Podcast
Questions and Answers
Wat is een kenmerk van een staat volgens het internationale recht?
Wat is een kenmerk van een staat volgens het internationale recht?
- Een staat is alleen een organisatie van ambtenaren.
- Een staat kan geen geweld toepassen.
- Een staat heeft altijd een monarchie.
- Een staat moet vier vereisten hebben: een afgebakend territorium, bevolking, effectief gezag en internationale betrekkingen. (correct)
Wat bevat het staatsrecht voornamelijk?
Wat bevat het staatsrecht voornamelijk?
- De procedures voor de inrichting van lagere overheden.
- Regels omtrent strafrecht.
- De organisatie van de overheid en de verhouding tussen de staat en zijn burgers. (correct)
- De regels voor privaatrechtelijke overeenkomsten.
Wat houdt de constituerende functie van het staatsrecht in?
Wat houdt de constituerende functie van het staatsrecht in?
- Het instellen van een overheidsorganisatie. (correct)
- Het bepalen van de rechten van consumenten.
- Het opstellen van regels voor het burgelijk recht.
- Het vaststellen van strafrechtelijke normen.
Welke uitspraak over het geweldsmonopolie van de staat is juist?
Welke uitspraak over het geweldsmonopolie van de staat is juist?
Wat is een belangrijke ontwikkeling in de moderne staten vergeleken met vroeger?
Wat is een belangrijke ontwikkeling in de moderne staten vergeleken met vroeger?
Welke functie van het staatsrecht houdt in dat het de machtsuitoefening van de staat regelt?
Welke functie van het staatsrecht houdt in dat het de machtsuitoefening van de staat regelt?
Wat is één van de belangrijkste bronnen van het staatsrecht?
Wat is één van de belangrijkste bronnen van het staatsrecht?
Wat beschrijft de term 'staat' volgens de nationale rechtsomschrijving?
Wat beschrijft de term 'staat' volgens de nationale rechtsomschrijving?
Wat leidde tot de vestiging van het parlementair stelsel in Nederland?
Wat leidde tot de vestiging van het parlementair stelsel in Nederland?
Welke gebeurtenis was een aanleiding voor de Tweede Kamer om het kabinet af te keuren?
Welke gebeurtenis was een aanleiding voor de Tweede Kamer om het kabinet af te keuren?
Wat werd er in 1917 in Nederland ingesteld?
Wat werd er in 1917 in Nederland ingesteld?
Welke ontwikkeling voltrok zich na 1844 met betrekking tot de rechterlijke macht?
Welke ontwikkeling voltrok zich na 1844 met betrekking tot de rechterlijke macht?
Wat is de reguliere functie van het staatsrecht?
Wat is de reguliere functie van het staatsrecht?
Wat houdt het legaliteitsbeginsel in?
Wat houdt het legaliteitsbeginsel in?
Wat is een belangrijk kenmerk van een gedecentraliseerde eenheidsstaat zoals Nederland?
Wat is een belangrijk kenmerk van een gedecentraliseerde eenheidsstaat zoals Nederland?
Welke van de volgende zaken is geen principe van de democratische rechtsstaat?
Welke van de volgende zaken is geen principe van de democratische rechtsstaat?
Wat is een kenmerk van de federale staat?
Wat is een kenmerk van de federale staat?
Wat is de kern van het beginsel van de machtenscheiding?
Wat is de kern van het beginsel van de machtenscheiding?
Wat is het verschil tussen staatsvorm en regeringsvorm?
Wat is het verschil tussen staatsvorm en regeringsvorm?
Wat betekent 'checks and balances' in het staatsrecht?
Wat betekent 'checks and balances' in het staatsrecht?
Wat houdt het toetsingsverbod ex.art. 120 GW in?
Wat houdt het toetsingsverbod ex.art. 120 GW in?
Wat gebeurde er met de begroting van Buitenlandse Zaken tijdens de Luxemburgse kwestie?
Wat gebeurde er met de begroting van Buitenlandse Zaken tijdens de Luxemburgse kwestie?
Wat houdt de legitimerende functie van het staatsrecht in?
Wat houdt de legitimerende functie van het staatsrecht in?
Welk artikel in de Grondwet maakt de samenwerking tussen de regering en de Staten-Generaal bij wetgeving duidelijk?
Welk artikel in de Grondwet maakt de samenwerking tussen de regering en de Staten-Generaal bij wetgeving duidelijk?
Welke staatsstructuur brengt het federalisme met zich mee?
Welke staatsstructuur brengt het federalisme met zich mee?
Wat staat er in art. 120 GW over de rechterlijke macht?
Wat staat er in art. 120 GW over de rechterlijke macht?
Wat is de rol van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden?
Wat is de rol van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden?
Welk aspect benoemt het principe van de rechtsstaat?
Welk aspect benoemt het principe van de rechtsstaat?
Welke ontwikkeling volgde na de Tweede Wereldoorlog op het gebied van grondrechten?
Welke ontwikkeling volgde na de Tweede Wereldoorlog op het gebied van grondrechten?
Welke uitspraak betreft de bevoegdheden van de Koning volgens het Meerenberg arrest?
Welke uitspraak betreft de bevoegdheden van de Koning volgens het Meerenberg arrest?
Hoe zijn de uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht in Nederland georganiseerd?
Hoe zijn de uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht in Nederland georganiseerd?
Welke van de volgende principes is geen onderdeel van de kernbeginselen van de constitutionele orde?
Welke van de volgende principes is geen onderdeel van de kernbeginselen van de constitutionele orde?
Op welke manier heeft Nederland zijn staatsrecht gevormd?
Op welke manier heeft Nederland zijn staatsrecht gevormd?
Wat betekent de term 'materiële constitutie'?
Wat betekent de term 'materiële constitutie'?
Wat is het principal doel van het legaliteitsbeginsel in een rechtsstaat?
Wat is het principal doel van het legaliteitsbeginsel in een rechtsstaat?
Wat gebeurt er volgens het legaliteitsbeginsel met overheidsoptreden?
Wat gebeurt er volgens het legaliteitsbeginsel met overheidsoptreden?
Welke wijziging werd aangebracht in de Grondwet tijdens de Grondwetsherziening van 1848?
Welke wijziging werd aangebracht in de Grondwet tijdens de Grondwetsherziening van 1848?
Wat zorgt ervoor dat de overheid rechtmatig optreedt?
Wat zorgt ervoor dat de overheid rechtmatig optreedt?
Wat impliceert de onthoudingsverplichting van de overheid met betrekking tot grondrechten?
Wat impliceert de onthoudingsverplichting van de overheid met betrekking tot grondrechten?
In welk artikel van de Grondwet is de controlefunctie van de rechter vastgelegd?
In welk artikel van de Grondwet is de controlefunctie van de rechter vastgelegd?
Wat wordt bedoeld met een constitutionele monarchie?
Wat wordt bedoeld met een constitutionele monarchie?
Welk document markeert de oprichting van de moderne eenheidsstaat in Nederland?
Welk document markeert de oprichting van de moderne eenheidsstaat in Nederland?
Wat was een belangrijk gevolg van de Grondwetsherziening van 1840?
Wat was een belangrijk gevolg van de Grondwetsherziening van 1840?
Welke veranderde functie heeft de Tweede Kamer gekregen na de Grondwetsherziening van 1848?
Welke veranderde functie heeft de Tweede Kamer gekregen na de Grondwetsherziening van 1848?
Wat zijn grondrechten primair bedoeld om te waarborgen?
Wat zijn grondrechten primair bedoeld om te waarborgen?
Welke van de volgende stellingen is waar over de Republiek der Verenigde Nederlanden?
Welke van de volgende stellingen is waar over de Republiek der Verenigde Nederlanden?
Wat was een gevolg van het Plakkaat van Verlatinghe (1581)?
Wat was een gevolg van het Plakkaat van Verlatinghe (1581)?
Welke verandering bood de Grondwetherziening van 1848 voor de Staten-Generaal?
Welke verandering bood de Grondwetherziening van 1848 voor de Staten-Generaal?
Welke van de volgende zaken is niet een aspect van de klassiek-liberale visie op de rechtsstaat?
Welke van de volgende zaken is niet een aspect van de klassiek-liberale visie op de rechtsstaat?
Welk van de volgende organen heeft geen recht op Kamerontbinding?
Welk van de volgende organen heeft geen recht op Kamerontbinding?
Wat is een kenmerk van de formele constitutie?
Wat is een kenmerk van de formele constitutie?
Wat valt niet onder de definitie van materiële constitutie?
Wat valt niet onder de definitie van materiële constitutie?
Welke uitspraak over de Nederlandse Grondwet is waar?
Welke uitspraak over de Nederlandse Grondwet is waar?
Wat is een gevolg van het toetsingsverbod in de Nederlandse Grondwet?
Wat is een gevolg van het toetsingsverbod in de Nederlandse Grondwet?
Wat omschrijft het beste organieke wetten?
Wat omschrijft het beste organieke wetten?
Wat is de rol van rechtspraak in het constitutionele recht?
Wat is de rol van rechtspraak in het constitutionele recht?
Welke van de volgende beweringen is waar met betrekking tot de herziening van de Grondwet?
Welke van de volgende beweringen is waar met betrekking tot de herziening van de Grondwet?
Wat is een voorbeeld van een organieke wet?
Wat is een voorbeeld van een organieke wet?
Waarom mag de Nederlandse rechter de grondwettelijkheid van wetten niet toetsen?
Waarom mag de Nederlandse rechter de grondwettelijkheid van wetten niet toetsen?
Wat is de belangrijkste functie van de materiële constitutie?
Wat is de belangrijkste functie van de materiële constitutie?
Welke van de volgende elementen is opmerkelijk voor veel moderne grondwetten, waaronder de Nederlandse?
Welke van de volgende elementen is opmerkelijk voor veel moderne grondwetten, waaronder de Nederlandse?
Wat beschrijft het begrip 'ongeschreven recht' het beste?
Wat beschrijft het begrip 'ongeschreven recht' het beste?
Wat is een belangrijk doel van de Nederlandse Grondwet?
Wat is een belangrijk doel van de Nederlandse Grondwet?
Wat is een gevolg van de open voorschriften in de Nederlandse Grondwet?
Wat is een gevolg van de open voorschriften in de Nederlandse Grondwet?
Wat is de rol van de rechter met betrekking tot politieke geschillen in Nederland?
Wat is de rol van de rechter met betrekking tot politieke geschillen in Nederland?
Wat is een belangrijke wijziging in de opvatting van de Hoge Raad met betrekking tot rechterlijke bevelen tot wetgeving?
Wat is een belangrijke wijziging in de opvatting van de Hoge Raad met betrekking tot rechterlijke bevelen tot wetgeving?
Welke twee ongeschreven rechtsregels zijn in Nederland algemeen erkend?
Welke twee ongeschreven rechtsregels zijn in Nederland algemeen erkend?
Wat is de belangrijkste reden dat het EVRM belangrijk is voor de Nederlandse constitutionele rechtsorde?
Wat is de belangrijkste reden dat het EVRM belangrijk is voor de Nederlandse constitutionele rechtsorde?
Waarop is de Europese Unie voornamelijk gebaseerd volgens art. 2 VEU?
Waarop is de Europese Unie voornamelijk gebaseerd volgens art. 2 VEU?
Hoe wordt de hiërarchie van normen binnen het constitutioneel recht meestal beschreven?
Hoe wordt de hiërarchie van normen binnen het constitutioneel recht meestal beschreven?
Wat vereist Bovend’Eert voor praktijken om als ongeschreven rechtsregels erkend te worden?
Wat vereist Bovend’Eert voor praktijken om als ongeschreven rechtsregels erkend te worden?
Wat is de functie van de Europese Raad?
Wat is de functie van de Europese Raad?
Wat is de status van EU-recht binnen de Nederlandse rechtsorde?
Wat is de status van EU-recht binnen de Nederlandse rechtsorde?
Welke rol speelt het Europees Parlement binnen de EU?
Welke rol speelt het Europees Parlement binnen de EU?
Wat gebeurt er als een nationale regeling in strijd is met de hogere Europese regeling?
Wat gebeurt er als een nationale regeling in strijd is met de hogere Europese regeling?
Wat houdt de conventie van 1868 in Nederland in?
Wat houdt de conventie van 1868 in Nederland in?
Wat is het toetsingsverbod met betrekking tot het EVRM?
Wat is het toetsingsverbod met betrekking tot het EVRM?
Wat betekent de structuur van de normenhiërarchie?
Wat betekent de structuur van de normenhiërarchie?
Wat is de rol van de staatssecretaris ten opzichte van de minister?
Wat is de rol van de staatssecretaris ten opzichte van de minister?
Welke uitspraak over de staatssecretaris is juist?
Welke uitspraak over de staatssecretaris is juist?
Wat wordt het minst benadrukt in de organisatie van de ministerraad in Nederland?
Wat wordt het minst benadrukt in de organisatie van de ministerraad in Nederland?
Wat kunnen we zeggen over de bevoegdheden van de staatssecretaris?
Wat kunnen we zeggen over de bevoegdheden van de staatssecretaris?
Wat is een belangrijk kenmerk van de hiërarchie binnen de regering?
Wat is een belangrijk kenmerk van de hiërarchie binnen de regering?
Waardoor wordt het koningschap in Nederland verkregen?
Waardoor wordt het koningschap in Nederland verkregen?
Wat gebeurt er als een troonopvolger trouwt zonder toestemming van de wetgever?
Wat gebeurt er als een troonopvolger trouwt zonder toestemming van de wetgever?
Wat regelt artikel 28 van de Grondwet?
Wat regelt artikel 28 van de Grondwet?
Wanneer eindigt het koningschap?
Wanneer eindigt het koningschap?
Wat houdt het begrip 'huwelijk' in voor de troonopvolging?
Wat houdt het begrip 'huwelijk' in voor de troonopvolging?
In welke situatie kan een opvolger benoemd worden bij wet?
In welke situatie kan een opvolger benoemd worden bij wet?
Wat gebeurt er als er geen erfopvolger is bij het overlijden van de koning?
Wat gebeurt er als er geen erfopvolger is bij het overlijden van de koning?
Wat wordt bedoeld met 'onbekwaamheid' van de koning volgens de Grondwet?
Wat wordt bedoeld met 'onbekwaamheid' van de koning volgens de Grondwet?
Wat bepaalt artikel 39 van de Grondwet met betrekking tot het koninklijk huis?
Wat bepaalt artikel 39 van de Grondwet met betrekking tot het koninklijk huis?
Wat houdt de ministeriële verantwoordelijkheid van de koning in?
Wat houdt de ministeriële verantwoordelijkheid van de koning in?
Wat is de rol van de koning als staatshoofd volgens de Grondwet?
Wat is de rol van de koning als staatshoofd volgens de Grondwet?
Wat wordt er bedoeld met het contraseign ex. art. 47 GW?
Wat wordt er bedoeld met het contraseign ex. art. 47 GW?
Hoe worden de besluiten van de regering genoemd volgens de Grondwet?
Hoe worden de besluiten van de regering genoemd volgens de Grondwet?
Wat stelt artikel 42 lid 1 GW vast over de regering?
Wat stelt artikel 42 lid 1 GW vast over de regering?
Wat zijn de hoofdfuncties van de koning?
Wat zijn de hoofdfuncties van de koning?
Wat is een veelbesproken aspect van de uitkering van de koning?
Wat is een veelbesproken aspect van de uitkering van de koning?
Welke van de volgende stellingen over buitenlands beleid door de koning is juist?
Welke van de volgende stellingen over buitenlands beleid door de koning is juist?
Wat wordt er bedoeld met de onschendbaarheid van de koning?
Wat wordt er bedoeld met de onschendbaarheid van de koning?
Wat impliceert de rol van de koning binnen een parlementaire democratie?
Wat impliceert de rol van de koning binnen een parlementaire democratie?
Welke discussie speelt er over de koning in de democratische rechtsstaat?
Welke discussie speelt er over de koning in de democratische rechtsstaat?
Wat zijn de organisatieprincipes die de taakverdeling binnen de regering beheersen?
Wat zijn de organisatieprincipes die de taakverdeling binnen de regering beheersen?
Wat houdt de parlementaire immuniteit van ministers in?
Wat houdt de parlementaire immuniteit van ministers in?
Welke van de onderstaande uitspraken over de ministerraad is juist?
Welke van de onderstaande uitspraken over de ministerraad is juist?
Welke rol heeft de minister-president volgens de Grondwet?
Welke rol heeft de minister-president volgens de Grondwet?
Wat is een belangrijke voorwaarde voor ministers met betrekking tot hun politieke partij?
Wat is een belangrijke voorwaarde voor ministers met betrekking tot hun politieke partij?
Welke functie vervult een minister binnen een ministerie?
Welke functie vervult een minister binnen een ministerie?
Wat wordt bedoeld met de 'homogeniteit van de ministerraad'?
Wat wordt bedoeld met de 'homogeniteit van de ministerraad'?
Wat houdt de vertrouwensregel in?
Wat houdt de vertrouwensregel in?
Wat is de rol van een minister zonder portefeuille?
Wat is de rol van een minister zonder portefeuille?
Wat is de belangrijkste taak van de ministerraad?
Wat is de belangrijkste taak van de ministerraad?
Welke instelling heeft de bevoegdheid om ministeries op te richten?
Welke instelling heeft de bevoegdheid om ministeries op te richten?
Wat zegt artikel 71 van de Grondwet over ministers?
Wat zegt artikel 71 van de Grondwet over ministers?
Wat regelt artikel 119 van de Grondwet met betrekking tot ministers?
Wat regelt artikel 119 van de Grondwet met betrekking tot ministers?
Wat wordt niet expliciet geregeld door de Nederlandse Grondwet?
Wat wordt niet expliciet geregeld door de Nederlandse Grondwet?
Flashcards
Staatsrecht
Staatsrecht
Het juridische kader dat de werking van een land regelt en de bevoegdheden van overheidsorganen vastlegt.
Staat
Staat
Een organisatie met gezag die macht uitoefent over een gemeenschap op een bepaald gebied. Het bezit een geweldsmonopolie.
Vereisten van een staat
Vereisten van een staat
De eisen die een staat moet voldoen om als zodanig te worden erkend volgens het internationale recht.
Territorium
Territorium
Signup and view all the flashcards
Bevolking
Bevolking
Signup and view all the flashcards
Effectief gezag
Effectief gezag
Signup and view all the flashcards
Betrekkingen met andere staten
Betrekkingen met andere staten
Signup and view all the flashcards
Staatsrecht
Staatsrecht
Signup and view all the flashcards
Attribuerende functie
Attribuerende functie
Signup and view all the flashcards
Regulerende functie
Regulerende functie
Signup and view all the flashcards
Legitimerende functie
Legitimerende functie
Signup and view all the flashcards
Machtenscheiding
Machtenscheiding
Signup and view all the flashcards
Wetgevende macht
Wetgevende macht
Signup and view all the flashcards
Uitvoerende macht
Uitvoerende macht
Signup and view all the flashcards
Rechterlijke macht
Rechterlijke macht
Signup and view all the flashcards
Waarborg voor burgers
Waarborg voor burgers
Signup and view all the flashcards
Klassieke driedeling
Klassieke driedeling
Signup and view all the flashcards
Functionele betekenis
Functionele betekenis
Signup and view all the flashcards
Organisatorische betekenis
Organisatorische betekenis
Signup and view all the flashcards
Incompatibiliteiten
Incompatibiliteiten
Signup and view all the flashcards
Democratische rechtsstaat
Democratische rechtsstaat
Signup and view all the flashcards
Legaliteitsbeginsel
Legaliteitsbeginsel
Signup and view all the flashcards
Kernbeginselen van de rechtsstaat
Kernbeginselen van de rechtsstaat
Signup and view all the flashcards
Onafhankelijke rechtspraak
Onafhankelijke rechtspraak
Signup and view all the flashcards
Grondrechten
Grondrechten
Signup and view all the flashcards
Beperking grondrechten
Beperking grondrechten
Signup and view all the flashcards
Constitutionele monarchie
Constitutionele monarchie
Signup and view all the flashcards
Representatieve democratie
Representatieve democratie
Signup and view all the flashcards
Unie van Utrecht
Unie van Utrecht
Signup and view all the flashcards
Plakkaat van Verlatinghe
Plakkaat van Verlatinghe
Signup and view all the flashcards
Republiek der Verenigde Nederlanden
Republiek der Verenigde Nederlanden
Signup and view all the flashcards
Grondwet van 1814
Grondwet van 1814
Signup and view all the flashcards
Ministeriële verantwoordelijkheid
Ministeriële verantwoordelijkheid
Signup and view all the flashcards
Strafrechtelijke verantwoordelijkheid ministers
Strafrechtelijke verantwoordelijkheid ministers
Signup and view all the flashcards
Grondwetsherziening 1848
Grondwetsherziening 1848
Signup and view all the flashcards
Ontwikkeling parlementaire democratie
Ontwikkeling parlementaire democratie
Signup and view all the flashcards
Constitutie
Constitutie
Signup and view all the flashcards
Formele constitutie
Formele constitutie
Signup and view all the flashcards
Materiële constitutie
Materiële constitutie
Signup and view all the flashcards
Grondwet
Grondwet
Signup and view all the flashcards
Materiële constitutie
Materiële constitutie
Signup and view all the flashcards
Algemene bepaling in Grondwet
Algemene bepaling in Grondwet
Signup and view all the flashcards
Open voorschriften in de Grondwet
Open voorschriften in de Grondwet
Signup and view all the flashcards
Organieke wet/regeling
Organieke wet/regeling
Signup and view all the flashcards
Rechtspraak als bron van constitutioneel recht
Rechtspraak als bron van constitutioneel recht
Signup and view all the flashcards
Fluoridering arrest
Fluoridering arrest
Signup and view all the flashcards
Toetsingsverbod in de Grondwet
Toetsingsverbod in de Grondwet
Signup and view all the flashcards
Herzieningsprocedure van de Grondwet
Herzieningsprocedure van de Grondwet
Signup and view all the flashcards
Wetsvoorstel
Wetsvoorstel
Signup and view all the flashcards
Tweede lezing van wetsvoorstel
