Podcast
Questions and Answers
Wat is het belangrijkste verschil tussen spaarrente en de rente die de bank vraagt voor het verstrekken van een lening?
Wat is het belangrijkste verschil tussen spaarrente en de rente die de bank vraagt voor het verstrekken van een lening?
- Spaarrente is hoger dan leenrente.
- Spaarrente is lager dan leenrente. (correct)
- Spaarrente is gelijk aan leenrente.
- Er is geen verband tussen spaarrente en leenrente.
Een bank verdient geld door hetzelfde rentepercentage te hanteren voor zowel spaargeld als leningen.
Een bank verdient geld door hetzelfde rentepercentage te hanteren voor zowel spaargeld als leningen.
False (B)
Wat is de rol van de bank tussen spaarders en leners?
Wat is de rol van de bank tussen spaarders en leners?
tussenpersoon
De vergoeding die de bank verdient door geld uit te lenen, wordt ______ genoemd.
De vergoeding die de bank verdient door geld uit te lenen, wordt ______ genoemd.
Welke van de volgende opties is geen type lening dat door een bank wordt verstrekt?
Welke van de volgende opties is geen type lening dat door een bank wordt verstrekt?
Wie is de hypotheeknemer bij een hypotheek?
Wie is de hypotheeknemer bij een hypotheek?
Een hypotheeklening is een lening zonder onderpand.
Een hypotheeklening is een lening zonder onderpand.
Wat is het voornaamste onderpand bij een hypotheeklening?
Wat is het voornaamste onderpand bij een hypotheeklening?
Als de lener de rente en aflossing niet kan betalen, mag de bank het pand gedwongen ______.
Als de lener de rente en aflossing niet kan betalen, mag de bank het pand gedwongen ______.
Wat is het belangrijkste verschil tussen een hypotheeklening en een consumptief krediet?
Wat is het belangrijkste verschil tussen een hypotheeklening en een consumptief krediet?
Wat is een kenmerk van een consumptief krediet?
Wat is een kenmerk van een consumptief krediet?
Amortisatie is de vergoeding voor het gebruik van geld dat je leent.
Amortisatie is de vergoeding voor het gebruik van geld dat je leent.
Wat zijn de twee hoofdtypen leningen die in de tekst worden genoemd?
Wat zijn de twee hoofdtypen leningen die in de tekst worden genoemd?
Bij een lineaire amortisatie is het ______ elke periode hetzelfde.
Bij een lineaire amortisatie is het ______ elke periode hetzelfde.
Welke van de volgende opties is een voorbeeld van consumptief krediet?
Welke van de volgende opties is een voorbeeld van consumptief krediet?
Bij een annuïteitenhypotheek is het bedrag dat je betaalt elke periode wisselend.
Bij een annuïteitenhypotheek is het bedrag dat je betaalt elke periode wisselend.
Wat is het belangrijkste verschil tussen rente en amortisatie?
Wat is het belangrijkste verschil tussen rente en amortisatie?
In het voorbeeld van lineaire amortisatie, hoeveel bedraagt de aflossing per jaar op een lening van €3.000 over drie jaar?
In het voorbeeld van lineaire amortisatie, hoeveel bedraagt de aflossing per jaar op een lening van €3.000 over drie jaar?
Wie is bevoegd om een woning over te dragen?
Wie is bevoegd om een woning over te dragen?
Bij een lineaire hypotheek blijft het interestbedrag gelijk gedurende de looptijd.
Bij een lineaire hypotheek blijft het interestbedrag gelijk gedurende de looptijd.
Welke partij maakt een schatting van de waarde van een woning?
Welke partij maakt een schatting van de waarde van een woning?
De bank verstrekt de hypotheeklening en ontvangt interest en ______.
De bank verstrekt de hypotheeklening en ontvangt interest en ______.
Wat is een kenmerk van een annuiteitenhypotheek?
Wat is een kenmerk van een annuiteitenhypotheek?
Een makelaar treedt altijd op als zowel aan- als verkoopmakelaar.
Een makelaar treedt altijd op als zowel aan- als verkoopmakelaar.
Welke akte maakt de notaris om vast te leggen dat de woning wordt overgedragen?
Welke akte maakt de notaris om vast te leggen dat de woning wordt overgedragen?
Bij een lineaire hypotheek los je elke maand hetzelfde bedrag aan ______ af.
Bij een lineaire hypotheek los je elke maand hetzelfde bedrag aan ______ af.
Waarover betaal je interest bij een lineaire hypotheek?
Waarover betaal je interest bij een lineaire hypotheek?
De verkoper van een woning betaalt de 'kosten koper'.
De verkoper van een woning betaalt de 'kosten koper'.
Welke van de volgende is een voorbeeld van een vorm van consumentenkrediet?
Welke van de volgende is een voorbeeld van een vorm van consumentenkrediet?
Bij koop op afbetaling is de uitlener direct eigenaar van de goederen, zelfs voordat de laatste termijn is betaald.
Bij koop op afbetaling is de uitlener direct eigenaar van de goederen, zelfs voordat de laatste termijn is betaald.
Hoeveel bedraagt de maandelijkse termijn bij een persoonlijke lening van €10.000?
Hoeveel bedraagt de maandelijkse termijn bij een persoonlijke lening van €10.000?
Met een creditcard kun je geld ______ en lenen.
Met een creditcard kun je geld ______ en lenen.
Wat is de rentevoet per maand voor een lening van €25.000?
Wat is de rentevoet per maand voor een lening van €25.000?
Een creditcard kan alleen worden gebruikt om te betalen, niet om geld te lenen.
Een creditcard kan alleen worden gebruikt om te betalen, niet om geld te lenen.
Hoe wordt de vaste maandelijkse betaling bij een consumentenkrediet genoemd?
Hoe wordt de vaste maandelijkse betaling bij een consumentenkrediet genoemd?
Match de juiste beschrijving met de vorm van consumentenkrediet:
Match de juiste beschrijving met de vorm van consumentenkrediet:
Wat is de formule om de jaarlijkse aflossing te berekenen bij een lineaire hypotheek?
Wat is de formule om de jaarlijkse aflossing te berekenen bij een lineaire hypotheek?
Bij een annuïteitenhypotheek blijft het bedrag dat je per maand betaalt gedurende de hele looptijd hetzelfde.
Bij een annuïteitenhypotheek blijft het bedrag dat je per maand betaalt gedurende de hele looptijd hetzelfde.
Hoe wordt de interest in het eerste jaar berekend bij een lineaire hypotheek?
Hoe wordt de interest in het eerste jaar berekend bij een lineaire hypotheek?
Bij een annuïteitenhypotheek worden interest en aflossing betaald in de vorm van één vast bedrag per maand, de ______.
Bij een annuïteitenhypotheek worden interest en aflossing betaald in de vorm van één vast bedrag per maand, de ______.
Wat gebeurt er met de restschuld bij een lineaire hypotheek na elke maandelijkse aflossing?
Wat gebeurt er met de restschuld bij een lineaire hypotheek na elke maandelijkse aflossing?
Bij een annuïteitenhypotheek daalt de aflossing in de loop van de tijd.
Bij een annuïteitenhypotheek daalt de aflossing in de loop van de tijd.
Welke componenten vormen samen de jaarlijkse termijn bij een hypotheek?
Welke componenten vormen samen de jaarlijkse termijn bij een hypotheek?
Naarmate de tijd vordert bij een annuïteitenhypotheek, wordt het deel van de betaling dat naar de rente gaat steeds ______.
Naarmate de tijd vordert bij een annuïteitenhypotheek, wordt het deel van de betaling dat naar de rente gaat steeds ______.
Wat gebeurt er met de hypotheekschuld naarmate er wordt afgelost?
Wat gebeurt er met de hypotheekschuld naarmate er wordt afgelost?
Wat is een kenmerk van aflossing bij een consumentenkrediet?
Wat is een kenmerk van aflossing bij een consumentenkrediet?
Het rentegedeelte van een maandelijkse termijn bij een lening neemt geleidelijk toe naarmate de looptijd vordert.
Het rentegedeelte van een maandelijkse termijn bij een lening neemt geleidelijk toe naarmate de looptijd vordert.
Bij een lening wordt, naarmate de tijd vordert, het ______ gedeelte van de termijn groter.
Bij een lening wordt, naarmate de tijd vordert, het ______ gedeelte van de termijn groter.
Welke van de volgende elementen vormen samen de maandelijkse termijn bij een consumentenkrediet?
Welke van de volgende elementen vormen samen de maandelijkse termijn bij een consumentenkrediet?
Wat is de basisformule voor het berekenen van de rente over een lening?
Wat is de basisformule voor het berekenen van de rente over een lening?
Het aflossingsgedeelte van een maandelijkse termijn is altijd groter dan het rentegedeelte, tenzij er sprake is van een slotbetaling.
Het aflossingsgedeelte van een maandelijkse termijn is altijd groter dan het rentegedeelte, tenzij er sprake is van een slotbetaling.
Een lening van €2.500 heeft een maandelijkse rente van 0,95%. Hoeveel bedraagt de rente in de eerste maand?
Een lening van €2.500 heeft een maandelijkse rente van 0,95%. Hoeveel bedraagt de rente in de eerste maand?
De totale rente over een lening kan worden berekend als: (maandelijkse termijn x looptijd) - ______.
De totale rente over een lening kan worden berekend als: (maandelijkse termijn x looptijd) - ______.
Flashcards
Wat is rente?
Wat is rente?
De prijs die betaald wordt om geld te lenen.
