Podcast
Questions and Answers
Welke van de volgende behandelopties is geen curatieve behandeling voor prostaatkanker in de stadia T1, T2 en T3?
Welke van de volgende behandelopties is geen curatieve behandeling voor prostaatkanker in de stadia T1, T2 en T3?
- Brachytherapie
- Radicale prostatectomie
- Hormonale therapie (correct)
- Uitwendige radiotherapie
Een patiënt met een laag-risico prostaatcarcinoom is gediagnosticeerd. Welke benadering heeft de voorkeur volgens de richtlijnen?
Een patiënt met een laag-risico prostaatcarcinoom is gediagnosticeerd. Welke benadering heeft de voorkeur volgens de richtlijnen?
- Chemotherapie
- Directe radicale prostatectomie
- Actieve monitoring (active surveillance) (correct)
- Starten met hormonale therapie
Wat is een belangrijk nadeel van brachytherapie (interstitiële bestraling) bij de behandeling van prostaatkanker?
Wat is een belangrijk nadeel van brachytherapie (interstitiële bestraling) bij de behandeling van prostaatkanker?
- Verminderde kans op erectiestoornissen
- Verbeterde blaasfunctie op lange termijn
- Vermindering van het risico op lymfekliermetastasen
- Verhoogde mictiefrequentie en aandrangklachten (correct)
Bij welke situatie is hormonale therapie geïndiceerd als behandeling bij prostaatkanker?
Bij welke situatie is hormonale therapie geïndiceerd als behandeling bij prostaatkanker?
Een patiënt ondergaat een radicale prostatectomie. Welke structuren worden typisch verwijderd tijdens deze procedure?
Een patiënt ondergaat een radicale prostatectomie. Welke structuren worden typisch verwijderd tijdens deze procedure?
Wat is een potentieel nadeel van vroege diagnostiek (screening) op prostaatkanker?
Wat is een potentieel nadeel van vroege diagnostiek (screening) op prostaatkanker?
Welk van de volgende factoren is de belangrijkste risicofactor voor het ontwikkelen van blaaskanker?
Welk van de volgende factoren is de belangrijkste risicofactor voor het ontwikkelen van blaaskanker?
Welke bewering is correct met betrekking tot het gebruik van nomogrammen bij prostaatkanker?
Welke bewering is correct met betrekking tot het gebruik van nomogrammen bij prostaatkanker?
Welke van de volgende beweringen over niet-spierinvasieve blaaskanker is NIET correct?
Welke van de volgende beweringen over niet-spierinvasieve blaaskanker is NIET correct?
Waarom is de indeling van blaaskanker belangrijk?
Waarom is de indeling van blaaskanker belangrijk?
Wat is het primaire doel van een Bricker-procedure bij een radicale cystectomie?
Wat is het primaire doel van een Bricker-procedure bij een radicale cystectomie?
Een patiënt met spierinvasieve blaaskanker ondergaat een TUR-blaas procedure. Welke van de volgende vervolgstappen is het meest waarschijnlijk, afhankelijk van de individuele situatie van de patiënt?
Een patiënt met spierinvasieve blaaskanker ondergaat een TUR-blaas procedure. Welke van de volgende vervolgstappen is het meest waarschijnlijk, afhankelijk van de individuele situatie van de patiënt?
Welke van de volgende structuren worden typisch verwijderd tijdens een radicale cystectomie bij een man?
Welke van de volgende structuren worden typisch verwijderd tijdens een radicale cystectomie bij een man?
Wat is een belangrijk verschil tussen een Bricker-procedure en een continent urine reservoir (niet genoemd in de tekst)?
Wat is een belangrijk verschil tussen een Bricker-procedure en een continent urine reservoir (niet genoemd in de tekst)?
Een patiënt wordt gediagnosticeerd met niercelcarcinoom. Welke van de volgende factoren is het meest relevant voor de stadiëring van de tumor?
Een patiënt wordt gediagnosticeerd met niercelcarcinoom. Welke van de volgende factoren is het meest relevant voor de stadiëring van de tumor?
Wat is de betekenis van RFA in de context van de behandeling van niercelcarcinoom?
Wat is de betekenis van RFA in de context van de behandeling van niercelcarcinoom?
Welke BI-RADS classificatie indiceert een onvolledig onderzoek dat verder onderzoek vereist?
Welke BI-RADS classificatie indiceert een onvolledig onderzoek dat verder onderzoek vereist?
Een patiënt heeft een laesie met een lage verdenking op maligniteit. Welke BI-RADS categorie is het meest waarschijnlijk van toepassing?
Een patiënt heeft een laesie met een lage verdenking op maligniteit. Welke BI-RADS categorie is het meest waarschijnlijk van toepassing?
Waarom is het belangrijk om periodiek een nieuw biopt te nemen bij hormoonpositieve tumoren?
Waarom is het belangrijk om periodiek een nieuw biopt te nemen bij hormoonpositieve tumoren?
Wat is een kenmerkend aspect van triple-negatieve borstkanker, waardoor het een slechtere prognose kan hebben?
Wat is een kenmerkend aspect van triple-negatieve borstkanker, waardoor het een slechtere prognose kan hebben?
Wat is het belangrijkste verschil tussen een gemodificeerde radicale mastectomie en een ablatio?
Wat is het belangrijkste verschil tussen een gemodificeerde radicale mastectomie en een ablatio?
Wanneer is een ablatio (verwijdering van de borst) een meer geschikte chirurgische optie dan een mammasparende operatie?
Wanneer is een ablatio (verwijdering van de borst) een meer geschikte chirurgische optie dan een mammasparende operatie?
Wat is het doel van een sentinel node procedure (schildwachtklierprocedure) tijdens een operatie voor borstkanker?
Wat is het doel van een sentinel node procedure (schildwachtklierprocedure) tijdens een operatie voor borstkanker?
Wat is het belangrijkste verschil tussen de Halsted-mastectomie en de GRM (Gegeneraliseerde Radicale Mastectomie)?
Wat is het belangrijkste verschil tussen de Halsted-mastectomie en de GRM (Gegeneraliseerde Radicale Mastectomie)?
Een verhoogde PSA-waarde kan wijzen op prostaatkanker, maar kan ook een andere oorzaak hebben. Welke van de volgende aandoeningen kan ook leiden tot een licht verhoogde PSA-waarde?
Een verhoogde PSA-waarde kan wijzen op prostaatkanker, maar kan ook een andere oorzaak hebben. Welke van de volgende aandoeningen kan ook leiden tot een licht verhoogde PSA-waarde?
Een patiënt ondergaat een transrectale biopsie van de prostaat. Wat is het belangrijkste risico dat hierbij in acht moet worden genomen?
Een patiënt ondergaat een transrectale biopsie van de prostaat. Wat is het belangrijkste risico dat hierbij in acht moet worden genomen?
Wat is het primaire doel van hormonale behandeling bij uitgezaaide prostaatkanker?
Wat is het primaire doel van hormonale behandeling bij uitgezaaide prostaatkanker?
Welke van de volgende behandelingen voor gelokaliseerde, hooggradige prostaatkanker wordt beschouwd als curatief?
Welke van de volgende behandelingen voor gelokaliseerde, hooggradige prostaatkanker wordt beschouwd als curatief?
Welke van de volgende symptomen is het meest kenmerkend voor blaaskanker?
Welke van de volgende symptomen is het meest kenmerkend voor blaaskanker?
Welke bewering over de Gleason-score bij prostaatkanker is correct?
Welke bewering over de Gleason-score bij prostaatkanker is correct?
Een patiënt met uitgezaaide prostaatkanker wordt behandeld met een LHRH-agonist. Welke van de volgende bijwerkingen is het meest waarschijnlijk?
Een patiënt met uitgezaaide prostaatkanker wordt behandeld met een LHRH-agonist. Welke van de volgende bijwerkingen is het meest waarschijnlijk?
Wat is de primaire reden voor het uitvoeren van een lymfeklierdissectie bij de behandeling van niercelcarcinoom?
Wat is de primaire reden voor het uitvoeren van een lymfeklierdissectie bij de behandeling van niercelcarcinoom?
Bij welke van de volgende situaties kan een partiele nefrectomie een geschikte behandelingsoptie zijn?
Bij welke van de volgende situaties kan een partiele nefrectomie een geschikte behandelingsoptie zijn?
Waarom is chemotherapie als monotherapie over het algemeen niet effectief bij gemetastaseerde niercelcarcinoom?
Waarom is chemotherapie als monotherapie over het algemeen niet effectief bij gemetastaseerde niercelcarcinoom?
Wat is de belangrijkste pathogene gebeurtenis die leidt tot de ontwikkeling van multipel myeloom?
