Strafrecht en alcoholconcentratie Quiz
46 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is de alcoholconcentratie die moet worden aangetoond voor alcoholintoxicatie?

  • 0,22 milligram per liter uitgeademde lucht
  • 1,0 gram per liter bloed
  • Zowel A als B (correct)
  • 0,5 gram per liter bloed

Een akte van verdediging is verplicht in een rechtszaak.

False (B)

Wat wordt bedoeld met 'arrest' in de rechtscontext?

Een beslissing uitgesproken door een hogere rechtsmacht.

De persoon die voor de rechtbank moet verschijnen op beschuldiging van een misdrijf is de ______.

<p>beklaagde</p> Signup and view all the answers

Wat is de juiste definitie van arrestatie?

<p>Vrijheidsberoving door de politie of parket. (B)</p> Signup and view all the answers

Koppel de termen aan hun definities:

<p>Autonome probatiestraf = Een hoofdstraf voor natuurlijke personen met voorwaarden Akte van verdediging = Schrift van verdediging tegen beschuldigingen Alcoholintoxicatie = Objectief meetbare alcoholconcentratie Beklaagde = Persoon aangeklaagd voor een misdrijf</p> Signup and view all the answers

De autonome probatiestraf werd in 2016 ingevoerd.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het verschil tussen alcoholintoxicatie en dronkenschap?

<p>Alcoholintoxicatie is objectief meetbaar, dronkenschap is een subjectieve staat.</p> Signup and view all the answers

Wat kan de gevangenisstraf vervangen bij niet-betaling?

<p>Geldboeten (C)</p> Signup and view all the answers

Herhaling van strafbare feiten maakt een persoon tot een gewoontemisdrijfpleger.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een ander woord voor de term 'ne bis in idem'?

<p>Kracht van gewijsde</p> Signup and view all the answers

De gevangenisstraf kan verhoogd worden door ________, samenloop en de verzwarende omstandigheden.

<p>herhaling</p> Signup and view all the answers

Koppel de termen aan hun juiste definities:

<p>Hechtenis = Politieke criminele straf Gewoontemisdrijf = Herhaaldelijk plegen van hinderlijke feiten Kracht van gewijsde = Definitieve beslissing in een rechtzaak Recidive = Vernieuwde strafbare feiten door dezelfde dader</p> Signup and view all the answers

Wat is de minimumduur van hechtenis voor politieke misdaden?

<p>5 jaar (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het doel van dader-slachtofferbemiddeling?

<p>Het bevorderen van vrijwillige deelname van dader, slachtoffer en belanghebbenden. (C)</p> Signup and view all the answers

Voorlopige hechtenis en hechtenis zijn hetzelfde.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Een benadeelde persoon heeft het recht om zijn advocaat mee te nemen tijdens de strafprocedure.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Noem een voorbeeld van een feit dat als hinderlijk kan worden beschouwd maar niet strafbaar is.

<p>Woeker</p> Signup and view all the answers

Wat is het statuut van een benadeelde persoon in de strafprocedure?

<p>Het statuut geeft de benadeelde persoon het recht om geïnformeerd te worden over het verloop van de strafprocedure.</p> Signup and view all the answers

Dader-slachtofferbemiddeling is __________ tijdens de strafuitvoering.

<p>mogelijk</p> Signup and view all the answers

Koppel de termen aan hun betekenis:

<p>Benadeelde persoon = Degene die schade heeft geleden door een misdrijf Dader = Degene die het misdrijf heeft gepleegd Slachtoffer = Degene die het doelwit van het misdrijf is Strafuitvoering = De fase waarin een opgelegde straf wordt uitgevoerd</p> Signup and view all the answers

Wanneer is dader-slachtofferbemiddeling uitgesloten?

<p>Als er al een procedure tot strafbemiddeling loopt. (B)</p> Signup and view all the answers

Een benadeelde persoon kan op elk moment in de strafprocedure burgerlijke partijstelling overwegen.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Wat moet een benadeelde persoon doen om inzage in het dossier te krijgen?

<p>Een verzoek indienen voor inzage en kopie van het dossier.</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste verschil tussen mededaders en medeplichtigen?

<p>Mededaders zijn degenen die de daad uitvoeren, terwijl medeplichtigen anderen helpen. (C)</p> Signup and view all the answers

Poging tot deelneming is strafbaar.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat houdt delictstypiciteit in?

<p>Het voldoen aan alle constitutieve bestanddelen van een misdrijf.</p> Signup and view all the answers

Deelnemingsopzet impliceert kennis van alle __________ bestanddelen van het strafbaar hoofdfeit.

<p>constitutieve</p> Signup and view all the answers

Wat zijn de drie constitutieve elementen die nodig zijn voor strafbaarheid?

<p>Wederrechtelijkheid, schuldig en strafwaardig (D)</p> Signup and view all the answers

Denaturatie verwijst naar het veranderen van een misdrijf in een wanbedrijf.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

De __________ is noodzakelijk voor strafbaarheid, maar alleen is niet voldoende.

<p>delictstypiciteit</p> Signup and view all the answers

Wat bepaalt de aan- of afwezigheid van heterdaad?

<p>De bevoegdheden van verschillende gerechtelijke actoren (C)</p> Signup and view all the answers

De Potpourri II-wet maakt het mogelijk om alleen misdaden te correctionaliseren.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het algemeen rechtsbeginsel dat zegt dat twijfel over de schuld van de beklaagde in zijn voordeel speelt?

<p>Presumptie van onschuld</p> Signup and view all the answers

Het Hof van ______ blijft als instelling behouden ondanks de mogelijkheden tot correctionaliseren.

<p>assisen</p> Signup and view all the answers

Wat wordt er tijdens een huiszoeking voornamelijk onderzocht?

