Podcast
Questions and Answers
Wat is de definitie van sociaal leren?
Wat is de definitie van sociaal leren?
- Leren dat niet zichtbaar is in het gedrag van het individu.
- Leren door feedback te krijgen van de omgeving.
- Leren door te kijken naar anderen en met hen te interacteren. (correct)
- Leren door directe ervaring en praktijksituaties.
Wat is vicarious reinforcement?
Wat is vicarious reinforcement?
- Leren van de gevolgen van de acties van anderen. (correct)
- Directe beloning voor persoonlijk gedrag.
- Leren door herhaalde oefeningen.
- Verhoogde motivatie door groepsdruk.
Wat beschrijft het begrip 'drive' het beste?
Wat beschrijft het begrip 'drive' het beste?
- Een vorm van gedragsmatige observatie en imitatie.
- Een vastgestelde set doelen die individuen nastreven.
- Een psychologische toestand die leidt tot gedrag gericht op een beloning. (correct)
- Een externe motivatiebron die individuen aanzet tot actie.
Welke van de volgende opties beschrijft 'goal enhancement'?
Welke van de volgende opties beschrijft 'goal enhancement'?
Wat is een kenmerk van latent leren?
Wat is een kenmerk van latent leren?
Wat is een morfeem?
Wat is een morfeem?
Wat stelt de hypothese van de universele grammatica voor?
Wat stelt de hypothese van de universele grammatica voor?
Wat is de rol van de sociale wereld in taalverwerving volgens Chomsky?
Wat is de rol van de sociale wereld in taalverwerving volgens Chomsky?
Wat gebeurt er rond de leeftijd van 10-12 maanden met baby's?
Wat gebeurt er rond de leeftijd van 10-12 maanden met baby's?
Wat is motherese?
Wat is motherese?
Wat is een kenmerk van het kortetermijngeheugen?
Wat is een kenmerk van het kortetermijngeheugen?
Wat beschrijft de fonologische loop het beste?
Wat beschrijft de fonologische loop het beste?
Wat is een voorbeeld van encoding rehearsal?
Wat is een voorbeeld van encoding rehearsal?
Welke techniek bevordert het opslaan van informatie in langetermijngeheugen?
Welke techniek bevordert het opslaan van informatie in langetermijngeheugen?
Wat is het effect van afremming in de Stroop-test?
Wat is het effect van afremming in de Stroop-test?
Hoe wordt het langetermijngeheugen het best beschreven?
Hoe wordt het langetermijngeheugen het best beschreven?
Wat kan het beste worden gebruikt om visuele informatie vast te houden?
Wat kan het beste worden gebruikt om visuele informatie vast te houden?
Wat is een voorbeeld van 'chunking' in informatieverwerking?
Wat is een voorbeeld van 'chunking' in informatieverwerking?
Waarom is de eerste 2 jaar van ontwikkeling zo belangrijk?
Waarom is de eerste 2 jaar van ontwikkeling zo belangrijk?
Wat wordt verstaan onder habituatie?
Wat wordt verstaan onder habituatie?
Wat betekent dishabituatie in de context van babyontwikkeling?
Wat betekent dishabituatie in de context van babyontwikkeling?
Op welke manier tonen baby's een voorkeur voor nieuwe stimuli?
Op welke manier tonen baby's een voorkeur voor nieuwe stimuli?
Wat is een belangrijke mijlpaal in de ontwikkeling van oog-hand coördinatie?
Wat is een belangrijke mijlpaal in de ontwikkeling van oog-hand coördinatie?
Wanneer zijn baby's in staat om volwassenen te volgen met hun blik?
Wanneer zijn baby's in staat om volwassenen te volgen met hun blik?
Wat houdt 'social referencing' in?
Wat houdt 'social referencing' in?
Wat is het belangrijkste doel van 'examining' bij baby's?
Wat is het belangrijkste doel van 'examining' bij baby's?
Welke uitspraak beschrijft een kenmerk van een onzekere-vermijdende hechting?
Welke uitspraak beschrijft een kenmerk van een onzekere-vermijdende hechting?
Wat toonde de studie van Harlow aan over de hechting van aapjes?
Wat toonde de studie van Harlow aan over de hechting van aapjes?
Wat is een gevolg van goede hechting volgens de bevindingen?
Wat is een gevolg van goede hechting volgens de bevindingen?
Wat is een belangrijk aspect van de sociaal-culturele theorie van Vygotsky?
Wat is een belangrijk aspect van de sociaal-culturele theorie van Vygotsky?
Wat is het belangrijkste principe van het sociaal-ecologische model van Bronfenbrenner?
Wat is het belangrijkste principe van het sociaal-ecologische model van Bronfenbrenner?
Op welke leeftijd beginnen kinderen meestal met kruipen, wat ook verband houdt met hechting?
Op welke leeftijd beginnen kinderen meestal met kruipen, wat ook verband houdt met hechting?
Wat is een kenmerk van on-georiënteerd/on-gecategoriseerd hechtingsgedrag?
Wat is een kenmerk van on-georiënteerd/on-gecategoriseerd hechtingsgedrag?
Waarom is contact en aanraking belangrijk volgens de hechtingstheorie?
Waarom is contact en aanraking belangrijk volgens de hechtingstheorie?
Wat wordt bedoeld met rudimentair gedrag?
Wat wordt bedoeld met rudimentair gedrag?
Wat is genetisch determinisme?
Wat is genetisch determinisme?
Wat is een belangrijk kenmerk van ethologie?
Wat is een belangrijk kenmerk van ethologie?
Wat beschrijft de term 'biologische voorbereidheid' het beste?
Wat beschrijft de term 'biologische voorbereidheid' het beste?
Welke basisemoties zijn volgens Ekman en Friesen geïdentificeerd?
Welke basisemoties zijn volgens Ekman en Friesen geïdentificeerd?
Wat wordt bedoeld met sociobiologie?
Wat wordt bedoeld met sociobiologie?
Wat zijn de twee primaire vergelijkingsmethoden voor het bestuderen van gedrag?
Wat zijn de twee primaire vergelijkingsmethoden voor het bestuderen van gedrag?
Wat is het belangrijkst van het 'silent bared-teeth display' in de dierenwereld?
Wat is het belangrijkst van het 'silent bared-teeth display' in de dierenwereld?
Flashcards
Rudimentair gedrag
Rudimentair gedrag
Gedrag dat vroeger een functie had, maar nu niet meer nuttig is. Denk aan de appendix (blindedarm) bij mensen.
Genetisch determinisme
Genetisch determinisme
De overtuiging dat genen ons gedrag volledig bepalen, zonder invloed van ervaring.
Ethologie
Ethologie
Een tak van de gedragswetenschappen die zich richt op gedrag dat typisch is voor een bepaalde soort.
Biologische voorbereidheid
Biologische voorbereidheid
Signup and view all the flashcards
Basisemoties
Basisemoties
Signup and view all the flashcards
Analogie in gedrag
Analogie in gedrag
Signup and view all the flashcards
Sociobiologie
Sociobiologie
Signup and view all the flashcards
Homologie
Homologie
Signup and view all the flashcards
Latent leren
Latent leren
Signup and view all the flashcards
Sociaal (observationeel) leren
Sociaal (observationeel) leren
Signup and view all the flashcards
Vicarious reinforcement
Vicarious reinforcement
Signup and view all the flashcards
Stimulus enhancement
Stimulus enhancement
Signup and view all the flashcards
Goal enhancement
Goal enhancement
Signup and view all the flashcards
Morfeem
Morfeem
Signup and view all the flashcards
Grammatica
Grammatica
Signup and view all the flashcards
Aangeboren taalvermogen
Aangeboren taalvermogen
Signup and view all the flashcards
Hypothese van de universele grammatica (Chomsky)
Hypothese van de universele grammatica (Chomsky)
Signup and view all the flashcards
Motherise
Motherise
Signup and view all the flashcards
Habituatie
Habituatie
Signup and view all the flashcards
Dishabituatie
Dishabituatie
Signup and view all the flashcards
Voorkeur voor nieuwigheid
Voorkeur voor nieuwigheid
Signup and view all the flashcards
Voorkeur voor controle
Voorkeur voor controle
Signup and view all the flashcards
Oog-hand coördinatie
Oog-hand coördinatie
Signup and view all the flashcards
Social referencing
Social referencing
Signup and view all the flashcards
Intentionele Agenten
Intentionele Agenten
Signup and view all the flashcards
Mondonderzoek
Mondonderzoek
Signup and view all the flashcards
Korte Termijn Geheugen
Korte Termijn Geheugen
Signup and view all the flashcards
Fonologische Loop
Fonologische Loop
Signup and view all the flashcards
Visueel-ruimtelijke Kladblok
Visueel-ruimtelijke Kladblok
Signup and view all the flashcards
Executive Functies
Executive Functies
Signup and view all the flashcards
Interference Effect
Interference Effect
Signup and view all the flashcards
Elaboreren
Elaboreren
Signup and view all the flashcards
Visualiseren
Visualiseren
Signup and view all the flashcards
Organiseren
Organiseren
Signup and view all the flashcards
Onzeker-vermijdend gehecht
Onzeker-vermijdend gehecht
Signup and view all the flashcards
On-georiënteerd/on-gecategoriseerd gehecht
On-georiënteerd/on-gecategoriseerd gehecht
Signup and view all the flashcards
Hechting
Hechting
Signup and view all the flashcards
Harlow's Experiment
Harlow's Experiment
Signup and view all the flashcards
Culturele flexibiliteit
Culturele flexibiliteit
Signup and view all the flashcards
Sociaalcultureel perspectief
Sociaalcultureel perspectief
Signup and view all the flashcards
Sociale ecologie
Sociale ecologie
Signup and view all the flashcards
Sociaal-ecologische theorie
Sociaal-ecologische theorie
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Samenvatting Psychologie (Individu&Identiteit)
- Psychologie is de wetenschap van het gedrag en de psyche (gedachten) van mensen.
- Basisvraag van de psychologie: waarom voelen, denken en gedragen mensen zich zoals ze doen?
- De psychologie probeert oorzaken van mentale ervaringen en gedrag op verschillende niveaus te verklaren.
- Belangrijke termen: affectieve component (voelen), cognitieve component (denken), conatieve component (gedragen).
- Wat is waarheid? Verschil tussen dagelijks leven en wetenschap; theorieën worden systematisch getest.
- (1) Ontologie: Hoe de wereld in elkaar steekt (bestaat de wereld echt of alleen in onze hoofden?)
- (2) Epistemologie: Wat is kennis (waar komt kennis vandaan?) De manier waarop een persoon zich gedraagt, denkt en voelt verandert over de tijd door de ervaringen van de persoon en zijn omgeving.
- Paradigma: geheel van ideeën, methodes en theorieën die een bepaald wereldbeeld definiëren.
Hoorcollege 1 & Hoofdstuk 1
- Basisvraag psychologie: Waardoor voelen, denken en gedragen mensen zich zoals ze doen?
- Psychologie als wetenschap: Doel is verklaren van mentale ervaringen en gedrag.
- Doelen, verleden en huidige ervaringen spelen een grote rol in ons gedrag.
- Psychologie onderzoekt of er een scheiding is tussen lichaam en geest.
Een sociaal fenomeen
- Bestaat echt (kwalitatief): kan worden waargenomen (exacte wetenschappen)
- Bestaat in mensen (kwalitatief): kan worden geïnterpreteerd (sociale wetenschappen)
- Wundt (1879): eerste psychologische laboratorium.
Descartes
- "I think, therefore I am"
- Dualisme: idee van een materiële wereld en een immateriële ziel. -Mens heeft een ziel, dieren niet.
- Ziel zit in de pijnappelklier en stuurt het lichaam aan d.m.v. vloeistoffen.
Hobbes
- Leviathan
- Materialisme: Alleen materie en energie bestaat.
- Alles kan onderzocht worden (psyche ook).
19º-eeuwse fysiologie
- Denken/handelingen zijn reflexen op triggers vanuit omgeving.
- Specifieke delen van de hersenen hebben specifieke functies.
- Centraal zenuwstelsel; hersenen + ruggenmerg; perifere zenuwen verbonden.
- Verschillende kwaliteiten van sensaties komen door verschillende zenuwen
Mill
- De manier waarop iemand zich gedraagt, denkt en voelt verandert over de tijd door ervaringen en omgeving.
- Empirisme: menselijke kennis is afkomstig uit zintuigelijke ervaring.
Hartley
- Kinderpsyche is een blank state (tabula rasa); kinderen worden geboren zonder bestaande voorkeur.
Associatie door contiguïteit
- Als twee stimuli tegelijkertijd/na elkaar plaatsvinden, dan worden ze in het brein met elkaar geassocieerd.
Gedragssysteem
- reeks handelingen die samenhangen en bepaald worden door genen.
Natuurlijke selectie
- Idee dat degenen die zich het beste kunnen aanpassen aan de omgeving overleven en zich voortplanten.
Genen
- Coderen voor eiwitten die een rol spelen in hersenen en lichaamsfuncties.
- Rolvervulling in expressie van eiwitten wordt gecontroleerd door andere genen.
- DNA bevat de erfelijke informatie.
- genen bepalen niet direct het gedrag.
- sommige kennis is aangeboren, andere komen door ervaring in de omgeving.
Evolutie Psychologie
- Gedrag is vaak bepaald door genen en de omgeving.
- Bewuste processen/gedachten/emoties niet noodzakelijk om gedrag te verklaren.
Hoorcollege 2 & Hoofdstuk 3
- Adaptie aan de omgeving: 2 mechanismen; leren & evolutie. -Leren: aanpassing door individu. -Evolutie: aanpassing van de soort.
- Evolutionaire psychologie; gedragssystemen = reeks handelingen die samenhangen en specifiek worden bepaald door genen.
Hoorcollege 3 & Hoofdstuk 8
- Paradigma's binnen leertheorieën
Behaviorisme (gedrag): stimulus-respons theorie Cognitivisme (cognitie): stimulus-mentale representatie-respons
Klassieke conditionering
- Stimulus die een respons uitlokt, wordt geassocieerd met een stimulus die geen respons uitlokt, maar na herhaling wel.
- Belangrijk onderdeel van leren.
Operante conditionering
- Gevolg van respons beïnvloedt herhaling kans van respons.
- Versterking ('bekrachtiging'): toename van respons.
- Straf: afname van respons.
Cognitieve ontwikkeling
- (1) Sensorimotor stadium (0-2): kennis over de wereld door sensaties en acties. Gedrag ontwikkelt zich.
- (2) Pre-operationeel stadium (2-7): ontwikkeling symbolisch denken en taal.
- (3) Concreet-operationeel stadium (7-11): vermogen om logisch na te denken over concrete gebeurtenissen.
- (4) Formeel-operationeel stadium (vanaf 12): vermogen tot abstract en hypothetisch denken.
Theorie van Piaget (centrale thema's)
- Assimilatie: inpassen van nieuwe ervaringen in bestaande schema’s.
- Accommodatie: aanpassen van bestaande schema’s aan nieuwe ervaringen.
- Assimilatie en accommodatie werken gelijktijdig.
Hoorcollege 4 & Hoofdstuk 5
- Motivatie: processen waardoor een individu zich op een bepaalde manier gedraagt (innerlijke/externe factoren).
- Drive: motivatie toestand die gericht is op het verkrijgen van een incentive.
- Incentive: doel/beloning.
- Drives en incentives kunnen elkaar beïnvloeden.
Centrale drijfveertheorie
- Pituitary gland (hypofyse): klier die de vrijlating van hormonen reguleert.
- Hypothalamus: centrale punt in de hersenen die de regulatie van verschillenden drives verzorgt (honger, dorst, etc).
Motivatie/honger
- Homeostatisch = de mechanismen in het lichaam op zoek gaan naar evenwicht (temperatuur, suiker in bloed)
- Arcuate nucleus = belangrijkste centrum van honger.
Motivatie/slaap
- Sleep-wake = cycli van de hersenen.
- Verschillende fases van slaap; verschillen in activiteiten in de hersenen en bewustzijn.
- Circadiaanse ritme: biologische klok in de hersenen, die onze slaap-waakcyclus reguleert.
Hoorcollege 5 & hoofdstuk 9
- Bewustzijn = het ervaren van mentale gebeurtenissen, zodanig dat je het ook naar anderen kan rapporteren.
- Aandacht: het in bezitneming van je geest in een bepaalde situatie.
- Geheugen: alle informatie in het brein, en de mogelijkheid om die informatie op te slaan.
Informatie verwerkend model
- Informatie verplaatst van zintuiglelijke input naar zintuigelijk geheugen -> korte termijn geheugen/werkgeheugen -> langetermijn geheugen.
Korte termijn geheugen
- Een plaats waar informatie tijdelijk wordt vastgehouden; werkt als een 'processor'
- Functioneert als een basis voor aandacht, codering en ophalen van informatie.
- Bevat een beperkte hoeveelheid informatie; afhankelijke van verschillende componenten.
- Fonologische loop, visueel-ruimtelijk kladbord.
Lange termijn geheugen
- Kennisrepresentatie; opslaan info in een duurzame vorm; verschillende componenten(episodisch, semantisch, procedureel).
- Encoding: opslaan van de info (elaboratie, visualisatie, ordening).
- Retrieval (ophalen)
Hoorcollege 6 & Hoofdstuk 10
- Intelligentie: De mentale vaardigheden om te leren, problemen op te lossen en nieuwe informatie te verwerven.
Theorie van intelligentie
- Inductie; afleiden van nieuwe principes uit observaties.
- Analogie; herkennen van overeenkomsten.
Hoorcollege 7 & Hoofdstuk 11
- Ontwikkeling: geleidelijke verandering in de temporele ontwikkeling van kinderen.
- Ontwikkeling omgeving (culturen): baby's kijken langer naar nieuwe stimuli.
- Ontwikkeling oog-hand coördinatie: kinderen leren door te kijken naar andermans gedrag.
- Kinderen leren over anderen/ hun omgeving door feedback, acties en eigen experimenten.
Hoorcollege 8 & Hoofdstuk 12
- Sociale ontwikkeling; evolutie van sociale vaardigheden gedurende het hele leven.
- Interactie tussen kinderen en ouders/verzorgers; cruciaal voor de ontwikkeling.
- Attachment-theorie: kinderlijke hechtingspatronen.
Hoorcollege 9 & Hoofdstuk 13
-
Sociale psychologie; hoe percepties van zichzelf, anderen en de wereld om hen heen, gedrag veranderen.
-
Attributie: toeschrijven van oorzaken aan gebeurtenissen (intern/extern).
-
'Bias' in perceptie: vertekening in de manier van waarnemen van mensen (person bias, attractiveness bias, baby-face bias).
-
Waarneming van anderen: invloed van anderen op gedrag (conformeren, sociale druk, groepsdenken).
Hoorcollege 10 & Hoofdstuk 14
- Compliance= overeenstemming; beïnvloeding van gedrag (compliance-technieken).
- Social loafing= in een groep is men minder betrokken
- Social facilitation= prestatie wordt beter of slechter door waarneming van anderen
Hoorcollege 11 & Hoofdstuk 15
- Arbeids- en organisatiepsychologie: optimaliseren van werkprocessen(inrichting van werkplekken, selectie werknemers, etc).
- Scientific management; onderzoek naar optimaliseren van productiviteit en efficiëntie van werkprocessen.
- Mayo; hawthoren effect (zorgt voor hogere productiviteit)
Hoorcollege 12 & Hoofdstuk 16
- Geestelijke gezondheidzorg; geschiedenis en hedendaagse praktijken voor mensen met psychische problemen.
- Biologische behandelingen (antipsychotica, antidepressiva); behandelmethode voor psychotische en stemmingsstoornis (effect, risico).
- Psychologische behandelingen: verschillende methodes zoals cognitieve gedragstherapie, psychodynamische therapie, etc.
- Assertive community treatment: programma voor ondersteuning van mensen thuis.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.