Radiologische metingen en technieken

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Welke meetmethode wordt gebruikt om de dosis te bepalen met een calorimeter?

  • Temperatuurverandering (correct)
  • Chemische reacties
  • Lichtintensiteit
  • Elektrische stroom in gas

Welke van de volgende dosimeters meet de intensiteit van de straling door de hoeveelheid licht die wordt uitgezonden na bestraling te meten?

  • Calorimeter
  • Termo luminischente dosimeter (correct)
  • Ionisatiekamer
  • Geiger-Muller telbuis

Welke van de volgende dosimeters is het meest gevoelig voor kleine doses straling?

  • Ionisatiekamer (correct)
  • Filmdosimeter
  • Calorimeter
  • Geiger-Muller telbuis

Welk principe ligt ten grondslag aan de werking van een ionisatiekamer?

<p>Elektrische stroom in gas (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de oorzaak van het 'lawine effect' in een Geiger-Muller telbuis?

<p>Het exponentiële toenemen van ionisatie in het gas (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste nadeel van een calorimeter?

<p>Het vereist een zeer stabiele omgevingstemperatuur (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende dosimeters meet de dosis door de verandering van de elektrische weerstand te meten?

<p>Halfgeleider dosimeter (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het meetprincipe van een filmdosimeter?

<p>Zwarting van fotografische emulsie (A)</p> Signup and view all the answers

Welke factor beïnvloedt zowel de kwaliteit als de kwantiteit van de röntgenbundel?

<p>Buisspanning (A)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met de röntgenbundel wanneer er een filter toegepast wordt?

<p>De bundel wordt harder en de intensiteit neemt af. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is het effect van het verhogen van de buisstroom op de röntgenbundel?

<p>Hogere intensiteit, maar lagere gemiddelde energie. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke eigenschap van het anodemateriaal beïnvloedt de kwantiteit van de röntgenbundel?

<p>Het atoomnummer (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is het effect van het verhogen van de buisspanning op de röntgenbundel?

<p>De intensiteit van de bundel neemt toe en de gemiddelde energie van de fotonen neemt toe. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende factoren beïnvloedt NIET de intensiteit van de röntgenbundel?

<p>Afstand (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste reden waarom er altijd minstens 2 mm aluminium als extra filter in een röntgenbuis moet zitten?

<p>Om de patiënt te beschermen tegen schadelijke lage-energie fotonen. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke uitspraak over de geabsorbeerde dosis is CORRECT?

<p>De geabsorbeerde dosis is hoger in gebieden met meer botweefsel. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de relatie tussen de grootte van structuren en het contrast?

<p>Kleine structuren leiden tot hoog contrast. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende factoren beïnvloedt de scherpte van een afbeelding?

<p>Alle bovenstaande (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de oorzaak van het "schaduw effect" bij randen?

<p>De randen lopen niet paralel met de randen van de bundel. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke twee belangrijke bronnen van ruis worden genoemd in de tekst?

<p>Kwantenruis en systeemruis (B)</p> Signup and view all the answers

Welke relatie bestaat er tussen de dosis en de ruis in een röntgenbeeld?

<p>Hoe hoger de dosis, hoe hoger de ruis. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende factoren beïnvloeden elkaar?

<p>Alle bovenstaande (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de formule voor de signaal-ruis verhouding?

<p>I/R (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de relatie tussen de signaal-ruis verhouding en de dosis?

<p>Hoe hoger de dosis, hoe hoger de signaal-ruis verhouding. (A)</p> Signup and view all the answers

Hoe beïnvloedt ruis de zichtbaarheid van structuren in een beeld?

<p>Kleine structuren worden onduidelijker zichtbaar, grote structuren blijven wel zichtbaar, maar worden verstoord. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de invloed van de AEC (Automatic Exposure Control) op de kwaliteit van het beeld?

<p>De AEC bepaalt de buislading en daarmee de gevoeligheid, waardoor de beeldkwaliteit kan variëren van 'snelle' (minder kwaliteit) tot 'trage' (hoge kwaliteit). (C)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met de energie van fotonen in de bundel wanneer de buisspanning wordt verhoogd?

<p>De hoogste energie en het maximale aantal fotonen in de bundel nemen toe. (B)</p> Signup and view all the answers

Hoe beïnvloedt een hogere aanvangsdosis de dosis op de detector?

<p>Een hogere aanvangsdosis resulteert in een hogere dosis op de detector. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de invloed van de veldgrootte op de hoeveelheid verstrooide straling?

<p>Een grotere veldgrootte leidt tot meer verstrooide straling. (D)</p> Signup and view all the answers

Hoe beïnvloedt de energie van een foton het contrast in het beeld?

