Psychologie Gedrag en Cultuur
47 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat betekent 'nurture' in het kader van gedrag?

  • Gedrag bepaald door zelfontplooiing
  • Gedrag bepaald door de omgeving (correct)
  • Gedrag zonder invloed van anderen
  • Gedrag bepaald door genetische aanleg
  • De stelling 'cultuur heeft een specifiek menselijk karakter' is waar.

    False

    Noem één voorbeeld van een alternatieve uitweg die specifieke etnische groepen zoeken als gevolg van achterstelling.

    sport of muziek

    De _____ benadering van cultuur kijkt naar cultuur als een proces van voortdurende betekenisverlening.

    <p>dynamische</p> Signup and view all the answers

    Match de componenten van cultuur met hun beschrijvingen:

    <p>Materiële component = Alle kennis die de samenleving heeft ontdekt Cognitieve component = Waarden en normen van de gemeenschap Normatieve component = Gebouwen en kunstvoorwerpen</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van retraitisme?

    <p>Verwerping van culturele doelen en middelen</p> Signup and view all the answers

    Wat is een voorbeeld van manifeste macht?

    <p>De zichtbare controle over geleverde diensten</p> Signup and view all the answers

    Latente macht is macht die altijd zichtbaar is.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat is één van de kenmerken van cultuur?

    <p>Gemeenschappelijk en aangeleerd</p> Signup and view all the answers

    Rebellie richt zich op het behoud van bestaande doelen en middelen.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    De UNESCO heeft in 1950 afstand gedaan van het idee dat ras biologisch bepaald is.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Noem een voorbeeld van een groep die zich bezighoudt met rebellie.

    <p>Studentenbewegingen of klimaatbewegingen</p> Signup and view all the answers

    Noem de drie soorten macht volgens Etzioni.

    <p>Dwang of coërcitieve macht, ruimacht of remuneratieve macht, gezag of normatieve macht.</p> Signup and view all the answers

    Wat wordt bedoeld met 'self-fulfilling prophecy' in de context van rolmodellen?

    <p>Rolmodellen bevestigen een geloof in genetische aanleg.</p> Signup and view all the answers

    _____________ is macht die gebaseerd is op tradities en culturele waarden.

    <p>Traditioneel gezag</p> Signup and view all the answers

    Probleemgedrag is vaak slechts een ______ van een disfunctionerend systeem.

    <p>symptoom</p> Signup and view all the answers

    Wat is het belangrijkste kenmerk van charismatisch gezag?

    <p>Het is gebaseerd op persoonlijke kenmerken en charisma</p> Signup and view all the answers

    Koppel de termen aan hun juiste beschrijvingen:

    <p>Microniveau = Individuele interacties Mesoniveau = Groepsdynamiek Macroniveau = Overkoepelende structuren Supra niveau = Beïnvloeding door grote systemen</p> Signup and view all the answers

    Gezag is de zwakste vorm van macht.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat is een gevolg van retraitisme?

    <p>Sociaal isolement</p> Signup and view all the answers

    Koppel de soorten macht aan hun beschrijving:

    <p>Dwang of coërcitieve macht = Het gebruik van of dreigen met fysiek geweld Ruimacht of remuneratieve macht = Het geven van materiële voordelen Gezag of normatieve macht = Het beroep doen op waarden en overtuigingen Deskundigheidmacht = Gebaseerd op competenties</p> Signup and view all the answers

    Wat wordt er bedoeld met circulaire causaliteit?

    <p>De onderlinge invloed tussen verschillende lagen van sociale context.</p> Signup and view all the answers

    Fysieke macht is macht gebaseerd op ____________.

    <p>fysieke kracht</p> Signup and view all the answers

    Criminaliteit is altijd het gevolg van individueel falen.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van een sociale categorie?

    <p>Groepering op basis van een specifiek kenmerk</p> Signup and view all the answers

    Leden van een sociale categorie moeten met elkaar communiceren.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Geef een voorbeeld van een sociale categorie.

    <p>Ouderen</p> Signup and view all the answers

    Macht is het vermogen om de eigen wil aan anderen __________.

    <p>op te leggen</p> Signup and view all the answers

    Koppel de sociale categorieën aan hun kenmerken:

    <p>Ouderen = Indeling op basis van leeftijd Vrouwen = Indeling op basis van geslacht Jongeren = Indeling op basis van leeftijd Opleidingsniveau = Indeling op basis van onderwijs</p> Signup and view all the answers

    Wat komt overeen met de definitie van macht?

    <p>Het vermogen om de eigen wil aan anderen op te leggen</p> Signup and view all the answers

    Een sociale categorie heeft altijd een gezamenlijk doel.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat is een voorbeeld van een sociale categorie op basis van opleidingsniveau?

    <p>Studenten</p> Signup and view all the answers

    Wat is een criterium voor het herkennen van een sociaal probleem volgens Schuyt?

    <p>Het probleem betreft meer dan particuliere overlast.</p> Signup and view all the answers

    Het kwantitatieve criterium vereist dat er slechts enkele individuen door een probleem worden getroffen.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat betekent 'definitiemacht' in de context van sociale problemen?

    <p>De macht om een sociale kwestie op de politieke agenda te zetten.</p> Signup and view all the answers

    Sociale actor is een individu, groep of instelling die __________ en interactie heeft met andere actoren.

    <p>sociaal handelt</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende factoren speelt een rol bij de waardering van een sociale situatie?

    <p>Maatschappelijke normen en waarden.</p> Signup and view all the answers

    Sociale problemen zijn altijd direct oplosbaar volgens de sociale theorie.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Noem één voorbeeld van een sociaal probleem dat vroeger niet erkend werd maar nu wel.

    <p>De ondergeschikte positie van vrouwen.</p> Signup and view all the answers

    Wat is de huidige economische functie van het gezin?

    <p>Consumptie-eenheid</p> Signup and view all the answers

    De functie van het huwelijk is nooit veranderd.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Hoe veranderde de kijk op kinderen volgens Viviana Zelizer?

    <p>Van een economisch nut naar een bron van affectie.</p> Signup and view all the answers

    De overheid speelt een hoofdrol in welzijn en zorg via ________.

    <p>sociale wetgeving</p> Signup and view all the answers

    Wat is geen functie van de welvaartstaat?

    <p>Militaire functie</p> Signup and view all the answers

    Koppel de volgende sociale wetten aan hun datum:

    <p>Kinderbescherming = 1912 Afschaffing kinderarbeid = 1921 Pensioenwetgeving = 1924 Ziekte/invaliditeitsverzekering = 1936</p> Signup and view all the answers

    Zorg is geëvolueerd van gezinszorg naar zorg in zorginstituten.

    <p>True</p> Signup and view all the answers

    Wat was een sociale kwestie die voortkwam uit industrialisatie en verstedelijking?

    <p>Armoede en slechte leefomstandigheden.</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    Inleiding Sociologie

    • Sociologie is de studie van de mens en de maatschappij.
    • Het doel is om te begrijpen hoe samenleven en samenleving werken.
    • De metafoor is: het sociale voor de mens, wat water is voor de vis.
    • Sociologie is een relatief jonge wetenschap, ontstaan eind 19e eeuw, met kiemen na de Franse Revolutie (1789) en invloed van het verlichtingsdenken.
    • Auguste Comte (1798-1857) wordt gezien als de vader van de sociologie.
    • Doel is het opsporen van wetten van de samenleving (positivistische methode)

    Hoofdstuk 1: Wat bestudeert sociologie?

    • Sociologie bestudeert het sociale.
    • Het sociale als morele kwaliteit: betrokkenheid met medemensen en solidariteit met gemeenschap.
    • 2 niveaus van De Waal (2013): Horizontale dimensie (relaties tussen mensen, één-op-één-moraal, morele kwaliteiten: empathie) en Verticale dimensie (grotere geheel, maatschappij, sociaal systeem)

    Hoofdstuk 2: Sociale constructie: Actorperspectief

    • Sociaal handelen: Gedrag beïnvloed door anderen, betekenis voor de actor.
    • Sociaal handelen vs. gedrag: Sociaal handelen is beïnvloed door anderen, bv. verontschuldigen.
    • Vier ideaaltypes sociaal handelen (Weber): Affectief (emoties), Traditioneel (gewoonte), Doelrationeel (doelbewust), Waarderationeel (waarden).
    • Theorieën van sociologen: Weber (actorperspectief) en Durkheim (systeemperspectief).

    Hoofdstuk 4: Actoranalyse van het sociale en sociale systemen

    • Relatieve beïnvloeding: Interactions en recirculaire causaliteit.
    • Self-fulfilling prophecy (Merton): Voorspellingen komen werkelijkheid doordat ze gedrag beïnvloeden.
    • Self-defeating prophecy (Merton): Voorspellingen hebben soms het tegenovergestelde effect.
    • Zelfbeeld en het looking-glass-self (Cooley): Sociale constructie van zelfbeeld via interactie met anderen.
    • Sociale gevolgen & perverse effecten: Individueel rationeel gedrag kan negatieve collectieve uitkomsten hebben.
    • Thomas-theorema: Mensen handelen op basis van hun perceptie over de realiteit.

    Hoofdstuk 5: Sociale bepaaldheid: Sociaal systeemperspectief

    • Het sociaal handelen wordt beïnvloed door de structuur en cultuur van het systeem.
    • Systeemperspectief van Durkheim: studie van de zelfmoordcijfers in verschillende Europese landen(1866-1877).
    • Durkheim's studie over zelfmoord: verschillende type zelfmoord (egoïstisch, altruïstisch, anomisch, fatalistisch) gebaseerd op sociale integratie en normatieve regulering.

    Hoofdstuk 6: Sociale stratificatie (van ongelijke rechten naar ongelijke kansen)

    • Sociale ongelijkheid: ongelijke verdeling van middelen, kansen en beloningen.
    • Sociale stratificatie: opdeling in sociale lagen (strata).
    • Kastenstelsel (India): lidmaatschap is erfelijk.
    • Standensysteem (middeleeuwen): hiërarchische structuur (koning, adel, boeren).
    • Klassensysteem: gebaseerd op economische principes.
    • Statusconsistentie vs Statusinconsistentie: de plaats of rang op de sociale ladder omvat de financiële, beroeps en opleidingsniveau.

    Hoofdstuk 7: Sociale netwerken en sociale groeperingen

    • Sociale netwerken: samenhangende posities in een sociale ruimte, organogram en genogram.
    • Typologie van groeperingen: Groep (direct interactie, gemeenschappelijke waarden), Collectiviteit (samen zijn), Sociaal categorie (gedeelde eigenschappen), Togetherness situation (interactie op basis van situatie).

    Hoofdstuk 8: Waarden en Normen

    • Waarden: impliciete of expliciete opvattingen over het wenselijke (VB. trouw, respect).
    • Normen: verwachtingen van sociaal gepast gedrag.
    • Gradaties in normen: Gebruiken, zeden, rechtsregels.
    • Functionele en disfunctionele aspecten.
    • Rol conflicten.

    Hoofdstuk 9: Sociale Rollen

    • Sociale positie: plaats van actoren in netwerk, (toegewezen of verworven).
    • Sociale rollen: verwachtingen en gedragingen in posities.
    • Rol conflicten (intern en extern)
    • Status symbolen en Sociale status.
    • Rol bepaling: Positiebepaling & roolverwachtingen.

    Hoofdstuk 10: Cultuur als gedeeld betekenis kader

    • Cultuur: verzamelde kennis, producten, verwachtingen, doelen, waarden en normen.
    • Cultuur als ui-model: materiele componenten, cognitieve componenten en normatieve componenten (waarden).
    • Intraculturele en interculturele diversiteit.

    Hoofdstuk 11: Socialisatie

    • Proces van cultuuroverdracht en cultuurverwerving.
    • Primaire, secundaire en tertiaire socialisatie processen
    • Diferentiële socialisatie.

    Hoofdstuk 12: Functionalisme, Conflictsociologie, & Sociale Ruiltheorie

    • Functionalisme: sociale systemen als organismen met functies; sociale orde.
    • Conflictsociologie: focus op conflicten, ongelijkheid en macht.
    • Sociale ruiltheorie: focus op ruilen en interacties tussen individuen.

    Hoofdstuk 13: Institutionalisering

    • Institutionalisering: vastlegging menselijk gedrag tot normen en waarden.
    • Primaire en secundaire instituties.
    • Sociologie van het gezin
    • Sociologie van religie
    • De reïficatie van instituties: behandeling van instituties als vaste entiteiten.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Samenvatting Sociologie PDF

    Description

    In deze quiz verken je de concepten van 'nurture' in relatie tot gedrag en de impact van cultuur op menselijke karakter. Je zult ook nadenken over de uitdagingen die specifieke etnische groepen ervaren en mogelijke alternatieve uitwegen. Test je kennis over psychologie en sociale factoren.

    More Like This

    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser