Podcast
Questions and Answers
Wat is een voordeel van maatschappelijke participatie?
Wat is een voordeel van maatschappelijke participatie?
- Het biedt financiële voordelen.
- Het geeft voldoening door bij te dragen aan de samenleving. (correct)
- Het is een verplichting voor alle inwoners.
- Het vermindert eenzaamheid.
Wat houdt individuele participatie in?
Wat houdt individuele participatie in?
- Het organiseren van evenementen voor de gemeenschap.
- Activiteiten die aansluiten bij iemands leven. (correct)
- Deelname aan nationale verkiezingen.
- Verplicht meedoen aan groepsprojecten.
Wat is een kenmerk van polarisatie?
Wat is een kenmerk van polarisatie?
- Verbinding tussen mensen groeit.
- Er ontstaat steeds meer ruzie binnen een groep. (correct)
- Consensus wordt vaker bereikt.
- Mensen gaan elkaar steeds meer begrijpen.
Welke vorm van participatie heeft invloed op alle inwoners?
Welke vorm van participatie heeft invloed op alle inwoners?
Wat betekent delegeren in de context van sociaal werk?
Wat betekent delegeren in de context van sociaal werk?
Wat is een functie van de Eigen Kracht Conferentie (EKC)?
Wat is een functie van de Eigen Kracht Conferentie (EKC)?
Wat is het belangrijkste verschil tussen het verdelen van taken en het delegeren van taken?
Wat is het belangrijkste verschil tussen het verdelen van taken en het delegeren van taken?
Hoe kan een sociale werker ondersteuning bieden volgens het stappenplan?
Hoe kan een sociale werker ondersteuning bieden volgens het stappenplan?
Hoe draagt positieve psychologie bij aan de werkomgeving?
Hoe draagt positieve psychologie bij aan de werkomgeving?
Wat is een doel van MEE?
Wat is een doel van MEE?
Welke van de volgende factoren speelt geen rol in positieve gezondheid?
Welke van de volgende factoren speelt geen rol in positieve gezondheid?
Wat wordt verstaan onder probleemgerichte copingstijl?
Wat wordt verstaan onder probleemgerichte copingstijl?
Wat zijn de 6 dimensies van positieve gezondheid niet?
Wat zijn de 6 dimensies van positieve gezondheid niet?
Wat zijn emoties, gedachten en gedragingen onderdeel van?
Wat zijn emoties, gedachten en gedragingen onderdeel van?
Welk aspect is geen aandachtspunt van het 8-fasenmodel?
Welk aspect is geen aandachtspunt van het 8-fasenmodel?
Wat is sociale activering?
Wat is sociale activering?
Wat kenmerkt intrinsieke motivatie?
Wat kenmerkt intrinsieke motivatie?
Wat is het primaire doel van jeugdzorg?
Wat is het primaire doel van jeugdzorg?
Wat kenmerkt extramurale zorg?
Wat kenmerkt extramurale zorg?
Welk kenmerk is geen onderdeel van een maatschappelijke probleem?
Welk kenmerk is geen onderdeel van een maatschappelijke probleem?
Welke van de volgende vormen van zorg is een mix van intramurale en extramurale zorg?
Welke van de volgende vormen van zorg is een mix van intramurale en extramurale zorg?
Wat betekent segregatie?
Wat betekent segregatie?
Welk voordeel heeft zelfhulp?
Welk voordeel heeft zelfhulp?
Wat is een nadeel van zelfhulp?
Wat is een nadeel van zelfhulp?
Welke vorm van empathie helpt om te begrijpen wat iemand anders denkt of voelt?
Welke vorm van empathie helpt om te begrijpen wat iemand anders denkt of voelt?
Wat is een functie van maatschappelijk werk?
Wat is een functie van maatschappelijk werk?
Wat betekent terugkoppeling op inhoudsniveau?
Wat betekent terugkoppeling op inhoudsniveau?
Wat is het doel van Anonieme Alcoholisten (AA)?
Wat is het doel van Anonieme Alcoholisten (AA)?
Waarop is een referentiekader gebaseerd?
Waarop is een referentiekader gebaseerd?
Wat is een belangrijke eigenschap van affectieve empathie?
Wat is een belangrijke eigenschap van affectieve empathie?
Wat sluit transmurale zorg in?
Wat sluit transmurale zorg in?
Wat wordt verstaan onder participatie?
Wat wordt verstaan onder participatie?
Wat is het hoofddoel van motiverende gespreksvoering?
Wat is het hoofddoel van motiverende gespreksvoering?
Wat betekent ambivalentie in de context van gedragsverandering?
Wat betekent ambivalentie in de context van gedragsverandering?
Wat zijn SMART-doelen?
Wat zijn SMART-doelen?
Welke functie heeft het participatiewiel?
Welke functie heeft het participatiewiel?
Welke van de volgende aspecten wordt niet vermeld als onderdeel van het participatiewiel?
Welke van de volgende aspecten wordt niet vermeld als onderdeel van het participatiewiel?
Wat houdt de fase van betrokkenheid versterken in?
Wat houdt de fase van betrokkenheid versterken in?
