Podcast
Questions and Answers
Welke grafiek is het meest geschikt voor het weergeven van kwantitatieve variabelen?
Welke grafiek is het meest geschikt voor het weergeven van kwantitatieve variabelen?
- Histogram (correct)
- Lijndiagram
- Staafdiagram
- Taartdiagram
Een histogram en een frequentiepolygoon zijn hetzelfde type grafiek.
Een histogram en een frequentiepolygoon zijn hetzelfde type grafiek.
False (B)
Wat toont een scatterplot aan?
Wat toont een scatterplot aan?
Het verband tussen twee variabelen.
Een ____________ toont de frequenties van verschillende categorieën van nominale of ordinale variabelen.
Een ____________ toont de frequenties van verschillende categorieën van nominale of ordinale variabelen.
Waarom is een staafdiagram vaak beter dan een taartdiagram?
Waarom is een staafdiagram vaak beter dan een taartdiagram?
Koppel de grafiek aan de juiste kenmerken:
Koppel de grafiek aan de juiste kenmerken:
Een taartdiagram is de beste keuze om te laten zien hoe frequentie verhoudingen zijn in een dataset.
Een taartdiagram is de beste keuze om te laten zien hoe frequentie verhoudingen zijn in een dataset.
Wat is een belangrijk kenmerk van een polygoon?
Wat is een belangrijk kenmerk van een polygoon?
Welke maatstaf is niet geschikt voor nominale data?
Welke maatstaf is niet geschikt voor nominale data?
De mediaan kan worden gebruikt voor ordinale data.
De mediaan kan worden gebruikt voor ordinale data.
Wat is een uitschieter in data?
Wat is een uitschieter in data?
Voor interval en ratio data kan je de ______________ berekenen indien de data discreet is.
Voor interval en ratio data kan je de ______________ berekenen indien de data discreet is.
Wat is een belangrijk kenmerk van het gemiddelde in vergelijking met de mediaan?
Wat is een belangrijk kenmerk van het gemiddelde in vergelijking met de mediaan?
Koppel de gegevenssoorten aan de geschikte statistische maatstaven:
Koppel de gegevenssoorten aan de geschikte statistische maatstaven:
Uitschieters hebben geen invloed op de modus.
Uitschieters hebben geen invloed op de modus.
De ______________ is de score die in het midden van een set geordende data ligt.
De ______________ is de score die in het midden van een set geordende data ligt.
Wat is de waarde van het eerste kwartiel in de gegeven dataset?
Wat is de waarde van het eerste kwartiel in de gegeven dataset?
De interkwartielafstand wordt beïnvloed door extreme scores of outliers.
De interkwartielafstand wordt beïnvloed door extreme scores of outliers.
Wat is de formule om de interkwartielafstand te berekenen?
Wat is de formule om de interkwartielafstand te berekenen?
De mediaan van de bovenste helft van de scores is ______.
De mediaan van de bovenste helft van de scores is ______.
Koppel de volgende termen aan hun definitie:
Koppel de volgende termen aan hun definitie:
Wat kan je concluderen als de afwijkingen van de scores ten opzichte van het gemiddelde klein zijn?
Wat kan je concluderen als de afwijkingen van de scores ten opzichte van het gemiddelde klein zijn?
De totale afwijking van een dataset kan nooit nul zijn.
De totale afwijking van een dataset kan nooit nul zijn.
Wat is de interkwartielafstand in dit voorbeeld?
Wat is de interkwartielafstand in dit voorbeeld?
Wat geeft een hoge standaardafwijking aan in een dataset?
Wat geeft een hoge standaardafwijking aan in een dataset?
Een standaardafwijking van nul betekent dat er een variatie in de scores is.
Een standaardafwijking van nul betekent dat er een variatie in de scores is.
Welke spreidingsmaat wordt meestal gebruikt voor interval en ratio data?
Welke spreidingsmaat wordt meestal gebruikt voor interval en ratio data?
De interkwartielafstand is meestal de voorkeur voor ___________ data.
De interkwartielafstand is meestal de voorkeur voor ___________ data.
Koppel de spreidingsmaat aan het type data:
Koppel de spreidingsmaat aan het type data:
Wat biedt een box-plot aan?
Wat biedt een box-plot aan?
De standaardafwijking is altijd de beste keuze voor elke dataset.
De standaardafwijking is altijd de beste keuze voor elke dataset.
Wat betekent het als het gemiddelde representatief is voor de scores?
Wat betekent het als het gemiddelde representatief is voor de scores?
Wat betekent het als het betrouwbaarheidsinterval de nulhypothesewaarde bevat?
Wat betekent het als het betrouwbaarheidsinterval de nulhypothesewaarde bevat?
Als de P-waarde kleiner is dan 0,05, kan de nulhypothese verworpen worden.
Als de P-waarde kleiner is dan 0,05, kan de nulhypothese verworpen worden.
Wat is de betekenis van Cohen's d in de context van effectgrootte?
Wat is de betekenis van Cohen's d in de context van effectgrootte?
Een __-zijdige P-waarde wordt berekend als de alternatieve hypothese een richting aangeeft.
Een __-zijdige P-waarde wordt berekend als de alternatieve hypothese een richting aangeeft.
Wat moet je doen met de P-waarde in geval van een tweezijdige test?
Wat moet je doen met de P-waarde in geval van een tweezijdige test?
Als de t-statistiek niet in overeenstemming is met de alternatieve hypothese, moet je de nulhypothese verwerpen.
Als de t-statistiek niet in overeenstemming is met de alternatieve hypothese, moet je de nulhypothese verwerpen.
Koppel de termen aan hun juiste beschrijving:
Koppel de termen aan hun juiste beschrijving:
Wat geeft de effectgrootte aan?
Wat geeft de effectgrootte aan?
Wat is de nulhypothese (H0) voor de paired samples t-test in dit geval?
Wat is de nulhypothese (H0) voor de paired samples t-test in dit geval?
De werkgever test een eenzijdige hypothese om de tevredenheid van werknemers te vergelijken.
De werkgever test een eenzijdige hypothese om de tevredenheid van werknemers te vergelijken.
Wat is het significantieniveau (α) dat door de werkgever is ingesteld?
Wat is het significantieniveau (α) dat door de werkgever is ingesteld?
De P-waarde voor een tweezijdige test moet worden _____ om de eenzijdige P-waarde te verkrijgen.
De P-waarde voor een tweezijdige test moet worden _____ om de eenzijdige P-waarde te verkrijgen.
Koppel de belangrijkste concepten aan hun beschrijvingen:
Koppel de belangrijkste concepten aan hun beschrijvingen:
Wat geeft een P-waarde aan die kleiner is dan 0,05?
Wat geeft een P-waarde aan die kleiner is dan 0,05?
Wat is het gemiddelde verschil in typsnelheid na zes maanden volgens de steekproef?
Wat is het gemiddelde verschil in typsnelheid na zes maanden volgens de steekproef?
De gemiddelde tevredenheid van werknemers na zes maanden is altijd hoger dan bij aanwerving.
De gemiddelde tevredenheid van werknemers na zes maanden is altijd hoger dan bij aanwerving.
Flashcards
Histogram
Histogram
Een grafiek die kwantitatieve gegevens weergeeft met staven, waarbij de hoogte van elke staaf de frequentie van de corresponderende waarde aangeeft.
Frequentiepolygoon
Frequentiepolygoon
Een grafiek die kwantitatieve gegevens weergeeft met punten die verbonden zijn door lijnen, waarbij de hoogte van de punten de frequentie van de corresponderende waarde aangeeft.
Staafdiagram
Staafdiagram
Een grafiek die kwalitatieve gegevens weergeeft met staven, waarbij de hoogte van elke staaf de frequentie van de corresponderende categorie aangeeft.
Taartdiagram
Taartdiagram
Signup and view all the flashcards
Scatterplot
Scatterplot
Signup and view all the flashcards
Kwantitatieve variabele
Kwantitatieve variabele
Signup and view all the flashcards
Kwalitatieve variabele
Kwalitatieve variabele
Signup and view all the flashcards
Interval/ratio meetschaal
Interval/ratio meetschaal
Signup and view all the flashcards
Nominale data
Nominale data
Signup and view all the flashcards
Modus
Modus
Signup and view all the flashcards
Ordinale data
Ordinale data
Signup and view all the flashcards
Mediaan
Mediaan
Signup and view all the flashcards
Interval/Ratio data
Interval/Ratio data
Signup and view all the flashcards
Gemiddelde
Gemiddelde
Signup and view all the flashcards
Outlier
Outlier
Signup and view all the flashcards
Invloed van Outliers op centrummaten
Invloed van Outliers op centrummaten
Signup and view all the flashcards
Eerste kwartiel (Q1)
Eerste kwartiel (Q1)
Signup and view all the flashcards
Derde kwartiel (Q3)
Derde kwartiel (Q3)
Signup and view all the flashcards
Interkwartielafstand (IQR)
Interkwartielafstand (IQR)
Signup and view all the flashcards
Variantie
Variantie
Signup and view all the flashcards
Kwantielen
Kwantielen
Signup and view all the flashcards
Afwijking
Afwijking
Signup and view all the flashcards
Standaardafwijking
Standaardafwijking
Signup and view all the flashcards
Kleine standaardafwijking
Kleine standaardafwijking
Signup and view all the flashcards
Grote standaardafwijking
Grote standaardafwijking
Signup and view all the flashcards
Spreidingsmaat
Spreidingsmaat
Signup and view all the flashcards
Interkwartielafstand
Interkwartielafstand
Signup and view all the flashcards
Boxplot
Boxplot
Signup and view all the flashcards
Statistische Significantie
Statistische Significantie
Signup and view all the flashcards
Betrouwbaarheidsinterval
Betrouwbaarheidsinterval
Signup and view all the flashcards
Nulhypothese
Nulhypothese
Signup and view all the flashcards
Alternatieve Hypothese
Alternatieve Hypothese
Signup and view all the flashcards
P-waarde
P-waarde
Signup and view all the flashcards
Eenzijdige P-waarde
Eenzijdige P-waarde
Signup and view all the flashcards
Effectgrootte
Effectgrootte
Signup and view all the flashcards
Cohen's d
Cohen's d
Signup and view all the flashcards
Paired Samples t-test
Paired Samples t-test
Signup and view all the flashcards
Hypothese toetsen
Hypothese toetsen
Signup and view all the flashcards
Nulhypothese (H0)
Nulhypothese (H0)
Signup and view all the flashcards
Alternatieve hypothese (H1)
Alternatieve hypothese (H1)
Signup and view all the flashcards
Tweezijdige hypothese
Tweezijdige hypothese
Signup and view all the flashcards
Significantieniveau (α)
Significantieniveau (α)
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Inleiding tot de statistiek
- Statistiek gaat over het verzamelen van data en het zoeken naar verklaringen voor die data.
- Kwalitatieve onderzoeksmethoden worden gebruikt wanneer de gegevens tekst of woorden bevatten.
- Kwantitatieve onderzoeksmethoden worden gebruikt wanneer de gegevens cijfers bevatten.
Het onderzoeksproces
- Een onderzoeksproces begint met het formuleren van een onderzoeksvraag.
- Belangrijk is dat de vraag ondubbelzinnig wordt geformuleerd.
- De onderzoeksvraag kan voortkomen uit observaties van de wereld.
- Observaties kunnen door middel van literatuurstudie worden geanalyseerd.
- Een theorie moet worden geraadpleegd om meer inzicht te verkrijgen.
De populatie (waar je het op doet)
- Populatie:= Een theoretische groep waarover conclusies moeten worden getrokken (bv. klanten, studenten).
Genereer een hypothese
- Hypothese = een vooropgestelde verklaring voor een beperkt fenomeen of reeks waarnemingen.
- Een hypothese verschilt van een theorie, omdat een theorie een breder fenomeen probeert te verklaren en die al is getest, terwijl een hypothese een nauwer fenomeen is die nog niet is getest.
Verzamelen van data om hypothese te testen
- Dataset = verzameling van gegevens die aan elkaar gekoppeld zijn.
- Variabele = alles dat gemeten kan worden en tussen entiteiten of in de tijd kan variëren.
- Case = gegevens van één bron van één of meer variabelen.
Soorten variabelen
- Kwalitatief (categorisch) = bestaat uit categorieën en een entiteit kan slechts in één categorie worden geplaatst (vb. geslacht, kleur).
- Kwantitatief (scale) = bestaat uit numerieke weergave (vb. lengte, gewicht, leeftijd).
Meetniveaus
- Nominaal = geen specifieke volgorde (vb. geslacht).
- Ordinaal = wel een specifieke volgorde, maar met geen gelijke intervallen (vb. opleiding).
- Interval = een specifieke volgorde met gelijke intervallen, maar geen absoluut nulpunt (vb. temperatuur, jaar).
- Ratio = een specifieke volgorde met gelijke intervallen en een absoluut nulpunt (vb. gewicht, lengte).
Classificatie kwantitatieve variabele
- Discreet = een eindig aantal mogelijke waarden (vb. aantal leerlingen in een klas).
- Continu = een oneindig aantal mogelijke waarden (vb. leeftijd).
Directe en indirecte meetbare variabelen
- Directe meetbare variabelen = kunnen makkelijk gemeten worden (vb. lengte, gewicht).
- Indirecte meetbare variabelen = complexere kenmerken die niet rechtstreeks kunnen worden gemeten (vb. intelligentie, geluk).
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.