<p>Papieren, zaken of voorwerpen die de waarheid aan het licht kunnen brengen (A)</p> Signup and view all the answers

Het hof van assisen kan alleen oordelen over gewelddadige misdaden.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

De huiszoekingsvoorwaarden verschillen afhankelijk van de aanwezigheid van ______.

<p>heterdaad</p> Signup and view all the answers

Wat is de lichtste soort misdrijf dat bestraft kan worden met een politiestraf?

<p>Overtreding (A)</p> Signup and view all the answers

Poging tot een misdaad is nooit strafbaar.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het synoniem voor parket?

<p>Openbaar ministerie</p> Signup and view all the answers

Een misdrijf dat door de wetgever als politiek misdrijf wordt aangeduid, kan bestraft worden met __________.

<p>hechtenis</p> Signup and view all the answers

Koppel de soorten misdrijven aan hun beschrijvingen:

<p>Politiek misdrijf = Misdrijf met een politieke bedoeling Poging = Mislukt of onvoltooid misdrijf Overtreding = Lichtste soort misdrijf Misdaad = Zwaarder misdrijf</p> Signup and view all the answers

Wat is een mogelijke straf voor een overtreding?

<p>Geldboete (A)</p> Signup and view all the answers

De minister van Justitie heeft het recht om het Openbaar Ministerie te beletten een strafvordering in te stellen.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Noem een type misdrijf dat gelijkgesteld kan worden met een voltooid misdrijf.

<p>Poging</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Akte van verdediging

Een geschrift, opgesteld door de verdachte of diens advocaat, waarin de verdediging tegen de beschuldigingen uit de akte van beschuldiging wordt uiteengezet.

Alcoholintoxicatie

De staat waarin een persoon verkeert na een alcoholtest met 0,22 mg/l in uitgeademde lucht of 0,5 g/l in het bloed.

Arrest

Een beslissing uitgevaardigd door een hoger rechtscollege (Hof van Beroep, Hof van Assisen, Hof van Cassatie, Grondwettelijk Hof of Raad van State).

Arrestatie

Vrijheidsberoving door politie of parket.

Signup and view all the flashcards

Autonome probatiestraf

Een hoofdstraf ingevoerd in 2016 waarbij een veroordeelde onder bepaalde voorwaarden vrijblijft.

Signup and view all the flashcards

Beklaagde

De persoon die voor een rechtbank moet verschijnen op beschuldiging van een misdrijf.

Signup and view all the flashcards

Deelnemingsopzet

Het subjectief element dat aanwezig moet zijn in hoofde van de deelnemer op het moment dat de bijdrage aan het strafbare hoofdfeit wordt geleverd. Dit impliceert kennis van alle constitutieve bestanddelen van het strafbaar hoofdfeit en de wil tot de realisatie ervan bij te dragen.

Signup and view all the flashcards

Delict

Synoniem voor misdrijf. Stellen van als misdrijf omschreven gedraging.

Signup and view all the flashcards

Delictstypiciteit

Er is sprake van delictstypiciteit wanneer aan alle constitutieve bestanddelen van een misdrijf voldaan is en dus zowel de objectieve als subjectieve misdrijfbestanddelen verenigd zijn. De gedraging moet ook wederrechtelijk zijn, de dader moet schuldig zijn en de gedraging strafwaardig.

Signup and view all the flashcards

Denaturatie

Het van aard veranderen van een misdrijf, d.w.z. het in een wanbedrijf veranderen van een strafbare gedraging waaraan de strafwet een criminele straf koppelt of in overtreding veranderen van een strafbare gedraging waaraan de strafwet een correctionele straf koppelt, normalerwijze op grond van verzachtende omstandigheden.

Signup and view all the flashcards

Benadeelde persoon

Een persoon die, op de door de wet bepaalde wijze, verklaart schade te hebben geleden, die is veroorzaakt door een misdrijf. Deze persoon heeft zich nog niet burgerlijke partij gesteld.

Signup and view all the flashcards

Dader-slachtofferbemiddeling

Een vorm van bemiddeling tussen de dader en slachtoffer, waarbij de dader, slachtoffer en andere betrokkenen vrijwillig deelnemen. Het doel is om een oplossing te vinden voor de schade die het slachtoffer heeft geleden.

Signup and view all the flashcards

Inzage

Het recht om te kijken naar en kopieën te maken van documenten die in een dossier zitten.

Signup and view all the flashcards

Beslissing van een onderzoeksgerecht

Een besluit van een onderzoeksrechter.

Signup and view all the flashcards

Burgerlijke partij

De rechtseigenschap om schadevergoeding te claimen van de dader na een misdrijf.

Signup and view all the flashcards

Afschrift

Een kopie van een officieel document.

Signup and view all the flashcards

Beschuldigde

De persoon die wordt beschuldigd van het plegen van een misdrijf.

Signup and view all the flashcards

Inverdenkinggestelde

Een persoon waarvan de politie vermoedt dat deze een misdrijf heeft gepleegd.

Signup and view all the flashcards

Gevangenisstraf

Het normale maximum van de gevangenisstraf kan verhoogd worden door herhaling, samenloop en verzwarende omstandigheden. Het is ook een vervangende straf bij niet-betaling van geldboeten en kan gebruikt worden bij niet-uitvoering van andere straffen.

Signup and view all the flashcards

Gewoontemisdrijf

Een misdrijf bestaande uit verscheidene handelingen die op zichzelf geen misdrijf uitmaken, maar vanwege hun herhaald karakter wel strafbaar worden.

Signup and view all the flashcards

Gewoontemisdrijf - Voorbeeld

Voorbeeld: woeker

Signup and view all the flashcards

Gezag van gewijsde

Het verval van de strafvordering, oftewel ne bis in idem, voorkomt dat iemand voor dezelfde feiten twee keer wordt veroordeeld. De eerdere beslissing moet definitief zijn voor deze regel te gelden.

