Podcast
Questions and Answers
Welke kritiek wordt vaak geuit op het internationaal recht vanuit een democratische rechtsstatelijke invalshoek?
Welke kritiek wordt vaak geuit op het internationaal recht vanuit een democratische rechtsstatelijke invalshoek?
- Het komt vaak tot stand zonder parlementaire betrokkenheid en biedt beperkte rechtsbescherming. (correct)
- Het is flexibel en gemakkelijk aan te passen aan veranderende omstandigheden.
- Het biedt altijd een oplossing voor complexe internationale problemen.
- Het beschermt altijd de belangen van zwakkere landen in internationale betrekkingen.
Wat is de betekenis van het concept 'soevereiniteit' zoals vastgelegd in de Vrede van Westfalen?
Wat is de betekenis van het concept 'soevereiniteit' zoals vastgelegd in de Vrede van Westfalen?
- Staten delen hun gezag over hun grondgebied met internationale organisaties.
- Staten hebben de verplichting om zich in elkaars interne aangelegenheden te mengen.
- Staten hebben het recht om bindende besluiten te nemen voor andere staten.
- Staten hebben het exclusieve recht om gezag uit te oefenen binnen hun eigen territorium zonder inmenging van buitenaf. (correct)
Hoe beïnvloedt het dualisme de toepassing van internationaal recht binnen een staat?
Hoe beïnvloedt het dualisme de toepassing van internationaal recht binnen een staat?
- Internationale en nationale rechtsordes worden als één geheel beschouwd.
- Internationaal recht kan alleen effect hebben binnen een staat door interne wetgeving. (correct)
- Internationaal recht heeft directe werking in de nationale rechtsorde zonder transformatie.
- Staten kunnen zich niet beroepen op nationale wetgeving om internationale verplichtingen te ontlopen.
Wat is, volgens Brownlie, kenmerkend voor het internationaal recht als systeem?
Wat is, volgens Brownlie, kenmerkend voor het internationaal recht als systeem?
Welke rol speelt 'opinio juris' bij de vorming van internationaal gewoonterecht?
Welke rol speelt 'opinio juris' bij de vorming van internationaal gewoonterecht?
Wat is het gevolg van het beginsel 'pacta sunt servanda' in het verdragenrecht?
Wat is het gevolg van het beginsel 'pacta sunt servanda' in het verdragenrecht?
Wat is het belangrijkste verschil tussen bindende en niet-bindende besluiten van internationale organisaties (soft law)?
Wat is het belangrijkste verschil tussen bindende en niet-bindende besluiten van internationale organisaties (soft law)?
Hoe kan een staat bezwaar maken tegen de vorming van een nieuwe regel van internationaal gewoonterecht, en wat is het gevolg hiervan?
Hoe kan een staat bezwaar maken tegen de vorming van een nieuwe regel van internationaal gewoonterecht, en wat is het gevolg hiervan?
Wat is het verschil tussen algemeen internationaal recht en bijzonder internationaal recht?
Wat is het verschil tussen algemeen internationaal recht en bijzonder internationaal recht?
Hoe beïnvloedt het ontbreken van een centraal handhavingsmechanisme het internationaal recht?
Hoe beïnvloedt het ontbreken van een centraal handhavingsmechanisme het internationaal recht?
Welke van de volgende stellingen beschrijft correct de invloed van de opkomst van bovennationale organisaties op de soevereiniteit van staten?
Welke van de volgende stellingen beschrijft correct de invloed van de opkomst van bovennationale organisaties op de soevereiniteit van staten?
Wat is het verschil tussen 'co-existentie', 'coöperatie' en 'integratie' in de context van internationaal recht?
Wat is het verschil tussen 'co-existentie', 'coöperatie' en 'integratie' in de context van internationaal recht?
Welke rol speelt de VN-Veiligheidsraad bij de handhaving van de internationale vrede en veiligheid, en welke beperkingen zijn er aan de macht van de Raad?
Welke rol speelt de VN-Veiligheidsraad bij de handhaving van de internationale vrede en veiligheid, en welke beperkingen zijn er aan de macht van de Raad?
In welke mate zijn resoluties van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties bindend voor de lidstaten?
In welke mate zijn resoluties van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties bindend voor de lidstaten?
Wat is de betekenis van het 'attributiebeginsel' met betrekking tot de bevoegdheden van internationale organisaties?
Wat is de betekenis van het 'attributiebeginsel' met betrekking tot de bevoegdheden van internationale organisaties?
Wat wordt verstaan onder 'impliciete bevoegdheden' van internationale organisaties?
Wat wordt verstaan onder 'impliciete bevoegdheden' van internationale organisaties?
Wat is het 'specialiteitsbeginsel' in de context van internationale organisaties?
Wat is het 'specialiteitsbeginsel' in de context van internationale organisaties?
Wat is het verschil tussen een intergouvernementele en een supranationale organisatie?
Wat is het verschil tussen een intergouvernementele en een supranationale organisatie?
Wat is het belangrijkste kenmerk van een 'facto-regime'?
Wat is het belangrijkste kenmerk van een 'facto-regime'?
In hoeverre hebben natuurlijke personen rechten en plichten in het internationaal recht?
In hoeverre hebben natuurlijke personen rechten en plichten in het internationaal recht?
Welke van de volgende verklaringen beschrijft het beste de rol van de Verenigde Naties bij het bevorderen van internationale mensenrechten?
Welke van de volgende verklaringen beschrijft het beste de rol van de Verenigde Naties bij het bevorderen van internationale mensenrechten?
Wat was de betekenis van de Schumanverklaring voor de Europese integratie?
Wat was de betekenis van de Schumanverklaring voor de Europese integratie?
Wat was de directe aanleiding voor de 'lege stoel crisis' binnen de Europese Economische Gemeenschap (EEG)?
Wat was de directe aanleiding voor de 'lege stoel crisis' binnen de Europese Economische Gemeenschap (EEG)?
Wat is de juridische relevantie van het Van Gend en Loos-arrest in het Europees recht?
Wat is de juridische relevantie van het Van Gend en Loos-arrest in het Europees recht?
Wat is de betekenis van het Costa/ENEL-arrest voor de verhouding tussen Europees recht en nationaal recht?
Wat is de betekenis van het Costa/ENEL-arrest voor de verhouding tussen Europees recht en nationaal recht?
Flashcards
Internationaal publiekrecht
Internationaal publiekrecht
Recht dat de relaties tussen staten en andere internationale actoren regelt.
Soevereiniteit
Soevereiniteit
Staten hebben exclusief recht om binnen hun territorium gezag uit te oefenen zonder inmenging van buitenaf.
Zelfbeschikking
Zelfbeschikking
Volkeren hebben het recht om over hun eigen (politieke) lot te beschikken.
Dualisme
Dualisme
Signup and view all the flashcards
Monisme
Monisme
Signup and view all the flashcards
Formele scheiding
Formele scheiding
Signup and view all the flashcards
Publieke element
Publieke element
Signup and view all the flashcards
Juridisch element
Juridisch element
Signup and view all the flashcards
Primair EU-recht
Primair EU-recht
Signup and view all the flashcards
Secundair EU-recht
Secundair EU-recht
Signup and view all the flashcards
Verordeningen
Verordeningen
Signup and view all the flashcards
Richtlijn
Richtlijn
Signup and view all the flashcards
Verschil richtlijn en verordening
Verschil richtlijn en verordening
Signup and view all the flashcards
Voluntarisme
Voluntarisme
Signup and view all the flashcards
Jus cogens
Jus cogens
Signup and view all the flashcards
Gewoonterecht
Gewoonterecht
Signup and view all the flashcards
Bovennationale organisaties
Bovennationale organisaties
Signup and view all the flashcards
Co-existentie
Co-existentie
Signup and view all the flashcards
Co-operatie
Co-operatie
Signup and view all the flashcards
Integratie
Integratie
Signup and view all the flashcards
Verdragen
Verdragen
Signup and view all the flashcards
Gewoonterecht
Gewoonterecht
Signup and view all the flashcards
Soft law
Soft law
Signup and view all the flashcards
VN
VN
Signup and view all the flashcards
EU
EU
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Samenvatting Internationaal en Europees Recht
- Internationaal publiekrecht regelt relaties tussen staten en internationale actoren.
- Het heeft een essentiële rol in de internationale gemeenschap.
- Het vormt en realiseert samenwerking tussen staten.
- Het geeft vorm aan nationaal recht en is daarvoor van belang.
- Internationale afspraken werken pas als staten ze nationaal toepassen.
- Het biedt stabiliteit en bescherming.
- Het realiseert gemeenschappelijke belangen en beschermt zwakke landen.
- Nederland staat open voor internationaal recht via artikel 94 van de Grondwet.
- Internationale rechten en plichten worden direct door de rechter toegepast.
- Bij botsing met nationaal recht, gaat internationaal recht voor.
- Kritiek: Internationaal recht is vaak een compromis tussen staten met verschillende politieke opvattingen en moeilijk te veranderen als het eenmaal is afgesproken.
- Het komt vaak tot stand zonder parlementaire inmenging en biedt weinig rechtsbescherming tegen besluiten van internationale organisaties.
Geschiedenis van het Internationaal Recht
- De Vrede van Westfalen wordt gezien als het begin van modern internationaal recht.
- Het legde het concept van soevereiniteit vast: staten hebben exclusief recht om gezag uit te oefenen binnen hun grenzen zonder inmenging van buitenaf.
- Het bevorderde vreedzaam samenleven van staten (co-existentie).
- Na de Tweede Wereldoorlog werd internationaal recht verder ontwikkeld door de oprichting van de Verenigde Naties (VN).
- Het rechtsbeginsel van zelfbeschikking werd aanvaard, wat volkeren het recht gaf om over hun eigen politieke lot te beschikken, leidend tot dekolonisatie en onafhankelijkheid.
Het Internationale Element
- Staten spelen een centrale rol, maar hun dominantie is afgenomen ten gunste van een meer gelaagd systeem.
- Bovennationale organisaties zoals de VN en EU hebben de invloed van staten beperkt.
- Niet-statelijke actoren, zoals multinationale ondernemingen, financiële instellingen en NGO's, hebben steeds meer macht gekregen.
- De vraag of een rechtsregel internationaal is, wordt bepaald door de bron van de regel.
Rechtsbronnen in het Internationale Recht
- Gewoonterecht: recht dat ontstaat uit de praktijk van staten in combinatie met een rechtsovertuiging.
- Verdragen.
- Besluiten van internationale organisaties.
- Algemene rechtsbeginselen.
- Alleen regels die uit deze bronnen voortvloeien behoren tot internationaal publiekrecht.
Scheiding Tussen Internationaal en Nationaal Recht
- Dualisme: Internationale en nationale rechtsorde zijn twee gescheiden systemen.
- Internationaal recht kan alleen door interne wetgeving effect hebben binnen een staat.
- De staat is de hoogste autoriteit en internationale wetgeving staat niet boven nationale wetgeving (soevereiniteit).
- Transformatie: Internationaal recht moet getransformeerd worden naar nationaal recht om van kracht te zijn.
- Monisme: Beschouwt de internationale en nationale rechtsorde als één geheel, waar zowel internationaal als nationaal recht deel van uitmaakt.
- De staatsmacht is onderworpen aan het internationale recht.
- Internationaal recht heeft directe werking in de nationale rechtsorde.
- Staten kunnen zich niet beroepen op nationale wetgeving om internationale verplichtingen te ontlopen.
- Formele scheiding: Internationaal recht kan niet bepalen welke rechtsgevolgen het heeft in de nationale rechtsorde en andersom dit is afhankelijk van de wil van de staat.
- Rechtsordes hebben eigen organen.
- De EHRM, ISH, en het IGH functioneren in de internationale rechtsorde en passen internationaal recht toe.
Publieke Element
- Het publieke element onderscheidt internationaal recht van internationaal privaatrecht.
- Het regelt rechtsbetrekkingen tussen staten.
- Het legitimeert en reguleert de uitoefening van publiek gezag in de internationale rechtsorde.
- Het beschermt publieke en bovennationale belangen, zoals veiligheid, welzijn, en milieu, door middel van internationale afspraken.
Juridische Element
- Criteria om te beoordelen:
- De internationale rechtsorde heeft een beperkt aantal rechtsbronnen.
- Alleen regels die uit deze bronnen voortvloeien behoren tot internationaal publiekrecht.
- Gewoonterecht ontstaat uit de praktijk van staten in combinatie met een rechtsovertuiging.
- Men hanteert verdragen, besluiten van internationale organisaties, en algemene rechtsbeginselen.
- Rechtsregels van internationaal recht zijn onderdeel van een systeem dat de schending van een norm verbindt met een sanctie.
Week 5 - Rechtsbronnen van de EU
- Primair EU-recht is de hoogste rechtsbron binnen de Europese Unie; alle andere EU-wetten moeten hiermee in overeenstemming zijn.
- Primair EU-recht bestaat uit 4 belangrijke onderdelen:
- Oprichtingsverdragen (basisverdragen): oorspronkelijke verdragen die de EU hebben gevormd, zoals het EGKS-Verdrag (1951, niet meer van kracht), het EEG-Verdrag (1957, nu het VWEU), en het Euratom-verdrag (1957, regelt kernenergiebeleid).
- Wijzigingsverdragen: Verdragen die de EU hebben aangepast en uitgebreid, zoals het Verdrag van Maastricht (1992, richtte de EU op en voerde de euro in) en de Verdragen van Amsterdam (1977), Nice (2001), en Lissabon (2007, hervormden de werking van de EU en versterkten de bevoegdheden van de instellingen).
- Toetredingsverdragen: Regelen de toetreding van nieuwe lidstaten tot de EU.
- Handvest van de Grondrechten van de EU: Beschermt de fundamentele rechten van EU-burgers en heeft sinds 2009 dezelfde juridische status als verdragen.
- Protocollen en bijlagen die aan de verdragen zijn gehecht zijn ook juridisch bindend en maken deel uit van het primaire recht.
Secundair EU-Recht en Soft Law
- Secundair EU-recht bestaat uit juridische normen die door EU-instellingen worden vastgesteld op basis van bevoegdheden die in het primaire EU-recht zijn toegekend.
- Secundair recht kan niet op zichzelf bestaan, maar moet gebaseerd zijn op een bepaling uit het primaire recht (zoals de verdragen VEU en VWEU).
- Het Hof van Justitie van de EU (HvJ-EU) kan secundair recht vernietigen als het in strijd is met het primaire recht.
- Verschillende rechtsinstrumenten binnen het secundaire recht (art. 288 VWEU):
- Verordeningen.
- Richtlijnen.
- Besluiten.
- Niet bindend: Soft law, inclusief aanbevelingen en adviezen.
Verordeningen (Regulation)
- Krachtigste vorm van secundair EU-recht, vergeleken met een wet in materiële zin.
- Kenmerken:
- Algemene strekking: toepasbaar op algemeen en breed scala aan situaties of personen.
- Verbindend in al haar onderdelen: lidstaten en individuen moeten zich eraan houden.
- Rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten: Lidstaten mogen verordeningen niet omzetten in nationale wetgeving.
Richtlijn (Directive)
- Een richtlijn legt een verplicht einddoel op aan de lidstaten, maar laat ruimte voor nationale invulling.
- Kenmerken:
- Verbindend ten aanzien van het resultaat: Lidstaten moeten de doelen behalen van een richtlijn.
- Lidstaten mogen zelf bepalen hoe ze de richtlijn omzetten in nationale wetgeving, zolang het gestelde doel maar wordt bereikt.
- Implementatieverplichting: De richtlijn moet worden omgezet in nationale wetgeving.
Verschil Verordeningen en Richtlijnen
- Een richtlijn bindt alleen een lidstaat, niet particulieren of bedrijven.
- Bedrijven en burgers zijn pas gebonden nadat de richtlijn in nationale wetgeving is omgezet.
Besluiten
- Een specifiek instrument binnen het secundaire recht dat niet algemeen van toepassing is.
Week 1 PowerPoint - De Aard van het Moderne Internationale Recht
- De Vrede van Westfalen (1648) legde de basis voor moderne soevereiniteit.
- Na de Vrede van Westfalen ontstond een decentraal systeem: staten opereren soeverein.
- Het internationaal recht is dus een decentraal systeem; er is geen centraal handhavingsmacht, maar is afhankelijk van de samenwerking en naleving door individuele staten.
- Ook werd het beginsel van zelfbeschikking neergelegd in het VN-Handvest (1645)
- Zelfbeschikking: volkeren hebben het recht om over hun eigen politieke lot te beslissen.
Voluntarisme in het Internationaal Recht
- Soevereiniteit en het decentrale karakter van internationaal recht brengen het beginsel mee dat een staat niet zonder instemming gebonden kan worden aan een regel van het internationaal recht.
- Voluntarisme: staten zijn alleen gebonden aan regels waarmee ze expliciet hebben ingestemd.
- Een staat kan dus niet verplicht worden om een verdrag na te leven als hij dat verdrag niet heeft ondertekend.
- Tenzij een regel zo fundamenteel is dat die voor alle staten geldt.
Beperkingen van Voluntarisme
- Algemene rechtsbeginselen, Jus cogens (dwingend recht): deze normen zijn zo fundamenteel dat staten er niet van mogen afwijken, zelfs als ze er niet mee instemmen.
- Gewoonterecht: recht dat in principe voor alle staten geldt, tenzij staten zich hiertegen verzetten tijdens de vorming van een gewoonterechtelijke norm (persistent objector doctrine).
- Besluiten van VN-veiligheidsraad resolutie: de besluiten van VN-veiligheidsraad zijn bindend, zelfs als een staat niet mee instemt.
- Internationaal recht richt zich niet per se op burgers, maar op de lidstaten.
Verschuiving in de Internationale Rechtsorde
- De opkomst van bovennationale organisaties, zoals de VN en EU, hebbben invloed op de soevereiniteit.
- Bovennationale organisaties: internationale instellingen die macht hebben om bindende beslissingen te nemen, zelfs boven nationale regeringen.
- De VN is een intergouvermentele organisatie & de EU is een supranationale organisatie.
- De VN heeft geen directe soevereiniteit over de staten, maar dat staten vrijwillig samenwerken en afspraken maken binnen het internationale kader. De VN kan de soevereiniteit van staten beïnvloeden:
- De VN-veiligheidsraad is het machtigste orgaan binnen de VN en kan bindende resoluties aannemen.
- De EU beïnvloed de soevereiniteit ingrijpender dan de VN. Dit komt doordat de EU:
- De Europese Uni heeft een eigen rechtsorde –> Costa/ENEL-arrest: EU recht heeft voorrang op nationaal recht. Daarnaast kunnen lidstaten geen wetten aannemen in strijd met EU-wetgeving.
- Lidstaten hebben hun een deel van hun soevereiniteit overgegeven.
Co-existentie, Co-operatie en Integratie
- Co-existentie: Vrede van Westfalen → soevereiniteit en erkenning van staten, staten kunnen in vrede naast elkaar leven.
- Co-operatie: Staten vereisen internationale samenwerking, omdat geen enkele staat deze problemen alleen kan oplossen, staten tekenen verdragen zoals EVRM.
- Integratie: Internationaal recht ondergaat integratie, staten geven deel van soevereiniteit af aan een supranationale organisatie zoals de EU.
Internationaal Recht als Systeem
- Brownlie stelt dat internationaal recht niet een willekeurige verzameling van regels is, maar een samenhangend systeem met duidelijke structuur:
- Rechtssubjecten, staten, internationale organisaties (VN, EU en ISH) en individuen.
- Rechtsbronnen, art. 38 SIG.
- Interpretatie, internat. echt wordt gecreëerd, geïnterpreteerd en toegepast door internationale en nationale rechtbanken,IGH interpreteen en beslecht tussen staten.
- ISH: vervolgt individuen voor internationale misdrijven en nationale rechtbanken passen middels art. 93 jo 94. GW internationaal recht toe.
- Aansprakelijkheid, staten kunnen door EHRM worden aangeklaagd voor schending mensenrechten en individuen kunnen door ISH worden vervolgd voor internationale misdaden.
Kritiek op Internationaal Recht: Is het Wel Neutraal?
- De VN-veiligheidsraad kan sancties opleggen aan staten, maar 5 permanente leden (VS, China, Rusland, Frankrijk en VK) kunnen een veto gebruiken.
- Ongelijkheid omdat deze machtige staten kunnen voorkomen dat een staat gesanctioneerd wordt, zelfs als de staat het internationaal recht schendt.
Internationale Rechtsbronnen – Art. 38 IGH
- In internationaal recht is er geen centraal wetgevend orgaan die wetten maakt, daarom zijn er verschillende rechtsbronnen die het internationaal recht vormen:
- Internationaal recht is decentraal en daarom is het belangrijk dat staten weten welke bronnen bindend zijn.
- Art. 38 IGH lid 1:
- Verdragen: Schriftelijke overeenkomsten tussen staten of internationale organisaties.
- Gewoonterecht: Statenpraktijk en opinio juris.
- Algemene rechtsbeginselen: Fundamentele normen die bijna in alle nationale rechtsstelsels voorkomen en universeel geldend worden beschouwd.
- Rechterlijke beslissingen en juridische geschriften.
- Bronnen die niet zijn genoemd in art. 38 IGH:
- Besluiten van internationale organisaties.
- (Gewoonte) recht jus cogens (dwingend recht).
- Soft law: Niet bindende internationaal.
- Eenzijdige rechtshandelingen van staten.
- Art. 38 IGH lid 2:
- Redelijkheid en billijkheid – ex aequo et bono.
- De belangrijkste rechtsbronnen: gewoonterecht, verdragen, besluiten van internationale organisatie en algemene rechtsbeginselen:
- Vergeet ook niet soft law: niet bindende instrumenten, zoals verklaringen resoluties.
- Hiërarchische indeling:
- Dwingend recht (jus cogens).
- Verdragen (schriftelijke rechtsbron).
- Gewoonterecht: ongeschreven regels.
- Algemene rechtsbeginselen.
Rangorde Binnen Rechtsbronnen
- Rechterlijke beginselen – niet bindend.
- Secundair recht → besluiten van internationale organisaties. a. VN-veiligheidsraad resoluties: wel binden (art. 25 VN-Handvest). b. Algemene vergadering resoluties: → niet bindend.
- Soft law: niet bindende richtlijnen, verklaringen, resolutie en doelstellingen.
- Eenzijdige rechtshandelingen: staten kunnen zichzelf bindende via unilaterale verklaringen.
- Algemeen internationaal recht: basisstructuur van het internationaal recht en bevat regels voor alle staten en bevat regels die voor alle staten andere internationale actoren gelden
EU-Recht
- De Europese Unie is opgericht bij internationale verdragen en ontwikkeld tot een autonome rechtsorde - verdrag van Maastricht. a. Autonome rechtsorde en bindend voor lidstaten. b. Directe werking: van gen en loos. c. Voorrang boven nationaal recht: Costa/Enel d. Eigen handhavingsmechanisme. e. Eigen instellingen.
Opvattingen: Internationaal Recht en Nationaal Recht
- Dualisme stelt dat nationaalrecht en internationaal recht twee gescheiden rechtsordes zijn.
- Internationaal recht is alleen geldig als is het is getransformeerd naar nationaal recht.
- Op deze manier staat de soevereiniteit van de staat centraal en bepalen ze zelf hoe ze het internationaal recht implementeren.
- Afhankelijk van de wil van de staat (wetgever).
- Monisme stelt dat internationaal recht en nationaal recht samen een rechtsorde vormen.
- Internationaal recht werkt dus direct door in het nationaal recht.
- Rechters kunnen dus gelijk internationaal recht toepassen, zonder omzetting is vereist.
- Artikel 93 jo. 94 bepaalt dat internationaal recht direct toepasbaar is en voorrang heeft op nationale wetten.
Verdragen
- Verdragen zijn geschreven recht: een schriftelijke overeenkomst tussen twee of meer lidstaten of organisaties waarin juridische verplichtingen worden vastgesteld.
- Belangrijkste rechtsbron: Weens verdragenverdrag. a. Bilaterale: tussen 2 staten. b. Multilaterale: tussen 3 of meer staten.
- Kenmerken van het verdrag als bron:
- Geschreven recht:
- Worden geregistreerd en gepubliceerd: verdragen moeten eerst worden geratificeerd en dan geregistreerd bij VN.
- Het gaat om codificatie = neerleggen van internationaalrechtelijke regels.
- Niet beperkt tot bepaalde onderwerpen.
- Breed scala aan onderwerpen: verdragen zijn vaak flexibel gezien ze een breed scala aan onderwerpen behandelen.
Grondslag Binding van Verdragen
- Wilsovereenstemming tussen 2 of meer staten om een internationaal juridisch bindende afspraak te maken.
- De staat heeft geen recht eenwillig een beslissing te herroepen.
- Een wilswijziging van een staat betekent niet dat een verdrag wordt beëindigd
- Dit komt door het beginsel: pacta sunt servanda – art. 26 Weens verdragenverdrag WVV.
- Een verdrag dat in strijd is met jus cogens is ongeldig – art. 53 WVV.
Gewoonterecht
- Gewoonterecht bestaat uit ongeschreven regels die door staten worden erkend als bindend.
- Dit recht ontstaat uit een opeenvolging van elkaar ondersteunende gedragingen van staten door actief aan een praktijk deel te nemen dan wel deze te dulden, deze praktijk zodanig aanvaarden dat erop mag worden vertrouwd dat zij zich ook in de toekomst in overeenstemming met die praktijk zullen gedragen.
- Objectief element: statenpraktijk – staten moeten een bepaalde gedraging of handeling consequent herhalen.Eisen aan statenpraktijk:
- Wat valt onder praktijk:
- Handelingen van alle staatsorganen.
- Subjectief element: opinio juris (rechtsovertuiging) – staten de overtuiging hebben dat deze gedraging door internationaal recht wordt toegestaan.
- Verschillende soorten gewoonterecht, regionaal gewoonterecht of persistent objectors.
Verdragen Recht
- Een belangrijke rechtsbron binnen het verdragenrecht = het Weens Verdragenverdrag dit verdrag geeft een codificeert regels over, totstandkoming, uitvoering en beëindiging van verdagen tussen staten.
- Verdragen creëren alleen wederzijdse verplichtingen voor partijen van het verdrag – art. 34 (WVV). Een verdrag is bindend voor alle staten die hiermee instemmen - binding berust op wilsovereenstemming. Een fundamenteel beginsel in het verdragenrecht is pacta sunt servanda (art. 26 WVV): Gesloten verdragen moeten worden nageleefd, waardoor een staat zich dus niet eenzijdig van een verdrag kan onttrekken.
Besluiten Van Internationale Organisatie
- Besluiten van internationale organisatie spelen steeds meer een grotere rol in de internationale rechtsorde. Hun besluiten kunnen binden en niet bindend zijn.
- Bindende besluiten juridische afdwingbaar voor de leden van de organisatie. Totstandkoming van besluiten binnen internationale organisaties de procedure voor het nemen van besluiten is opgenomen in oprichtingsverdragen en interne regels van de organisaties.
Internationale Rechtssubjectiviteit
- Rechtssubjecten in het internationaal recht zijn personen of entiteiten die bekwaamheid bezitten om deel te nemen aan internationale rechtsverkeer.
- Staten zijn de belangrijkste rechtssubjecten van het internationaal recht.
- De 4 hoofdcriteria van staatsvorming – art. 1:
- Permanente bevolking.
- Afgebakend grondgebied.
- Effectieve gezagsstructuur (regering/overheid).
- Juridische bekwaamheid om zelfstandig internationale betrekkingen aan te gaan.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.