Wat is de belangrijkste pathogene gebeurtenis die leidt tot de ontwikkeling van multipel myeloom?
Naar welke organen metastaseert niercelcarcinoom het vaakst via hematogene verspreiding?
Naar welke organen metastaseert niercelcarcinoom het vaakst via hematogene verspreiding?
Wat is een belangrijk verschil tussen acute myeloïde leukemie (AML) en chronische myeloïde leukemie (CML) met betrekking tot de leukemische gap?
Wat is een belangrijk verschil tussen acute myeloïde leukemie (AML) en chronische myeloïde leukemie (CML) met betrekking tot de leukemische gap?
Welk mechanisme gebruiken maligne cellen vaak om te ontsnappen aan de afweer van het immuunsysteem?
Welk mechanisme gebruiken maligne cellen vaak om te ontsnappen aan de afweer van het immuunsysteem?
Waarom is beenmergonderzoek, specifiek beenmergaspiratie, van cruciaal belang bij de diagnose van acute myeloïde leukemie (AML)?
Waarom is beenmergonderzoek, specifiek beenmergaspiratie, van cruciaal belang bij de diagnose van acute myeloïde leukemie (AML)?
Wat is een belangrijk nadeel van allogene stamceltransplantatie dat niet voorkomt bij autologe stamceltransplantatie?
Wat is een belangrijk nadeel van allogene stamceltransplantatie dat niet voorkomt bij autologe stamceltransplantatie?
Wat is een kenmerkend celtype dat wordt aangetroffen bij de diagnose van Hodgkin lymfoom?
Wat is een kenmerkend celtype dat wordt aangetroffen bij de diagnose van Hodgkin lymfoom?
Welke van de volgende onderzoeken wordt gebruikt om onderscheid te maken tussen acute myeloïde leukemie (AML) en acute lymfatische leukemie (ALL)?
Welke van de volgende onderzoeken wordt gebruikt om onderscheid te maken tussen acute myeloïde leukemie (AML) en acute lymfatische leukemie (ALL)?
Wat is een belangrijk risico tijdens de initiële fase van de behandeling van acute myeloïde leukemie (AML), direct na de start van de chemotherapie?
Wat is een belangrijk risico tijdens de initiële fase van de behandeling van acute myeloïde leukemie (AML), direct na de start van de chemotherapie?
Welke van de volgende beweringen beschrijft het beste het proces van autologe stamceltransplantatie?
Welke van de volgende beweringen beschrijft het beste het proces van autologe stamceltransplantatie?
Wat is een direct gevolg van osteolyse veroorzaakt door multipel myeloom?
Wat is een direct gevolg van osteolyse veroorzaakt door multipel myeloom?
Welk van de volgende behandelingen zou het meest geschikt zijn voor een lymfoom waarbij de tumorcellen een overexpressie van een specifiek eiwit vertonen?
Welk van de volgende behandelingen zou het meest geschikt zijn voor een lymfoom waarbij de tumorcellen een overexpressie van een specifiek eiwit vertonen?
Welke factor draagt significant bij aan de progressie van MGUS (Monoclonal Gammopathy of Undetermined Significance) naar multipel myeloom?
Welke factor draagt significant bij aan de progressie van MGUS (Monoclonal Gammopathy of Undetermined Significance) naar multipel myeloom?
Flashcards
Wat is BI-RADS?
Wat is BI-RADS?
Een classificatiesysteem voor mammografie rapporten om de kans op borstkanker aan te geven.
Wat is BI-RADS 1?
Wat is BI-RADS 1?
Compleet normaal bevinding.
Wat is BI-RADS 2?
Wat is BI-RADS 2?
Eénduidig goedaardige bevinding.
Wat is BI-RADS 3?
Wat is BI-RADS 3?
Signup and view all the flashcards
Wat is BI-RADS 4?
Wat is BI-RADS 4?
Signup and view all the flashcards
Wat is BI-RADS 5?
Wat is BI-RADS 5?
Signup and view all the flashcards
Wat is BI-RADS 6?
Wat is BI-RADS 6?
Signup and view all the flashcards
Wat is een ablatio?
Wat is een ablatio?
Signup and view all the flashcards
Diagnose hoge urinewegcarcinomen
Diagnose hoge urinewegcarcinomen
Signup and view all the flashcards
Types blaaskanker
Types blaaskanker
Signup and view all the flashcards
Niet-spierinvasieve blaaskanker
Niet-spierinvasieve blaaskanker
Signup and view all the flashcards
Radicale cystectomie
Radicale cystectomie
Signup and view all the flashcards
Bricker-procedure
Bricker-procedure
Signup and view all the flashcards
Chemoradiatie bij blaaskanker
Chemoradiatie bij blaaskanker
Signup and view all the flashcards
Niercelcarcinoom detectie
Niercelcarcinoom detectie
Signup and view all the flashcards
Trias niercelcarcinoom
Trias niercelcarcinoom
Signup and view all the flashcards
Benigne Prostaat Hypertrofie (BPH)
Benigne Prostaat Hypertrofie (BPH)
Signup and view all the flashcards
Prostaat Specifiek Antigeen (PSA)
Prostaat Specifiek Antigeen (PSA)
Signup and view all the flashcards
Gleason Score
Gleason Score
Signup and view all the flashcards
Actieve Surveillance (PRIAS protocol)
Actieve Surveillance (PRIAS protocol)
Signup and view all the flashcards
Robot-Assisted Radical Prostatectomy (RARP)
Robot-Assisted Radical Prostatectomy (RARP)
Signup and view all the flashcards
Hormonale Behandeling (bij prostaatkanker)
Hormonale Behandeling (bij prostaatkanker)
Signup and view all the flashcards
Macroscopische Hematurie
Macroscopische Hematurie
Signup and view all the flashcards
Cystoscopie met biopt
Cystoscopie met biopt
Signup and view all the flashcards
Curatieve therapie prostaatkanker
Curatieve therapie prostaatkanker
Signup and view all the flashcards
Active surveillance
Active surveillance
Signup and view all the flashcards
Curatieve behandelopties
Curatieve behandelopties
Signup and view all the flashcards
Doel Nomogrammen
Doel Nomogrammen
Signup and view all the flashcards
Hormonale therapie
Hormonale therapie
Signup and view all the flashcards
Verwijderde organen prostatectomie
Verwijderde organen prostatectomie
Signup and view all the flashcards
Voordelen/nadelen vroegdiagnostiek
Voordelen/nadelen vroegdiagnostiek
Signup and view all the flashcards
Grootste risicofactor hematurie
Grootste risicofactor hematurie
Signup and view all the flashcards
Leukemie definitie
Leukemie definitie
Signup and view all the flashcards
Plasmacel maligniteit
Plasmacel maligniteit
Signup and view all the flashcards
Progressie myeloom
Progressie myeloom
Signup and view all the flashcards
Osteolyse bij myeloom
Osteolyse bij myeloom
Signup and view all the flashcards
Tumor afweer ontwijking
Tumor afweer ontwijking
Signup and view all the flashcards
Autologe stamceltransplantatie
Autologe stamceltransplantatie
Signup and view all the flashcards
Allogene stamceltransplantatie
Allogene stamceltransplantatie
Signup and view all the flashcards
Hodgkin lymfoom kenmerken
Hodgkin lymfoom kenmerken
Signup and view all the flashcards
Lymfeklierdissectie
Lymfeklierdissectie
Signup and view all the flashcards
Radicale nefrectomie (palliatief)
Radicale nefrectomie (palliatief)
Signup and view all the flashcards
Partiële nefrectomie
Partiële nefrectomie
Signup and view all the flashcards
Radiotherapie (niertumoren)
Radiotherapie (niertumoren)
Signup and view all the flashcards
Angiogenese remming
Angiogenese remming
Signup and view all the flashcards
AML behandeling (7+3)
AML behandeling (7+3)
Signup and view all the flashcards
Beenmerg bij AML
Beenmerg bij AML
Signup and view all the flashcards
Auerse staven
Auerse staven
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Normale en afwijkende celgroei
- Normale celgroei is een gereguleerd proces zonder celdeling in de G0-fase.
- Abnormale celgroei verstoort het evenwicht tussen celafbraak en celaanmaak.
- Kwaadaardige gezwellen dringen door omliggend weefsel.
- Klinische kenmerken van abnormale celgroei bij kanker omvatten infiltratie en uitzaaiing via lymfe of bloed.
- Kwaadaardige tumoren ontstaan door DNA-veranderingen als gevolg van toeval, straling, leefstijl, virussen, of erfelijkheid.
Stadiering van kanker
- Er zijn vier methoden voor stadiering: klinisch, radiologisch, chirurgisch, en pathologisch.
- Klinische stadiering combineert informatie uit anamnese en lichamelijk onderzoek.
- Laboratoriumonderzoek ondersteunt de diagnose, maar bewijst het niet.
- De TNM-classificatie (cTxNxMx) wordt gebruikt bij klinische stadiering. Met een p ervoor op Pathologische diagnose
- De letters TxNxMx staan voor:
- Orgaan/weefsel van origine
- Histopathologische diagnose
- Lokale uitbreiding
- Regionale lymfogene uitbreiding
- Metastasering op afstand
- 'x' staat voor de mate van deze aspecten
- Radiologische stadiering wordt gedaan op basis van beeldvormende technieken.
- Chirurgische stadiering vindt plaats tijdens een operatie om resectabiliteit en metastasen te beoordelen.
- Pathologische stadiering is alleen cytologisch en histologisch levert een betrouwbare diagnose op en wordt genoteerd als pTxNxMx.
- Tumoren in een laag stadium hebben vaak een betere prognose.
Coloncarcinoom
- De T-classificatie is gebaseerd op invasie.
- Bij coloncarcinoom kan men nog ingrijpen in verschillende stadia.
- Het adenoma-carcinoma sequentie omvat het verwijderen van een poliep die maligne dreigt te worden.
Mammacarcinoom: getallen en screening
- Borstkanker komt vaker voor bij oudere vrouwen, vooral na 50 jaar.
- Verschillende stadia:
- Stadium 1: tumor beperkt tot de borst.
- Soms ook in lymfeklieren.
- Alle T en N fases zijn curatief, maar M1 fase is palliatief.
- Borstkanker is genetisch heterogeen.
- Luminal A en B tumoren zijn hormoongevoelig, met een betere prognose voor Luminal A.
- Epidemiologie in Nederland:
- 14.000 nieuwe patiënten met invasief carcinoom, 1900 in situ.
- 3500 sterfgevallen, doodsoorzaak nummer 1 bij vrouwen van 35-55 jaar.
- 100 mannen krijgen jaarlijks borstkanker.
- Mortaliteit neemt af door vroege opsporing, chemotherapie, hormonale therapie, targeted therapie en awareness.
- Er is bevolkingsonderzoek met mammogrammen voor vrouwen tussen 50 en 75 jaar, opkomstpercentage van 82%.
Risicofactoren voor mammacarcinoom
- Genetische aanleg (BRCA1 en 2, CHEK2)
- Goedaardige afwijkingen
- Alcoholgebruik (>1 consumptie per dag)
- Overgewicht
- Omgevingsfactoren
- Toegenomen leeftijd
- Late eerste zwangerschap
- Kinderloosheid
- Vroege eerste menstruatie
- Late menopauze
- Lange duur van borstvoeding
- Orale anticonceptie
Classificatie van tumoren
- Classificatie is gebaseerd op klinische, radiologische, chirurgische en pathologische kenmerken.
- Pathologisch onderzoek is het meest betrouwbaar voor diagnose.
- De TxNxMx-notatie beschrijft uitbreiding, lymfeklieren en metastasen.
- De 'c' of 'p' geeft aan of de classificatie gebaseerd is op klinische (c) of pathologische (p) diagnose.
Adenoma-carcinoma sequentie
- Een goedaardige poliep kan in de darm langzaam veranderen in darmkanker, dit kan jaren duren.
- Eerst ontstaan mutaties in gezonde darmcellen, vervolgens een adenoom, en uiteindelijk darmkanker.
- Vroegtijdige resectie is mogelijk omdat dit proces langzaam gaat.
Risicofactoren voor tumoren
- Kwaadaardige tumoren ontstaan door DNA-veranderingen door toeval, straling, leefstijl, virussen, of erfelijkheid.
Maligne transformatieprocessen
- Op celniveau ontstaan genetische veranderingen door proto-oncogenen of tumorsuppressorgenen.
- Op orgaanniveau ontstaat een tumor die omliggend weefsel binnendringt.
- Dit beïnvloedt de functie van aangetaste organen en omliggende structuren.
Oncogenen en suppressorgenen
- Oncogenen stimuleren celgroei en deling (bijv. KRAS), mutaties leiden tot overactieve celgroei.
- Tumorsuppressorgenen (bijv. Tp53 en APC) remmen celgroei of herstellen schade.
