Sportinfrastructuur en Management
30 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Welk model wordt gebruikt om sportinfrastructuur te organiseren van algemeen naar specifiek?

Trechtermodel

In welke drie algemene categorieën kan sportinfrastructuur worden ingedeeld?

Participatie infrastructuur, aanleidende infrastructuur, en niet-participatie infrastructuur.

Wie is Jo Haentjens en welke rol heeft hij in het sportmanagement?

Jo Haentjens is de marketingdirecteur van Sport Vlaanderen en een assistent docent in het sportmanagement.

Wat zijn de centrale vragen die gesteld worden bij het ruimtelijk inplannen van sportinfrastructuur?

<p>Waar? Welk? Hoe?</p> Signup and view all the answers

Noem een voorbeeld van een 'aanleidende infrastructuur' uit de tekst.

<p>De tekst geeft geen specifiek voorbeeld, maar het omvat faciliteiten die sportdeelname bevorderen.</p> Signup and view all the answers

Geef een voorbeeld van een natte, overdekte infrastructuur die typisch 'uni-functioneel' wordt gebruikt.

<p>Een zwembad</p> Signup and view all the answers

Noem een voorbeeld van een droge, overdekte infrastructuur die geschikt is voor zowel actieve sportdeelname als passieve sportbeleving.

<p>Een sporthal</p> Signup and view all the answers

Wat is het primaire doel van sportinfrastructuur volgens de gegeven informatie?

<p>Actieve sportdeelname</p> Signup and view all the answers

Geef een voorbeeld van een niet-overdekte infrastructuur die zowel natuurgras als kunstgras als ondergrond kan hebben.

<p>Een voetbalterrein</p> Signup and view all the answers

Een parkeerplaats wordt soms gecombineerd met een sportterrein. Wat is dit een voorbeeld van?

<p>Een combi sportterrein</p> Signup and view all the answers

Noem een voorbeeld van een niet-overdekte infrastructuur die specifiek is voor gemotoriseerde sporten.

<p>Een parcours voor motoren</p> Signup and view all the answers

Wat wordt bedoeld met een 'intentionele aanleiding' binnen de gradaties van sportinfrastructuur?

<p>Geplande of bewuste deelname aan sport.</p> Signup and view all the answers

Noem drie fietsevenementen, die in het overzicht 'World Port Cycling' staan, met een specifiek type race?

<p>Antwerp Derny, Brompton Race, en BlokjeVelokesrace</p> Signup and view all the answers

Wat is 'Togetherness2013' in de context van de presentatie?

<p>Een sportpop-up initiatief</p> Signup and view all the answers

Waar was het sportzenuwcentrum in 2013, volgens de presentatie over 'Togetherness2013'?

<p>Park Spoor Noord</p> Signup and view all the answers

Welke locatie werd omgevormd tot een tijdelijke sportarena binnen het project 'Togetherness2013'?

<p>De Parkloods</p> Signup and view all the answers

Welke drie componenten bepalen het sportbeleid, volgens de presentatie, en hoe worden ze aangeduid?

<p>Sportinfra ('hardware'), Beweegprogramma’s ('software') en Organisatie en communicatie ('orgware')</p> Signup and view all the answers

Wat is het thema van 'Sportinfrastructuur en beheer' volgens de presentatie?

<p>UGent – 1M Bewegings- en Sportwetenschappen, Sportmanagement</p> Signup and view all the answers

Wat is het doel van 'Pop-up buurtsportpleintjes' in het kader van 'Togetherness2013'?

<p>Sport als lokaal bindmiddel</p> Signup and view all the answers

In welke context wordt het 'MAS' genoemd, binnen de 'Togetherness2013' uit de presentatie?

<p>Sportmuseum aan de Stroom</p> Signup and view all the answers

Wat is de relatie tussen sport en studeren volgens de presentatie onder 'Pop-Up Bloksporthal'?

<p>Samen studeren is samen sporten</p> Signup and view all the answers

Wat is het doel van de extra autonome draagconstructie bij een stadion?

<p>Het biedt een capaciteit van 60.000 plaatsen los van het stadion.</p> Signup and view all the answers

Welke twee types tijdelijke draagconstructies zijn er voor een sportevenement?

<p>Een aparte ring en uitbreidingsunits.</p> Signup and view all the answers

Wat vormt de basisuitrusting in een Olympisch stadion?

<p>Kleedkamers en infra voor atletiektraining.</p> Signup and view all the answers

Hoe kan er tijdens een capaciteitspiek in een Olympisch Stadion worden omgegaan met mobiliteit?

<p>Door sensibiliseringscampagnes en mobiliteitsplanning toe te passen.</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk aspect van duurzame wegeninfrastructuur voor een stad?

<p>Het upgraden van bestaande infrastructuur is de eerste prioriteit.</p> Signup and view all the answers

Wat zijn enkele kenmerken van materialen die gebruikt worden voor de uitbreiding in een Olympisch stadion?

<p>Materialen moeten licht, makkelijk demonteerbaar en herbruikbaar zijn.</p> Signup and view all the answers

Wat houdt 'legacy management' in binnen de context van sportinfrastructuur?

<p>'Legacy management' richt zich op duurzaam beheer van infrastructuren na grote evenementen.</p> Signup and view all the answers

Welke uitdaging vormt de hoge capaciteit van specifieke sportinfrastructuur?

<p>Het is moeilijk om een evenwicht te vinden tussen hardware, software en orgware.</p> Signup and view all the answers

Wat zijn enkele 'secundaire functies' die kunnen worden toegevoegd aan de uitrusting van een Olympisch stadion?

<p>TV-studio's, kantoren, shops en horeca.</p> Signup and view all the answers

Study Notes

Algemene informatie

  • De cursus behandelt sportinfrastructuur en beheer.
  • De docent is prof. dr. A. Willem Lesgever: Jo Haentjens.
  • De cursus wordt gegeven aan 1e jaars studenten Bewegings- en Sportwetenschappen en Sportmanagement.

Cursusinhoud

  • De cursus behandelt sportinfrastructuur in alle aspecten.
  • Er zijn plaatsbezoeken en getuigenissen uit de praktijk.
  • De cursus omvat interactie en opdrachten.
  • Sportinfrastructuur wordt bekeken van macro tot microniveau.
  • Er wordt een trechtermodel gebruikt: macro → microniveau (waar? welk? hoe?).

Evaluatie

  • De evaluatie bestaat uit permanente en eindversie elementen.
  • Actieve participatie in de les en studiebezoeken.
  • Verslagen van studiebezoeken zijn vereist, conform de regels van Ufora.
  • Individueel werk met een verdediging.
  • Theorievragen gebaseerd op documenten en lesbezoeken.

Lesplanning

  • De lesplanning bevat een mengsel van theorie en praktijk modules.
  • Er worden diverse theorie lessen gegeven over sport en infrastructuur.
  • Er zijn verschillende praktische bezoeken naar sportinfrastructuur locaties.
  • Er worden daguitstapjes gepland.
  • Er is geen les op 24 september en er zijn geen lessen op de dinsdagen van 1 oktober, 8 oktober, 15 oktober, 22 oktober, 29 oktober

Categorisering sportinfrastructuur

  • Er wordt onderscheid gemaakt tussen drie soorten infrastructuur: participatie, aanleiding en niet-participatie.
  • De gradaties van aanleiding zijn: natuurlijk en intentioneel.
  • Participatie-infrastructuur omvat: droge en natte overdekte, niet-overdekte terreinen.
  • Aanleidingen vallen in natuurlijke en intentionele categories.
  • Niet-participatie-infrastructuur is topsport (top events) infra.
  • Er zijn voorbeelden van droge, overdekte infra (sporthal, gymnestiekhal, danszaal, vechtsportzaal, wielrenbaan, tennishal, manège).
  • Natte, overdekte infra (zwembad, duiktank, ijsschaatsbaan, indoor skipiste, surfhal).
  • Niet-overdekte infra (atletiekpiste, tennis courts, beachvolleyterrein, watersportcentrum: plas, wildwaterbaan, kabelbaan, terrein voor paardrijden, voetbalterrein, kunstgras, finse piste, BMX parcours, golfterrein.
  • En nog meer voorbeelden van niet-overdekte infra (skatepark & skeelerbaan, parcours voor gemotoriseerde sporten, vlieghaven, parking)

Inleiding in sportinfrastructuur

  • Sportinfrastructuur is een deel van het sportbeleid.
  • Studenten moeten een eigen definitie maken van sportinfrastructuur.
  • Studenten moeten een trechtermodel maken.
  • Er zijn verschillende specifieke voorbeelden.

Gradaties van sportinfrastructuur

  • Participatie aanleiding: Natuurlijke aanleiding (outdoor klimmen, surfspots, hiking/bergwandelen, rafting, schaatsen, etc.) en Intentionele aanleiding (afgescheiden fietspaden, mountainbike parcours, loopomlopen, walkable steden/gemeenten).
  • Niet-participatie infrastructuur: topsportinfrastructuur (vb. topsport hall), top-event infrastructuur (vb. top event).

Andere aspecten van legacy management Tokio 2020

  • 10 tijdelijke infrastructuren (op- en herbouwbaar).
  • Olympisch stadion: natuurlijke ventilatie, uitstekende daken, reuzeventilatoren, vernevelaars op windenergie, koelende macadam/asfalt.
  • Olympisch dorp: 21 woonblokken op zee, duurzame wijk, eigen warmtenet, HF-transport.

