Podcast
Questions and Answers
Stelling A is juist: De passieve kiescijns voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers was in 1831 nul. Dit betekende dat arbeiders konden verkozen worden, maar enkel indien voldoende cijnskiezers voor hen stemden.
Stelling A is juist: De passieve kiescijns voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers was in 1831 nul. Dit betekende dat arbeiders konden verkozen worden, maar enkel indien voldoende cijnskiezers voor hen stemden.
True (A)
Stelling B is juist: De sociale groep met de meeste invloed in het Belgische Nationaal Congres was die van de arbeiders. Dit kwam door het eenmalige gebruik van het capaciteitskiesrecht.
Stelling B is juist: De sociale groep met de meeste invloed in het Belgische Nationaal Congres was die van de arbeiders. Dit kwam door het eenmalige gebruik van het capaciteitskiesrecht.
False (B)
Stelling C is juist: De sociale groep met de meeste invloed in het Belgische Nationaal Congres was die van de clerus. Dit kwam door het eenmalige gebruik van het capaciteitskiesrecht.
Stelling C is juist: De sociale groep met de meeste invloed in het Belgische Nationaal Congres was die van de clerus. Dit kwam door het eenmalige gebruik van het capaciteitskiesrecht.
False (B)
Stelling D is juist: De passieve kiescijns voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers was in 1831 nul. Dit betekende dat arbeiders konden verkozen worden, indien voldoende van hun klassegenoten voor hen kozen.
Stelling D is juist: De passieve kiescijns voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers was in 1831 nul. Dit betekende dat arbeiders konden verkozen worden, indien voldoende van hun klassegenoten voor hen kozen.
Meer dan 50% van de studenten koos het juiste antwoord voor de eerste stelling.
Meer dan 50% van de studenten koos het juiste antwoord voor de eerste stelling.
Flashcards are hidden until you start studying