Radiologie en Beeldvorming Quiz
53 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Welke van de volgende technieken maakt gebruik van röntgenstralen?

Answer hidden

Wie ontdekte de X-stralen?

Answer hidden

Wat is een kenmerk van interventionele radiologie?

Answer hidden

Wat gebeurde er in 1942 in de radiologie?

Answer hidden

Wie was verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de eerste CT scanner?

Answer hidden

Wat was een belangrijke ontdekking van Ian Donald in 1958?

Answer hidden

Wat wordt beschouwd als een voordeel van moderne diagnostische radiologie?

Answer hidden

Wat is geen onderdeel van de diagnostische radiologie?

Answer hidden

Wat bepaalt het contrast in een T1-gewogen opname?

Answer hidden

In een T2-gewogen opname heeft welke substantie de hoogste signaalintensiteit?

Answer hidden

Wat is een kenmerk van een T1-gewogen opname?

Answer hidden

Wat is de functie van een coil in MRI?

Answer hidden

Welke van de volgende uitspraken over MRI is waar?

Answer hidden

Welk type weefsel heeft een intermediaire signaalintensiteit in een T1-gewogen scan?

Answer hidden

Wat is een belangrijk voordeel van het gebruik van contrastmiddelen in beeldvorming?

Answer hidden

Welke uitspraak over een T2-gewogen opname is juist?

Answer hidden

Wie ontving de Nobelprijs voor Fysiologie/geneeskunde in 2003 voor hun ontdekkingen op het gebied van magnetische resonantiebeeldvorming?

Answer hidden

Wat is de eerste stap in de röntgenproductie in de röntgenbuis?

Answer hidden

Welke Nobelprijs werd in 1979 toegekend voor de ontwikkeling van computer-geassisteerde tomografie?

Answer hidden

Wat is het doel van het versnellen van elektronen in de röntgenbuis?

Answer hidden

Wat zijn de 'remarkable rays' genoemd naar Wilhelm Conrad Röntgen?

Answer hidden

Wat gebeurt er in de tweede stap van de röntgenproductie?

Answer hidden

Wat was de bijdrage van Allan M. Cormack en Godfrey N. Hounsfield?

Answer hidden

Wat is de rol van de anode in de röntgenbuis?

Answer hidden

Welk van de volgende toedieningswegen is niet-vasculair?

Answer hidden

Wat is een belangrijk risico bij het gebruik van gadoliniumhoudende contrastproducten?

Answer hidden

Welke reactie valt onder fysiologische reacties op contrasttoediening?

Answer hidden

Wie is verantwoordelijk voor het bepalen van het juiste contrastproduct?

Answer hidden

Wat is een belangrijk aspect van het gebruik van röntgenonderzoeken?

Answer hidden

Welke van de volgende reacties kan levensbedreigend zijn?

Answer hidden

Wat is een gemeenschappelijk nadeel van MRI-onderzoek met gadolinium?

Answer hidden

Welke van de volgende uitspraken is correct over contra-indicaties voor contrasttoediening?

Answer hidden

Welke techniek biedt de hoogste contrastresolutie?

Answer hidden

Wat is een belangrijk nadeel van echografie?

Answer hidden

Welke stelling is juist met betrekking tot MRI en veiligheid?

Answer hidden

Wat beschrijft de term 'echogeniciteit' bij echografie?

Answer hidden

Waarom is CT-scan beperkt bij kinderen?

Answer hidden

Wat is een kenmerk van digitale radiologie?

Answer hidden

Welke optie beschrijft een voordeel van echografie?

Answer hidden

Wat is de functie van PACS in de radiologie?

Answer hidden

Wat is de functie van kVp in het proces van röntgenstraling?

Answer hidden

Welke van de volgende uitspraken is waar over directe DNA schade?

Answer hidden

Wat is de belangrijkste reden om ALARA-principes toe te passen in radiologie?

Answer hidden

Wat gebeurt er met röntgenstralen wanneer zij door het lichaam gaan?

Answer hidden

Bij welk proces in echografie komt reflectie voor?

Answer hidden

Welke van de volgende factoren beïnvloedt de attenuatie van geluidsgolven in echografie?

Answer hidden

Wat is de rol van een transducer in echografie?

Answer hidden

Wat is de meest dichte stof die röntgenstralen absorbeert?

Answer hidden

Wat is het gevolg van absorptie van een geluidsgolf in een echografie proces?

Answer hidden

Wat is een belangrijk kenmerk van fluoroscopie?

Answer hidden

Wat gebeurt er met de beeldkwaliteit naarmate de frequentie van de geluidsgolven verhoogt in echografie?

Answer hidden

Wat is een deterministisch effect van foutief herstel van DNA schade?

Answer hidden

Waarom zijn drempelwaarde en risico relevant in de context van DNA schade?

Answer hidden

Study Notes

Inleiding Radioanatomie

  • Radiologie is de wetenschap van radioactiviteit en de leer van stralenbehandeling.
  • Radiologie heeft meerdere onderzoekstechnieken, meer dan alleen röntgenstralen.
  • Het vakgebied van radiologie evolueert snel en innoveert.
  • Er is een onderscheid tussen diagnostische en interventionele radiologie (vasculair/niet-vasculair).

Conventionele radiografie

  • Gebruike röntgenstralen, ook wel X-rays.
  • Het is een 'foto' van het lichaam.
  • Een röntgenapparaat bestaat uit een X-ray generator, object, en X-ray detector.

Röntgenbuis

  • Elektronenbron, versnelling en vertraging van elektronen gebeuren in de röntgenbuis.
  • Deze stappen veroorzaken de productie van röntgenstralen.
  • In de röntgenbuis vindt thermische emissie plaats, die elektronen voortbrengt.
  • Deze elektronen worden versneld door een elektrische spanning.
  • Het vertragen van de elektronen op de anode produceert röntgenstralen en warmte.
  • De negatieve elektronen worden aangetrokken naar de positief geladen anode.

Detector

  • Flat panel detectors worden gebruikt om digitale radiografie te creëren.
  • De omzetting/conversie van x-stralen in licht (indirecte conversie) of stroom (directe conversie) vindt in de flat-panel detector plaats.
  • Data wordt uitgelezen en omgezet in een beeld.

DNA schade

  • Directe DNA dubbelstrengbreuken - direct door straling.
  • Indirecte DNA schade - door vrije radicalen (OH) in water in cellen als gevolg van straling.

Risico's

  • Deterministische effecten (weefselreacties) treden op bij hoge doses.
  • Stochastische effecten (kanker, leukemie) treden op bij lage doses en zijn niet afhankelijk van een drempelwaarde.
  • Verhogd risico op kanker en leukemie bij blootstelling aan straling.
  • Drempelwaarden bestaan bij weefselen die gevoelig zijn voor straling.

Radioprotectie

  • ALARA (As Low As Reasonably Achievable) principe: minimaliseren van blootstelling aan straling waar niet noodzakelijk.
  • Justificatie: voordeel moet zwaarder wegen dan nadeel bij gebruik van straling.
  • Optimalisatie: stralingsdosis minimaliseren, rekening houdend met kwaliteit van zorg.

Röntgenstralen Medisch Gebruik

  • Afdelingen radiologie (tandheelkunde, cardiologie, operatiekwartier) gebruiken röntgenstralen.
  • Mobiele radiologie is een aanvullende manier om beelden te maken.

Echo

  • Geen röntgenstraling, wel ultrasone geluidsgolven voor beeldvorming.
  • De echografie gebruikt een transducer om anatomische structuren in beeld te brengen.

Acoustische impedantie

  • Een maat voor de densiteit en geluidssnelheid in een medium.
  • Verschillen in impedantie veroorzaken reflecties en refracties van geluidsgolven.
  • Attenuatie (verzwakking) van geluidsgolven is een gevolg van reflectie, refractie, en absorptie.

Reflecties / Refractie / Absorptie

  • Reflectie - geluidsgolf wordt teruggekaatst.
  • Refractie - verandering van de richting van de geluidsgolf.
  • Absorptie - geluidsgolf geeft energie af in de vorm van warmte (geen verdere signaalvorming).

Echografische Opstelling

  • De echografische opstelling omvat een computer om beelden te verwerken, een scherm en een transducer.

Transducer

  • Piezo-elektrisch effect dat gebruik maakt van kristallen.
  • Dit genereert ultrasone geluidsgolven.

Computertomografie (CT)

  • Gebruikt röntgenstralen om tomografische beelden te maken.
  • Gecombineerd met computer processing wordt een 3D beeld gecreëerd.
  • CT-scanner bestaat uit röntgenbuis, stralingsbundel en detectorrijen.
  • Beweging gedurende scanning, met coupes die tegelijk worden gecreëerd.

CT-beeld

  • Matrix van pixels met CT-nummers (Hounsfield Units).
  • De waarde van de pixels geeft informatie over de densiteit van het weefsel.
  • CT-nummers variëren van -1000 tot +1000.

Postprocessing CT

  • Window-level aanpassingen.
  • Aanpassing van beelden voor beter onderscheid van structuren.
  • Bepaalde bereik van Hounsfield units worden afgebeeld.
  • Multiplanaire reconstructies, met verschillende aanzichten van het lichaam.

MRI

  • Magnetische resonantiescanning.
  • Gebruikt magnetisch veld om kernen te laten draaien.
  • MRI scant waterstof protonen.
  • Produceert een beeld van het lichaam via radiogolven.

MRI - Excitatie

  • Radiofrequente pulsen triggere waterstof protonen en veroorzaken overdracht van energie.
  • Protonen draaien uit fase.

MRI - Relaxatie

  • Tijdsduur van relaxatie van protonen na de puls.
  • Longitudinale (T1) en transversale (T2) relaxatie, elk met verschillende effecten op beeldvorming.
  • Twee verschillende onafhankelijke processen tijdens de relaxatie.

Gradiënten

  • Extra magnetisch veld dat kan worden toegevoegd aan het basisveld van het MRI-apparaat.

MRI Sequenties

  • T1- en T2-gewogen opnames verschillen in de visualisatie van weefsels.
  • Verschillende weefsels bezitten verschillende karakteristieken.
  • Specifieke sequenties zijn gericht op speciale visualisatie.

T1/T2

  • T1-gewogen opnames geven onderscheidende weefselbeelden, met korte T1 tijden als wit en langere T1 tijden als donkerder grijs of zwart.
  • T2-gewogen opnames geven weefsels met hoge T2 tijden een lichtere kleur, en die met korte T2 een donkerdere kleur.
  • Contrastverschillen zijn belangrijk bij beeldvorming.

MRI Coils

  • MRI coils (antennes) sturen radiofrequente golven uit en vangen het signaal van golven terug van het lichaam.

CT versus MRI

  • CT: snelle acquisitie, eenvoudige reconstructie, gebruikt voor structurele info.
  • MRI: tijdrovende acquisitie, meer gedetailleerde reconstructie, gebruikt voor weefsel en functionele info.

Contrastmiddelen

  • Contrastmiddelen verbeteren de visualisatie van structuren.

Toedieningswegen / Onderzoekstechnieken / Risicofactoren

  • verschillende routes voor contrastmiddelen naar het lichaam, en verschillende technieken voor verschillende modaliteiten.
  • Risicofactoren voor contrastmiddelen (allergieën, nierinsuffiëntie)

Acute Reacties

  • Fysiologische reacties op contrastmiddelen kunnen voorkomen (klachten zoals opvullingen, koorts).
  • Allergische reacties op contrastmiddelen kunnen voorkomen (klachten als jeuk, zwelling, benauwdheid).

Impact op Nieren / Nierfunctie

  • Contrastproducten kunnen schadelijke effecten hebben op de nieren, vooral bij nierinsuffiëntie.
  • Gadolinium bevattende contrastmiddelen zijn met name een bron van zorg.

Wie bepaalt het contrastproduct ?

  • Radioloog, in overleg met de klinisch specialist.

Indicatiestelling

  • Klinische indicaties zijn cruciaal en volledig verklaard door de radioloog.

Conventionele Radiologie

  • Toegankelijk, eenvoudig, snel, goedkoop; voor veel klinische toepassingen.
  • Beperkingen zoals straling, superpositie en 2D, kunnen bepaalde weefsels overlappen waardoor details minder duidelijk worden.

Echografie

  • Relatief goedkoop, geen straling, real-time dynamisch, hoge spatiële resolutie voor oppervlakkige structuren.
  • Beperkingen zijn diepergelegen structuren, operator afhankelijk, lagere contrastresolutie.

CT

  • Snel onderzoek, hoge beschikbaarheid, van kop tot teen, hoge ruimtelijke resolutie, dynamische mogelijkheden.
  • Kosten en hoge stralingsdosis beperken gebruik, met name bij kinderen.

MRI

  • Hoge contrastresolutie, multiplanair, dynamisch, geen straling.
  • Lange onderzoekstijd, beperkte beschikbaarheid, medewerking patiënt.

MR-safety

  • Veiligheid tijdens MRI afhankelijk van ontbreken van metalen en electronica.
  • Lijst met medische apparaten, gereedschappen, metalen die potentieel gevaarlijk zijn.

Kinderen / Zwangeren / Isolatie

  • Patiënten vereisen verschillende behandelingen en/of aanpassingen, passend bij leeftijd, conditie en risicofactoren.
  • Patiënt zit tegenover arts.
  • Rechts van patiënt gezien bij de arts is dus rechts van de patiënt.
  • Onafhankelijk van positionering.

Terminologie

  • Technieken en tinten gebruikt in echografie, CT en MRI, om beelden te beschrijven.

Resolutie

  • Het vermogen van een beeldvormingstechniek om detail weer te geven.

Algemene procedures

  • Voor alle technieken gelden er algemene vereisten, alsook specifieke procedures en/of aanpassingen die specifiek zijn voor bepaalde patiënten.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Description

Test je kennis over radiologie en de nieuwste technieken in beeldvorming. Deze quiz behandelt belangrijke ontdekkingen, technieken en voordelen van moderne radiologie. Beantwoord vragen over röntgenstralen, MRI en de ontwikkeling van CT-scanners.

More Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Browser