Samenvatting Natuurwetenschappen - Biologie

Opslagplaats van DNA, het bouwplan voor eiwitten, regelt alle celprocessen

Belangrijk bij celdeling, regelt de verdeling van genetisch materiaal naar dochtercellen.

Transport van eiwitten, bewerking van stoffen binnen de cel.

Verder verwerken, opslaan en transporteren van eiwitten en vetten uit het ER

Verteren afgestorven celmateriaal door fagocytose.

Energie produceren via aërobe celademhaling.

Eiwitten maken binnen de cel.

Scheidt de binnenkant van de cel van de buitenkant, regelt transport en beschermt de cel.

Vetzuren met enkelvoudige bindingen tussen de koolstofatomen. Voorbeelden zijn kokosvet en palmolie.

Vetzuren met dubbele of drievoudige bindingen tussen de koolstofatomen. Voorbeelden zijn vette vis en margarine.

Biologische polymeren die bestaan uit aminozuren en essentieel zijn voor groei en herstel. Voorbeelden zijn eieren en kipfilet.

Smeltbare polymeren die gevormd kunnen worden door spuitgieten.

Kunststof die stevig en star blijft na verwarming en niet meer opnieuw gevormd kan worden.

Kunststof met een hoge elasticiteit, soms met meer dan 100% elastische vervorming.

Chemische reactie waarbij een molecuul gesplitst wordt onder invloed van water.

Chemische reactie waarbij één of meerdere atomen worden vervangen door andere atomen.

Plastic afval dat uiteenvalt in kleine stukjes in water.

Materiaal dat door schimmels en bacteriën kan worden afgebroken.

De foetus beweegt zijn armen, raakt zijn hoofd aan met zijn handen en vertoont verschillende hoofdbewegingen. De geslachtsorganen zijn herkenbaar.

De foetus geeuwt, strekt zich en de nek ontwikkelt zich. Oogleden, vinger- en teennagels groeien en de ogen bewegen. De geslachtsorganen zijn volledig gevormd.

De foetus leert zuigen en vocht inslikken, wat belangrijk is voor voeding en ontwikkeling.

De foetus begint te reageren op stimuli, wat betekent dat het kan reageren op aanraking of geluid.

De bloedcellen van de foetus ontwikkelen zich en het beweegt heviger in de baarmoeder.

De huid van de foetus is niet langer transparant, wenkbrauwen en wimpers zijn aanwezig en de zweetklieren beginnen te ontwikkelen. De hartslag is te horen met een stethoscoop.

De longen en longcirculatie ontwikkelen zich, de foetus krijgt een onderhuidse vetlaag, de ogen zijn functioneel en het hoofdhaar begint te groeien.

De foetus maakt regelmatige ademhalingsbewegingen en de ogen kunnen open zijn. Het heeft een duidelijk verschil tussen slaap en wakker zijn.

Het totale aantal protonen en neutronen in de kern van een atoom.

Het aantal protonen in de kern van een atoom.

Het aantal neutronen in de kern van een atoom.

Atomen van hetzelfde element met hetzelfde aantal protonen, maar verschillend aantal neutronen.

Het veranderen van een radioactieve atoomkern in een andere kern door verval.

De tijd die nodig is om de helft van het oorspronkelijke aantal radioactieve atomen te laten vervallen.

Het samensmelten van de kernen van lichte atomen tot een zwaardere kern, waarbij energie vrijkomt.

Het splitsen van een zware atoomkern in twee of meer lichtere kernen, waarbij energie vrijkomt.

De straling van draadloze apparaten, zoals wifi en mobiele telefoons, die de omgeving beïnvloedt.

De toepassing van röntgenstralen om beelden te maken van het inwendige van het lichaam.

Stoffen die in de natuur door organismen worden gemaakt, zoals alcoholen, eiwitten, vetten en suikers.

Stoffen die in de natuur niet door organismen worden gemaakt, zoals gesteente en water.

Koolstof kan met vier atomen binden, elk met één ongepaard elektron. Dit leidt tot een molecule zoals methaan (CH4).

Koolstof kan met drie atomen binden door twee van die atomen met dubbele bindingen te verbinden.

Koolstof kan met twee atomen binden met twee dubbele bindingen of één drievoudige binding.

Een manier om koolstofverbindingen te tekenen waarbij waterstofatomen en soms zelfs koolstofatomen niet worden getekend.

Een allel dat altijd tot uiting komt, zelfs als er een ander allel aanwezig is.

Een allel dat alleen tot uiting komt als er twee van dezelfde allelen aanwezig zijn.

Twee dominante allelen die samen tot uiting komen.

Twee dezelfde allelen voor een eigenschap.

Twee verschillende allelen voor een eigenschap.

De verzameling van genen in een cel.

De waarneembare eigenschappen.

Een eigenschap die tot uiting komt als een mengvorm van twee allelen.