Psychologie: Omgeving en Gedrag
24 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Welke van de volgende stellingen betreft het effect van omgeving op gedrag?

  • Een goed verlichte ruimte kan bijdragen aan rustiger gedrag. (correct)
  • Drukke omgevingen bevorderen juist rustig gedrag.
  • Rustige omgevingen kunnen agressief gedrag uitlokken.
  • Licht heeft geen invloed op hoe mensen zich gedragen.
  • Wat beschrijft de rol van beloning en straf in gedragsverandering?

  • Mensen vermijden gedrag dat leidt tot straf en streven naar beloond gedrag. (correct)
  • Beloningen en straffen hebben geen effect op motivatie.
  • Straf leidt altijd tot een verhoging van gewenst gedrag.
  • Alleen beloningen zijn effectief om gedrag te beïnvloeden.
  • Welke uitspraak over autoriteit en gehoorzaamheid is juist?

  • De perceptie van autoriteit heeft alleen invloed in formele situaties.
  • Mensen negeren altijd autoriteit als zij dat willen.
  • Gehoorzaamheid aan autoriteit kan leiden tot handelen tegen persoonlijke normen. (correct)
  • Autoriteit heeft geen invloed op groepsgedrag.
  • Wat beschrijft het concept van pluralistic ignorance het beste?

    <p>Het fenomeen waarbij niemand handelt vanwege sociale druk.</p> Signup and view all the answers

    Welke factor kan het gedrag in een systematisch kader beperken?

    <p>Strikte regels en procedures.</p> Signup and view all the answers

    Welke uitspraak betreft de rol van persoonlijke verantwoordelijkheid het beste?

    <p>Persoonlijke verantwoordelijkheid kan ethische afwegingen beïnvloeden.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een voorbeeld van psychologische externalisatie?

    <p>Mensen schrijven hun eigen mislukkingen toe aan externe factoren.</p> Signup and view all the answers

    Wat is de betekenis van zelfbedieningsbias?

    <p>Het toeschrijven van positieve resultaten aan eigen inspanning en mislukkingen aan externe factoren.</p> Signup and view all the answers

    Wat wordt er bedoeld met een interne locus of control?

    <p>Je vindt dat je zelf verantwoordelijk bent voor je acties.</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende beschrijvingen is een voorbeeld van self-serving bias?

    <p>Je zegt dat je de toets goed hebt gemaakt omdat je hard hebt gestudeerd.</p> Signup and view all the answers

    Wat wordt bedoeld met cognitieve dissonantie?

    <p>Wanneer je gedrag niet overeenkomt met je overtuigingen.</p> Signup and view all the answers

    Hoe kan iemand cognitieve dissonantie verminderen?

    <p>Door de feiten te negeren en zelfrechtvaardiging toe te passen.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van psychologische externalisatie?

    <p>Je wijst naar externe factoren zonder naar jezelf te kijken.</p> Signup and view all the answers

    Wat is de impact van een lage sociale-economische status op cliënten, volgens de informatie?

    <p>Ze externaliseren vaak hun problemen.</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende uitspraken beschrijft het Dunning-Kruger effect het best?

    <p>Mensen overschatten hun eigen kunnen en kennis.</p> Signup and view all the answers

    Wat houdt de systeembenadering in?

    <p>Het houdt rekening met de invloed van omstandigheden op gedrag.</p> Signup and view all the answers

    Wat is het effect van een hoge score op cooperativeness volgens de theorie van Cloninger?

    <p>Mensen zoeken steun en troost bij anderen.</p> Signup and view all the answers

    Welke van de onderstaande stellingen over persoonlijkheidsstoornissen is juist?

    <p>Persoonlijkheidsstoornissen vallen buiten het normale gedrag en veroorzaken lijden.</p> Signup and view all the answers

    Wat houdt self-directedness in binnen de context van veerkracht?

    <p>Het nemen van verantwoordelijkheid voor eigen herstel.</p> Signup and view all the answers

    Welke groep persoonlijkheidsstoornissen omvat de dramatische stoornissen?

    <p>Borderline, anti-sociale, narcistische en theatrale stoornissen.</p> Signup and view all the answers

    Wat toont de correlatiecoëfficiënt aan in relatie tot persoonlijkheid en situatie?

    <p>Dat er een variabele relatie kan zijn tussen persoon en situatie.</p> Signup and view all the answers

    Hoe wordt gedrag gekenmerkt in het geval van angstige persoonlijkheidsstoornissen?

    <p>Door een neiging om op anderen te leunen, maar sommige mensen te vermijden.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van internal attribution?

    <p>Men wijst naar persoonlijke kwaliteiten voor succes of falen.</p> Signup and view all the answers

    De zelfbedieningsbias verwijst naar:

    <p>De verklaring van persoonlijke tekortkomingen zoals te wijten aan externe factoren.</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    Invloed van de omgeving

    • Ruimte, licht, geluid, temperatuur en geur kunnen gedrag beïnvloeden.
    • Een rustige en goed verlichte ruimte bevordert kalmer gedrag, terwijl een drukke en chaotische omgeving agressie kan uitlokken.

    Beloning en straf

    • Systemen van beloning en straf bevorderen of ontmoedigen bepaald gedrag.
    • Mensen zijn gemotiveerd door beloningen en vermijden gedrag dat tot straf leidt.
    • Dit principe is de basis voor veel beleid en bedrijfsstrategieën.

    Autoriteit

    • Autoriteit heeft veel invloed op gedrag.
    • Mensen zijn vaak geneigd om te gehoorzamen aan gezaghebbende figuren, zelfs als dat indruist tegen hun eigen normen.
    • De perceptie van autoriteit of legitimiteit kan gedrag sturen.

    Situationele factoren

    • Bepaalde situaties beperken gedrag of creëren kansen.
    • Tijdsgebrek kan leiden tot snelle beslissingen.
    • Inefficiënte systemen kunnen mensen ontmoedigen om procedures te volgen.

    Terugkoppelingslussen

    • Positieve feedback versterkt gedrag, negatieve feedback leidt tot gedragsverandering of vermijding.

    Systeemstructuur

    • De structuur van systemen en organisaties, inclusief regels en procedures, beïnvloedt gedrag.
    • Strikte regels dwingen conformiteit af, flexibele structuren stimuleren creativiteit en innovatie.

    Pluralistic ignorance

    • Irrationeel gedrag kan ontstaan door sociale druk.
    • Dit is mogelijk een verklaring voor het bystander effect.

    Ethiek en gehoorzaamheid

    • Ethische overwegingen spelen een rol bij de beslissing om te gehoorzamen.
    • Er is geen eenduidig antwoord op de vraag wanneer gehoorzaamheid ethisch is.
    • Het gaat om een waardeoordeel, niet een bewijsbaar feit.

    Empirische oordelen

    • Empirische oordelen zijn gebaseerd op observaties en experimenten.
    • Zelf-dienende bias is een voorbeeld: succes wordt toegeschreven aan eigen vaardigheden, mislukking aan externe factoren.

    Externaliseren

    • Externaliseren betekent de oorzaak van problemen bij anderen zoeken, in plaats van de eigen rol te erkennen.
    • Deze neiging kan worden veroorzaakt door een lage sociaal-economische status.

    Locus of Control

    • De locus of control bepaalt waar iemand de oorzaken van gebeurtenissen zoekt: intern (bij zichzelf) of extern (buiten zichzelf).

    Cognitieve dissonantie (Theorie van Leon Festinger)

    • Cognitieve dissonantie ontstaat wanneer gedrag en overtuigingen niet overeenkomen, wat ongemak veroorzaakt.
    • Mensen proberen deze discrepantie te verminderen door hun gedrag, opvattingen of de manier waarop ze naar hun gedrag kijken te veranderen.
    • Zelfrechtvaardiging is een veelvoorkomende methode om cognitieve dissonantie te reduceren.

    Self-kennis

    • We zijn geneigd om onszelf te overschatten.
    • Het Dunning-Kruger effect toont aan dat mensen met lage competenties hun eigen vaardigheden vaak overschatten.

    Veelvoorkomende denkfouten

    • Spotlight effect: We overschatten de mate waarin anderen op ons letten.
    • Overdreven positief zelfbeeld: De meeste mensen vinden zichzelf beter dan gemiddeld.
    • "Alles heeft een betekenis": Mensen zoeken betekenis in toevallige gebeurtenissen.
    • "Het ligt aan het karakter": We schrijven gedrag te snel toe aan iemands persoonlijkheid, zonder rekening te houden met de situatie.

    Systeembenadering

    • Gedrag wordt beïnvloed door de persoon én de situatie.
    • Situationele factoren spelen een belangrijke rol.

    Persoonlijkheidstrekken

    • Cooperativeness (samenwerking, empathie)
    • Self-transcendence (zelf-overstijging, oog voor het grote geheel)

    Temperament en karakter

    • Temperament is aangeboren.
    • Karakter ontstaat door levenservaringen, opvoeding en keuzes.

    Veerkracht (Theorie van Cloninger)

    • Veerkracht is nodig om te herstellen van verlies.
    • Vier eigenschappen dragen bij aan veerkracht:
      • Volharding (persistance)
      • Samenwerking (hoog op cooperativeness)
      • Openheid voor nieuwe ervaringen (laag op harm avoidance)    - Zelf-regulatie (hoog op self-directedness)

    Kritiek op persoonlijkheidstheorieën

    • Gedrag wordt bepaald door zowel de persoonlijkheid als de situatie.
    • Onderzoek van Mischel toont aan dat de situatie vaak meer invloed heeft dan persoonlijkheidstrekken.

    Correlatiecoëfficiënt

    • Geeft het verband tussen twee factoren aan.
    • Een correlatie van 1 geeft een perfect verband aan, 0 betekent geen verband.
    • De gemiddelde correlatie tussen persoonlijkheidstrekken en gedrag is 0,3
    • Dit betekent dat persoonlijkheid enige invloed heeft, maar de situatie is bepalender.

    Persoonlijkheidsstoornissen

    • Persoonlijkheidsstoornissen zijn ernstige verstoringen in de persoonlijkheid, die leiden tot ongewoon gedrag.
    • Dit gedrag is storend voor de persoon zelf en/of de omgeving.

    Drie groepen persoonlijkheidsstoornissen

    • Vreemde/exentrieke stoornissen: Paranoïde, schizotypische, schizoïde
    • Dramatische stoornissen: Borderline, anti-sociale, narcistische en theatrale (histrionische)
    • Angstige stoornissen: Afhankelijke, vermijdende, obsessief compulsieve

    Afweermechanismen

    • Afweermechanismen beschermen de ego tegen bedreigende gevoelens en gedachten.
    • Ze kunnen onze waarnemingen en gedrag beïnvloeden.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Description

    Deze quiz verkent de invloed van verschillende omgevingsfactoren zoals ruimte, licht en autoriteit op menselijk gedrag. Ook wordt ingegaan op beloning en straf en hoe deze principes gedrag kunnen stimuleren of ontmoedigen. Test uw kennis over de situatie en de impact van feedback op gedrag.

    More Like This

    Unveiling Your Shopping Behavior Style
    4 questions
    Behavior Analysis Chapter One
    40 questions
    Environmental Psychology and Architecture
    41 questions
    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser