Podcast
Questions and Answers
Wat begrijpen 2-jarigen in termen van Theory of Mind?
Wat begrijpen 2-jarigen in termen van Theory of Mind?
- De betekenis van gezamenlijke aandacht
- Dat andere mensen altijd dezelfde overtuigingen hebben
- De invloed van overtuigingen op gedrag
- De link tussen behoeften van anderen en hun handelingen (correct)
Welke leeftijdsgroep heeft de grootste moeite met 'false-belief problems'?
Welke leeftijdsgroep heeft de grootste moeite met 'false-belief problems'?
- 5-jarigen
- 3-jarigen (correct)
- 2-jarigen
- 1-jarigen
Wat wordt vaak gebruikt om kleuters' begrip van foute overtuigingen te testen?
Wat wordt vaak gebruikt om kleuters' begrip van foute overtuigingen te testen?
- De rekenvaardigheidstest
- De taalvaardigheidstest
- De smarties-taak (correct)
- De puzzel-taak
Wat stellen empiristen voor als cruciaal voor de ontwikkeling van Theory of Mind?
Wat stellen empiristen voor als cruciaal voor de ontwikkeling van Theory of Mind?
Wat is een voorbeeld van 'pretend play' dat kinderen helpt bij hypothetisch denken?
Wat is een voorbeeld van 'pretend play' dat kinderen helpt bij hypothetisch denken?
Wat is een belangrijk aspect van intersubjectiviteit?
Wat is een belangrijk aspect van intersubjectiviteit?
Wat betekent de term 'toekomstige overtuigingen' in de context van Theory of Mind?
Wat betekent de term 'toekomstige overtuigingen' in de context van Theory of Mind?
Wat definieert 'bedoeling' in de context van menselijke relaties?
Wat definieert 'bedoeling' in de context van menselijke relaties?
Wat zijn concepten?
Wat zijn concepten?
Wat geloven nativisten over de ontwikkeling van concepten?
Wat geloven nativisten over de ontwikkeling van concepten?
Hoe verschilt het empiristische perspectief van het nativistische perspectief?
Hoe verschilt het empiristische perspectief van het nativistische perspectief?
Waarom is categorisatie belangrijk in de conceptuele ontwikkeling?
Waarom is categorisatie belangrijk in de conceptuele ontwikkeling?
Wat is een kritiekpunt van empiristen op nativistische argumenten?
Wat is een kritiekpunt van empiristen op nativistische argumenten?
Wat zijn de basisconcepten zoals beweerd door nativisten?
Wat zijn de basisconcepten zoals beweerd door nativisten?
Wat wordt er bedoeld met algemene leermechanismen volgens empiristen?
Wat wordt er bedoeld met algemene leermechanismen volgens empiristen?
Welke rol speelt opvoeding volgens de nativistische zienswijze?
Welke rol speelt opvoeding volgens de nativistische zienswijze?
Wat begrijpen baby's een maand na hun 1^ste^ verjaardag over objecten?
Wat begrijpen baby's een maand na hun 1^ste^ verjaardag over objecten?
Wat is volgens nativisten de oorzaak van vroege psychologische begrippen?
Wat is volgens nativisten de oorzaak van vroege psychologische begrippen?
Wat wordt beschouwd als een belangrijke bron voor vroeg psychologisch begrip volgens empiristen?
Wat wordt beschouwd als een belangrijke bron voor vroeg psychologisch begrip volgens empiristen?
Wat blijkt uit baby's keuze voor bepaalde individuen?
Wat blijkt uit baby's keuze voor bepaalde individuen?
Hoe verwerven baby's psychologisch begrip?
Hoe verwerven baby's psychologisch begrip?
Wat wordt vaak aangeduid met de term 'naïeve psychologie'?
Wat wordt vaak aangeduid met de term 'naïeve psychologie'?
Welke rol spelen zintuigen in het conceptuele begrip van baby's?
Welke rol spelen zintuigen in het conceptuele begrip van baby's?
Wat helpt kinderen bij het leren en onthouden van informatie?
Wat helpt kinderen bij het leren en onthouden van informatie?
Wat is het primaire doel van categorie hiërarchieën voor kinderen?
Wat is het primaire doel van categorie hiërarchieën voor kinderen?
Op welke basis categoriseren baby's in hun eerste levensmaanden meestal objecten?
Op welke basis categoriseren baby's in hun eerste levensmaanden meestal objecten?
Wat is het juiste volgorde van niveaus in de categorie hiërarchie zoals gevormd door kinderen?
Wat is het juiste volgorde van niveaus in de categorie hiërarchie zoals gevormd door kinderen?
Wie speelt een cruciale rol bij het helpen van kinderen om hiërarchische en causale relaties te begrijpen?
Wie speelt een cruciale rol bij het helpen van kinderen om hiërarchische en causale relaties te begrijpen?
Wat helpt kinderen om nieuwe categorieën te onthouden?
Wat helpt kinderen om nieuwe categorieën te onthouden?
Hoe categoriseren kinderen objecten na de peutertijd in vergelijking met in hun eerste maanden?
Hoe categoriseren kinderen objecten na de peutertijd in vergelijking met in hun eerste maanden?
Welke van de volgende beschrijvingen geeft het beste weer hoe baby's natuurwetten begrijpen?
Welke van de volgende beschrijvingen geeft het beste weer hoe baby's natuurwetten begrijpen?
Wat is een belangrijk kenmerk van de objecten op het basisniveau in categorie hiërarchieën?
Wat is een belangrijk kenmerk van de objecten op het basisniveau in categorie hiërarchieën?
Wat is objectsubstitutie?
Wat is objectsubstitutie?
Wat beschrijft sociodramatic play het beste?
Wat beschrijft sociodramatic play het beste?
Welke rol speelt zelflocomotie in het verwerven van ruimtegevoel?
Welke rol speelt zelflocomotie in het verwerven van ruimtegevoel?
Hoe begrijpen peuters tijd bij het spelen?
Hoe begrijpen peuters tijd bij het spelen?
Wat zijn egocentrische representaties volgens Piaget?
Wat zijn egocentrische representaties volgens Piaget?
Op welke leeftijd kunnen kinderen correct perioden van 3 tot 30 seconden schatten, mits er feedback gegeven wordt?
Op welke leeftijd kunnen kinderen correct perioden van 3 tot 30 seconden schatten, mits er feedback gegeven wordt?
Wat is een kenmerk van de ontwikkeling van tijdsbesef bij basisschoolkinderen?
Wat is een kenmerk van de ontwikkeling van tijdsbesef bij basisschoolkinderen?
Welk besef hebben kinderen van 5 maanden al ontwikkeld met betrekking tot getallen?
Welk besef hebben kinderen van 5 maanden al ontwikkeld met betrekking tot getallen?
Op welke leeftijd beginnen kinderen meestal met tellen?
Op welke leeftijd beginnen kinderen meestal met tellen?
Wat vergeten kinderen van 5 jaar in situaties waar ze kunnen worden afgeleid?
Wat vergeten kinderen van 5 jaar in situaties waar ze kunnen worden afgeleid?
Op welke leeftijd beginnen peuters causale verbanden te zien?
Op welke leeftijd beginnen peuters causale verbanden te zien?
Wanneer ontwikkelen kinderen een precieze representatie van sets groter dan 3?
Wanneer ontwikkelen kinderen een precieze representatie van sets groter dan 3?
Wat gebeurt er met het begrip van causale relaties bij oudere kleuters in vergelijking met jongere kleuters?
Wat gebeurt er met het begrip van causale relaties bij oudere kleuters in vergelijking met jongere kleuters?
Flashcards
Concepten
Concepten
Algemene ideeën of begrippen die gebruikt kunnen worden om voorwerpen, gebeurtenissen, eigenschappen of abstracties te groeperen op basis van gelijkenis.
Nativisme
Nativisme
Kinderen worden geboren met een aangeboren begrip van basisconcepten zoals tijd, ruimte, getal, causaliteit en het menselijk verstand.
Empirisme
Empirisme
Baby's leren concepten door ervaringen en observaties.
Categorie
Categorie
Signup and view all the flashcards
Generalisatie
Generalisatie
Signup and view all the flashcards
Conceptuele ontwikkeling
Conceptuele ontwikkeling
Signup and view all the flashcards
Categoriseren van objecten
Categoriseren van objecten
Signup and view all the flashcards
Snelle conceptuele ontwikkeling
Snelle conceptuele ontwikkeling
Signup and view all the flashcards
Categorie hiërarchieën
Categorie hiërarchieën
Signup and view all the flashcards
Basaal niveau
Basaal niveau
Signup and view all the flashcards
Superordinate niveau
Superordinate niveau
Signup and view all the flashcards
Subordinate niveau
Subordinate niveau
Signup and view all the flashcards
Perceptuele categorisatie
Perceptuele categorisatie
Signup and view all the flashcards
Causale verbanden
Causale verbanden
Signup and view all the flashcards
Causale verbanden en categorieën
Causale verbanden en categorieën
Signup and view all the flashcards
Hulp van volwassenen
Hulp van volwassenen
Signup and view all the flashcards
Object substitutie
Object substitutie
Signup and view all the flashcards
Sociodramatisch spel
Sociodramatisch spel
Signup and view all the flashcards
Egocentrische representatie
Egocentrische representatie
Signup and view all the flashcards
Self-locomotion
Self-locomotion
Signup and view all the flashcards
Tijdbegrip bij peuters
Tijdbegrip bij peuters
Signup and view all the flashcards
Naïeve Psychologie
Naïeve Psychologie
Signup and view all the flashcards
Impliciet Zelfbewustzijn
Impliciet Zelfbewustzijn
Signup and view all the flashcards
Leren door Observatie
Leren door Observatie
Signup and view all the flashcards
Begrip van Verschillen tussen Mensen
Begrip van Verschillen tussen Mensen
Signup and view all the flashcards
Zintuiglijke waarneming
Zintuiglijke waarneming
Signup and view all the flashcards
Theory of Mind (ToM)
Theory of Mind (ToM)
Signup and view all the flashcards
Theory of Mind Module (ToMM)
Theory of Mind Module (ToMM)
Signup and view all the flashcards
False-belief problemen
False-belief problemen
Signup and view all the flashcards
Smarties-taak
Smarties-taak
Signup and view all the flashcards
Empiriese visie op ToM
Empiriese visie op ToM
Signup and view all the flashcards
Pretend play (doen alsof)
Pretend play (doen alsof)
Signup and view all the flashcards
Belang van pretend play voor ToM
Belang van pretend play voor ToM
Signup and view all the flashcards
Ontwikkeling van ToM
Ontwikkeling van ToM
Signup and view all the flashcards
Tijdschattingsvermogen (5 jaar)
Tijdschattingsvermogen (5 jaar)
Signup and view all the flashcards
Tijdschattingsvermogen (basisschoolleeftijd)
Tijdschattingsvermogen (basisschoolleeftijd)
Signup and view all the flashcards
Redeneren over tijd (5 jaar)
Redeneren over tijd (5 jaar)
Signup and view all the flashcards
Causale verbanden (6 maanden)
Causale verbanden (6 maanden)
Signup and view all the flashcards
Causale verbanden (1 jaar)
Causale verbanden (1 jaar)
Signup and view all the flashcards
Causale verbanden (ouder worden)
Causale verbanden (ouder worden)
Signup and view all the flashcards
Numerieke gelijkheid
Numerieke gelijkheid
Signup and view all the flashcards
Numerieke gelijkheid (5 maanden)
Numerieke gelijkheid (5 maanden)
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Conceptuele Ontwikkeling
- Concepten zijn algemene ideeën of begrippen waarmee voorwerpen, gebeurtenissen, eigenschappen of abstracties worden gegroepeerd op basis van gelijkenissen. Er zijn oneindig veel mogelijke concepten.
- Concepten helpen bij het begrijpen en handelen in de wereld door generalisaties op basis van eerdere ervaringen.
Nativisten vs. Empiristen
- Nativisten geloven dat baby's met een aangeboren begrip van basisconcepten (zoals tijd, ruimte, getal, causaliteit) geboren worden of met gespecialiseerde leermechanismen. Opvoeding speelt een rol in het verder ontwikkelen van concepten.
- Empiristen geloven dat baby's algemene leermechanismen (waarnemen, associëren, generaliseren) krijgen. Concepten ontstaan door enorme blootstelling aan ervaringen.
Categorieën
- Het vormen van brede categorieën voor objecten (levenloze objecten, mensen, dieren) is cruciaal voor het trekken van conclusies.
- Kinderen categoriseren objecten op basis van gelijkenis
- Categorisatie wordt georganiseerd in hiërarchieën voor fijnere onderscheidingen tussen objecten.
Categorisatie in de Peutertijd
- Baby's creëren al categorisaties in de eerste levensmaanden op basis van perceptuele gelijkenissen (kleur, grootte, beweging).
- Naarmate ze ouder worden, categoriseren ze objecten steeds meer op basis van algemene eigenschappen.
- Kinderen ontwikkelen categorie hiërarchieën die tot drie niveaus kunnen omvatten: bovengeschikt, basaal, en ondergeschikt niveau.
Causale Verbanden
- Baby's begrijpen al basisprincipes van natuurwetten (zwaartekracht, ondersteuning) rond de 3 maanden.
- Rond de 5 maanden begrijpen baby's de relatie tussen contact en ondersteuning.
- Na ongeveer een jaar spelen kinderen actief met oorzaak-gevolg relaties.
- Begrip van causale verbanden is essentieel voor het vormen en onthouden van categorieën.
Naïeve Psychologie
- Nativisten en empiristen hebben verschillende visies over de oorsprong van vroege psychologische begrip.
- Nativisten denken dat baby’s met een basiskennis van menselijke psychologie geboren worden. Empiristen geloven dat ervaring cruciaal is.
- Ontwikkeling van begrip over anderen laat zich zien in het begrijpen van zelfbewustzijn en het begrip van andere mensen.
Theory of Mind (ToM)
- ToM verwijst naar het begrijpen dat andere mensen hun eigen gedachten, overtuigingen en intenties hebben.
- Baby’s van 2 jaar beginnen met het begrijpen van wensen, terwijl kinderen van 3-5 jaar inzicht krijgen in overtuigingen en hun invloed op gedrag.
- Taken zoals smarties-taak worden gebruikt om dit begrip te beoordelen.
Hoe Theory of Mind zich ontwikkelt
- Nativisten stellen een Theory of Mind Module (ToMM) voor.
- Empiristen benadrukken de rol van interactie, informatieverwerking en spelen in de ontwikkeling van ToM.
Ruimte (causaliteit en ordening/aantallen/hoever)
- Beide hemisferen van de hersenen spelen een rol in ruimtelijk denken.
- Baby's verwerven een basis begrip van ruimte door te ervaren hoe objecten bewegen en hoe ze gerelateerd zijn aan hun eigen positie.
- Tijdsbegrip ontwikkelt met ervaring en gaat over perceptie van de volgorde en duur van gebeurtenissen.
Getallen/Aantallen
- Kinderen vertonen een numerieke gelijkheid tot in vroege leeftijd (1/2/3 objecten).
- Rond de 3-4 jaar hebben kinderen een basisbegrip voor grotere aantallen.
Abstractie
- Abstractie omvat het verzamelen van overeenkomstige aspecten in objecten of gebeurtenissen om ze te groeperen.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Related Documents
Description
Dit quiz onderzoekt de ontwikkeling van Theory of Mind bij kleuters, inclusief hun begrip van foute overtuigingen en de rol van spel in hypothetisch denken. Verder wordt er gekeken naar de verschillende perspectieven van nativisten en empiristen over conceptuele ontwikkeling. Ontdek belangrijke aspecten van intersubjectiviteit en toekomstgerichte overtuigingen in deze uitdagende quiz.