Podcast
Questions and Answers
Welke van de volgende gedragingen is het beste voorbeeld van assertief gedrag?
Welke van de volgende gedragingen is het beste voorbeeld van assertief gedrag?
- Jou mening opleggen aan anderen
- Heldere communicatie van je eigen behoeften met respect (correct)
- Iemand negeren in een groep
- Een verzoek zonder uitleg afwijzen
Aggressief gedrag houdt rekening met de belangen van anderen.
Aggressief gedrag houdt rekening met de belangen van anderen.
False (B)
Wat is de kern van het covariatiemodel van attributies?
Wat is de kern van het covariatiemodel van attributies?
Het zoeken naar verklaringen voor geobserveerd gedrag door middel van interne en externe attributies.
Het _______________ principe beschrijft hoe mensen de oorzaken van andermans gedrag interpreteren.
Het _______________ principe beschrijft hoe mensen de oorzaken van andermans gedrag interpreteren.
Koppel de volgende gedragingen aan hun beschrijving:
Koppel de volgende gedragingen aan hun beschrijving:
Wat is een attitude?
Wat is een attitude?
Attitudes worden alleen aangeleerd en zijn nooit aangeboren.
Attitudes worden alleen aangeleerd en zijn nooit aangeboren.
Geef een voorbeeld van intern gedrag dat voortkomt uit een positieve attitude.
Geef een voorbeeld van intern gedrag dat voortkomt uit een positieve attitude.
In de sociaal leertheorie van Bandura leren we gedrag door ________ en ________.
In de sociaal leertheorie van Bandura leren we gedrag door ________ en ________.
Wat is evaluatieve conditionering?
Wat is evaluatieve conditionering?
Match de volgende termen met hun betekenis:
Match de volgende termen met hun betekenis:
Operante conditionering kan leiden tot gedragsverandering op basis van positieve of negatieve gevolgen.
Operante conditionering kan leiden tot gedragsverandering op basis van positieve of negatieve gevolgen.
Wat beïnvloedt de intentie om bepaald gedrag te vertonen volgens Ajzen en Fishbein?
Wat beïnvloedt de intentie om bepaald gedrag te vertonen volgens Ajzen en Fishbein?
Als iemand vindt dat gezondheid belangrijk is, heeft die persoon altijd de intentie om gezonder te leven.
Als iemand vindt dat gezondheid belangrijk is, heeft die persoon altijd de intentie om gezonder te leven.
Noem de drie factoren die invloed hebben op de intentie volgens de Theory of Planned Behavior.
Noem de drie factoren die invloed hebben op de intentie volgens de Theory of Planned Behavior.
Cognitieve dissonantie verwijst naar de onaangename spanning die iemand ervaart bij het handelen dat in strijd is met zijn of haar __________.
Cognitieve dissonantie verwijst naar de onaangename spanning die iemand ervaart bij het handelen dat in strijd is met zijn of haar __________.
Wat is de kern van de cognitieve dissonantietheorie van Festinger?
Wat is de kern van de cognitieve dissonantietheorie van Festinger?
Koppel de term aan de juiste beschrijving:
Koppel de term aan de juiste beschrijving:
Een persoon met een positieve attitude ten opzichte van gezonde voeding zal altijd gezond eten.
Een persoon met een positieve attitude ten opzichte van gezonde voeding zal altijd gezond eten.
Als je vindt dat de affiche over milieuvriendelijk gedrag je overtuigingen versterkt, dan beïnvloedt het je __________.
Als je vindt dat de affiche over milieuvriendelijk gedrag je overtuigingen versterkt, dan beïnvloedt het je __________.
Wat heeft een rechtstreekse invloed op gedrag volgens het voorbeeld van busgebruik?
Wat heeft een rechtstreekse invloed op gedrag volgens het voorbeeld van busgebruik?
Welke factor speelt een belangrijke rol bij het ontstaan van attitudes?
Welke factor speelt een belangrijke rol bij het ontstaan van attitudes?
Wat is het belangrijkste verschil tussen systeem 1- en systeem 2-denken?
Wat is het belangrijkste verschil tussen systeem 1- en systeem 2-denken?
De perifere route vereist een hogere betrokkenheid van de ontvanger dan de centrale route.
De perifere route vereist een hogere betrokkenheid van de ontvanger dan de centrale route.
Noem een voordeel van het systeem 1-denken.
Noem een voordeel van het systeem 1-denken.
De __________ overredingsroute vraagt veel inspanning en leidt tot standvastigere attitudes.
De __________ overredingsroute vraagt veel inspanning en leidt tot standvastigere attitudes.
Koppel de volgende termen aan hun juiste beschrijving:
Koppel de volgende termen aan hun juiste beschrijving:
Wat is een gevolg van de centrale overredingsroute?
Wat is een gevolg van de centrale overredingsroute?
Kahneman stelt dat systeem 1 vaker fouten maakt dan systeem 2.
Kahneman stelt dat systeem 1 vaker fouten maakt dan systeem 2.
Welke drie factoren beïnvloeden de attitudeverandering volgens het elaboration likelihood model?
Welke drie factoren beïnvloeden de attitudeverandering volgens het elaboration likelihood model?
Hoge motivatie leidt tot de __________ route, terwijl lage motivatie leidt tot de perifere route.
Hoge motivatie leidt tot de __________ route, terwijl lage motivatie leidt tot de perifere route.
Koppel de volgende beïnvloeders van attitudeverandering aan hun beschrijvingen:
Koppel de volgende beïnvloeders van attitudeverandering aan hun beschrijvingen:
Welke van de volgende kenmerken van de zender is het belangrijkst voor overtuiging?
Welke van de volgende kenmerken van de zender is het belangrijkst voor overtuiging?
Een hoge zelfwaardering maakt mensen minder vatbaar voor beïnvloeding.
Een hoge zelfwaardering maakt mensen minder vatbaar voor beïnvloeding.
Wat is het effect van een goede stemming op de beïnvloedbaarheid van een ontvanger?
Wat is het effect van een goede stemming op de beïnvloedbaarheid van een ontvanger?
De mate waarin iemand een definitief antwoord nodig heeft bij onduidelijke informatie heet __________.
De mate waarin iemand een definitief antwoord nodig heeft bij onduidelijke informatie heet __________.
Koppel de volgende kenmerken van de ontvanger aan hun invloed op attitudeverandering:
Koppel de volgende kenmerken van de ontvanger aan hun invloed op attitudeverandering:
Wat is een gevolg van het gebruik van negatieve emoties in een boodschap?
Wat is een gevolg van het gebruik van negatieve emoties in een boodschap?
De theory of planned behavior stelt dat attitudes altijd leiden tot gedrag.
De theory of planned behavior stelt dat attitudes altijd leiden tot gedrag.
Wat is een veelvoorkomende misvatting over causale attributies?
Wat is een veelvoorkomende misvatting over causale attributies?
Mensen met een __________ zijn vaak moeilijk te overtuigen vanwege hun zekerheid in hun overtuigingen.
Mensen met een __________ zijn vaak moeilijk te overtuigen vanwege hun zekerheid in hun overtuigingen.
Koppel de volgende invloeden op gedrag aan hun beschrijvingen:
Koppel de volgende invloeden op gedrag aan hun beschrijvingen:
Flashcards
Attitude
Attitude
Iemands algemene houding ten opzichte van een persoon, voorwerp of idee.
Evaluatieve conditionering
Evaluatieve conditionering
Een vorm van klassieke conditionering waarbij een positieve of negatieve attitude over iets aan een ander object gekoppeld wordt.
Operante conditionering
Operante conditionering
Een leerproces waarbij gedrag verandert door positieve of negatieve gevolgen.
Sociaal leren
Sociaal leren
Signup and view all the flashcards
Persoonlijkheidstrekken
Persoonlijkheidstrekken
Signup and view all the flashcards
Attitude vorming
Attitude vorming
Signup and view all the flashcards
Extern gedrag
Extern gedrag
Signup and view all the flashcards
Intern gedrag
Intern gedrag
Signup and view all the flashcards
Geloofwaardigheid van zender
Geloofwaardigheid van zender
Signup and view all the flashcards
Aantrekkelijkheid van zender
Aantrekkelijkheid van zender
Signup and view all the flashcards
Negatieve emoties bij overreding
Negatieve emoties bij overreding
Signup and view all the flashcards
Doelen van doelgroep
Doelen van doelgroep
Signup and view all the flashcards
Positieve emoties bij overreding
Positieve emoties bij overreding
Signup and view all the flashcards
Good mood effect
Good mood effect
Signup and view all the flashcards
Betrokkenheid van ontvanger
Betrokkenheid van ontvanger
Signup and view all the flashcards
Voorafgaande attitude
Voorafgaande attitude
Signup and view all the flashcards
Need for closure
Need for closure
Signup and view all the flashcards
Need for cognition
Need for cognition
Signup and view all the flashcards
Machtsverslaving
Machtsverslaving
Signup and view all the flashcards
Assertief gedrag
Assertief gedrag
Signup and view all the flashcards
Subassertief gedrag
Subassertief gedrag
Signup and view all the flashcards
Aggressief gedrag
Aggressief gedrag
Signup and view all the flashcards
Evasief gedrag
Evasief gedrag
Signup and view all the flashcards
Intentie
Intentie
Signup and view all the flashcards
Subjectieve normen
Subjectieve normen
Signup and view all the flashcards
Waargenomen gedragscontrole
Waargenomen gedragscontrole
Signup and view all the flashcards
Reasoned action approach
Reasoned action approach
Signup and view all the flashcards
Cognitieve dissonantie
Cognitieve dissonantie
Signup and view all the flashcards
Overtuigingen
Overtuigingen
Signup and view all the flashcards
Feedback
Feedback
Signup and view all the flashcards
Gedrag
Gedrag
Signup and view all the flashcards
Preventiecampagnes
Preventiecampagnes
Signup and view all the flashcards
Systeem 1 denken
Systeem 1 denken
Signup and view all the flashcards
Systeem 2 denken
Systeem 2 denken
Signup and view all the flashcards
Perifere overredingsroute
Perifere overredingsroute
Signup and view all the flashcards
Centrale overredingsroute
Centrale overredingsroute
Signup and view all the flashcards
Elaboration Likelihood Model
Elaboration Likelihood Model
Signup and view all the flashcards
Invloed op attitudeverandering
Invloed op attitudeverandering
Signup and view all the flashcards
Hoge motivatie
Hoge motivatie
Signup and view all the flashcards
Lage motivatie
Lage motivatie
Signup and view all the flashcards
Kritiek op Kahneman en het Elaboration Likelihood Model
Kritiek op Kahneman en het Elaboration Likelihood Model
Signup and view all the flashcards
Factoren die attitudeverandering beïnvloeden
Factoren die attitudeverandering beïnvloeden
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Sociale Beïnvloeding en Cognities
- Sociale psychologie bestudeert hoe gedachten, gevoelens en gedragingen van mensen beïnvloed worden door de werkelijke, voorgestelde of impliciete aanwezigheid van anderen.
Definitie van Sociale Psychologie
- De definitie van Allport beschrijft sociale psychologie als de wetenschappelijke studie van de manier waarop gedachten, gevoelens en gedragingen van mensen beïnvloed worden door de feitelijke, voorgestelde of impliciete aanwezigheid van andere mensen.
Grensgebied Psychologie - Sociologie
- Sociale psychologie ligt op het grensgebied tussen psychologie en sociologie.
- Psychologie richt zich op individueel gedrag, terwijl sociologie zich richt op sociale fenomenen.
- Sociale psychologie bestudeert zowel individuele processen als sociale interacties tussen mensen.
Automatische Beïnvloeding
- Automatische beïnvloeding gebeurt snel en zonder bewuste aandacht.
- Dit is moeilijk te onderbreken en komt zelfs bij dieren voor.
- Baby's imiteren bijvoorbeeld menselijke gebaren na 72 uur na de geboorte.
Bewuste Sociale Beïnvloeding
- Bewuste sociale beïnvloeding varieert van conformiteit tot ongehoorzaamheid.
- De mate van beïnvloeding hangt af van de mate van interactie.
Conformiteit
- Conformiteit is een vorm van toegeven waarbij gedrag, gedachten en gevoelens worden aangepast aan de groepsnormen.
- Er zijn verschillende oorzaken, waaronder informatieve en normatieve invloed.
- Experiment van Sherif: proefpersonen schatten de bewegingen van een lichtpunt in een donkere ruimte, en hun schattingen convergeren naar een groepsnorm na interactie.
- Experiment van Asch: proefpersonen gaven bewust onjuiste antwoorden om aan de groepsnorm te voldoen.
Inwilliging
- Inwilliging is het instemmen met een verzoek van een ander.
- Verschillende technieken worden gebruikt om inwilliging te verkrijgen, zoals de voet-tussen-de-deur-techniek en de deur-in-het-gezicht-techniek.
Gehoorzaamheid
- Gehoorzaamheid is het gehoorzamen aan een bevel van een autoriteit.
- Experiment van Milgram: proefpersonen schokten andere personen harder dan ze vooraf hadden bedacht gezien de instructies van een autoriteit. Dit toont de macht van autoriteit voor gehoorzaamheid.
Sociale Cognities
- Sociale cognities bestuderen de mentale processen die sociaal gedrag bepalen.
- Dit omvat onderwerpen zoals attributies, attitudes en sociale cognitieve schema's.
Covariatiemodel van Attributies
- Het covariatiemodel helpt de oorzaak van gedrag te bepalen/te attribueren.
- Het model kijkt naar de consistentie, distinctiviteit en consensus van gedrag in verschillende situaties.
Attittudes
- Attitudes zijn algemene houdingen ten opzichte van objecten, personen of ideeën.
- Attitudes worden gevormd door leerprocessen, sociale vergelijking en ervaringen.
Sociale Vergelijking
- Mensen vergelijken zichzelf met anderen om hun eigen attitudes en gedrag te evalueren en aan te passen.
- Opwaartse vergelijking kan motivatie stimuleren. Neerwaartse vergelijking kan het zelfbeeld versterken.
Mere Exposure Effect
- Het meer-expositie-effect is het idee dat herhaalde blootstelling aan een stimulus een positievere houding tegenover die stimulus kan creëren.
Strategieën voor Attitude-verandering
- Centrale route: gericht op inhoud van de boodschap en logica.
- Perifere route: gericht op perifere cues zoals aantrekkelijkheid van de zender en de emoties die de boodschap oproept.
Zender
- Zenders van boodschappen met hoge geloofwaardigheid en aantrekkelijkheid hebben meer kans om attitudes van ontvangers te veranderen.
Ontvanger
- Kenmerken van de ontvanger, zoals leeftijd, motivatie en zelfwaardering, beïnvloeden hoe goed de ontvanger voor de attitude veranderingen vatbaar is.
Cognitieve Dissonantietheorie
- Mensen voelen dissonantie (een ongemakkelijk gevoel) als er een inconsistentie is tussen hun overtuigingen en hun gedrag.
- Om dissonantie te verminderen, passen mensen hun overtuigingen of gedrag aan.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Related Documents
Description
Deze quiz onderzoekt de principes van sociale psychologie, waaronder de invloed van anderen op gedachten en gedrag. We verkennen de grenzen tussen psychologie en sociologie, en hoe automatische beïnvloeding plaatsvindt zonder bewuste aandacht. Test je kennis over deze belangrijke onderwerpen binnen de sociale psychologie.