Probleemoplossende strategieën

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is volgens het onderzoek een belangrijk verschil tussen analogiegebruik in alledaagse probleemoplossing en analogiegebruik in labonderzoek?

  • In alledaagse probleemoplossing richten mensen zich meer op structurele overeenkomsten tussen problemen, terwijl in labonderzoek de nadruk ligt op oppervlakkige overeenkomsten. (correct)
  • Er is geen significant verschil aangetoond tussen de manier waarop mensen analogieën gebruiken in alledaagse probleemoplossing en labonderzoek.
  • In labonderzoek richten mensen zich meer op oppervlakkige overeenkomsten tussen problemen, terwijl in alledaagse probleemoplossing de nadruk ligt op structurele overeenkomsten.
  • In alledaagse probleemoplossing richten mensen zich meer op oppervlakkige overeenkomsten tussen problemen, terwijl in labonderzoek de nadruk ligt op structurele overeenkomsten.

Welke van de volgende beweringen over embodied cognition is juist?

  • Embodied cognition stelt dat onze cognitieve processen onafhankelijk zijn van ons lichaam en onze acties.
  • Embodied cognition benadrukt de rol van lichamelijke acties en ervaringen in onze cognitie. (correct)
  • Embodied cognition suggereert dat cognitie alleen plaatsvindt in het brein, los van de rest van het lichaam.
  • Embodied cognition geeft aan dat lichamelijke acties geen invloed hebben op cognitieve processen.

Hoe kan actie analogisch redeneren positief beïnvloeden?

  • Actie heeft geen invloed op analogisch redeneren.
  • Actie kan leiden tot een betere focus op oppervlakkig gelijkenissen tussen problemen.
  • Actie kan helpen bij het ontdekken en opslaan van structurele kenmerken van een probleem. (correct)
  • Actie kan de kans verkleinen dat iemand een analogie gebruikt om een probleem op te lossen.

Welke vorm van informatie is volgens de tekst belangrijk voor het ontdekken en opslaan van structurele kenmerken van problemen?

<p>Kinesthetische informatie (B)</p> Signup and view all the answers

Waarom is de manier waarop een probleem aan iemand wordt gepresenteerd relevant voor het gebruik van analogieën?

<p>De manier waarop een probleem wordt gepresenteerd kan beïnvloeden of iemand een analogie gebruikt om het op te lossen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de kans groter dat iemand gebruik maakt van een analogie om een probleem op te lossen?

<p>Wanneer hij het probleem oplost terwijl hij een lichamelijke activiteit uitvoert. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijke conclusie van het onderzoek naar analogiegebruik?

<p>Mensen zijn gevoeliger voor structurele gelijkenissen tussen problemen dan onderzoekers dachten. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke bewering over het gebruik van analogieën is NIET waar?

<p>Kinesthetische informatie speelt geen rol bij het identificeren van structurele overeenkomsten. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende stellingen beschrijft de kern van positieve transfer?

<p>Het oplossen van een probleem kan helpen bij het oplossen van een ander probleem, mits de structuur overeenkomt. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste factor die bepaalt of een analogie bruikbaar is voor het oplossen van een probleem?

<p>De mate waarin de analogie dezelfde structurele kenmerken heeft. (C)</p> Signup and view all the answers

Wanneer is de positieve transfer sterker?

<p>Wanneer er meerdere problemen met dezelfde structuur voorafgaan. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen is fout?

<p>Analogieën zijn altijd duidelijk zichtbaar en gemakkelijk te vinden. (A)</p> Signup and view all the answers

Hoe kunnen we een analogie tussen twee problemen ontdekken?

<p>Door de structurele overeenkomsten tussen de problemen te identificeren. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat houdt 'transparantie' in, in de context van analogieën?

<p>Het onmiddellijk herkennen van de analogie door de overeenkomsten in content. (B)</p> Signup and view all the answers

Waarom is het belangrijk om analogieën te vinden?

<p>Om nieuwe oplossingsstrategieën te ontwikkelen. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen beschrijft het best de rol van 'surface features' bij het vinden van analogieën?

<p>Surface features kunnen ons misleiden bij het vinden van analogieën. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste functie van inhibitory control?

<p>Flexibiliteit in denken bevorderen (B), Impulsen onderdrukken wanneer nodig (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is incubatie in de context van probleemoplossing?