Signup and view all the flashcards

Hechtenis

De straf die wordt uitgesproken voor politieke misdaden. Deze straf kan levenslang of tijdelijk zijn, met minimaal 5 jaar. Niet te verwarren met voorlopige hechtenis.

Signup and view all the flashcards

Poging

Een beoogd misdrijf is mislukt of blijft onvoltooid, maar de gedraging is toch strafbaar omdat de dader al handelingen heeft gesteld die als "begin van uitvoering van het misdrijf" kunnen worden beschouwd en het misdrijf enkel mislukt of onvoltooid is omwille van omstandigheden buiten haar of zijn wil om.

Signup and view all the flashcards

Politiek misdrijf

Misdrijf behorend tot de bevoegdheid van het hof van assisen, ongeacht de zwaarte.

Signup and view all the flashcards

Positief injunctierecht

Het recht van de minister van Justitie om het Openbaar Ministerie te bevelen een strafvordering in te stellen of om een rechtsmiddel aan te wenden.

Signup and view all the flashcards

Het principe in dubio pro reo

Het rechtsprincipe dat stelt dat twijfel over de schuld van de beklaagde in zijn voordeel moet worden beslist. Dit betekent dat als de rechtbank niet zeker is van de schuld van de beklaagde, deze vrijgesproken moet worden.

Signup and view all the flashcards

Heterdaad

Het rechtsprincipe dat de aanwezigheid van de dader op de plaats van de misdaad tijdens het plegen van de misdaad vereist voor bepaalde bevoegdheden van de politie en de rechtbank. Deze eis geldt enkel voor bepaalde misdrijven en situaties.

Signup and view all the flashcards

Hof van assisen

Een specifiek soort rechtbank die bevoegd is om te oordelen over ernstige misdaden zoals moord. Deze rechtbank heeft een jury van leken die mee beslist over de schuld van de verdachte.

Signup and view all the flashcards

Correctionalisering

Een mogelijkheid om bepaalde misdaden die oorspronkelijk voor het Hof van Assisen bedoeld waren, te laten beoordelen door de correctionele rechtbank. Deze mogelijkheid is breder geworden na de invoering van de Potpourri II-wet.

Signup and view all the flashcards

Hoger beroep

De rechtbank die opnieuw oordelen over een kwestie die al door een andere rechtbank (in eerste aanleg) behandelt werd. Partijen die ontevreden zijn over de beslissing in eerste aanleg kunnen beroep aantekenen.

Signup and view all the flashcards

Huiszoeking

Een procedure waarbij de politie of de rechter toestemming moet krijgen om een woning of andere plaats te doorzoeken. Dit gebeurt enkel in specifieke gevallen en met bepaalde voorwaarden.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Strafrecht en Strafprocesrecht - Woordenlijst

  • Aangifte: Een handeling waarbij iemand een misdaad meldt aan de overheid. Het kan ambtelijk (door een overheidsambtenaar) of privé (door een burger) zijn, en kan anoniem zijn. Aangifte is een verplichting voor overheidsfunctionarissen die een misdaad ontdekken.

  • Aanhouding/Arrestatie: De tijdelijke vrijheidsberoving door politie of parket, in verband met een strafbare daad. Dit is verschillend van een bevel tot aanhouding of administratieve aanhouding. Arrestatie is de juridische term voor gerechtelijke vrijheidsberoving. Binnen 24 uur moet een bevel tot aanhouding worden uitgevaardigd.

  • Aanwijzingen van schuld: Essentiële voorwaarde voor voorlopige hechtenis. Het is een lagere eis dan de bezwaren die nodig zijn om het gerechtelijk onderzoek af te sluiten.

  • Aflopend/ogenblikkelijk misdrijf: Een misdrijf dat zich op één moment voltrekt. De verjaring begint op dat moment, ongeacht de duur van de gevolgen.

  • Afschrift: Een kopie van een bestand, het dossier, of document. Direct belanghebbenden kunnen het verkrijgen na afsluiting van het onderzoek.

  • Afzetting: Een bijkomende criminele straf die uitgesproken wordt door het hof van assisen. Een veroordeelde verliest daarmee titels, graden en ambten. Hiermee wordt geen vordering van terugwinning mogelijk gemaakt.

  • Akte van beschuldiging: Een schriftelijk document van het openbaar ministerie, ter introductie van het proces voor het hof van assisen. Hierin wordt de casus en de tenlastelegging beschreven. Dit document is verplicht.

  • Akte van verdediging: Een schriftelijk document door de verdachte of raadsman waarin de verdachte hun verdediging tegen de beschuldigingen uit de akte van beschuldiging uiteenzet. Is geen verplichting.

  • Alcoholintoxicatie: Een staat van verdrinking vastgesteld door analyse van alcohol in bloed of uitgeademde lucht, ten minste 0,22 milligram per liter of 0,5 gram per liter.

  • Arrest: Beslissing uitgevaardigd door een hoger gerecht, zoals het Hof van Beroep, Hof van Assisen, Hof van Cassatie, Grondwettelijk Hof en Raad van State.

  • Arrestatie: Tijdelijke vrijheidsberoving door politie of parket in verband met een strafbare daad. Vergelijkbaar met aanhouding.

  • Autonome probatiestraf: Een straf die onafhankelijk van andere sancties gegeven kan worden aan natuurlijke personen sinds 2016.

  • Beklaagde: Persoon die in een strafzaak voor verschijning is geroepen. Synoniem: betichte.

  • Bemiddeling (dader-slachtoffer): Bemiddeling door erkende, door de minister van Justitie benoemde bemiddelaars, gebaseerd op vrijwillige deelname van daders, slachtoffers en belanghebbenden. Bemiddeling heeft geen gevolgen voor de afhandeling van de strafvordering.

  • Benadeelde persoon: Een persoon die door een misdrijf schade heeft geleden. Het slachtoffer heeft informatiewerking tijdens de strafprocedure voor de vervolging en de beslissingen.

  • Beschikking: Beslissing van een onderzoeksgerecht, zoals de raadkamer. Geen vonnissen of arresten worden gemaakt.

  • Beschikking tot gevangenneming: Titel van vrijheidsbeneming. Deze is nodig om iemand die voor het hof van assisen verschijnt, in voorlopige hechtenis te houden.

  • Beschuldigde: Persoon die voor het hof van assisen schuldig is bevonden.

  • Beklaagde: Persoon die in een strafzaak voor verschijning is geroepen. Synoniem: betichte.

  • Beveiligingsmaatregel: Een sanctie bedoeld om de maatschappij te beschermen tegen iemand die gevaarlijk is voor de samenleving. Niet gebaseerd op schuld.

  • Bevel tot aanhouding: Beslissing van de onderzoeksrechter die het beginsel markeert van de voorlopige hechtenis. Moet binnen 24 uur na arrestatie worden afgegeven (verlenging mogelijk).

  • Bevel tot verlenging: Een verlenging van de termijn van 24 uur voor het bevel tot aanhouding, zoals vastgelegd in de wet.

  • Bewijskracht: De bindende kracht van een juridisch document.

  • Bewijswaarde: De geloofwaardigheid van een bewijsstuk gezien door de rechter.

  • Bewijswaarde: De geloofwaardigheid die de rechter toekent aan bepaalde bewijsmiddelen.

  • Bezwaren: Argumenten die worden aangedragen in een gerechtelijk onderzoek om iemand schuldig te achten.

  • Bijzondere opsporingsmethoden (BOM): Wettelijk omlijnde undercover technieken. Deze vereisen toezicht van de Procureur des Konings. Gevoelige informatie blijft geanonimiseerd.

  • Buitenvervolgingstelling: Beslissing van de raadkamer of kamer van inbeschuldigingstelling dat geen reden is om de verdachte te vervolgen.

  • Burgerlijke partij: Slachtoffer dat schadevergoeding vraagt van de dader.

  • Burgerlijke rechtsvordering: Een vordering voor schadevergoeding die door het slachtoffer wordt ingesteld.

  • CAP (Civielrechtelijk aansprakelijke partij): De partij (vaak een rechtspersoon) die mee aansprakelijk is voor de schade en gerechtskosten veroorzaakt door de dader.

  • Cassatieberoep: Beroep waarbij de rechterlijke beslissing zich focust op de procedurele validiteit en de interpretatie.

  • Cassatieberoep: Beroep tegen een rechtbankbeslissing tegen de beslissing geuit door een rechtsinstantie in hoger beroep.

  • COIV: Centraal Orgaan voor Inbeslagneming en Verbeurdverklaring. Een specifieke orgaan van het openbaar ministerie.

  • Collectief misdrijf: Een misdrijf bestaande uit verschillende gedragingen met één doel. De verjaring begint bij voltooiing van de reeks gedragingen.

  • Commissiedelict: Een misdrijven dat vereist dat er een overtreden verbod is vastgelegd.

  • Consignatie: Het bedrag in een voorafgaande strafprocedure dat het slachtoffer ter griffie dient ter dekkings van mogelijke gerechtskosten, bij een aanspraak op de strafrechter.

  • Constitutieve bestanddelen van een misdrijf: De vereisten (gedragingen en instellingen) vereist om een misdrijf als volledig strafbaar te erkennen, inclusief objectieve en subjectieve criteria.

  • Constitutieve elementen van het misdrijf: De benodigde bestanddelen voor een volledig strafbaar misdrijf (objectief + subjectief misdrijf, onrechtmatig en strafbaar).

  • Contraventionalisering: Het omzetten van een wanbedrijf in een overtreding, door minder strenge consequenties.

  • Correctionalisering: Het omzetten van een misdaad in een wanbedrijf door minder strenge gevolgen.

  • Custodiodelict: Een misdrijf dat gekenmerkt wordt door een handeling (in tegenstelling tot het omissiedelict).

  • Dader/verdachte/beschuldigde : De persoon die het misdrijf heeft gepleegd in een strafzaak, maar nog niet schuldig is verklaard.

  • Deelneming: De bijdrage van een persoon bij het plegen van een misdrijf, door samenwerking of ondersteuning. Dader- en medeplichtigen.

  • Deelnemingsopzet: De verdachte dient te weten en willen deelnemen aan het misdrijf. Onopzettelijke deelneming is niet strafbaar.

  • Delict: Een strafbaar misdrijf.

  • Delictstypiciteit: De vereiste bestanddelen van een misdrijf om strafbaar te zijn, zowel objectief als subjectief.

  • Denaturatie: Het wijzigen van de strafcategorie van een misdrijf in een minder zware misdrijfsoort (wanbedrijf of overtreding).

  • Discretionaire macht van de voorzitter: De macht van de voorzitter van het hof van assisen tijdens het debat.

  • Doodslag: Het opzettelijk of onopzettelijk veroorzaken van de dood van een ander.

  • Dronkenschap: Een mentale toestand ongeschikt voor het besturen van een voertuig, veroorzaakt door alcohol, drugs of medicijnen.

  • Drukpersmisdrijven: Misbruik van het recht van vrije meningsuiting, bestraft met een misdrijf.

  • Dwaling: Een misvatting over feiten of rechtsregels die als rechtvaardigingsgrond kan dienen.

  • Dwang: Schuld kan worden uitgesloten wanneer de dader werd gedwongen door een externere macht.

  • Eendaadse samenloop: Een gedraging die aan meerdere delictstypische omstandigheden voldoet.

