Scheikunde VWO Hoofdstukken Quiz

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson
Download our mobile app to listen on the go
Get App

Questions and Answers

Wat is de kleinste deeltje van een stof die nog de eigenschappen van die stof heeft?

Molecuul

Wat is het verschil tussen een molecuulformule en een structuurformule?

Een molecuulformule geeft het aantal van elke atoomsoort in een molecuul aan, terwijl een structuurformule aangeeft welke atomen door atoombindingen verbonden zijn.

Welke twee soorten bindingen zijn er te onderscheiden tussen atomen?

  • Atoombinding en ionbinding (correct)
  • Atoombinding en vanderwaalsbinding
  • Metaalbinding en ionbinding
  • Ionbinding en metaalbinding

Wat is de functie van een katalysator in een reactie?

<p>Een katalysator verhoogt de reactiesnelheid van een reactie, zonder zelf verbruikt te worden.</p> Signup and view all the answers

Wat is het verschil tussen een aflopende reactie en een evenwichtsreactie?

<p>Een aflopende reactie verloopt volledig door totdat één van de beginstoffen is opgebruikt. Een evenwichtsreactie verloopt niet volledig, maar er is een evenwicht tussen de snelheid van de heenreactie en de snelheid van de terugreactie. Dit betekent dat er altijd zowel beginstoffen als reactieproducten aanwezig zullen zijn.</p> Signup and view all the answers

Welke factoren beïnvloeden de ligging van een chemisch evenwicht?

<p>De temperatuur, de concentratie en de druk. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is het verschil tussen een sterk zuur en een zwak zuur?

<p>Een sterk zuur splitst in water volledig in ionen. Een zwak zuur splitst in water slechts gedeeltelijk in ionen. Dit betekent dat er een evenwicht is tussen het zuur en de bijbehorende zwakke base.</p> Signup and view all the answers

Wat is de pH-waarde van een neutrale oplossing?

<p>De pH-waarde van een neutrale oplossing is 7.</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Atomen

De kleinste deeltjes waaruit alle stoffen zijn opgebouwd.

Atoomkern

Het centrale gedeelte van een atoom, dat bijna de gehele atoommassa bevat.

Protonen

Positief geladen deeltjes in de atoomkern, die de atoomsoort bepalen.

Atoomnummer

Het aantal protonen in een atoomkern.

Signup and view all the flashcards

Kernlading

De positieve lading van een atoomkern.

Signup and view all the flashcards

Neutronen

Neutraal geladen deeltjes in de atoomkern.

Signup and view all the flashcards

Isotopen

Atomen met hetzelfde atoomnummer, maar een verschillend aantal neutronen.

Signup and view all the flashcards

Elektronenwolk

De ruimte rond de atoomkern waar de elektronen zich bevinden.

Signup and view all the flashcards

Elektronen

Negatief geladen deeltjes die zich in de elektronenwolk bewegen.

Signup and view all the flashcards

Elektronenschillen

Gebieden in de elektronenwolk met een bepaalde energie, waar elektronen zich waarschijnlijk bevinden.

Signup and view all the flashcards

Binnenschillen

Binnenste schillen in de elektronenwolk, die niet direct betrokken zijn bij chemische reacties.

Signup and view all the flashcards

Buitenste schil

De buitenste schil van een atoom, waar de elektronen betrokken zijn bij chemische bindingen.

Signup and view all the flashcards

Valentie-elektronen

Elektronen in de buitenste schil van een atoom, die verantwoordelijk zijn voor chemische reacties.

Signup and view all the flashcards

Massagetal

De totale massa van een atoom, gelijk aan het aantal protonen plus neutronen.

Signup and view all the flashcards

Atoommassa

De gemiddelde massa van alle atomen van een atoomsoort, uitgedrukt in atomaire massa-eenheden.

Signup and view all the flashcards

Atomaire massa-eenheid (u)

Een eenheid die wordt gebruikt om de massa van atomen te meten, gelijk aan 1/12 van de massa van een C-12 atoom.

Signup and view all the flashcards

Positief ion

Een deeltje met een positieve lading, zoals een metaalion.

Signup and view all the flashcards

Negatief ion

Een deeltje met een negatieve lading, zoals een niet-metaalion.

Signup and view all the flashcards

Metaalion

Een atoom dat een elektron heeft afgestaan en dus een positieve lading heeft.

Signup and view all the flashcards

Niet-metaalion

Een atoom dat een elektron heeft opgenomen en dus een negatieve lading heeft.

Signup and view all the flashcards

Elektrovalentie

De vaste lading van een metaalion, die afhankelijk is van de atoomsoort.

Signup and view all the flashcards

Moleculen

Een groepje atomen met een vaste samenstelling, waarbij de atomen aan elkaar zijn gebonden door gedeelde elektronenparen.

Signup and view all the flashcards

Molecuulmassa

De som van de atoommassa's in een molecuul, uitgedrukt in atomaire massa-eenheden.

Signup and view all the flashcards

Atoombinding

Een type binding tussen atomen in een molecuul, waarbij elektronenparen worden gedeeld.

Signup and view all the flashcards

Dipoolmolecuul

Een molecuul met een onregelmatige ladingsverdeling, waardoor het een positieve en een negatieve kant heeft.

Signup and view all the flashcards

Vanderwaalsbinding

Een type binding tussen moleculen, die wordt veroorzaakt door de aantrekking tussen tijdelijke polen.

Signup and view all the flashcards

Waterstofbrug

Een speciale type binding tussen moleculen met een 0-H of N-H groep, die sterker is dan een normale dipool-dipoolbinding.

Signup and view all the flashcards

Zouten

Een stof die opgebouwd is uit positieve en negatieve ionen, die in een regelmatig rooster zijn gerangschikt.

Signup and view all the flashcards

Ionbinding

Een chemische binding tussen ionen, die wordt veroorzaakt door de elektrische aantrekking tussen tegengesteld geladen deeltjes.

Signup and view all the flashcards

Moleculaire stoffen

Een stof die opgebouwd is uit moleculen, die aan elkaar worden gehouden door zwakke bindingen.

Signup and view all the flashcards

Stoffen met atoomrooster

Een vaste stof die opgebouwd is uit atomen die in een regelmatig rooster zijn gerangschikt.

Signup and view all the flashcards

Metalen

Een stof die opgebouwd is uit metaalatomen, die aan elkaar gebonden zijn door zwervende elektronen.

Signup and view all the flashcards

Chemische reactie

Een proces waarbij atomen in stoffen worden hergroepeerd, waardoor nieuwe stoffen ontstaan.

Signup and view all the flashcards

Beginstoffen

Stoffen die aan het begin van een chemische reactie aanwezig zijn.

Signup and view all the flashcards

Reactieproducten

Stoffen die tijdens een chemische reactie worden gevormd.

Signup and view all the flashcards

Reactievergelijking

Een vergelijking die de atomaire verhoudingen in een chemische reactie weergeeft.

Signup and view all the flashcards

Constante massaverhouding

De constante verhouding tussen de massa's van de reagerende stoffen in een chemische reactie.

Signup and view all the flashcards

Wet van massabehoud

De wet die stelt dat in een gesloten systeem de totale massa van de stoffen vóór en ná een chemische reactie gelijk is.

Signup and view all the flashcards

Endotherme reactie

Een reactie waarbij energie wordt opgenomen, waardoor de temperatuur van de omgeving daalt.

Signup and view all the flashcards

Exotherme reactie

Een reactie waarbij energie vrijkomt, waardoor de temperatuur van de omgeving stijgt.

Signup and view all the flashcards

Reactiesnelheid

De snelheid waarmee stoffen reageren, die afhangt van de concentratie, temperatuur en oppervlak.

Signup and view all the flashcards

Katalysator

Een stof die de reactiesnelheid van een chemische reactie verhoogt, zonder zelf verbruikt te worden.

Signup and view all the flashcards

Chemisch evenwicht

Een reactie die verloopt tot een bepaalde limiet, waarbij de reactiesnelheden van de heen- en terugreactie gelijk zijn.

Signup and view all the flashcards

Evenwichtsvoorwaarde

De concentratiebreuk, die de ligging van een chemisch evenwicht beschrijft.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Inhoud van het Studieboek Samen Gevat Scheikunde VWO

  • Het studieboek is bestemd voor VWO scheikunde
  • Het boek bevat een voorwoord en inhoudsopgave
  • De hoofdstukken zijn genummerd en hebben duidelijke titels die de inhoud beschrijven
  • Hoofdstuk 1 behandelt atomen tot stoffen (op blz. 6)
  • Hoofdstuk 2 behandelt reacties en reactieomstandigheden (op blz. 22)
  • Hoofdstuk 3 behandelt zuur-basereacties (op blz. 34)
  • Hoofdstuk 4 behandelt redoxreacties (op blz. 42)
  • Hoofdstuk 5 behandelt koolstofchemie (op blz. 48)
  • Hoofdstuk 6 behandelt de chemie van het leven (op blz. 60)
  • Hoofdstuk 7 behandelt de chemische industrie en het milieu (op blz. 68)
  • Hoofdstuk 8 behandelt analysemethoden (op blz. 78)
  • Hoofdstuk 9 behandelt vaardigheden (op blz. 84)
  • Er is een trefwoordenregister (op blz. 95)
  • Het boek bevat een overzicht van formules en namen (op blz. 104)

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

More Like This

VWO 3 Parlementaire democratie 3.1 Quiz
16 questions
Havo/Vwo English Vocabulary
30 questions
VWO Syllabus Selection Exam Mathematics
37 questions
Use Quizgecko on...
Browser
Browser