- Verlies van APC is vaak de eerste stap in de adenoma-carcinoma sequentie, verlies van TP53 volgt later.
Micro- en macroscopische kenmerken van tumoren
- Goedaardig macroscopisch: goed omschreven, ingekapseld, geen invasie, geen metastasen.
- Kwaadaardig macroscopisch: onregelmatige vorm, invasieve groei, metastasen.
- Goedaardig microscopisch: lijkt op oorspronkelijk weefsel.
- Kwaadaardig microscopisch: veel mitoses, pleomorfisme en verlies van normale structuur.
Metastasering
- Hematogeen: via bloed.
- Lymfogeen: via lymfe.
- Cavitair: via lichaamsholtes.
- Directe uitbreiding: invasie van naburige structuren.
Risicofactoren voor mammatumoren
- Geslacht
- Genetische belasting (BRCA1 en 2, CHEK2)
- Goedaardige afwijkingen
- Alcoholgebruik (>1 consumptie per dag)
- Overgewicht
- Omgevingsfactoren
- Toegenomen leeftijd
- Late eerste zwangerschap
- Kinderloosheid
- Vroege eerste menstruatie
- Late menopauze
- Lange duur van borstvoeding
- Orale anticonceptie
- BRCA1 en BRCA2 mutaties geven een sterk verhoogd levenslang risico (60-80%) op borstkanker.
Okselklier status
- Pectorale klier is meestal de eerste klier waarin de lymfe van de mamma draineert (schildwachtklier).
- Volgende stations zijn scapulair, centraal, interpectoraal, axillair en apicale lymfeklieren.
- Grotere tumoren hebben meer kans op metastasering.
- Het aantal lymfekliermetastasen correleert direct met de prognose.
- De okselklierstatus geeft informatie over de verspreiding van de ziekte.
- Bij borstkanker is er in 5-10% van de gevallen een genetische oorzaak (BRCA1- of BRCA2-gen).
Kenmerken van een gezwel in de mamma
- Tumoren groeien vanuit hyperplastisch borstklierweefsel, uit epitheel van ductuli en/of lobuli.
- Tekenen van maligniteit: slecht afgrensbare tumor, eczeem van de tepel, eenzijdige bruine of bloederige tepeluitvloed.
- Mammagrafisch: onscherpe begrenzing, irregulaire massa, architectuurverstoring, of verdachte calcificaties.
- Overexpressie van Her2Neu, ER, of PR wijst op een grotere kans op maligniteit.
- Fibroadenoom is de meest voorkomende fibro-epitheliale aandoening bij jonge vrouwen, vaak kleiner dan 3 cm.
- Tepeluitvloed heeft meestal een benigne oorzaak.
Diagnostiek bij verdenking op een mammatumor
- Triple diagnostiek: lichamelijk onderzoek, röntgenfoto en pathologisch onderzoek.
- Echo van de axilla om de lymfeklierstatus te beoordelen.
- MRI bij jongere vrouwen of dens klierweefsel; lobulair type groeit sprieterig en heeft meer kans op multifocaliteit.
- Klinisch onderzoek: duur en aard klachten, tepeluitvloed en pijn beoordelen; huid- en tepelintrekkingen, palpatie van grootte, vorm, consistentie en fixatie, en palpatie van lever en buikorganen bij eventuele maligniteit.
- Radiologie: mammagrafie bij elke palpabele/suspecte afwijking, echo als eerste keuze onder 30 jaar vanwege dens klierweefsel, MRI in toenemende mate toegepast + echo van oksel.
- Aanvullend: punctie (cytologisch/histologisch) voor receptorstatus van ER, PR en HER2.
Vormen van tumordiagnostiek bij mammatumoren
- Cytologie is minder betrouwbaar & kosteneffectief, maakt geen onderscheid tussen in-situ en invasief carcinoom, is minimaal invasief met snelle uitslag.
- Histologie voordelen zijn gedetailleerde beoordeling van weefselstructuur, onderscheid tussen invasief en niet-invasief, bepaling receptorstatus. Nadeel is invasiever en duurt langer.
- Moleculaire kenmerken onderzoeken ER, PR en HER2 expressie, wat aangrijpingspunt is voor therapie, en helpt bij het inschatten van prognose en erfelijkheid; nadeel is kostbaar en niet altijd nodig.
- Bij een slecht afgrensbare solide tumor/ architectuurverstoring/ calcificaties: betere primaire histologische
- Mammacarcinoom metastaseert vaak naar skelet, lever, longen, lymfeklieren, pleura, huid en weefsel eronder
- Radiologie is minder goed toe te passen bij vrouwen met kort klierweefsel, hiervoor moet MRI-onderzoek gebeuren wat niet gebeurd bij screening. Daarnaast is de kans groot op fout-negatieve en fout-positieve resultaten
- Voordelen vroege opsporing: betere uitkomst voor PT en minder behandeling nodig
- Nadelen vroege opsporing: overdiagnosering en zor bij pt en kostten voor screeningsprogramma
Bi-RADS
- De Bi-RADS-classificatie wordt gebruikt bij multidisciplinaire oncologische besprekingen van patiëntengegevens:
- 0: onvolledig onderzoek
- 1: normale bevinding
- 2: eenduidig benigne bevinding
- 3: waarschijnlijk benigne (controle op korte termijn of punctie)
- 4: verdacht op biopsie geïndiceerd
- 4a: lage verdenking
- 4b: matige verdenking
- 4c: zeer verdacht
- 5: beeld is niet klassiek voor maligniteit
- 6: pathologisch bewezen maligniteit
Classificatie van stadia
- Classificering voor stadia is ook van belang.
- Her2Neu overexpressie: agressievere groei.
- Triple negatief voor receptoren: slechtere prognose.
- Receptoren kunnen veranderen -> biopt tijd
- tumor positief in hormonen -> kan 15 na jaar terug komen
- tumor graad 1-3, hoe agressiever hoe hoger hoe sneller het groeit. Margins zijn de snijvlakken en over er tumorcellen zijn achtergebleven.
Chirurgie therapie voor mammacarcinoom
- Chirurgie therapie: mammasperende operatie of ablatieve chirurgie. keuze hangt af klinische/radiologische factoren, te verwachten cosmetische resultaat, voor-en nadelen aanvullende radiotherapie en de wens van de PT
- Bij ablatieve ingreep: de klierschijf verwijderd met het in situ laten van pectoralisspieren via dwarsincisie.
- Halsted: radicale mastectomie
- GRM: verwijderen van borst met fascien van m pextoralis
- Ablatio: verwijderen van borstklierweefsel
- wanneer het gecombineerd wordt met okselklierdissectie = gemodificeerde radicale mastectomie, ablatio wordt gedaan bij grote tumor/mammae genetische afwijking en MDO. Bij borstsparende operatie moet er altijd een bestraling gegeven moeten worden
Operaties
- Perioperatief sensibel node behandeling -> schildwatchtersklier verwijderd en gekeken wat er metastasen zijn
- MARI procedure: de axillary lymph node markeren met radioaccief iodine, hierdoor is er makkelijke opsporing kan
- Beandeling gekozen aan an de hand van de klieren.
- uitzaaiing -> indicatie systeemtherapie. Het doel hiervan is om eventuele micrometastasen te elimineren en de genezingskansen te vergoten
- Radio- aanlsuitend aan chirurgie recidief percentage met 60-70 verlaagd, het multifocate groeipatroon van mammacarcinomen, bestraling over 2gy tot 3-4weken, borstbestraling evt door breath hold -> risico hartprobleem
behandelingen + werking
- Neo-adjuvante systeemische therapie: uitsluitend gegeven met het doel micrometastasen te elimineren = chemo -> ok -> chemo. beeldvormig niet zichtbaar te maken . Adjuvante chemotherapie zijn chemotherpeutica inclusief athraccyclines, alkyleerdeers, taxanen. chemotherapie werkt alleen snel delende cellen zijn
MARI marking
- Hierbij worden jodium zaadjes geplaatst op kleine tumoren -> makkelijke opsporing
- bijweriking chemo:
- misselijk en braken, vermoeid, haren
- hierna: neuropathie en beenmergsuppression
- lange termijn; vermindering vroegtijdige gang, functie cog, cardio, secondeaire leujemie
- Na hemokuur is er een verlaagde periode in cellen -> infectie en neutropenie
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Related Documents
Description
Deze les behandelt de behandelopties voor prostaatkanker in verschillende stadia, evenals belangrijke overwegingen bij de behandeling van laag-risico prostaatcarcinoom en de indicaties voor hormonale therapie. Daarnaast wordt de diagnose en behandeling van niet-spierinvasieve blaaskanker besproken.