  • Eenheid van opzet: Gemeenschappelijk doel voor een serie misdrijven.

  • Enkelvoudig misdrijf: Een misdrijf bestaande uit één strafbare gedraging.

  • Externe rechtspositie: De rechten en plichten van iemand die vastzit in een gevangenis, wanneer ze toestemming krijgen voor de gevangenis te verlaten (proeftijd of verlof).

  • Familie-affaire: Een affaire binnen een familie-verband met een misdrijf-gerelateerde uitkomst (bv. familieverlating).

  • Familieverlating: Een misdrijf waarbij een persoon de verantwoordelijkheid voor familie verliet.

  • Gewoontemisdrijf: Een misdrijf waarbij handelingen herhaald worden, die niet per se zelf strafbaar zijn, maar herhaaldelijk gevaarlijke of hinderlijke gebeurtenissen veroorzaken.

  • Gezag van gewijsde: Een rechterlijk vonnis dat niet meer aangevochten kan worden.

  • Geestesstoornis: Een verstoring van geestelijke capaciteiten die de toerekeningsvatbaarheid kan beïnvloeden.

  • Geldboete: Een financiële straf.

  • Gevaarlijk gedrag als drijfveer voor misdrijven: Een reden voor een misdrijf, die in overeenstemming is met de aard van de samenleving.

  • Gerechtelijk onderzoek: Onderzoek naar misdrijven onder leiding en toezicht van de onderzoeksrechter (opsporings- en bewijsmateriaal).

  • Gevangenisstraf: Een straf die uitgevoerd wordt in een gevangenis. (Politie, correctioneel, crimineel).

  • Gezag van gewijsde: Een uitspraak die niet meer aangevochten kan worden.

  • Gewoontemisdrijf: Herhaalde handelingen, ondanks niet per se zelf strafbaar, kunnen als misdrijven worden gezien als ze schadelijk of gevaarlijk zijn.

  • Gedwongen verplaatsing: De verplichte verplaatsing van een persoon, gebaseerd op een juridische beslissing.

  • Gezag van gewijsde: Dit verwijst naar een definitieve rechterlijke uitspraak.

  • Groepsverkrachting: Een misdrijf waarbij een persoon geweld aandoet aan een andere persoon (in een groep).

  • Groepen die misdaden plegen: Een groep mensen die een misdrijf hebben gepleegd.

  • Hoofdfeit: Het feit dat rechtstreeks het misdrijf constitueert.

  • Hoger beroep: Een procedure om het vonnis van een lagere rechtbank door een hoger gerecht te laten bekijken.

  • Hotspot: Plaatselijke concentratie van criminaliteit/misdrijven.

  • Hoofddader: De persoon die rechtstreeks het misdrijf heeft gepleegd.

  • Hoofdmisdrijf: Het hoofdmisdrijf is het oorspronkelijke misdrijf dat is veroorzaakt door de dader, waarvan mededaders een bijdrage hebben geleverd.

  • Hoofdstuk van de strafwet: Het hoofdstuk in de strafwetteksten waarin de verschillende types misdrijven zijn beschreven.

  • Hoofdstraf: De basistrafsancties.

  • Huiselijk geweld: Geweld binnen het familieverband.

  • Huiszoeking: Het onderzoeken van een ruimte door de politie om aanwijzingen voor een misdrijf te vinden, gebaseerd op een relevante huiszoekingsorder.

  • Heterdaad: Een misdrijf dat gepleegd wordt wanneer de verdachte wordt aangehouden.

  • Inbeschuldigingstelling: Een beslissing van de kamer van inbeschuldigingstelling (onderdeel van een hof van beroep).

  • Inbeslagname: Een strafrechtelijke maatregel waarmee een object of goed wordt ingenomen om evidenceverwerving mogelijk te maken.

  • In dubio pro reo: Het principe dat de verdachte voordeel heeft van twijfel in een strafzaak, wanneer voldoende bewijs ontbreekt.

  • Inzage: Het recht om stukken van een dossier te bekijken.

  • Internering: Een beveiligingsmaatregel voor personen met een geestesstoornis, opgelegd door gerechtelijke instanties.

  • Inrijding: Een misdrijf waarbij een persoon in een voertuig slachtoffer is van het ongeval door een rijdend voertuig.

  • Investering: Het inzetten van geld-middelen/middelen, gepland voor later gebruik.

  • Inverdenkinggestelde: Een persoon wiens betrokkenheid in een misdrijf is onderzocht. Vergelijkbaar met verdachte/beschuldigde.

  • Invrijheidstelling: De vrijlating van iemand uit hechtenis.

  • Inzage: Het recht om bepaalde documenten of dossiers te raadplegen of te bekijken.

  • Jury: Een groep burgers die worden gekozen om te beslissen over feitelijke zaken in een proces.

  • Kamer van Inbeschuldigingstelling: De beslissingen over verdachten, internering of opschorting van de zaken, die de Kamer v. inbeschuldigingstelling maakt.

  • Klacht: De aangifte van een slachtoffer tegen een dader.

  • Klachtmisdrijf: Misdrijven waarbij een officieel geformuleerde klacht door slachtoffer of bevoegd persoon nodig is voor vervolging.

  • Koeppelmisdrijf: Een misdrijf dat bestaat uit een rij van opeenvolgende misdrijven, die samen een misdrijf vormen. De verjaring zal beginnen na voltooiing van het totaalmisdrijven.

  • Kracht van gewijsde: Een rechterlijk vonnis (of beslissing) niet meer aan te vechten.

  • Krankzinnigheid: Een ernstige geestesstoornis.

  • Kwalificatie: Het identificeren van een misdrijf aan de hand van de relevante wettelijke bepalingen.

  • Lagere rechtbanken: De rechtbanken die verantwoordelijk zijn voor zaken met minder zwaar misdrijven, zoals misdrijven.