<p>Probleem tijdelijk negeren om onbewuste verwerking toe te staan (D)</p> Signup and view all the answers

Onder welke omstandigheden heeft incubatie waarschijnlijk minder effect?

<p>Wanneer men met cognitief veeleisende taken bezig is (D)</p> Signup and view all the answers

Wat kan negatieve transfer veroorzaken volgens de inhoud?

<p>Verschillen in structurele kenmerken van problemen (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijke complicatie in het onderzoek naar inhibitory control en creativiteit?

<p>Het gebrek aan consensus onder wetenschappers (C)</p> Signup and view all the answers

Waarom is inhibitory control belangrijk voor creativiteit?

<p>Het voorkomt herhaling van welbekende denkpatronen (B)</p> Signup and view all the answers

Welke uitspraak over de relatie tussen inhibitory control en creativiteit is juist?

<p>Inhibitory control kan zowel positieve als negatieve invloeden hebben op creativiteit. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat kan inhibitory control bevorderen tijdens creatief denken?

<p>Het flexibel nadenken over alternatieve oplossingen (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van inhibitory control in creatief denken?

<p>Het is essentieel om dominante gedachten te onderdrukken. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat was de belangrijkste taak in Experiment 1?

<p>Een creatieve oplossing bedenken voor het breken van een kippenei. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurde in de control dual-task conditie?

<p>De woorden en kleuren waren congruent. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke groep deelnemers moest te maken hebben met mentale incongruentie?

<p>De groep in de inhibition dual-task condition. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat was het doel van de Stroop-taak in het experimentele design?

<p>Het verminderen van het vermogen om automatische reacties te onderdrukken. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende condities bevatte geen aanvraag voor inhibitory control?

<p>Control dual-task conditie. (C)</p> Signup and view all the answers

Waarom werden deelnemende data uitgesloten in het experiment?

<p>Omdat ze de Stroop-taak niet volledig uitvoerden. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er als inhibitory control niet functioneert?

<p>Deelnemers blijven in mentale fixatie steken. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de verwachte uitkomst van deelnemers in de inhibition dual-task condition met betrekking tot hun creativiteit?

<p>Ze genereren de minste creatieve ideeën. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat bleek uit de resultaten van Experiment 1 met betrekking tot de creativiteit van deelnemers?

<p>Er was geen significant verschil in creativiteit tussen de single-task en de control dual-task condition. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke factor wordt gesuggereerd als een mogelijke oorzaak van verminderde creativiteit, volgens de studie?

<p>Verminderde inhibitory control. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat was een van de beperkingen van Experiment 1?

<p>Het was niet duidelijk of verminderde creativiteit enkel door inhibitory control kwam. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat was de focus van Experiment 2 in de studie?

<p>Vaststellen of creativiteit afhankelijk is van het onderdrukken van fixatie-effecten. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke conclusie kan worden getrokken uit de resultaten van Experiment 2?

<p>Creativiteit is onafhankelijk van de mogelijkheid om fixatie-effecten te onderdrukken. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende stellingen over creativiteit en inhibitory control is waar?

<p>Een goede inhibitory control helpt bij het genereren van originele oplossingen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat beschrijft het dual procesmodel van creativiteit in relatie tot inhibitory control?

<p>Inhibitory control is belangrijk voor zowel creatieve als analytische taken. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste onderscheid tussen de probleemoplossingsstrategieën 'Means-End' en 'Hill-Climbing'?

<p>Means-End is effectiever bij complexe problemen met veel verschillende oplossingsmogelijkheden, terwijl Hill-Climbing beter geschikt is voor eenvoudige problemen met weinig informatie. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een 'microworld' in de context van het onderzoek van Güss et al.?

<p>Een gestandaardiseerde computersimulatietaak die gebruikt wordt om probleemoplossend vermogen te meten. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het doel van de 'hardop-denkmethode' die in het onderzoek van Güss et al. gebruikt werd?

<p>De onderzoeker inzicht te geven in de denkwijze van deelnemers tijdens het probleemoplossen. (D)</p> Signup and view all the answers

Waarom is er geen kant-en-klare verklaring voor de culturele verschillen in probleemoplossende strategieën die Güss et al. heeft gevonden?

<p>De resultaten kunnen meerdere oorzaken hebben, waardoor het moeilijk is om één specifieke verklaring te geven. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen is juist volgens de tekst?

<p>Er kunnen culturele verschillen zijn in de manier waarop mensen probleemoplossingstaken benaderen. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen is ONJUIST volgens de tekst?

<p>Het onderzoek van Güss et al. heeft aangetoond dat er geen culturele verschillen bestaan in de manier waarop mensen problemen aanpakken. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk kenmerk van de 'Mean-End' strategie?

<p>De 'Means-End' strategie is een gestructureerde strategie om probleemoplossing stap voor stap te benaderen, met het identificeren van subproblemen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste boodschap van de tekst?

<p>Er is meer onderzoek nodig om te begrijpen waarom er culturele verschillen bestaan in de manier waarop mensen problemen aanpakken. (A)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Analogie in probleemoplossing

Het gebruik van vergelijkingen tussen problemen gebaseerd op structurele gelijkenis.

Structurele overeenkomsten

Diepere gelijkenis tussen twee problemen, die helpen bij probleemoplossing.

Surface similarity

Oppervlakkige overeenkomsten die minder invloed hebben op probleemoplossing.

Cognitieve processen

Mentale activiteiten die betrokken zijn bij denken, leren en begrijpen.

Signup and view all the flashcards

Embodied cognition

Het idee dat cognitie en mentale processen beïnvloed worden door ons lichaam en beweging.

Signup and view all the flashcards

Kinesthetische informatie

Informatie verkregen via lichaamsbeweging die helpt bij probleemoplossen.

Signup and view all the flashcards

Positieve invloed van actie

Actie kan het gebruik van analogieën in probleemoplossing verbeteren.

Signup and view all the flashcards

Probleemoplossingsanalogie

Het gebruik van eerdere ervaringen om een nieuw probleem op te lossen.

Signup and view all the flashcards

Means-End

Een probleemoplossende strategie waarbij je het startpunt en eindpunt identificeert en subproblemen oplost om dichter bij de oplossing te komen.

Signup and view all the flashcards

Hill-Climbing

Een strategie waarbij je de meest directe oplossing kiest om je doel te bereiken, maar niet altijd de beste lange termijnoplossing is.

Signup and view all the flashcards

Individuele verschillen

Er zijn culturele verschillen in hoe mensen probleemoplossende taken aanpakken.

Signup and view all the flashcards

Culturele verschillen

Varianties in probleemoplossende strategieën tussen verschillende culturen aangetoond door onderzoek.

Signup and view all the flashcards

Microworlds

Gestandaardiseerde computersimulatietaken waarbij deelnemers beslissingen maken om complexe problemen op te lossen.

Signup and view all the flashcards

Hardop-denkmethode

Een techniek waarbij deelnemers hun gedachten hardop uitspreken tijdens een probleemoplossende taak.

Signup and view all the flashcards

Complexe problemen

Problemen met meerdere oplossingen en een reeks van verbonden beslissingen.

Signup and view all the flashcards

Onderzoek Güss et al.

Onderzoek dat de invloed van cultuur op probleemoplossende strategieën bestudeert.

Signup and view all the flashcards

Positieve transfer

Het toepassen van oplossingen van een probleem op een nieuw, vergelijkbaar probleem.

Signup and view all the flashcards

Mentale set

De manier waarop iemand een probleem benadert en denkt over oplossingen.

Signup and view all the flashcards

Structuurkenmerken

De onderliggende overeenkomsten in de opbouw van twee verschillende problemen.

Signup and view all the flashcards

Surface features

De zichtbare, oppervlakkige elementen van een probleem die niet essentieel zijn voor de oplossing.

Signup and view all the flashcards

Analogieën vinden

Het ontdekken van overeenkomsten tussen verschillende situaties om oplossingen toe te passen.

Signup and view all the flashcards

Transparantie

Het vermogen om overeenkomsten tussen problemen te zien op basis van inhoud.

Signup and view all the flashcards

Probleemoplosser

Iemand die probeert oplossingen te vinden voor problemen.

Signup and view all the flashcards

Military Problem

Een voorbeeld van een probleem dat een specifieke oplossing biedt voor andere problemen.

Signup and view all the flashcards

Incubatie

Het tijdelijk negeren van een probleem om het onderbewust te verwerken.