Wat is een belangrijk element in motiverende gespreksvoering?
Wat is een belangrijk element in motiverende gespreksvoering?
Waarom is een stabiele en veilige woonsituatie belangrijk?
Waarom is een stabiele en veilige woonsituatie belangrijk?
Flashcards
Referentiekader
Referentiekader
Een verzameling van waarden, normen, overtuigingen en ervaringen die iemands kijk op de wereld en gedrag beïnvloeden.
Cognitieve Empathie
Cognitieve Empathie
Het vermogen om te begrijpen wat iemand anders denkt of voelt. Je leeft je in hun situatie in en begrijpt hun reactie.
Affectieve Empathie
Affectieve Empathie
Het gevoel dat je krijgt wanneer je de emoties van iemand anders ervaart. Je voelt met hen mee.
Participatie
Participatie
Signup and view all the flashcards
Segregatie
Segregatie
Signup and view all the flashcards
Maatschappelijk probleem
Maatschappelijk probleem
Signup and view all the flashcards
Ouderenzorg
Ouderenzorg
Signup and view all the flashcards
Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ)
Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ)
Signup and view all the flashcards
Maatschappelijke participatie
Maatschappelijke participatie
Signup and view all the flashcards
Individuele participatie
Individuele participatie
Signup and view all the flashcards
Burgerlijke participatie
Burgerlijke participatie
Signup and view all the flashcards
Polarisatie
Polarisatie
Signup and view all the flashcards
Eigen Kracht Conferentie (EKC)
Eigen Kracht Conferentie (EKC)
Signup and view all the flashcards
MEE (samen met elkaar)
MEE (samen met elkaar)
Signup and view all the flashcards
Bekwaamheden van sociaal werkers
Bekwaamheden van sociaal werkers
Signup and view all the flashcards
Delegeren
Delegeren
Signup and view all the flashcards
Sociale activering
Sociale activering
Signup and view all the flashcards
Extramurale zorg
Extramurale zorg
Signup and view all the flashcards
Intramurale zorg
Intramurale zorg
Signup and view all the flashcards
Semimurale zorg
Semimurale zorg
Signup and view all the flashcards
Transmurale zorg
Transmurale zorg
Signup and view all the flashcards
Zelfhulp
Zelfhulp
Signup and view all the flashcards
Gezondheidsdimensies
Gezondheidsdimensies
Signup and view all the flashcards
Inhoudsniveau
Inhoudsniveau
Signup and view all the flashcards
Positieve Gezondheid
Positieve Gezondheid
Signup and view all the flashcards
Betrekkingsniveau
Betrekkingsniveau
Signup and view all the flashcards
Copingstijlen
Copingstijlen
Signup and view all the flashcards
Probleemgerichte Copingstijl
Probleemgerichte Copingstijl
Signup and view all the flashcards
Emotiegerichte Copingstijl
Emotiegerichte Copingstijl
Signup and view all the flashcards
Intrinsieke Motivatie
Intrinsieke Motivatie
Signup and view all the flashcards
Extrinsieke Motivatie
Extrinsieke Motivatie
Signup and view all the flashcards
Motiverende Gespreksvoering
Motiverende Gespreksvoering
Signup and view all the flashcards
Discrepantie
Discrepantie
Signup and view all the flashcards
Ambivalentie
Ambivalentie
Signup and view all the flashcards
Participatiewiel
Participatiewiel
Signup and view all the flashcards
Wonen
Wonen
Signup and view all the flashcards
Zorg en welzijn
Zorg en welzijn
Signup and view all the flashcards
Sociale contacten
Sociale contacten
Signup and view all the flashcards
Werken en leren
Werken en leren
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Sociale Werker Les 1/2
-
Werkvelden in Social Work:
- Jeugdzorg: ondersteuning van jongeren en gezinnen bij opvoedproblemen/gedragsproblemen.
- Ouderenzorg: hulp bij zelfstandig leven voor ouderen.
- Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ): ondersteuning bij psychische problemen (depressie, verslaving).
- Maatschappelijk werk: ondersteuning bij praktische problemen (schulden, huisvesting).
- Reclassering: hulp aan mensen met contact met justitie voor re-integratie in samenleving.
- Vluchtelingenwerk: ondersteuning bij integratie en dagelijks leven voor vluchtelingen/asiellzoekers.
- Scholen: hulp bij sociale of emotionele problemen van leerlingen.
- Gemeentelijk werk (WMO): ondersteuning bij zorg- en hulpmiddelen via gemeente.
-
Segregatie:
- Segregatie: scheiding van verschillende groepen mensen (huidskleur, geloof, inkomen, sociale klasse).
- Vormen van segregatie: ruimtelijke, onderwijsscheiding, economische en sociale.
-
Maatschappelijke problemen (sociale vraagstukken):
- Sociaal vraagstuk: maatschappelijke kwestie/probleem als onwenselijk beschouwd.
- Oplossing: gezamenlijke actie/ingreep van politiek.
- Voorbeelden van problemen: verwarde mensen, basisinkomen, opvang vluchtelingen, wooncrisis, overlast, leefbaarheid, discriminatie, criminaliteit, segregatie.
Empathie
-
Cognitieve empathie:
- Kunnen begrijpen van gedachten en gevoelens van anderen.
- Inleven in situaties van anderen en reageren.
-
Affectieve empathie:
- Gevoelens ervaren van anderen vanuit je eigen emoties.
- Sterke band opbouwen met anderen.
Les 3: Participatie
- Participatie:
- Deelname of meedoen aan iets (bv samenleving).
- Maatschappelijke participatie: Positief bijdragen aan samenleving.
Polarisatie
- Polarisatie:
- Toename van ruzies en meningsverschillen binnen een groep of samenleving.
- Vaak tegenovergestelde standpunten.
- Versterkte tegenstellingen, groepsvorming, emotionele reacties.
- Voorbeelden: politiek, sport, sociale media, cultureel, klimaatverandering.
Les 4: Bekwaamheid
-
Sociaal functioneren bevorderen:
- Relaties aangaan en communicatief handelen.
- Zorg en ondersteuning.
- Hulp en dienstverlening.
- Bevorderen van ontwikkeling (activeren/verbinden).
- Beleidsbeïnvloeding
-
Coördineren en organiseren:
- Coö̈rdineren eigen werk.
- Samenwerken in kwaliteit organisatie.
- Interprofessioneel samenwerken.
- Coachen en leidinggeven.
-
Professionaliteit en professionalisering:
- Ontwikkelen technisch rationele professionaliteit.
- Ontwikkelen normatieve professionaliteit.
- Ontwikkelen reflectieve professionaliteit.
- Ontwikkelen onderzoekend vermogen.
Les 5: Biopsychosociaal benadering
- Biologisch: Fysieke gezondheid, genetica, biochemie, fysiologische processen.
- Psychologisch: Emoties, gedachten, gedragingen, mentale gezondheid.
- Sociaal: Invloeden van omgeving, sociale netwerken, cultuur, economisch status.
- Holistisch: Zorgverleners bekijken niet alleen symptomen maar ook de psychosociale context.
- Positieve Psychologie: Positieve werkomgeving creëren voor betrokkenheid, creativiteit en productiviteit. -Positieve Gezondheid: focus op lichaam, spiritualiteit en kwaliteiteit van leven.
- Gezondheid en gedrag: Goed gedrag heeft impact op de fysieke en mentale gezondheid.
8 Fasenmodel (diagram)
- Aanmelding
- Intake
- Opname
- Analyse
- Evaluatie
- Uitvoering
- Uitstroom
Les 6: Coping stijlen
- Copingstijlen: Manieren van omgaan met stress en moeilijke situaties.
- Probleemgericht: Oplossen van het probleem.
- Emotiegericht: Afleiding zoeken (bv gamen).
- Responsgericht: Omgaan met gevolgen.
- 6 dimensies positieve gezondheid: Lichaamfuncties, mentaal welbevinden, sociaal-maatschappelijk participeren, zingeving/spiritualiteit, algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL), kwaliteit van leven
Les 6: Intrinsiek/extrinsiek motivatie
- Intrinsiek: Motivatie van binnenuit, door eigen beloning of voldoening
- Extrinsiek: Motivatie van buitenaf, door iets/ iemand anders
Les 6: Gedragsverandering (motiverende gespreksvoering)
- Twee fasen:
- Fase 1: ontwikkelen motivatie.
- Fase 2: betrokkenheid vergroten en stappen richting actie.
- Fase 3: kijken naar gedrag; waarom en hoe?
Les 7: Sociale activering
- Sociale activering: onderdeel van sociale participatie.
- Doel: Contact met anderen, gericht op behoeften van de cliënt.
- Extramurale zorg: Zorg buiten instelling (bv. wijkverpleegkundige, thuishulp).
- Intramurale zorg: Zorg binnen instelling (vb verpleeghuis).
- Semimurale zorg: Mix van zorg buiten en binnen instellingen.
- Transmurale zorg: Zowel thuis als in instelling.
Les 8: Zelfhulp
- Zelfhulp: Actief stappen ondernemen voor probleemoplossing. -Zelfhulpboeken -Forums -Websites -Gesprekken met groepen (bv AA).
- Voordelen Zelfhulp: Betaalbaar, vrijheid in tijd en plaats, anonimiteit.
- Nadelen Zelfhulp: Misinformatie, gebrek aan professionele hulp, mogelijk misbruik. -Thema's: verslaving, geestelijke gezondheid, familie, cultuur, seksualiteit.
Les 9: Protocollen
- Protocollen: Manieren van omgaan met ongevallen (bv: ALS, ontruiming).
- Beleid: Regels, afspraken, wetgeving van de organisatie.
- Visie: Organisatie idee over de toekomst, doel (missie) en kwaliteit.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Related Documents
Description
Deze quiz behandelt belangrijke werkvelden binnen het sociaal werk, zoals jeugdzorg, ouderenadministratie en geestelijke gezondheidszorg. Daarnaast wordt het concept van segregatie en de verschillende vormen ervan besproken. Test je kennis over deze essentiële onderwerpen in het sociaal domein.