  • Leed veroorzaken: Oorzaken of opleggen van pijn/ongeluk/nadeel als effect van een misdrijf.

  • Maatschappijrisico's: De risico's voor de samenleving door het misdrijf dat werd gepleegd.

  • Maatregelen van bewaring, behoeding en opvoeding: Opvoedingsmaatregelen voor minderjarigen met een misdrijfgeschiedenis.

  • Magistratuur: De juridische instantie verantwoordelijk voor de uitspraak/gerechter van een misdrijf, opgedeeld in staande en zittende.

  • Mededader: Iemand die deelneemt aan een misdrijf, maar een essentiële rol speelt bij het plegen ervan, met dezelfde straf als de hoofddader.

  • Medeplichtige: Iemand die deelneemt aan een misdrijf met een minder cruciale rol dan de mededader.

  • Meldpunt: Een vastgesteld informatielokatie om meldingen van misdrijven aan te melden aan de overheid.

  • Minnelijke schikking (MSB): Een akkoord tussen het OM en de verdachte om een misdrijf niet langer te vervolgen, onder voorwaarden (bv. schadevergoeding).

  • Mini-instructie: Instructie door de procureur des Konings naar de onderzoeksrechter, voor beperkte onderzoeksmaatregelen (niet instellen van een gerechtelijk onderzoek).

  • Misdaad: Het zwaarste type misdrijf, bestraft met een criminele straf.

  • Misdrijf: Een strafbaar feit.

  • Misdrijfveronderstelling: Een beslissing in een strafdossier waarbij het misdrijf van een verdachte wordt aangenomen (vermoed).

  • Moord: Opzettelijke doodslag met voorbedachten rade.

  • Natuurlijke persoon: Een persoon in specifiek juridische terminologie (in tegenstelling tot een rechtspersoon).

  • Ne bis in idem: Niet twee keer voor hetzelfde misdrijf worden vervolgd.

  • Nietigheid: Een akte, handeling of beslissing die juridisch ongeldig is, met terugwerkende kracht.

  • Noodweer: Een rechtvaardigingsgrond voor gebruik van geweld uit zelfverdediging. De gebruikte mate van geweld moet proportioneel zijn.

  • Noodtoestand: Rechtvaardigingsgrond in uitzonderlijke situaties, waar een specifieke dreiging de normale wetten en regels overstijgt.

  • Noodzakelijkheid van de opsporing: Een reden voor misdrijven om verschillende verklaringen, handelingen of gebeurtenissen in verband te brengen met een bepaald onderzoek.

  • Noodzakelijkheid, bevoegdheid tot strafuitvoeringsrecht: Een reden waarom bepaalde machtigen, voor misdrijven straf-toemeting beslissingen moeten nemen.

  • Onachtzaamheid: Een gebrek aan zorgvuldigheid wat tot schade kan leiden.

  • Omissiedelict: Misdrijf waarbij iemand niets doet terwijl een verplichting tot handelen bestond.

  • Onderzoeksgerecht(en): In eerste aanleg de raadkamer, in tweede aanleg de kamer van inbeschuldigingstelling, die beoordelen of een zaak naar het vonnisgerecht (Hof van Assisen of Correctionele rechtbank) verwezen moet worden.

  • Onderzoeksrechter: De rechter die het gerechtelijk onderzoek leidt.

  • Onmiddellijke aanhouding: Tijdelijke vrijheidsberoving na veroordeling, voor vluchtgevaar.

  • Onoverkomelijke dwaling: Vergissing die door elke redelijk persoon in dezelfde situatie gemaakt zou worden.

  • Opdeciemen: De verhoging van geldboetes om de prijsaanpassingen sinds de invoering van de geldboete in rekening te brengen.

  • Openbaar Ministerie: De instantie die de strafrechtelijke vervolging en de uitvoering van straffen vertegenwoordigt.

  • Opgeloste misdrijven: Misdrijven die zijn opgelost/affronteert met een oplossing/affrontaanpak.

  • Opschorting: Een tijdelijke uitstel of onderbreking van de uitvoeringsfase van een straf, onder voorwaarde van probatie.

  • Opsluiting: De criminele straf in de enge betekenis van het woord (uitvoering in een gevangenis).

  • Opsporingsonderzoek: Onderzoek naar misdrijven, door het openbaar ministerie, om de daders en bewijzen te achterhalen.

  • Opzet: Willens en wetens een misdrijf plegen, met het bewustzijn van de onrechtmatigheid.

  • Overmacht: Rechtvaardigingsgrond wanneer iemand ondanks hun wens door externe omstandigheden niet anders kunnen dan een verboden handeling stellen.

  • Overtreding: Het minst zware type misdrijf wat leidt tot een politiestraf.

  • Parket: Een alternatieve naam voor het Openbaar Ministerie.

  • Persoonlijke gegevens: Persoonsgegevens van relevante personen, betrokken bij het onderzoek van criminaliteiten.

  • Politiek misdrijf: Misdrijven met een politieke bedoeling.

  • Positief injunctierecht: Recht van de minister van Justitie om het OM te dwingen een strafvordering in te stellen.

  • Poging: Een misdrijf dat niet volledig is voltrokken, maar alsnog strafbaar is.

  • Politierechtbank: Rechtbank die bepaalde zaken voert in eerste aanleg, binnen de politie.

  • Politionele provocatie: De politie lokt misdrijf uit door de verdachte provocatie in te zetten.

  • Proactieve recherche: Opsporingsonderzoek gericht op preventie van mogelijke criminaliteit.

  • Probatie: Een voorwaarden verbonden aan opschorting van de straf. De veroordeelde moet zich aan bepaalde voorwaarden houden.

  • Probatie – Voorwaarde opgelegd aan een veroordeelde die niet meteen in de gevangenis moet of kan; bijvoorbeeld om zich aan bepaalde gedragingen te houden of om een opleiding te volgen.

  • Procureur des Konings: Magistraat van het openbaar ministerie die de strafprocedure aanstuurt, niet met dwangmaatregele.

  • Raadkamer: Onderzoeksgerecht in eerste instantie (verantwoordelijk voor de voorlopige hechtenis).

  • Rechtspersoon: Juridische entiteiten (bv. bedrijven) die strafrechtelijk aansprakelijk kunnen zijn voor misdrijven.

  • Rechtvaardigingsgrond: Omstandigheid dat een delictstypische, maar verder onrechtmatige daad, gerechtvaardigd kan zijn.

  • Recidive (herhaling): Iemand wordt veroordeeld voor een nieuw misdrijf nadat ze al eerder veroordeeld werden.

  • Redelijke termijn: De tijd die redelijkerwijze nodig is voor veroordeling na aanhouding.

  • Regeling van rechtspleging: De procedurele fase aan het eind van het gerechtelijk onderzoek (na het opsporingsonderzoek).

  • Roofmoord: Slachtoffer wordt gedood om iets te stelen.

  • Samenloop: Wanneer een verdachte voor verschillende misdrijven tegelijkertijd vervolgd wordt.

  • Samenloop - meerdere misdrijven van dezelfde persoon.

  • Schadevergoeding: Een uitspraak in de rechtbank van schadevergoedingen aan de slachtoffers.

  • Schuldig verzuim: Een verzuim waarbij de dader zich bewust was van het gevaar en de gevolgen van zijn inactiviteit.

  • Schuldig Verzuim – Verantwoordelijkheid van de dader voor een niet-uitgevoerde handeling, ondanks die handeling noodzakelijk was.

  • Schuldigverklaring: Beslissing van de rechtbank waarin een verdachte schuldig wordt bevonden.

  • Schorsing van verjaringstermijn: Tijdelijke stilstand van de verjaringstermijn.

  • Schuld: Verantwoordelijkheid van de verdachte voor de misdaad, vastgesteld door de rechtbank.

  • Schulduitsluitingsgrond: Omstandigheid die de schuld opheft.

  • Seponering: Beslissing van het Openbaar Ministerie om een strafrechtelijke vervolging te staken.

  • Slachtofferfonds: Een fonds dat slachtoffers van misdrijven ondersteunt, indien de dader niet over voldoende middelen beschikt.

  • Sociaal Strafwetboek: Een wettelijk document dat de principes en mechanismen omschrijft ten aanzien van strafvervolging van feiten met impact op de sociale orde.

  • Staande magistratuur: De vervolgende instantie (bijvoorbeeld het openbaar ministerie/park).

  • Straf: De gevolgtrekking die een rechter kiest, ter sanctivering van een misdrijf.

  • Strafbemiddeling: Een overeenkomst tussen het OM en de verdachte die strafvordering stopzet, mits specifieke afspraken (schadeherstelling).

  • Strafuitvoeringsrechtbank: Instantie die de uitvoering van straffen regelt.

  • Strafvordering: De procedure van opsporing en vervolging van een misdrijf.

  • Strafvordering: Procedure van opsporing, vervolging en berechting van een strafbaar feit.

  • Stuiting: Het terugbrengen van de verjaringstermijn tot nul, waardoor er een nieuwe periode van verjaring te starten valt.

  • Subjectieve delictsbestanddelen: Aspecten die het mentaal element van misdrijf bepalen.

  • Subjectieve omstandigheden: Factoren die de dader bezitten.

  • Samenhang (van een procedure): De relatie (verbanden) tussen meerdere delictszaken voor één of meerdere daders.

  • Samenloop van misdrijven: Gebeurt indien een enkelvoudig feit voldoet aan meerdere misdrijfskwalificaties, wordt de zwaarste sanctie toegepast (art. 65 Sw.).

  • Schadevergoeding – Een bijkomende financiële betaling aan het slachtoffer van een misdrijf, bovenop de straf (indien het slachtoffer zich als burgerlijke partij heeft ingeschreven).

  • Schorsing van de verjaringstermijn: Periode waarin de tijd voor een verjaring stilgelegd wordt.

  • Schuld: De verantwoordelijkheid van de dader voor hun misdrijf.

  • Schuldmisdrijf – Een misdrijf waarbij de dader (wetens en willens) een fout pleegt en schuldig is aan de misdaad (in tegenstelling tot onachtzaamheid).

  • Schulduitsluitingsgrond: Een omstandigheid die inhoudt dat de dader niet strafrechtelijk verantwoordelijk is, ondanks het plegen van een feitelijk misdrijf (bv. noodweer, dwaling).

  • Seponering: Een beslissing van het openbaar ministerie om geen strafvordering in te stellen.

  • Slachtofferfonds: Een speciaal fonds voor het verkrijgen van financiële schadevergoedingen voor daders van geweld, enkel bij afwezigheid van andere economische middelen.

  • Sociaal Strafwetboek: Een document dat de sociale impact van misdrijven en de daaruit voortvloeiende straffen beschrijft.

  • Staande Verantwoordelijkheid – Voortkomend uit het strafrecht, de instantie die verantwoordelijkheid draagt voor de strafrechtelijke vervolgingsmaatregelen van daders.

  • Strafbemiddeling: Een vrijwillige procedure tussen slachtoffer en dader om een overeenkomst te sluiten voor het herstel van de schade of de terugbetaling ervan.

  • Strafuitsluitingsgrond: Een element in de strafrechtelijke context dat de dader van een misdrijf vrijpleit van schuld.

  • Strafuitvoeringsrechtbank: Een rechtbank die controleert over de uitvoering van een straf(en) buiten de gevangenis.