Tweede lezing van wetsvoorstel
Signup and view all the flashcards
Ongeschreven rechtsbeginselen
Ongeschreven rechtsbeginselen
Signup and view all the flashcards
Staatsvorm
Staatsvorm
Signup and view all the flashcards
Regeringsvorm
Regeringsvorm
Signup and view all the flashcards
Eenheidsstaat
Eenheidsstaat
Signup and view all the flashcards
Federale staat
Federale staat
Signup and view all the flashcards
Statenbond
Statenbond
Signup and view all the flashcards
Vestiging van het parlementair stelsel
Vestiging van het parlementair stelsel
Signup and view all the flashcards
Vertrouwensregel
Vertrouwensregel
Signup and view all the flashcards
Koninkrijk
Koninkrijk
Signup and view all the flashcards
Ontwikkeling van de rechtsstaat
Ontwikkeling van de rechtsstaat
Signup and view all the flashcards
Meerenberg arrest
Meerenberg arrest
Signup and view all the flashcards
Bestuursrechtspraak
Bestuursrechtspraak
Signup and view all the flashcards
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Signup and view all the flashcards
EVRM
EVRM
Signup and view all the flashcards
Terughoudendheid rechter bij politieke geschillen
Terughoudendheid rechter bij politieke geschillen
Signup and view all the flashcards
Nuancering Urgenda-arrest
Nuancering Urgenda-arrest
Signup and view all the flashcards
Ongeschreven recht in de Nederlandse politiek
Ongeschreven recht in de Nederlandse politiek
Signup and view all the flashcards
Vertrouwensregel in de Nederlandse politiek
Vertrouwensregel in de Nederlandse politiek
Signup and view all the flashcards
Conventie van 1868 in de Nederlandse politiek
Conventie van 1868 in de Nederlandse politiek
Signup and view all the flashcards
Voorwaarden voor ongeschreven rechtsregels
Voorwaarden voor ongeschreven rechtsregels
Signup and view all the flashcards
Internationaal recht in de Nederlandse constitutie
Internationaal recht in de Nederlandse constitutie
Signup and view all the flashcards
Belang van het EVRM voor Nederland
Belang van het EVRM voor Nederland
Signup and view all the flashcards
EU-recht in de Nederlandse rechtsorde
EU-recht in de Nederlandse rechtsorde
Signup and view all the flashcards
Positie van de EU
Positie van de EU
Signup and view all the flashcards
Belangrijkste wetgever EU
Belangrijkste wetgever EU
Signup and view all the flashcards
Europese Commissie
Europese Commissie
Signup and view all the flashcards
Normenhiërarchie in constitutioneel recht
Normenhiërarchie in constitutioneel recht
Signup and view all the flashcards
Voorrang van EU-recht boven nationale wetgeving
Voorrang van EU-recht boven nationale wetgeving
Signup and view all the flashcards
Rol van de rechter bij politieke geschillen in Nederland
Rol van de rechter bij politieke geschillen in Nederland
Signup and view all the flashcards
Erfopvolging van het koningschap
Erfopvolging van het koningschap
Signup and view all the flashcards
Einde van het koningschap
Einde van het koningschap
Signup and view all the flashcards
Toestemming voor huwelijk van de Koning
Toestemming voor huwelijk van de Koning
Signup and view all the flashcards
Toestemming voor huwelijk van troonopvolgers
Toestemming voor huwelijk van troonopvolgers
Signup and view all the flashcards
Homohuwelijk en troonopvolging
Homohuwelijk en troonopvolging
Signup and view all the flashcards
Gevolgen van huwelijk zonder toestemming
Gevolgen van huwelijk zonder toestemming
Signup and view all the flashcards
Onbekwaamheid van de Koning
Onbekwaamheid van de Koning
Signup and view all the flashcards
Benoemde opvolger voor de troon
Benoemde opvolger voor de troon
Signup and view all the flashcards
Is Nederland verplicht een monarchie te hebben?
Is Nederland verplicht een monarchie te hebben?
Signup and view all the flashcards
Wie behoort tot het koninklijk huis?
Wie behoort tot het koninklijk huis?
Signup and view all the flashcards
Is de Koning volledig vrij in zijn persoonlijke leven?
Is de Koning volledig vrij in zijn persoonlijke leven?
Signup and view all the flashcards
Is de uitkering van de Koning belastingvrij?
Is de uitkering van de Koning belastingvrij?
Signup and view all the flashcards
Wat is de rol van de Koning als staatshoofd?
Wat is de rol van de Koning als staatshoofd?
Signup and view all the flashcards
Is de Koning onderdeel van de regering?
Is de Koning onderdeel van de regering?
Signup and view all the flashcards
Wat is de rol van de Koning in de Raad van State?
Wat is de rol van de Koning in de Raad van State?
Signup and view all the flashcards
Wat is de rol van de Koning in de wetgevende macht?
Wat is de rol van de Koning in de wetgevende macht?
Signup and view all the flashcards
Wat is de betekenis van koninklijke onschendbaarheid?
Wat is de betekenis van koninklijke onschendbaarheid?
Signup and view all the flashcards
Wat is het contraseign en waarom is het ingevoerd?
Wat is het contraseign en waarom is het ingevoerd?
Signup and view all the flashcards
Waarover gaat de discussie over de Koning in een democratische rechtsstaat?
Waarover gaat de discussie over de Koning in een democratische rechtsstaat?
Signup and view all the flashcards
Hoe verhouden de bevoegdheden van de Koning en ministers zich?
Hoe verhouden de bevoegdheden van de Koning en ministers zich?
Signup and view all the flashcards
Heeft de rol van de Koning in de democratie een problematische kant?
Heeft de rol van de Koning in de democratie een problematische kant?
Signup and view all the flashcards
Hoe is de takenverdeling binnen de regering georganiseerd?
Hoe is de takenverdeling binnen de regering georganiseerd?
Signup and view all the flashcards
Wie maakt de regering?
Wie maakt de regering?
Signup and view all the flashcards
Leidinggevende bevoegdheid van de minister-president
Leidinggevende bevoegdheid van de minister-president
Signup and view all the flashcards
Rol van de staatssecretaris
Rol van de staatssecretaris
Signup and view all the flashcards
Belangrijke principes in het Nederlandse constitutionele recht
Belangrijke principes in het Nederlandse constitutionele recht
Signup and view all the flashcards
De ministerraad
De ministerraad
Signup and view all the flashcards
Beperkingen voor de staatssecretaris
Beperkingen voor de staatssecretaris
Signup and view all the flashcards
Eenheid van de regering
Eenheid van de regering
Signup and view all the flashcards
Benoeming en ontslag van ministers
Benoeming en ontslag van ministers
Signup and view all the flashcards
Parlementaire immuniteit voor ministers
Parlementaire immuniteit voor ministers
Signup and view all the flashcards
Strafrechtelijke procedure voor ministers
Strafrechtelijke procedure voor ministers
Signup and view all the flashcards
Indeling van de rijksdienst
Indeling van de rijksdienst
Signup and view all the flashcards
Instelling van ministeries
Instelling van ministeries
Signup and view all the flashcards
Leidinggevende rol van de minister
Leidinggevende rol van de minister
Signup and view all the flashcards
Verantwoordelijkheid van ambtenaren
Verantwoordelijkheid van ambtenaren
Signup and view all the flashcards
Functie van de ministerraad
Functie van de ministerraad
Signup and view all the flashcards
Positie van de ministerraad
Positie van de ministerraad
Signup and view all the flashcards
Homogeniteit van de ministerraad
Homogeniteit van de ministerraad
Signup and view all the flashcards
Rol van de minister-president
Rol van de minister-president
Signup and view all the flashcards
Leiderschap van de minister-president
Leiderschap van de minister-president
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Inleiding Staatsrecht
- Staatsrecht vormt het juridische kader voor de werking van een land, inclusief bevoegdheden en verantwoordelijkheden van overheidsorganen en -instellingen.
- Dit thema behandelt staatsrechtfuncties, structuur en geschiedenis, gevolgd door rechtsbronnen zoals de Grondwet.
Functies van het Staatsrecht
- Staatsrecht draait om de staat, een lastig te definiëren begrip.
- Internationale vereisten voor een staat: afgebakend territorium, bevolking, effectief gezag, en internationale betrekkingen.
- Nationale definitie van een staat: ambtsorganisatie met gezag en geweldsmonopolie over een gemeenschap.
- Moderne staten karakteriseren zich door ambtsorganisatie, los van individuen.
- Staatsrecht omvat het recht rondom staatstructuur en machtsuitoefening.
- Regelt overheidsorganisatie en staat-burger verhoudingen.
- Functies van staatsrecht, volgens Kortmann:
- Constituerende functie: instelling overheidsorganisatie.
- Attribuerende functie: toekennen bevoegdheden.
- Regulerende functie: regels over relaties tussen overheidsfunctionarissen en burgers.
- Legitimerende functie: burgerlijke aanvaarding van overheidsgezag, afhankelijk van gedrag functionarissen.
- Rechtszekerheid en continuïteit als bijdragen tot legitimiteit.
- Formele constitutie: enkel Grondwet.
- Materiële constitutie: Grondwet en alle wetten betreffende overheidsinstellingen en -relaties.
- Politieke keuzes (monarchie, toetsingsverbod) beïnvloeden staatsrecht in Nederland.
- Hoofdprincipes: machtenscheiding en democratische rechtsstaat.
Machtenscheiding
- Belangrijkste principe voor staatsopbouw; gebaseerd op Montesquieu (1748).
- Trias Politica: wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht.
- Waarborg tegen machtsconcentratie.
- Klassiek onderscheid in Nederlandse Grondwet werd in 1983 gewijzigd en gebruikt tegenwoordig niet meer.
- Nu wetgeving (parlement), bestuur (regering) en rechtspraak (rechter) als aparte machten.
- Staten-Generaal en recht op eigen werkwijze (art. 72 GW).
- Incompatibiliteiten: bepaalde functies kunnen niet gecombineerd worden (art. 117 GW - rechterlijke onafhankelijkheid).
- Machtenscheiding is niet absoluut, nadruk op machtenspreiding.
- Gedeelde bevoegdheden (bijvoorbeeld art. 81 GW – wetgeving met regering en Staten-Generaal) zorgen voor checks and balances.
- Drie kenmerken:
- Drie aparte, gelijkwaardige en zelfstandige organen.
- Niet absoluut.
- Gedeelde bevoegdheden en controlemechanismen.
Democratische rechtsstaat
- Doel: bescherming burgers, kadering overheidsoptreden en bescherming privésfeer.
- Rechtsstaat als kernbeginsel van constitutionele orde.
- Wetsvoorstel 2016, verankerde gedachte in Grondwet. Nu: "De Grondwet waarborgt grondrechten en de democratische rechtsstaat".
- Vier aspecten van rechtsstaatprincipe:
- Legaliteitsbeginsel.
- Machtenscheiding.
- Onafhankelijke rechtspraak.
- Grondrechten.
- Legaliteitsbeginsel: elk overheidsoptreden moet grondslag hebben in voorafgaande wet.