Special case 2: Legacy management Parijs 2024

  • Er zijn 3 grote 'venue circles': Parijs, Ile-de-France, Frankrijk (overseas).
  • 3 belangrijke beleidslijnen: kapitalisering op bestaande locaties, installatie van tijdelijke eco-ontworpen infrastructuur, constructie van bruikbare infrastructuur voor de gemeenschap.

Flexibilisering capaciteit

  • Voorbereidingen voor Amsterdam 2028 (niet weerhouden).
  • Basiskring in het Olympisch stadion (20.000 plaatsen).
  • Uitbreiding van het aantal plaatsen.
  • Extra autonome constructie (los van stadion).
  • Aangepaste ringen voor draagconstructies.
  • Extra units voor uitbreiding.

Moduleerbare uitrusting

  • Basisuitrusting van het Olympisch stadion.
  • Kleedkamers.
  • Infrastructuur voor atletiek training.
  • Uitbreiding van uitrusting voor de Olympische Spelen met extra lichtmasten en voorzieningen voor secundair gebruik (vb TV-studio, kantoren, shops & horeca).

Duurzaam materiaal(her)gebruik

  • Duurzaam materiaal in het Olympisch stadion (20.000 plaatsen).
  • Uitgebreide uitrusting, met licht en gemakkelijk demonteerbare, herbruikbare materialen (staalconstructie, doek van fijn geweven staaldraad).

(Top)event infrastructuur samengevat

  • Specifieke infrastructuur (hoge capaciteit).
  • Vaak hoog prestige-gehalte.
  • Moeilijk evenwicht tussen Hardware, Software en Orgware.
  • Legacy Management is ontwikkeld sinds OS Londen 2012.

Onderzoek NL (Hoekman et al., 2012)

  • Goede hardware, software en orgware zorgen voor sportparticipatie.
  • Goede bereikbaarheid is minstens zo belangrijk.

Vervoer

  • Vervoer naar sportaccommodatie naar bevolkingsgroep en leeftijd (2008).
  • Reistijden naar sportaccommodatie, per leeftijdsgroep.
  • Afstandvervalcurve per sporttype.
  • Onderzoek Vlaanderen (Scheerder, Thibaut en Willem – 2015).

Beleid

  • Duidelijk verschil in verplaatsingsbereidheid voor basis en gespecialiseerde sportfaciliteiten.
  • Beleid maken in sportinfrastructuren: 'gelaagd' maken (gemeenten, Sport Vlaanderen, buurtbehoefte, etc.).

Vaststellingen in onderzoek

  • Inadequate infrastructuur is een drempel voor participatie.
  • Voldoende en kwalitatieve voorzieningen zijn positief voor participatie.
  • Goed georganiseerde sportclubs en aantrekkelijke infrastructuur zijn belangrijk voor duurzame participatie.
  • Significante impact van nieuwe infrastructuur op sportparticipatie in middelgrote gemeenten (5.000-20.000 inwoners).
  • Bepaalde trend observaties over infrastructuur (zoals een verhoogde bezetting in sportzalen in middelgrote gemeenten, ondanks de gemiddelde jaarlijkse bezetting van ongeveer 50%).
  • Invloed van nieuwe infrastructuur op sociale betrokkenheid en gemeenschapsgevoel.

Overdekte- en openlucht faciliteiten

  • Verdeling van de openlucht en overdekte faciliteiten.

Evoluties in Vlaanderen

  • Vereenvoudiging van het aanbod en de programma’s.
  • Clustering van activiteiten (sport en ander).
  • Samenwerkingsverbanden tussen overheden.
  • Kosten reductie (bouw en exploitatie).
  • Duurzaamheid in de kern van nieuw ontwerpen.
  • 'Total Cost of Ownership' (TCO) (constructie en exploitatie).

Bezettingsgraad sporthallen

  • Kwantitatieve analyse van uitgangspunten.
  • Bezettingscijfers zijn afhankelijk van definities, dus de betekenis van de cijfers is niet duidelijk.
  • Het aantal bezette uren in verhouding tot de totale openingsuren is belangrijk.
  • Bezetting van sporthallen voor scholen en clubs gedurende het schooljaar, maar ook zomer en in het weekend.
  • Er zijn voorbeelden voor het bepalen van de bezetting bruto% en netto%.

Conclusie

  • De cursus geeft een diepgaande kijk op de componenten die de sportinfrastructuur in Vlaanderen beïnvloeden.
  • De theorie en de praktijk van sportinfrastructuur bezoeken zijn belangrijke delen van de cursus.
  • De cursus beslaat een breed scala aan onderwerpen, met een focus op zowel macro- en micronivelen.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Description

Test je kennis over sportinfrastructuur en de rol van sportmanagement. Dit quiz behandelt de indeling van sportinfrastructuur, voorbeelden van verschillende types en de belangrijkste vragen binnen het ruimtelijk inplannen. Ontdek ook wie Jo Haentjens is en zijn impact op het sportmanagement.

More Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Browser