  • Strafvordering: De procedure dat misdrijven aangevorderd worden in de strafprocedure, aan de rechter.

  • Stuiting: De stopzetting en herstart van de tijd voor de verjaringstermijn.

  • Terugbetaling: Een betaling van financieel schade die de persoon in schuld heeft veroorzaakt.

  • Tenuitvoerlegging: De uitvoering van een rechterlijke strafrechtelijke beslissing.

  • Terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank: Beveiligingsmaatregel voor specifieke misdrijven, dader onder toezicht van strafuitvoeringsrechtbank.

  • Theoretisch misdrijf: Aangeven dat een specifieke daad een theoretisch gevaar vormt voor de samenleving.

  • Toerekeningsvatbaarheid – De mate waarin iemand verantwoordelijk is voor zijn/haar gedragingen, en kunnen worden gestraft.

  • Uitlokking: Het aanzetten van iemand tot een misdrijf.

  • Uitstel: Onderbreking van strafuitvoeringsfase.

  • Verstek: Afwezigheid van een partij in een rechtszaak zonder geldige reden.

  • Verbeurdverklaring: Een maatregel waarmee een goed word van de verdachte overgenomen.

  • Verdachte: Een persoon die ervan verdacht wordt een misdrijf te hebben gepleegd.

  • Verjaring: De periode waarin de strafrechtelijke vervolging van een misdrijf afloopt.

  • Vermoeden van onschuld: De verdachte is onschuldig tot het tegendeel bewezen is.

  • Verzet: Gerechtelijk procesmiddel om een beslissing aan te vechten.

  • Verzuimsmisdrijf: Misdrijf waarbij men iets nalaat wat men wel had moeten doen, met bewustzijn.

  • Verzachtende omstandigheden: Omstandigheden die de straf kunnen verlagen.

  • Verzwarende omstandigheden: Omstandigheden die de straf kunnen verhogen.

  • Vrijspraak: Een rechterlijke beslissing dat de verdachte onschuldig is verklaard.

  • Vrijheidsstraf: Straf die een beperking van de vrijheid van het individu met zich meebrengt.

  • Vrijheidsberoving: Het ontnemen van iemands vrijheid.

  • Voorbedachte raad: De verzwarende omstandigheid dat er een tijdspad is geweest voor de daders om te plannen en uit te voeren.

  • Voorlopige hechtenis (PH): Tijdelijke vrijheidsberoving tijdens het onderzoek.

  • Voorlopige hechtenis: De tijdelijke gevangenneming van een verdachte tijdens het gerechtelijk onderzoek.

  • Vluchtgevaar: Wanneer er een reële angst is dat de verdachte zal vluchten voor de rechtvaardigheid. Eén van de redenen voor voorlopige hechtenis.

  • Voorwaardelijke invrijheidstelling: De veroordeelde mag tijdens de proefperiode de gevangenis verlaten, mits voorwaarden naleven.

  • Voorrecht van rechtsmacht: Recht van bepaalde gerechtspersonen (bv. vrederechters, politierechters) om enige specifieke soorten misdrijven in eerste aanleg/indien-laatste-aanleg te behandelen.

  • Voorwaarden: De voorwaarde die aan de veroordeelde (misdadiger) worden opgelegd, bij veroordeling tot een straf-sanctie onder bepaalde voorwaarden.

  • Voortdurend misdrijf: Misdrijf dat van korte duur is, maar aanhoudend. De verjaring start pas wanneer de toestand eindelijk geëindigd is.

  • Voortgezet misdrijf: Een reeks van hetzelfde soort misdrijven binnen een korte periode, die samen één misdrijf vormen.

  • Voortzetting van strafuitvoering of -maatregel: Het handhaven van een straf of maatregel gedurende de ingestelde periode.

  • Vrijheid onder voorwaarden: Vrijlating uit gevangenis, mits naleving van voorwaarden gedurende proeftijd.

  • Vonnis: De definitieve beslissing van de rechtbank in een strafzaken.

  • Voorwaardelijke invrijheidstelling: Deel van de gevangenisstraf wordt uitgestelt; aan voorwaarden gebonden.

  • Vrijetijd misdrijf: Misdrijven gepleegd tijdens vrije/vrijetijd/onverwachte momenten.

  • Vrijheidsstraf: Straf met een beperking van je vrijheid.

  • Vrijspraak: Verklaard onschuldig van een misdrijf door de rechtbank, het einde van vrijheid-afnemende straf.

  • Wanbedrijf: Een misdrijf tussen een misdaad en een overtreding. Correctionele straf

  • Wederrechtelijkheid: Iets dat de wetgeving schendt of anderszins tegen een recht/normen, onrechtmatig.

  • Wettelijk verzet: Een rechtvaardigingsgrond (rechtmatige zelfverdediging) tegen onrechtmatiger overheidsoptreden.

  • Wettige verdediging: Een rechtvaardigingsgrond (noodweer) wanneer iemand zichzelf of een ander beschermt tegen een illegale bedreiging, met proportioneel geweld.

  • Werkstraf: Een straf die bestaat uit werken in plaats van een gevangenisstraf.

  • Wettige rechtvaardigingsgrond: Rechtmatige reden om een strafrechtelijke daad uit te voeren.

  • Zuivering van nietigheden: Procedure om juridisch ongeldige handelingen en uitspraken uit te sluiten.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Description

Test je kennis over strafrecht en alcoholintoxicatie in deze quiz. Beantwoord vragen over juridische termen, definities en de impact van alcohol op de wetgeving. Dit is een perfecte kans om je begrip van deze belangrijke onderwerpen te versterken.

More Like This

Criminal Law Basics Quiz
40 questions
CONNECTICUT Criminal Law Flashcards
30 questions
Código Penal: Conducción y Alcohol
48 questions
Use Quizgecko on...
Browser
Browser