- Democratische inhoud van legaliteitsbeginsel: wetgeving moet afkomstig zijn van democratisch verkozen volksvertegenwoordiging. Impliciet in art. 1 GW.
- Onafhankelijke rechtspraak: Controle van andere machten op rechtmatigheid. Handhaving legaliteitsbeginsel en controle grondrechten. (art. 112 lid 2 GW).
- Grondrechten: onthoudingsverplichtingen voor de overheid (hoofdstuk 1 Grondwet & EVRM). Beperking mogelijk, mits wettelijke grondslag.
Constitutionele Geschiedenis
- Republiek der Verenigde Nederlanden (7 provincies in statenbond). Ontstaan Unie van Utrecht (1579), verdwijnen door Franse legers (1795).
- Grondwet 1814: moderne eenheidsstaat, sterk monarchaal, zonder checks and balances, weinig grondrechten.
- Grondwet 1815: Verdrag van Wenen, verenigt Nederland en België. Politieke conflict met België, Koninklijke beslissingen en parlementaire kritiek leidden tot invoering vertrouwensrelatie.
- Grondwetsherzieningen (1840, 1848): in relatie tot politieke ontwikkelingen, parlementair stelsel versterkt, ministeriële verantwoordelijkheid en parlementaire controle, kiesrechtwijzigingen.
- Vertrouwensregel gevestigd door politiek engagement van de Tweede Kamer.
- Algemeen kiesrecht in 1917, voltooid parlementair stelsel.
- Ontwikkeling rechtsstaat: controle op de uitvoerende macht. Grondrechten erkenning belangrijke rol.
Staatsvorm en andere relevante onderwerpen
- Verschil staatsvorm (verticale bevoegdheidsverdeling) en regeringsvorm (horizontaal, tussen ambten).
- Eenheidsstaat met decentralisatie (provincies en gemeenten). Bevoegdheden aangewezen in de Grondwet en centraal toezicht van overheid.
- Federale staat (bondsstaat): deelstaten met gedeelde bevoegdheden.
- Statenbond: verdrag tussen staten, niet staatsvorm zelf, zoals Republiek der Verenigde Nederlanden.
- Koninkrijk der Nederlanden: atypische federale structuur met Nederland en Caribische eilanden.
- Europese Unie: geen federale Grondwet. Statenbond met federalistische elementen. Grotere reikwijdte van werkzaamheden en functioneren van de Unie.
Nationaal Constitutioneel Recht
- Constitutie: algemene term voor rechtsregels voor staatsinrichting en staat-burgers relaties.
- Formele Constitutie: Schriftelijk vastgelegde wet met bijzondere procedure voor aanpassing, unieke naam en positie t.o.v. reguliere wetten. De Grondwet in het geval van Nederland.
- Materiële constitutie: rechtsregels met constituerende, attribuerende of regulerende functie. Dit omvat alle rechtsregels die de basis vormen voor de structuur van de staat. Vaag. Kern is de grondslag van de staat.
- Grondwet: overeenkomsten met andere westerse constituties.
- Open voorschriften: ruim interpreteerbaar, belangrijke beginselen zijn impliciet.
- Geen centrale instantie voor uitleg en handhaving Grondwet.
- Toetsingsverbod (art. 120 GW): rechters mogen wetten niet toetsen aan de Grondwet.
- Herzieningsprocedure: specifieke (zware) procedure voor wijzigingen. Eerste lezing door normale wetsprocedure en dan herverkiezing, en verdere procedure met vereiste meerderheden in beide Kamers.
Organieke wetten en regelingen
- Completeren de materiële constitutie naast de Grondwet. Wetten die overheidsambten en hun taken definiëren, zoals de Kieswet.
Ongeschreven recht & Rechtspraak
- Rechtspraak en arresten (Meerenberg-, Fluorideringsarrest) maken ongeschreven aspecten van staatsrecht duidelijk.
- Onrecht in relatie overheid-burgers; in tegenstelling tot ongeschreven recht tussen politieke ambten.
- Mogelijke rechtvaardigheid in zeer bijzondere gevallen kunnen ontstaan in geschillen tussen de overheid en burgers.
- Onrecht is vaak afhankelijk van de specifieke omstandigheden en de betrokkenheid van het proces.
- Urgenda-arrest: nuanceert rechtsbevoegdheid in toenemende mate.
Ongeschreven recht voor regering en parlement
- Praktijken, gewoontes kunnen als rechtsregels gelden.
- Discussie over welke praktijken rechtskracht hebben.
- Toepassing van "conventions of the constitution" (Britse benadering) in toenemende mate.
- Vertrouwensregel en conventie van 1868 als voorbeelden van ongeschreven rechtsregels.
- Eisen voor ongeschreven rechtsregels: gewoonte, rechtsovertuiging, wezenlijke betekenis. Bovend'Eert: enkel vertrouwensregel en 1868 conventie voldoen.
Internationaal Constitutioneel Recht
- Internationaal recht in de constitutie: bv ambten instellen, bevoegdheden verdelen.
- Belangrijkste bronnen: EVRM en IVBPR.
- EVRM; veel klassieke grondrechten, directe toetsing door rechter, Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
- Europese Unie en Europees recht: aparte positie in de Nederlandse rechtsorde. Vooral gericht op specifieke samenwerkingstaken.
- Plichten van Europese Unie (art. 2 VEU): bescherming vrijheid, democratie, en rechtsstaat.
- Europese instellingen: Europese Raad, Raad van de Europese Unie, Europees Parlement, en Europese Commissie.
- Normenhiërarchie: Unierecht boven Grondwet, verdragen niet boven nationale wetten.
De Regering
De Koning
- Koningschap verkregen door erfopvolging, afstammelingen van Koning Willem I (art. 24 GW).
- Koningschap eindigt bij overlijden of afstand.
- Voor huwelijk Koning en troonopvolgers vereist toestemming (art. 28 GW). Huwelijksplichten relevant voor troonopvolging.
- Homohuwelijk niet passend in art. 28 GW (voordat 2021). Nu kabinet beletsel weggenomen.
- Geen toestemming: uitsluiting erfopvolging (art. 29 Gw).
- Onbekwaamheid Koning: geregeld in art. 33, 35 en 36 GW.
- Opvolger kan bij wet worden benoemd bij ontbreken of bij afwezigheid erfopvolging (art. 30 Gw). Benoeming niet verplicht.
- Koninklijk huis, hofhouding en financiën:
- Lidmaatschap koninklijk huis geregeld in art. 39 GW. Niet iedereen uit de familie is lid.
- Koninklijke financiën, uitkering belastingvrij (art. 40 GW), onderwerp van discussie.
- Koninklijke persoonlijke levenssfeer vrij (art. 41 GW), ministeriële verantwoordelijkheid in stand, privéhandelingen die openbaar belang raken, verantwoordelijkheid ministers.
Functies van de Koning
-
Staatshoofd: zelfstandige bevoegdheden; vertegenwoordigt Nederland, buitenland en binnenland. Onderhoud buitenlandse contacten.
-
Lid van de regering: (art. 42 GW); besluiten genomen in samenwerking met ministers of staatssecretarissen.
-
Voorzitter Raad van State: symbolische functie.
-
Hoofd koninklijk huis en drager van de Kroon.
-
Alle besluiten worden koninklijke besluiten genoemd.
-
Koning maakt deel uit van de wetgevende macht (art. 81 GW: samen met Staten-Generaal)
Koninklijke onschendbaarheid en Ministeriële verantwoordelijkheid
- Koning onschendbaar (art. 42 lid 2 GW): Geen verantwoording aan staatsinstellingen, niet strafrechtelijk aansprakelijk.
- Ministers verantwoordelijk (art. 42 lid 2 GW). Niet meer onderdanen van Koning, maar zelfstandige bewindslieden.
- Contraseign (art. 47 GW): Koning geen zelfstandige handelingen zonder ministeriële medewerking. Ministers verantwoordelijk voor gedrag Koning die openbaar belang raakt (art. 41 Gw).
- Geschillen Koning en burgers mogelijk in burgerlijke procedures.
Koning in parlementaire democratie en rechtsstaat
- Discussie over positie Koning in democratie, gericht op bevoegdheden binnen regeringslidmaatschap (art. 47 GW).
- Gelijkwaardige positie Koning en ministers, wederzijdse afhankelijkheid.
- Koningschap goede aanwinst in 20e eeuw, stabiele factor in staatsbestuur.
De Regering
- Regering: Koning, ministers, ministerraad, minister-president, staatssecretarissen.
- Drie organisatieprincipes: leiderschapsbeginsel, collegialiteitsbeginsel, ressortbeginsel.
De Ministers
- Belangrijkste ambt in de regering, verschillende rollen.
- Regering, ministerie leiden, ministerraad vormen.
- Benoeming en ontslag via vertrouwensregel (tussen regering en parlement).
- Beëdiging ministers (art. 49 GW).
- Zuiveringseed, trouwe aan Grondwet en ambt.
- Politieke ambtsdragers met afstand van politieke partij van belang voor machtenscheiding.
- Parlementaire immuniteit (art. 71 GW) en bijzondere strafrechtelijke procedure voor ambtsmisdrijven (art. 119 GW).
Ministers en Ministeries
- Structurering rijksdienst in ministeries, via koninklijk besluit (art. 44 lid 1 GW).
- Ministerie onder leiding van minister, beslissingen, instructies, ambtenaren verantwoording schuldig.
- Ambtenaren meestal krachtens mandaat.
- Begroting van ministeries. Minister zonder portefeuille geen eigen begroting.
Ministerraad
- Ingesteld 1823, eerst adviseur Koning. Contraseign en ministeriële verantwoordelijkheid veranderde dit.
- Belangrijke rol ministers, eenheid beleid bevorderen.
- Art. 45 GW, ministerraad bestaat uit ministers, minister-president voorzitter.
- Beraadslaagt en besluit over algemeen regeringsbeleid.
- Zelfstandig orgaan, maar niet volledig onafhankelijk.
- Homogeniteit ministerraad: geen voorafgaande politieke eensgezindheid, maar streven naar eenheid.
- Regelgeving van onderwerpen algemeen regeringsbeleid (art. 4 lid 1 Reglement van Orde).
Minister-president
- Voorzitter Ministerraad (art. 45 lid 2 GW).
- Voornamelijk voorzitters- en coördinerende bevoegdheden.
- Toenemende publieke rol, maar niet werkelijke leider van de regering. Geen leidinggevende bevoegdheden.
Staatssecretaris
- Ondergeschikt aan minister (art. 46 GW), aanwijzingen van minister.
- Vergelijkbare bevoegdheden aan minister, benoeming en ontslag via vertrouwensregel.
- Niet leiding over ministerie en geen lid van ministerraad, tenzij vervanging minister.
- Verschillende van andere ondergeschikte ambtenaren, maar ondergeschikt aan minister.
Balans
- Leiderschapsbeginsel zwakst. Collegialiteitsbeginsel is sterk, ressortbeginsel eveneens.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Description
Test je kennis over staatsrecht en internationale wetgeving. Deze quiz behandelt belangrijke kenmerken en functies van een staat volgens het staatsrecht, evenals recente ontwikkelingen in moderne staten. Perfect voor studenten en geïnteresseerden in rechtswetenschappen.