<p>Een hogere fotonenergie resulteert in een lager contrast. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke factor heeft geen directe invloed op de dosis op de detector?

<p>De veldgrootte. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de primaire reden waarom kleine structuren moeilijker zichtbaar worden bij hoge ruis?

<p>Ruis verstoort de scherpte van kleine structuren waardoor ze onduidelijk worden. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke factor bepaalt de gemiddelde energie van fotonen?

<p>Hoogspanning (D)</p> Signup and view all the answers

Wat bepaalt het aantal fotonen dat per seconde wordt geproduceerd?

<p>Buisstroom (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de definitie van LET?

<p>De gemiddelde energie die een elektron verliest over een bepaalde afstand. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke stralingssoort heeft een hoge LET?

<p>Alfa-deeltjes (A), Protonen (D)</p> Signup and view all the answers

Welke factor beïnvloedt de LET van een geladen deeltje?

<p>Alle bovenstaande. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het verband tussen LET en biologische schade?

<p>Hoe hoger de LET, hoe kleiner de kans op biologische schade. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de relatieve biologische effectiviteit (RBE)?

<p>De verhouding tussen de dosis van een referentiestraling en de dosis van een andere stralingssoort die hetzelfde effect veroorzaakt. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de equivalente dosis (H)?

<p>De dosis die wordt gewogen voor de biologische effectiviteit van de straling. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke bewering over de lineaire versneller is juist?

<p>Elektroden met een potentiaalverschil versnellen de elektronen in de lineaire versneller. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van de cyclotron?

<p>De cyclotron wordt gebruikt om radioactieve isotopen te produceren. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke reactie wordt gebruikt om Fluor-18 te produceren in een cyclotron?

<p>18O + p -&gt; 18F + n + Q (D)</p> Signup and view all the answers

Welk type straling wordt gebruikt in de radiotherapie om tumoren te behandelen?

<p>Zowel elektronenbundels als fotonenbundels. (B)</p> Signup and view all the answers

Hoe verandert de snelheid van een elektron in de lineaire versneller?

<p>De snelheid van het elektron neemt toe. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen over een cyclotron is juist?

<p>Een cyclotron gebruikt een magnetisch veld om elektronen te versnellen. (D)</p> Signup and view all the answers

Waarom is een vacuüm nodig rond de versnelbuis in een lineaire versneller?

<p>Om ervoor te zorgen dat de elektronen niet botsen met luchtmoleculen. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de energie range van elektronenbundels die gebruikt worden in radiotherapie?

<p>4 à 25 MeV (D)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Hogere buisstroom

Betekent meer elektronen per seconde die de anode bereiken.

Lineair verband

Relatie tussen buisstroom en intensiteit is recht evenredig.

Filtering

Proces waarbij lage energie uit de bundel wordt verwijderd.

Anode materiaal

Bepaalt het aantal interacties en soort reacties.

Signup and view all the flashcards

Gemiddelde energie fotonen

Energie van fotonen in de bundel vermindert met lagere buisspanning.

Signup and view all the flashcards

Kwadratenwet

De relatie van invloed op straling met afstand en intensiteit.

Signup and view all the flashcards

Geabsorbeerde dosis

De lokale dosis in een bepaalde massa op een specifieke plaats.

Signup and view all the flashcards

Invloeden op kwaliteit

Factoren zoals buisstroom, belichtingstijd en filtering.

Signup and view all the flashcards

Hoogspanning

Bepaalt het spectrum van de bundel en gemiddelde energie van fotonen.

Signup and view all the flashcards

Buisstroom

Bepaalt het aantal elektronen dat de anode per seconde bereikt.

Signup and view all the flashcards

Lineaire energie transfer (LET)

Gemiddeld energieverlies in keV/cm door een geladen deeltje.

Signup and view all the flashcards

Verschil LET geladen en ongeladen deeltjes

LET is gedefinieerd voor geladen deeltjes, maar ook bruikbaar voor fotonen.

Signup and view all the flashcards

Relatief biologisch effect (RBE)

Maat voor de biologische schade van een bepaalde straling.

Signup and view all the flashcards

Equivalente dosis (H)

Maatstaf voor biologisch risico door straling, referentie is fotonenstraling (RBE=1).

Signup and view all the flashcards

Stralingsweegfactor (WR)

Factor waarmee de dosis wordt vermenigvuldigd voor stralingstype.

Signup and view all the flashcards

Effectieve dosis

Maatstaf voor biologisch risico voor een persoonlijke blootstelling aan ioniserende straling.

Signup and view all the flashcards

Calorimeter

Een instrument dat temperatuurverschillen na bestraling meet.

Signup and view all the flashcards

Ionisatiekamer

Meet elektrische stroom in gas door interactie met straling.

Signup and view all the flashcards

Geiger-Müller telbuis

Detecteert straling en genereert elektrische pulsen.

Signup and view all the flashcards

Thermo-luminiscent dosimeter

Meet straling door lichtuitzending na verhitting.

Signup and view all the flashcards

Film dosimetrie

Meet straling door de zwarting van fotografische emulsie.

Signup and view all the flashcards

Halfgeleider dosimeter

Meet straling door verandering van elektrische weerstand.

Signup and view all the flashcards

Gasversterking

Versterking van signalen in gasgevulde detectoren door lawine-effect.

Signup and view all the flashcards

Dosis

Hoeveelheid straling waaraan een object of persoon is blootgesteld.

Signup and view all the flashcards

Contrastresolutie

De relatie tussen de grootte van structuren en het contrast daartussen.

Signup and view all the flashcards

Grote structuren

Leiden tot lage resolutie en veel ruis in beelden.

Signup and view all the flashcards

Kleine structuren

Leiden tot hoog contrast en lage ruis in beelden.

Signup and view all the flashcards

Scherpte

De scherpte van overgangen in een structuur moet goed worden afgebeeld.

Signup and view all the flashcards

Systeemruis

Ruis die ontstaat in het elektrische meetsysteem, detector en signaalverwerking.

Signup and view all the flashcards

Kwantenruis

Fluctuatie in het aantal fotonen in de röntgenbundel.

Signup and view all the flashcards

Signaal/ruis verhouding

De verhouding van het signaal I ten opzichte van de ruis R, meestal weergegeven als I/R.

Signup and view all the flashcards

Invloed van dosis

Hogere dosis in röntgenbeelden leidt tot hogere ruis.

Signup and view all the flashcards

Lineaire versneller

Een apparaat dat elektronen versnelt met potentiaalverschillen in kamers.

Signup and view all the flashcards

Cyclotron

Een apparaat dat de snelheid van geladen deeltjes verhoogt in een magneetveld.

Signup and view all the flashcards

Potentiaalverschil

Verschil in elektrische potentiaal dat zorgt voor de versnelling van elektronen.

Signup and view all the flashcards

Energie van elektronen

De energie van elektronen in een versneller ligt tussen 4 en 25 MeV.

Signup and view all the flashcards

Remstraling

Straling die ontstaat bij het botsen van fotonen op een plaatje.

Signup and view all the flashcards

Fluor-18

Een belangrijk isotoop geproduceerd door de cyclotron voor PET-onderzoek.

Signup and view all the flashcards

Kracht op een elektron

De kracht die ontstaat wanneer een elektron in een magneetveld beweegt.

Signup and view all the flashcards

Gamma-straling

Electromagnetische stralen met hoge energie, vergelijkbaar met röntgenstraling.

Signup and view all the flashcards

Ruis in beeld

Invloed op zichtbaarheid van structuren in een beeld.

Signup and view all the flashcards

Dosis in het beeldvlak

Gemiddelde dosis die de gevoeligheid en ruis bepaalt.

Signup and view all the flashcards

Buisspanning

Verhoogt de energie van fotonen en beïnvloedt contrast.

Signup and view all the flashcards

Contrast in beeld

Afnemende kwaliteit bij toenemende fotonenergie.

Signup and view all the flashcards

Dosisverloop

Hogere aanvangsdosis resulteert in hogere dosis op detector.

Signup and view all the flashcards

Veldgrootte

Grotere veldgrootte leidt tot meer verstrooide straling.

Signup and view all the flashcards

Snelle opname

Acceptabel beeld met lagere kwaliteit door hogere gevoeligheid.

Signup and view all the flashcards

Trage opname

Hoge kwaliteit beelden door lagere gevoeligheid.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Samenvatting Straling I

  • Straling is de overdracht van energie vanuit een bron naar de omgeving zonder dat hiervoor een medium nodig is.
  • Straling kan golven (elektromagnetisch) of deeltjes zijn.
  • Ioniserende straling heeft voldoende energie om elektronen uit atomen te verwijderen.
  • Niet-ioniserende straling heeft niet voldoende energie om elektronen uit atomen te verwijderen.
  • Voorbeelden van elektromagnetische straling zijn radiogolven, warmtestraling, zichtbaar licht, röntgenstraling en gammastraling.
  • Voorbeelden van deeltjesstraling zijn a-deeltjes, b-deeltjes en neutronen.
  • Energie van een foton is gelijk aan Planck constant maal frequentie (E=hf).

Elektromagnetische straling

  • Elektromagnetische golven bestaan uit wisselende elektrische en magnetische velden.
  • Ze planten zich voort met de lichtsnelheid.
  • Verschillende soorten elektromagnetische straling variëren in frequentie en golflengte.

Deeltjesstraling

  • Deeltjesstraling bestaat uit deeltjes met massa, die energie overdragen.
  • Deeltjesstraling kan ioniserend of niet-ioniserend zijn, afhankelijk van hun energie.

Energie van een golf

  • Energie per foton = frequentie/ golflengte
  • Aantal fotonen per seconde = amplitude

Het elektromanetische spectrum

  • Straling bestaat in golven met verschillende frequenties, en daarmee verschillende gedragingen.
  • Radiogolven hebben de laagste frequentie, en de langste golflengte.
  • Gamma straling de hoogste frequentie en de kortste golflengte

De harmonische trilling

  • Frequentie is het aantal bewegingen per seconde, uitgedrukt in Hertz (Hz).
  • Periode is de tijd die nodig is voor één volledige cyclus.
  • Verband tussen de frequentie en periode: f = 1/T.
  • De golflengte (λ) is de afstand die een golf in één periode aflegt.
  • De snelheid (v) = frequentie maal golflengte (v=f x λ)
  • Bij elektromagnetische golven is de snelheid de lichtsnelheid (c).

Foton

  • Deeltjes die elektromagnetische straling dragen met een energie (h.f).
  • Geen massa en altijd met de lichtsnelheid v.

Energie van een foton

  • De energie van een foton hangt af van de frequentie.
  • Hoogenergetische straling heeft een korte golflengte.

Ioniserende straling

  • Fotonen of deeltjes (a, b, of neutronen) die voldoende energie hebben om elektronen uit atomen te verwijderen.
  • UV en röntgenstraling zijn ook ioniserend, afhankelijke van energie.

Röntgenstraling

  • Elektromagnetische straling die ontstaat door het afremmen van snelle elektronen in een anode.

Straling en Materie

  • Een foton of deeltje kan interacties met materie hebben.
  • 3 soorten interacties: foto-elektrisch effect, Compton-effect en paarvorming.

Interactie straling en materie (absorptie)

  • De mate van absorptie hangt af van de dikte van het materiaal, soortelijke massa, materiaalkwaliteit en energie van de invallende straling.
  • Een filter verzwakt de intensiteit van de straling.
  • Het absorptie van photons hangt af van het materiaal op verschillende energieën.

Kwantiteit

  • De intensiteit is de energie per oppervlakte per seconde.
  • De hoeveelheid opgenomen energie door straling hangt af van de kwantiteit van de straling en de tijd.
  • Hoe groter het gebied of hoe langer de blootstelling, hoe groter de opgenomen energie.

Kwaliteit

  • De kwaliteit of het doordringend vermogen van een bundel.
  • Deze is afhankelijk van de buisspanning en andere factoren.

Straling en organen

  • Verschillende organen hebben verschillende gevoeligheid voor straling.
  • Een hogere dosis in een organe kan schadelijke gevolgen hebben.

Dosistempo

  • De intensiteit van straling per tijdseenheid.
  • Ook afhankelijk van de buisspanning en buislading.

Effectieve dosis

  • Maatstaf van het biologisch risico van straling op het lichaam.
  • Het neemt de radiosensitiviteit van de verschillende organen in aanmerking.
  • De eenheid is sievert (Sv).

Afscherming

  • Gebruik materialen met hoge atoomnummers (zoals lood) om straling te blokkeren.
  • De dikte van de afscherming is evenredig met de hoeveelheid te absorberen straling, en de materiaalkwaliteit
  • De hoeveelheid en dikte van afscherming is afhankelijk van de stralingsbron.
  • Te gebruiken voor medische of industriële toepassingen.

Dosisverloop in de patiënt

  • De dosis neemt af naarmate het dieper indringt in het lichaam.
  • Dit komt doordat het lichaam, als absorberende materie, gedeeltelijk de energie van de fotonen opneemt.
  • De dosis is niet overal gelijk.

Röntgencontrast

  • Contrasten ontstaan doordat verschillende weefsels verschillende dichtheden en samenstellingen.
  • Röntgenstraling absorbeert/verzwakt in verschillende maten in verschillende organen.
  • De mate van absorptie / verzwakking wordt weergegeven in het beeld.
  • Kwaliteit wordt bepaald door de dikte van het gebied dat te detecteren is op het beeld, en de afstanden tot detail.

Ruis/signaal

  • Met hogere dosis krijg je meer schommelingen in je dataset.
  • Het signaal op de detector (I) is evenredig met de dos, daarom is het in algemene regels nodig om met een hogere dosis aan foto's te nemen.
  • De ruis wordt evenredig met de wortel van het signaal, daarom is de ruis altijd minder bij hogere dosis.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

More Like This

Radiation Detection Instruments
5 questions
Radiation Therapy Measurement Standards
48 questions
Radiation Dosimetry Basics Quiz
48 questions
Use Quizgecko on...
Browser
Browser