Signup and view all the flashcards

Negatieve transfer

Het negatieve effect van eerdere ervaringen op nieuwe, niet-isomorfe problemen.

Signup and view all the flashcards

Inhibitory control

Het vermogen om automatische reacties te onderdrukken wanneer nodig.

Signup and view all the flashcards

Creativiteit en gedachtenpatronen

Flexibiliteit in denken om standaardoplossingen te vermijden.

Signup and view all the flashcards

Consensus over inhibitory control

Er is geen overeenstemming over de rol van inhibitory control in creativiteit.

Signup and view all the flashcards

Positieve invloed

Sommige onderzoeken suggereren dat inhibitory control creativiteit bevordert.

Signup and view all the flashcards

Verwerkingsproces

De manier waarop informatie in de geest wordt verwerkt tijdens probleemoplossing.

Signup and view all the flashcards

Cognitief veeleisend

Activiteiten die veel mentale inspanning vereisen.

Signup and view all the flashcards

Creatieve ideeën genereren

Het proces van het bedenken van nieuwe en originele oplossingen of concepten.

Signup and view all the flashcards

Dual-task paradigma

Een experimentele opzet waarin deelnemers twee taken gelijktijdig uitvoeren.

Signup and view all the flashcards

Verbal creative task

Een taak waarin deelnemers creatieve oplossingen moeten bedenken voor een specifiek probleem.

Signup and view all the flashcards

Stroop-taak

Een cognitieve test waarbij deelnemers kleuren en woorden moeten onderscheiden, wat inhibitory control vereist.

Signup and view all the flashcards

Mentale congruentie

Wanneer de informatie in een taak overeenkomt, wat de taak vergemakkelikt.

Signup and view all the flashcards

Mentale incongruentie

Wanneer de informatie in een taak niet overeenkomt, wat de taak moeilijker maakt.

Signup and view all the flashcards

Single-task conditie

Een experimentele groep die slechts één taak tegelijkertijd uitvoert.

Signup and view all the flashcards

Creatieve ideeën

Originele oplossingen of concepten die ontstaan tijdens denkprocessen.

Signup and view all the flashcards

Dual-task condition

Een situatie waarin twee taken gelijktijdig worden uitgevoerd, wat mentale belasting verhoogt.

Signup and view all the flashcards

Vloeiendheid (Fluidity)

De snelheid en soepelheid waarmee creatieve ideeën worden geproduceerd.

Signup and view all the flashcards

Variëteit (Expansivity)

De diversiteit en rijkdom van creatieve ideeën die tijdens een taak worden gegenereerd.

Signup and view all the flashcards

Fixatie-effecten

De neiging om vast te houden aan eerdere ideeën waardoor nieuwe oplossingen moeilijker worden.

Signup and view all the flashcards

Werkgeheugen belasting

De mentale belasting die ontstaat wanneer het werkgeheugen wordt gebruikt voor een extra taak.

Signup and view all the flashcards

Dual procesmodel van creativiteit

Een theorie die beschrijft hoe creativiteit afhankelijk is van zowel inhibitory control als fixatie-effecten.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Probleemoplossende strategieën

  • Algoritme: Een methode die altijd een oplossing oplevert door alle mogelijke oplossingen te overwegen. Het is vaak tijdrovend en inefficiënt. Voorbeeld: Exhaustive search (alle mogelijke lettercombinaties uitproberen).
  • Heuristiek: Een methode die gebruik maakt van algemeen geaccepteerde regels om een probleem op te lossen. Deze verkleint het aantal mogelijke oplossingen en leidt sneller tot een oplossing. Heuristiek is niet altijd succesvol. Voorbeeld: het zoeken naar lettercombinaties die vaak voorkomen in een bepaalde taal.

Heuristieken

  • Analogie-aanpak: Gebruik een oplossing voor een vergelijkbaar eerder opgelost probleem om een nieuw probleem op te lossen.
    • Voorbeeld: gebruik van een succesvol verslag voor een andere subject.
    • Voorbeeld: Verdere verfijning van vliegtuigvleugels door het bestuderen van vogels.
  • Means-End Heuristiek: Eerst de gewenste resultaten (eindpunt) vaststellen en vervolgens de stappen om die te verwezenlijken (middelen).
    • Probleem in subproblemen opdelen.
    • