Psychologie en Taalverwerving
42 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is de definitie van sociaal leren?

  • Leren dat niet zichtbaar is in het gedrag van het individu.
  • Leren door feedback te krijgen van de omgeving.
  • Leren door te kijken naar anderen en met hen te interacteren. (correct)
  • Leren door directe ervaring en praktijksituaties.
  • Wat is vicarious reinforcement?

  • Leren van de gevolgen van de acties van anderen. (correct)
  • Directe beloning voor persoonlijk gedrag.
  • Leren door herhaalde oefeningen.
  • Verhoogde motivatie door groepsdruk.
  • Wat beschrijft het begrip 'drive' het beste?

  • Een vorm van gedragsmatige observatie en imitatie.
  • Een vastgestelde set doelen die individuen nastreven.
  • Een psychologische toestand die leidt tot gedrag gericht op een beloning. (correct)
  • Een externe motivatiebron die individuen aanzet tot actie.
  • Welke van de volgende opties beschrijft 'goal enhancement'?

    <p>De toename van motivatie om beloningen te verkrijgen die andere individuen hebben ontvangen.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van latent leren?

    <p>Het wordt verworven maar niet direct geuit.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een morfeem?

    <p>Een betekenisvolle taaleenheid</p> Signup and view all the answers

    Wat stelt de hypothese van de universele grammatica voor?

    <p>Iedereen heeft een aangeboren taalvermogen.</p> Signup and view all the answers

    Wat is de rol van de sociale wereld in taalverwerving volgens Chomsky?

    <p>Het helpt bij het ontwikkelen van grammaticale regels.</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er rond de leeftijd van 10-12 maanden met baby's?

    <p>Ze produceren hun eerste echte woordjes.</p> Signup and view all the answers

    Wat is motherese?

    <p>Een manier van praten door mensen naar niet-pratende baby's.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van het kortetermijngeheugen?

    <p>Informatie vervaagt snel</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft de fonologische loop het beste?

    <p>Het vasthouden van verbale informatie</p> Signup and view all the answers

    Wat is een voorbeeld van encoding rehearsal?

    <p>De informatie visueel voorstellen</p> Signup and view all the answers

    Welke techniek bevordert het opslaan van informatie in langetermijngeheugen?

    <p>Organiseren met hiërarchie</p> Signup and view all the answers

    Wat is het effect van afremming in de Stroop-test?

    <p>Een verhoogde reactietijd</p> Signup and view all the answers

    Hoe wordt het langetermijngeheugen het best beschreven?

    <p>Het kan zowel kennis opslaan als terughalen</p> Signup and view all the answers

    Wat kan het beste worden gebruikt om visuele informatie vast te houden?

    <p>Het visueel-ruimtelijke kladblok</p> Signup and view all the answers

    Wat is een voorbeeld van 'chunking' in informatieverwerking?

    <p>Groeperen van aan elkaar gerelateerde items</p> Signup and view all the answers

    Waarom is de eerste 2 jaar van ontwikkeling zo belangrijk?

    <p>Omdat het meeste onderzoek naar nieuwe dingen plaatsvindt.</p> Signup and view all the answers

    Wat wordt verstaan onder habituatie?

    <p>De afname van een respons op een herhaald aangeboden stimulus.</p> Signup and view all the answers

    Wat betekent dishabituatie in de context van babyontwikkeling?

    <p>Een verandering in de stimulus leidt tot verhoogde respons.</p> Signup and view all the answers

    Op welke manier tonen baby's een voorkeur voor nieuwe stimuli?

    <p>Ze kijken langer naar nieuwe stimuli dan naar bekende.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijke mijlpaal in de ontwikkeling van oog-hand coördinatie?

    <p>Bij 5/6 maanden.</p> Signup and view all the answers

    Wanneer zijn baby's in staat om volwassenen te volgen met hun blik?

    <p>Vanaf 6 maanden.</p> Signup and view all the answers

    Wat houdt 'social referencing' in?

    <p>Het aanvoelen en interpreteren van situaties aan de hand van de reacties van verzorgers.</p> Signup and view all the answers

    Wat is het belangrijkste doel van 'examining' bij baby's?

    <p>Het observeren van voorwerpen door ze met de handen te bewegen.</p> Signup and view all the answers

    Welke uitspraak beschrijft een kenmerk van een onzekere-vermijdende hechting?

    <p>Het kind reageert nauwelijks als de verzorger weggaat.</p> Signup and view all the answers

    Wat toonde de studie van Harlow aan over de hechting van aapjes?

    <p>Aapjes verkiezen de opwarmde nepmoeder boven de metalen nepmoeder.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een gevolg van goede hechting volgens de bevindingen?

    <p>Het bevordert betere relaties later in het leven.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijk aspect van de sociaal-culturele theorie van Vygotsky?

    <p>Kinderen leren de regels door middel van spelen.</p> Signup and view all the answers

    Wat is het belangrijkste principe van het sociaal-ecologische model van Bronfenbrenner?

    <p>Mensen zijn afhankelijk van een netwerk van interacties met hun omgeving.</p> Signup and view all the answers

    Op welke leeftijd beginnen kinderen meestal met kruipen, wat ook verband houdt met hechting?

    <p>6-8 maanden.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van on-georiënteerd/on-gecategoriseerd hechtingsgedrag?

    <p>Het kind toont veranderende en inconsistent gedrag.</p> Signup and view all the answers

    Waarom is contact en aanraking belangrijk volgens de hechtingstheorie?

    <p>Het is een cruciaal aspect voor de hechting en latere relaties.</p> Signup and view all the answers

    Wat wordt bedoeld met rudimentair gedrag?

    <p>Gedrag dat ooit een functie had, maar nu niet meer.</p> Signup and view all the answers

    Wat is genetisch determinisme?

    <p>De overtuiging dat genen gedrag onafhankelijk van ervaring bepalen.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijk kenmerk van ethologie?

    <p>Het focussen op species-typical gedrag dat beïnvloed kan worden door leren.</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft de term 'biologische voorbereidheid' het beste?

    <p>Elke soort heeft specifieke gedragingen die aangeboren zijn en noodzakelijk voor overleving.</p> Signup and view all the answers

    Welke basisemoties zijn volgens Ekman en Friesen geïdentificeerd?

    <p>Afschuw, woede, verdriet, verrassing.</p> Signup and view all the answers

    Wat wordt bedoeld met sociobiologie?

    <p>De vergelijkende studie van sociale systemen in dieren.</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn de twee primaire vergelijkingsmethoden voor het bestuderen van gedrag?

    <p>Homologie en analogie.</p> Signup and view all the answers

    Wat is het belangrijkst van het 'silent bared-teeth display' in de dierenwereld?

    <p>Een signaal van vreindelijkheid en sociaal gedrag.</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    Samenvatting Psychologie (Individu&Identiteit)

    • Psychologie is de wetenschap van het gedrag en de psyche (gedachten) van mensen.
    • Basisvraag van de psychologie: waarom voelen, denken en gedragen mensen zich zoals ze doen?
    • De psychologie probeert oorzaken van mentale ervaringen en gedrag op verschillende niveaus te verklaren.
    • Belangrijke termen: affectieve component (voelen), cognitieve component (denken), conatieve component (gedragen).
    • Wat is waarheid? Verschil tussen dagelijks leven en wetenschap; theorieën worden systematisch getest.
    • (1) Ontologie: Hoe de wereld in elkaar steekt (bestaat de wereld echt of alleen in onze hoofden?)
    • (2) Epistemologie: Wat is kennis (waar komt kennis vandaan?) De manier waarop een persoon zich gedraagt, denkt en voelt verandert over de tijd door de ervaringen van de persoon en zijn omgeving.
    • Paradigma: geheel van ideeën, methodes en theorieën die een bepaald wereldbeeld definiëren.

    Hoorcollege 1 & Hoofdstuk 1

    • Basisvraag psychologie: Waardoor voelen, denken en gedragen mensen zich zoals ze doen?
    • Psychologie als wetenschap: Doel is verklaren van mentale ervaringen en gedrag.
    • Doelen, verleden en huidige ervaringen spelen een grote rol in ons gedrag.
    • Psychologie onderzoekt of er een scheiding is tussen lichaam en geest.

    Een sociaal fenomeen

    • Bestaat echt (kwalitatief): kan worden waargenomen (exacte wetenschappen)
    • Bestaat in mensen (kwalitatief): kan worden geïnterpreteerd (sociale wetenschappen)
    • Wundt (1879): eerste psychologische laboratorium.

    Descartes

    • "I think, therefore I am"
    • Dualisme: idee van een materiële wereld en een immateriële ziel. -Mens heeft een ziel, dieren niet.
    • Ziel zit in de pijnappelklier en stuurt het lichaam aan d.m.v. vloeistoffen.

    Hobbes

    • Leviathan
    • Materialisme: Alleen materie en energie bestaat.
    • Alles kan onderzocht worden (psyche ook).

    19º-eeuwse fysiologie

    • Denken/handelingen zijn reflexen op triggers vanuit omgeving.
    • Specifieke delen van de hersenen hebben specifieke functies.
    • Centraal zenuwstelsel; hersenen + ruggenmerg; perifere zenuwen verbonden.
    • Verschillende kwaliteiten van sensaties komen door verschillende zenuwen

    Mill

    • De manier waarop iemand zich gedraagt, denkt en voelt verandert over de tijd door ervaringen en omgeving.
    • Empirisme: menselijke kennis is afkomstig uit zintuigelijke ervaring.

    Hartley

    • Kinderpsyche is een blank state (tabula rasa); kinderen worden geboren zonder bestaande voorkeur.

    Associatie door contiguïteit

    • Als twee stimuli tegelijkertijd/na elkaar plaatsvinden, dan worden ze in het brein met elkaar geassocieerd.

    Gedragssysteem

    • reeks handelingen die samenhangen en bepaald worden door genen.

    Natuurlijke selectie

    • Idee dat degenen die zich het beste kunnen aanpassen aan de omgeving overleven en zich voortplanten.

    Genen

    • Coderen voor eiwitten die een rol spelen in hersenen en lichaamsfuncties.
    • Rolvervulling in expressie van eiwitten wordt gecontroleerd door andere genen.
    • DNA bevat de erfelijke informatie.
    • genen bepalen niet direct het gedrag.
    • sommige kennis is aangeboren, andere komen door ervaring in de omgeving.

    Evolutie Psychologie

    • Gedrag is vaak bepaald door genen en de omgeving.
    • Bewuste processen/gedachten/emoties niet noodzakelijk om gedrag te verklaren.

    Hoorcollege 2 & Hoofdstuk 3

    • Adaptie aan de omgeving: 2 mechanismen; leren & evolutie. -Leren: aanpassing door individu. -Evolutie: aanpassing van de soort.
    • Evolutionaire psychologie; gedragssystemen = reeks handelingen die samenhangen en specifiek worden bepaald door genen.

    Hoorcollege 3 & Hoofdstuk 8

    • Paradigma's binnen leertheorieën

    Behaviorisme (gedrag): stimulus-respons theorie Cognitivisme (cognitie): stimulus-mentale representatie-respons

    Klassieke conditionering

    • Stimulus die een respons uitlokt, wordt geassocieerd met een stimulus die geen respons uitlokt, maar na herhaling wel.
    • Belangrijk onderdeel van leren.

    Operante conditionering

    • Gevolg van respons beïnvloedt herhaling kans van respons.
    • Versterking ('bekrachtiging'): toename van respons.
    • Straf: afname van respons.

    Cognitieve ontwikkeling

    • (1) Sensorimotor stadium (0-2): kennis over de wereld door sensaties en acties. Gedrag ontwikkelt zich.
    • (2) Pre-operationeel stadium (2-7): ontwikkeling symbolisch denken en taal.
    • (3) Concreet-operationeel stadium (7-11): vermogen om logisch na te denken over concrete gebeurtenissen.
    • (4) Formeel-operationeel stadium (vanaf 12): vermogen tot abstract en hypothetisch denken.

    Theorie van Piaget (centrale thema's)

    • Assimilatie: inpassen van nieuwe ervaringen in bestaande schema’s.
    • Accommodatie: aanpassen van bestaande schema’s aan nieuwe ervaringen.
    • Assimilatie en accommodatie werken gelijktijdig.

    Hoorcollege 4 & Hoofdstuk 5

    • Motivatie: processen waardoor een individu zich op een bepaalde manier gedraagt (innerlijke/externe factoren).
    • Drive: motivatie toestand die gericht is op het verkrijgen van een incentive.
    • Incentive: doel/beloning.
    • Drives en incentives kunnen elkaar beïnvloeden.

    Centrale drijfveertheorie

    • Pituitary gland (hypofyse): klier die de vrijlating van hormonen reguleert.
    • Hypothalamus: centrale punt in de hersenen die de regulatie van verschillenden drives verzorgt (honger, dorst, etc).

    Motivatie/honger

    • Homeostatisch = de mechanismen in het lichaam op zoek gaan naar evenwicht (temperatuur, suiker in bloed)
    • Arcuate nucleus = belangrijkste centrum van honger.

    Motivatie/slaap

    • Sleep-wake = cycli van de hersenen.
    • Verschillende fases van slaap; verschillen in activiteiten in de hersenen en bewustzijn.
    • Circadiaanse ritme: biologische klok in de hersenen, die onze slaap-waakcyclus reguleert.

    Hoorcollege 5 & hoofdstuk 9

    • Bewustzijn = het ervaren van mentale gebeurtenissen, zodanig dat je het ook naar anderen kan rapporteren.
    • Aandacht: het in bezitneming van je geest in een bepaalde situatie.
    • Geheugen: alle informatie in het brein, en de mogelijkheid om die informatie op te slaan.

    Informatie verwerkend model

    • Informatie verplaatst van zintuiglelijke input naar zintuigelijk geheugen -> korte termijn geheugen/werkgeheugen -> langetermijn geheugen.

    Korte termijn geheugen

    • Een plaats waar informatie tijdelijk wordt vastgehouden; werkt als een 'processor'
    • Functioneert als een basis voor aandacht, codering en ophalen van informatie.
    • Bevat een beperkte hoeveelheid informatie; afhankelijke van verschillende componenten.
    • Fonologische loop, visueel-ruimtelijk kladbord.

    Lange termijn geheugen

    • Kennisrepresentatie; opslaan info in een duurzame vorm; verschillende componenten(episodisch, semantisch, procedureel).
    • Encoding: opslaan van de info (elaboratie, visualisatie, ordening).
    • Retrieval (ophalen)

    Hoorcollege 6 & Hoofdstuk 10

    • Intelligentie: De mentale vaardigheden om te leren, problemen op te lossen en nieuwe informatie te verwerven.

    Theorie van intelligentie

    • Inductie; afleiden van nieuwe principes uit observaties.
    • Analogie; herkennen van overeenkomsten.

    Hoorcollege 7 & Hoofdstuk 11

    • Ontwikkeling: geleidelijke verandering in de temporele ontwikkeling van kinderen.
    • Ontwikkeling omgeving (culturen): baby's kijken langer naar nieuwe stimuli.
    • Ontwikkeling oog-hand coördinatie: kinderen leren door te kijken naar andermans gedrag.
    • Kinderen leren over anderen/ hun omgeving door feedback, acties en eigen experimenten.

    Hoorcollege 8 & Hoofdstuk 12

    • Sociale ontwikkeling; evolutie van sociale vaardigheden gedurende het hele leven.
    • Interactie tussen kinderen en ouders/verzorgers; cruciaal voor de ontwikkeling.
    • Attachment-theorie: kinderlijke hechtingspatronen.

    Hoorcollege 9 & Hoofdstuk 13

    • Sociale psychologie; hoe percepties van zichzelf, anderen en de wereld om hen heen, gedrag veranderen.

    • Attributie: toeschrijven van oorzaken aan gebeurtenissen (intern/extern).

    • 'Bias' in perceptie: vertekening in de manier van waarnemen van mensen (person bias, attractiveness bias, baby-face bias).

    • Waarneming van anderen: invloed van anderen op gedrag (conformeren, sociale druk, groepsdenken).

    Hoorcollege 10 & Hoofdstuk 14

    • Compliance= overeenstemming; beïnvloeding van gedrag (compliance-technieken).
    • Social loafing= in een groep is men minder betrokken
    • Social facilitation= prestatie wordt beter of slechter door waarneming van anderen

    Hoorcollege 11 & Hoofdstuk 15

    • Arbeids- en organisatiepsychologie: optimaliseren van werkprocessen(inrichting van werkplekken, selectie werknemers, etc).
    • Scientific management; onderzoek naar optimaliseren van productiviteit en efficiëntie van werkprocessen.
    • Mayo; hawthoren effect (zorgt voor hogere productiviteit)

    Hoorcollege 12 & Hoofdstuk 16

    • Geestelijke gezondheidzorg; geschiedenis en hedendaagse praktijken voor mensen met psychische problemen.
    • Biologische behandelingen (antipsychotica, antidepressiva); behandelmethode voor psychotische en stemmingsstoornis (effect, risico).
    • Psychologische behandelingen: verschillende methodes zoals cognitieve gedragstherapie, psychodynamische therapie, etc.
    • Assertive community treatment: programma voor ondersteuning van mensen thuis.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Description

    Deze quiz test je kennis over sociaal leren, taalverwerving, en geheugenprocessen. Leer meer over belangrijke concepten zoals vicarious reinforcement, dat is de rol van de sociale wereld en verschillende geheugenstrategieën. Ideaal voor studenten psychologie en linguïstiek die hun begrip willen verdiepen.

    More Like This

    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser