Podcast
Questions and Answers
Welke uitspraak over oogcontact is correct in een vijandige context?
Welke uitspraak over oogcontact is correct in een vijandige context?
Wat is een mogelijke negatieve interpretatie van lichamelijke aanraking?
Wat is een mogelijke negatieve interpretatie van lichamelijke aanraking?
Welke emotie wordt NIET genoemd in de lijst van Napolitaanse gebaren?
Welke emotie wordt NIET genoemd in de lijst van Napolitaanse gebaren?
Wat is een voorbeeld van hoe cultuur handgebaren beïnvloedt?
Wat is een voorbeeld van hoe cultuur handgebaren beïnvloedt?
Signup and view all the answers
Welke fase betreft de integratie van disposities tot impressies?
Welke fase betreft de integratie van disposities tot impressies?
Signup and view all the answers
Wat vormt de basis voor de interpretatie van non-verbale gedragingen volgens de inhoud?
Wat vormt de basis voor de interpretatie van non-verbale gedragingen volgens de inhoud?
Signup and view all the answers
Welke theorie zou het beste passend zijn bij de verklaring van karaktereigenschappen?
Welke theorie zou het beste passend zijn bij de verklaring van karaktereigenschappen?
Signup and view all the answers
Wat is een cruciaal kenmerk van de eerste indrukken in sociale perceptie?
Wat is een cruciaal kenmerk van de eerste indrukken in sociale perceptie?
Signup and view all the answers
Wat is de relatie tussen de gepercipieerde controle over een ziekte en de neiging om te helpen?
Wat is de relatie tussen de gepercipieerde controle over een ziekte en de neiging om te helpen?
Signup and view all the answers
Wat gebeurt er bij een interne attributie volgens het stigma 'zonde-gezondheid'?
Wat gebeurt er bij een interne attributie volgens het stigma 'zonde-gezondheid'?
Signup and view all the answers
Wat beschrijft het proces van het toeschrijven van oorzaken aan gedrag het beste?
Wat beschrijft het proces van het toeschrijven van oorzaken aan gedrag het beste?
Signup and view all the answers
Welke factor verhoogt de kans op interne attributie volgens de theorie van corresponderende gevolgtrekking?
Welke factor verhoogt de kans op interne attributie volgens de theorie van corresponderende gevolgtrekking?
Signup and view all the answers
Welke van de volgende attributies is een voorbeeld van een interne, stabiele attributie?
Welke van de volgende attributies is een voorbeeld van een interne, stabiele attributie?
Signup and view all the answers
In welk geval is de kans op interne attributie het kleinste volgens de corresponderende gevolgtrekking?
In welk geval is de kans op interne attributie het kleinste volgens de corresponderende gevolgtrekking?
Signup and view all the answers
Hoe kan men een mislukking toeschrijven volgens zelfdienende informatieverwerking?
Hoe kan men een mislukking toeschrijven volgens zelfdienende informatieverwerking?
Signup and view all the answers
Bij het experiment van Jones & Harris, wat was er significant over de condities van de studenten?
Bij het experiment van Jones & Harris, wat was er significant over de condities van de studenten?
Signup and view all the answers
Wat is een kenmerk van een instabiele attributie?
Wat is een kenmerk van een instabiele attributie?
Signup and view all the answers
Wat is de uitkomst van de corresponderende gevolgtrekking wanneer gedrag afwijkt van de norm?
Wat is de uitkomst van de corresponderende gevolgtrekking wanneer gedrag afwijkt van de norm?
Signup and view all the answers
Wat is de rol van cognitieve hulpbronnen bij attributies?
Wat is de rol van cognitieve hulpbronnen bij attributies?
Signup and view all the answers
Wat is de betekenis van 'corresponderende gevolgtrekking' in de sociale psychologie?
Wat is de betekenis van 'corresponderende gevolgtrekking' in de sociale psychologie?
Signup and view all the answers
Wat is een gevolg van het idee dat eigen schuld leidt tot minder empathie?
Wat is een gevolg van het idee dat eigen schuld leidt tot minder empathie?
Signup and view all the answers
Welke vorm van attributie zou besproken worden bij een succesvolle prestatie die wordt toegeschreven aan talent?
Welke vorm van attributie zou besproken worden bij een succesvolle prestatie die wordt toegeschreven aan talent?
Signup and view all the answers
Wat gebeurt er wanneer cognitieve hulpbronnen afwezig zijn in het besluitvormingsproces?
Wat gebeurt er wanneer cognitieve hulpbronnen afwezig zijn in het besluitvormingsproces?
Signup and view all the answers
Wat illustreert een externe, instabiele attributie het beste?
Wat illustreert een externe, instabiele attributie het beste?
Signup and view all the answers
Welke micro-expressie is NIET erkend als een primaire emotie?
Welke micro-expressie is NIET erkend als een primaire emotie?
Signup and view all the answers
Wat wordt er bedoeld met 'CORFing' in sociale psychologie?
Wat wordt er bedoeld met 'CORFing' in sociale psychologie?
Signup and view all the answers
Welke van de volgende elementen hoort bij de eerste indruk volgens sociale perceptie?
Welke van de volgende elementen hoort bij de eerste indruk volgens sociale perceptie?
Signup and view all the answers
Welke combinatie van wenkbrauw positie en blik wijst op een 'nep glimlach'?
Welke combinatie van wenkbrauw positie en blik wijst op een 'nep glimlach'?
Signup and view all the answers
Wat is de functie van het Facial Action Coding System (FACS)?
Wat is de functie van het Facial Action Coding System (FACS)?
Signup and view all the answers
Welke van de volgende opties beschrijft een vorm van sociale vergelijking waarbij iemand zich beter voelt door slechtere prestaties van anderen?
Welke van de volgende opties beschrijft een vorm van sociale vergelijking waarbij iemand zich beter voelt door slechtere prestaties van anderen?
Signup and view all the answers
Wat is een kenmerk van echte glimlachen in tegenstelling tot nep glimlachen?
Wat is een kenmerk van echte glimlachen in tegenstelling tot nep glimlachen?
Signup and view all the answers
Welke emotie wordt doorgaans geassocieerd met het trekken van rimpels in het midden van de wenkbrauwen?
Welke emotie wordt doorgaans geassocieerd met het trekken van rimpels in het midden van de wenkbrauwen?
Signup and view all the answers
Bij welke van de volgende technieken gaat men uit van de analyse van gelaatspieren om emoties te beschrijven?
Bij welke van de volgende technieken gaat men uit van de analyse van gelaatspieren om emoties te beschrijven?
Signup and view all the answers
Hoe beïnvloedde de correctie van informatie over Nathalie de beoordelingen door de groep met lagere cognitieve mogelijkheden?
Hoe beïnvloedde de correctie van informatie over Nathalie de beoordelingen door de groep met lagere cognitieve mogelijkheden?
Signup and view all the answers
Wat is een belangrijk aspect van het tweestappenmodel in campagnevoering?
Wat is een belangrijk aspect van het tweestappenmodel in campagnevoering?
Signup and view all the answers
Welke strategie is aanbevolen om de persistentie van opvattingen te verminderen?
Welke strategie is aanbevolen om de persistentie van opvattingen te verminderen?
Signup and view all the answers
Wat kan het gewogen gemiddelde van kenmerken inhouden bij het beoordelen van een persoon?
Wat kan het gewogen gemiddelde van kenmerken inhouden bij het beoordelen van een persoon?
Signup and view all the answers
Welke informatie kan het beste worden verstrekt om een sterke eerste indruk te maken?
Welke informatie kan het beste worden verstrekt om een sterke eerste indruk te maken?
Signup and view all the answers
Wat gebeurt er als er ambigue informatie wordt aangevoerd?
Wat gebeurt er als er ambigue informatie wordt aangevoerd?
Signup and view all the answers
Wat is een belangrijk kenmerk voor het bijstellen van een mening?
Wat is een belangrijk kenmerk voor het bijstellen van een mening?
Signup and view all the answers
Wat bleek uit het fictieve juryproces over de waargenomen getuigenissen?
Wat bleek uit het fictieve juryproces over de waargenomen getuigenissen?
Signup and view all the answers
Wat is het effect van teveel extra informatie op de besluitvorming?
Wat is het effect van teveel extra informatie op de besluitvorming?
Signup and view all the answers
Wat kan leiden tot een positieve verandering in de opvattingen van een persoon?
Wat kan leiden tot een positieve verandering in de opvattingen van een persoon?
Signup and view all the answers
Wat gebeurt er als een verdachte constant blijft ontkennen?
Wat gebeurt er als een verdachte constant blijft ontkennen?
Signup and view all the answers
Wat impliceert de onafhankelijkheid van de jury volgens de onderzoeksresultaten?
Wat impliceert de onafhankelijkheid van de jury volgens de onderzoeksresultaten?
Signup and view all the answers
Wat kan het moeilijk maken voor een persoon om informatie te verwerken?
Wat kan het moeilijk maken voor een persoon om informatie te verwerken?
Signup and view all the answers
Study Notes
Inleiding in de Algemene en Sociale Psychologie - S04. Sociale perceptie
- De cursus behandelt sociale perceptie, een onderdeel van de algemene en sociale psychologie.
- De docent is prof. dr. A. DeSmet van de Faculteit Sociale Wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen.
Even herhalen
- Hanna behaalt matige studieresultaten maar beschouwt zichzelf in haar vriendschap als slimste, ondanks haar vrienden slechtere resultaten hebben.
- Dit voorbeeld illustreert een aantal mechanismen van zelfverheerlijking.
- Mogelijke antwoorden op de vraag welk mechanisme van zelfverheerlijking treedt hier op:
- Zelfdienende informatieverwerking
- Zelfhandicappering
- Zich koesteren aan het succes van anderen (BIRGing)
- Afstand nemen van het falen van anderen (CORFing)
- Neerwaartse sociale vergelijking
Overzicht
- De sociale perceptie heeft verschillende elementen:
- Observatie (eerste indruk) : uiterlijk, gedrag, leugendetectie, gelaatsuitdrukkingen en non-verbaal gedrag.
- Attributie : van elementen tot disposities (karaktereigenschappen)
- Integratie : van disposities tot impressies.
- Confirmatievertekeningen : van impressies naar realiteit.
- Er wordt specifiek aandacht besteed aan het herkennen van emoties en gebruik van het FACS-systeem (Facial Action Coding System) door Ekman. Primaire emoties zijn geluk, angst, verdriet, woede, verbazing en afkeer.
- Micro-expressies (FACS) worden benadrukt voor het nauwkeurig beschrijven van emoties via gelaatsuitdrukkingen.
De eerste indruk (pg. 84-95)
- Herkennen van emoties via gelaatsuitdrukkingen.
- Het FACS-systeem (Facial Action Coding System) kan nauwkeurig emoties beschrijven door de gelaatsspieren te analyseren. De primaire emoties zijn geluk, angst, verdriet, woede, verbazing, en afkeer.
Micro-expressies (FACS)
- Wenkbrauwen: rond en opgetrokken, huid onder wenkbrauw is uitgerekt, horizontale rimpels op voorhoofd.
- Oogleden: open, oogwit zichtbaar rondom pupil, kaak open met tanden uit elkaar (geen gespannen mond).
- Mond: open en lippen licht gespannen.
Micro-expressies (FACS)
- De website
https://www.scienceofpeople.co/microexpressions/
is een nuttige bron voor micro-expressies. - Basis micro-expressies: walging, boosheid, angst, verdriet, blijdschap, verrassing en afkeer.
Herkennen van een echte glimlach
- Oogspieren worden niet gebruikt bij een 'nep glimlach' (geen kraaienpootjes of rimpels in onderste ooglid).
- Bij een echte glimlach komen mondhoeken en kaken omhoog.
Culturele verschillen in handgebaren
- Culturele handgebaren verschillen. Bijvoorbeeld:
- In Iran is de middelvinger een belediging.
- In Japan is het gebruik van een middelvinger een manier om een rekening af te rekenen.
- In Arabische landen wordt de 'boze oog/ellende' gebruikt.
- In Zuid-Amerika wordt een 'anus' handgebaren gebruikt.
- De betekenis van het 'peace' handgebaren verschilt in VK en Australië afhankelijk van de manier hoe de hand wordt aangeboden.
Attributies (p. 95-99)
- Niet alle gedrag wordt aan eerste indrukken gekoppeld, vaak is grondigere analyse nodig.
- Attributies zijn causale verklaringen voor gebeurtenissen en gedragingen.
Attributietheorieën
- Interne attributie: toeschrijving van oorzaken aan persoonlijke kenmerken.
- Externe attributie: toeschrijving van oorzaken aan externe factoren.
- Stabiele attributie: stabiel over de tijd.
- Instabiele attributie: toevallige omstandigheden.
Oefening
- Zelfdienende informatieverwerking:
- Het toeschrijven van eigen mislukkingen aan externe factoren, maar successen aan persoonlijke talenten.
- Een manier om zichzelf te beschermen tegen een negatieve mening.
Perceptie van oorzaken van syndromen
- Hoe lager de ervaren persoonlijke controle over een ziekte, hoe meer medeleven en hulpvaardigheid men ervaart.
'Eigen schuld, dikke bult'
- Stigma 'zonde-gezondheid':
- Indien de oorzaak intern wordt toegeschreven, is de neiging tot helpen lager.
- Meer situationele attributie kan de stigma verlagen.
Theorie van corresponderende gevolgtrekkingen/inferentie (Jones)
- Omschrijft voorwaarden waar gedrag aan karaktertrekken wordt toegeschreven.
- Corresponderende gevolgtrekking: komt gedrag overeen met een stabiele karaktertrek?
- Sociaal wenselijk gedrag, afwijkend van normen en keuzevrijheid beïnvloeden de perceptie van karaktertrekken.
Corresponderende gevolgtrekking
- Experiment van Jones & Harris (1967): Onderzoek over de invloed van keuzevrijheid op het beoordelen van attitudes.
- Deelnemers mochten zelf kiezen of ze een positief of negatief essay over Fidel Castro schrijven.
- Deelnemers werden gedwongen om een essay te schrijven over Fidel Castro.
- Het experiment toonde aan dat de gedwongen essays meer gecorrigeerd werden of minder als interne attitudes werden gezien.
Kelleys covariatie theorie
- Attributies: logica van een experiment: stimulus en effect samen.
- Covariatie-informatie: Consensusinformatie, Distinctiviteitsinformatie, Consistentie-informatie. Deze drie soorten informatie spelen een rol bij attributies.
- Consensusinformatie: gedrag van anderen in dezelfde situatie.
- Distinctiviteitsinformatie: gedrag van één persoon in verschillende situaties.
- Consistentieinformatie: gedrag van één persoon in dezelfde situatie over de tijd.
Samengevat
- Persoonsattributie: lage consensus, lage distinctiviteitsinformatie, hoge consistentie.
- Stimulusattributie: hoge consensus, hoge distinctiviteitsinformatie, hoge consistentie.
- Omstandigheidsattributie: lage consistentie.
Attributievertekeningen
- Fundamentele attributiefout: neiging om gedrag van anderen te veel aan persoonlijke factoren toe te schrijven en situaties te onderschatten.
- Tweestappenmodel: eerst automatische attributie, dan correctie met situationele factoren.
Televisie quiz (Ross et al., 1977)
- Studenten spelen een quizspel, toegewezen aan quizmaster of kandidaat, en gevraagd na de quiz hun beoordeling te geven.
- Resultaat: quizmasters werden positiever beoordeeld dan kandidaten. Wat aangeeft dat de situationele factoren niet volledig werden gecorrigeerd.
Basisbevindingen
- Informatie volgorde is belangrijk: Asch (1946) experiment legt dit uit.
- Primauteitseffect: eerste informatie heeft de meeste invloed op de impressie
- Attributies, effecten van primeren, eigenschappen doelpersoon beïnvloeden perceptie.
Aandacht verzwakt naarmate men meer informatie krijgt
- Betekenisveranderingshypothese: Nieuwe inconsistente informatie wordt aangepast aan bestaande impressie.
Centrale versus Perifere Trekken
- Centrale trekken hebben sterke invloed, perifere hebben minder impact. Asch studies illustreren dit met treklijsten. Het vervangen van 'hartelijk' door 'koel' heeft een groter effect dan 'beleefd' door 'lomp'.
Afwijkingen van het gemiddelde model
- Dispositie van de waarnemer beïnvloedt perceptie.
- Priming-effecten (eerdere informatie beïnvloedt perceptie).
- Eigenschappen van de doelpersoon.
Priming
- Recent gebruikte informatie beïnvloedt interpretatie nieuwe informatie.
- Experiment Forgas & Bower (1987) toonde aan dat stemming beïnvloedde perceptie van de doelpersoon.
- Primeren beïnvloedt de beoordeling van een doelpersoon en hun kenmerken.
Eigenschappen van de doelpersoon
- De Big Five: Extraversie, altruisme, consciëntieus, emotionele stabiliteit en openheid.
- Overeenstemming tussen beoordelaars is vaak gevonden voor extraversie.
- Negativiteit bias: negatieve informatie wordt sterker meegenomen dan positieve.
- Eén negatieve eigenschap kan een sterke impact hebben op reputatie.
Persistentie van opvattingen
- Opvattingen blijven vaak bestaan ondanks tegenstrijdige informatie.
- Confirmatorische vertekening: informatie wordt geïnterpreteerd om bestaande opvattingen te ondersteunen.
- Experiment Darley & Gross (1983) toonde aan dat stereotypen opvoeringen beïnvloedt in de beoordelingen van de kinderen.
Zelfvervullende voorspelling
- Verwachtingen van de waarnemer beïnvloeden het gedrag van de doelpersoon.
- Experiment van Rosenthal & Jacobson (1968) toonde aan hoe verwachtingen van leerkrachten de prestaties van leerlingen beïnvloedden (Pygmalion-effect).
Relativering
- Accepteer dat percepties beïnvloed worden, maar probeer een accurater beeld te vormen..
- Globale beoordelingen kunnen aanfouten lijden, maar er zijn factoren die de perceptie accurater kunnen maken.
Fake news
- Eenmaal gevormde indrukken zijn moeilijk te veranderen, vooral als het gebaseerd is op cognities zoals redeneren, begrip, probleemoplossen en geheugen. Verder ook als het idee gebaseerd is op ideologie.
- Dit kan beïnvloed worden door de need for closure.
Conditie 1, 2 & 3 - Experiment
- Twee situaties (conditie 1 en 2) beschrijven het proces dat de vertekening van de menselijke beoordeling kan onthullen als reactie op de presentatie van nieuwe informatie.
- Resultaat toonde aan dat de bevooroordeelde perceptie van de informatie niet veranderd kan zijn.
Resultaten
- Corrigeren voor vertekening kan minder succesvol zijn voor mensen met lagere cognitieve mogelijkheden.
Leringen campagnevoering/teamleiders
- Sterke eerste indrukken zijn belangrijk.
- Ambigue informatie kan voor persistente opvattingen zorgen, dus focus op duidelijke en specifieke boodschappen.
- Positieve stemming beïnvloedt de perceptie.
Conclusie
- Deze cursus geeft een gedetailleer, correcte overzicht van belangrijke aspecten van sociale perceptie.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Related Documents
Description
Test je kennis over sociale perceptie en non-verbale communicatie met deze quiz. Beantwoord vragen over oogcontact, lichamelijke aanraking en culturele invloeden op handgebaren. Ontdek hoe verschillende theorieën ons begrip van karaktereigenschappen en attributies beïnvloeden.