (antenucleaire kinetoplast) bij het voorste uiteinde van de cel, waaruit het flagellum tevoorschijn komt, zonder golvend membraan. Is de infectieuze vorm van Leishmania in de insectvector en in in-vitro culturen.
• Epimastigote: Langwerpig met een kinetoplast iets meer posterieur gelokaliseerd, maar nog steeds dicht bij de, en voor de nucleus (juxtanucleaire kinetoplast). Het flagellum loopt langs het lichaam als een kort golvend membraan, voor het uit de voorkant komt. Is de vorm waarin Trypanosoma brucei in voorkomt in de speekselklieren van de tsetse vlieg en Trypanosoma cruzi in de midden darm van de reduviid bug. Merk op, dit stadium is afwezig in Leishmania.
• Trypomastigote: Langwerpig, spoelvormig met een centrale nucleus. De kinetoplast is posterieur naar de nucleus (postnucleaire kinetoplast) en bevindt zich aan het achterste uiteinde van het lichaam. Het flagellum loopt langs het lichaam om een lang golvend membraan te vormen, voor het eruit komt aan de voorkant. Dit is de infectieuze vorm van trypanosomen in de arthropode vector en het bloed van geïnfecteerde vertebraten. Merk op, dit stadium is afwezig in Leishmania.

Trypanosoma Brucei

• Subspecies zijn gambiense of rhodesiense.
• Het veroorzaakt Afrikaanse trypanosomiasis/Afrikaanse slaapziekte.
• De vector is de tsetse vlieg

Trypomastigoten leven in:

• Bloed.
• Lymfeklieren.
• Milt
• Liquor
• Verschillende organen van het weefsel
• Let op: ze dringen GEEN cellen binnen.

Karakteristieken T. brucei sp.

• Identificatie omvat kleine kinetoplasten, deling als trypomastigoten in het bloed en grote dan T. cruzi (~2x RBC).

Afrikaanse Trypanosomiasis Stadia

• Tsetse vlieg stadia:
  • Epimastigoten vermenigvuldigen zich in de speekselklieren en transformeren in metacyclische trypomastigoten.
  • Procyclische trypomastigooten verlaten de middendarm en veranderen in epimastigoten.
  • De tsetse vlieg neemt een bloedmaaltijd (injecteert metacyclische trypomastigoten)
  • De tsetse vlieg neemt een bloedmaaltijd (bloedbaan trypomastigooten worden opgenomen)
  • Bloedbaan trypomastigooten veranderen in procyclische trypomastigooten in de vectormiddendarm en vermenigvuldigen zich door binaire deling.
• Stadia bij zoogdieren:
  • Geïnjecteerde metacyclische trypomastigoten veranderen in bloedbaan trypomastigooten, die naar andere plekken worden vervoerd.
  • Trypomastigooten vermenigvuldigen zich door binaire deling in diverse lichaamsvloeistoffen, bijvoorbeeld bloed, lymfe en hersenvocht
  • Circulerende trypomastigooten in bloed gedurende de acute fase, en normaal onvindbaar tijdens de late(latente) fase
  • Rundvee en waarschijnlijk wilde hoefdieren zijn reservoirs voor T. b. rhodesiense.
• Infectueuze stadium: Metacyclic trypomastigotes
• Diagnostische stadium: Trypomastigotes

Klinische symptomen

• De infectie kan chronisch zijn en duurt enkele jaren.

Stadium 1:

• Wordt gekenmerkt door de verspreiding van de parasiet via bloed en lymfevaten
• Ontstaan van een Chancre op de plaats van inoculatie door Glossina sp.
• Intermitterende koorts, ijskoude rillingen, bloedarmoede, gewichtsverlies en hoofdpijn;
• Hepatosplenomegalie en lymphadenopathy (Winterbottom's sign)
• myocarditis;
• Hoog IgM-gehalte in het bloed.

Klinische manifestatie

• Stadium 2:
  • aantasting van het centrale zenuwstelsel
  • Meningo-encefalitis
  • Slaapstoornissen
  • Gedragsverandering (snel geïrriteerd, onvoorspelbare stemming, asociaal gedrag)
  • Verminderd bewustzijn
  • Coma

Verschillen tussen West-Afrikaanse en Oost-Afrikaanse Trypanosomiasis

• Kenmerken
  • Organisme
    • West Afrika: T. brucei gambiense
    • Oost Afrika: T. brucei rhodesiense
  • Verspreiding
    • West Afrika: West- en Centraal-Afrika
    • Oost Afrika: Oost- en Centraal-Afrika
  • Vector
    • West Afrika: Tsetsevlieg (Glossina palpalis groep) -Oost Afrika: Tsetsevlieg (Glossina morsilans groep)
  • Reservoir
    • West Afrika: Voornamelijk mensen
    • Oost Afrika: Wilde en huisdieren
  • Virulentie
    • West Afrika: Minder
    • Oost Afrika: Meer
  • Verloop van de ziekte
    • West Afrika: Chronisch (late centrale zenuwstelselinvasies); maanden tot jaren
    • Oost Afrika: Acuut (vroege invasies in het centrale zenuwstelsel); minder dan 9 maanden
  • Parasitemie
    • West Afrika: Laag
    • Oost Afrika: Hoog en verschijnt vroeg
  • Lymfadenopathie
    • West Afrika: Vroegtijdig en prominent aanwezig
    • Oost Afrika: Minder frequent
  • Isolatatie in knaagdieren mogelijk - West Afrika: Nee
    • Oost Afrika: Ja
  • Mortaliteit
    • West Afrika:Laag
    • Oost Afrika:Hoog

Diagnose Afrikaanse Trypanosomiasis

• Microscopie:
  • Zoek trypomastigoten in bloed, CSF en vocht uit de lymfeklieren.
• Detectie van IgM in bloed en CSF.

Therapie

• Stadium 1:
  • Pentamidine
  • Suramine
• Stadium 2:
  • Melarsoprol
  • Eflornithine

Hoe Afrikaanse Slaapziekte vermijden?

• Neem een klamboe mee.
• Draag altijd een insectenwerend middel.
• Draag neutrale kleuren om te voorkomen dat de vliegen worden aangetrokken.
• Draag kleding met lange mouwen en lichte kleding.

Overzichtstabel: Karakteristieken van T.b. gambiense, T.b. rhodesiense en T. cruzi

• Kenmerk | T.b. gambiense | T.b. rhodesiense | T. cruzi
• Epidemiologie | West- en Centraal-Afrika | Oost- en Centraal-, Zuidelijk Afrika | Centraal- en Zuid-Amerika
• Vector | Glossina sp | Glossina sp | Fam. Triatominae
• Levenscyclus | Indirect, reservoir=de mens | Indirect, reservoir=zoogdieren | Indirect, reservoir=mens en zoogdieren
• Klinische manifestatie | Chronisch (late aantasting van het CZS); kan maanden tot jaren duren | Acuut (vroege aantasting van het CZS); korter dan 9 maanden | Acuut en chronisch
• Virulentie | Minder | Meer | -