Wat is een termijnbetaling?
Wat is een termijnbetaling?
Een terugbetaling van een lening, bestaande uit aflossing en rente.
Wat is consumentenkrediet?
Wat is consumentenkrediet?
Een lening voor persoonlijke consumptie.
Wat is een hypotheek?
Wat is een hypotheek?
Signup and view all the flashcards
Hoe verdienen banken aan rente?
Hoe verdienen banken aan rente?
Signup and view all the flashcards
Consumptief Krediet
Consumptief Krediet
Signup and view all the flashcards
Hypotheek
Hypotheek
Signup and view all the flashcards
Rente
Rente
Signup and view all the flashcards
Amortisatie
Amortisatie
Signup and view all the flashcards
Aflossing in één keer
Aflossing in één keer
Signup and view all the flashcards
Lineaire Amortisatie
Lineaire Amortisatie
Signup and view all the flashcards
Annuitair Aflossen
Annuitair Aflossen
Signup and view all the flashcards
Schuld aan het begin van het jaar
Schuld aan het begin van het jaar
Signup and view all the flashcards
Wat is recht van hypotheek?
Wat is recht van hypotheek?
Signup and view all the flashcards
Wat is een hypotheeklening?
Wat is een hypotheeklening?
Signup and view all the flashcards
Wie is de hypotheeknemer?
Wie is de hypotheeknemer?
Signup and view all the flashcards
Wie is de hypotheekgever?
Wie is de hypotheekgever?
Signup and view all the flashcards
Wat is hypothecair krediet?
Wat is hypothecair krediet?
Signup and view all the flashcards
Persoonlijke lening
Persoonlijke lening
Signup and view all the flashcards
Doorlopend krediet
Doorlopend krediet
Signup and view all the flashcards
Aankoop op afbetaling
Aankoop op afbetaling
Signup and view all the flashcards
Huurkoop
Huurkoop
Signup and view all the flashcards
Creditcard
Creditcard
Signup and view all the flashcards
Creditcard - Betalen
Creditcard - Betalen
Signup and view all the flashcards
Creditcard - Lenen
Creditcard - Lenen
Signup and view all the flashcards
Annuïteit
Annuïteit
Signup and view all the flashcards
Wat is een annuïteitenhypotheek?
Wat is een annuïteitenhypotheek?
Signup and view all the flashcards
Wat is aflossing?
Wat is aflossing?
Signup and view all the flashcards
Wat is een lineaire hypotheek?
Wat is een lineaire hypotheek?
Signup and view all the flashcards
Wat is jaarlijkse aflossing?
Wat is jaarlijkse aflossing?
Signup and view all the flashcards
Wat is een annuïteit?
Wat is een annuïteit?
Signup and view all the flashcards
Wat is hypotheekrente?
Wat is hypotheekrente?
Signup and view all the flashcards
Waarom daalt de rente bij aflossing?
Waarom daalt de rente bij aflossing?
Signup and view all the flashcards
Wat is een termijnbedrag?
Wat is een termijnbedrag?
Signup and view all the flashcards
Consumentenkrediet
Consumentenkrediet
Signup and view all the flashcards
Maandelijkse termijn
Maandelijkse termijn
Signup and view all the flashcards
Rentecomponent
Rentecomponent
Signup and view all the flashcards
Aflossingscomponent
Aflossingscomponent
Signup and view all the flashcards
Rente berekenen (maandelijks)
Rente berekenen (maandelijks)
Signup and view all the flashcards
Totale rente berekenen
Totale rente berekenen
Signup and view all the flashcards
Voorbeeld van renteberekening
Voorbeeld van renteberekening
Signup and view all the flashcards
Voorbeeld van totale rente
Voorbeeld van totale rente
Signup and view all the flashcards
Wat doet een makelaar?
Wat doet een makelaar?
Signup and view all the flashcards
Wat doet een hypotheekadviseur?
Wat doet een hypotheekadviseur?
Signup and view all the flashcards
Wat is de rol van de bank bij een hypotheek?
Wat is de rol van de bank bij een hypotheek?
Signup and view all the flashcards
Wat doet een notaris?
Wat doet een notaris?
Signup and view all the flashcards
Wat doet een taxateur?
Wat doet een taxateur?
Signup and view all the flashcards
Wat is een lineaire hypotheek (aflossing)?
Wat is een lineaire hypotheek (aflossing)?
Signup and view all the flashcards
Wat is een lineaire hypotheek (rente)?
Wat is een lineaire hypotheek (rente)?
Signup and view all the flashcards
Wat is een annuïteit bij een hypotheek?
Wat is een annuïteit bij een hypotheek?
Signup and view all the flashcards
Wat is een leveringsakte?
Wat is een leveringsakte?
Signup and view all the flashcards
Wat is een hypotheekakte?
Wat is een hypotheekakte?
Signup and view all the flashcards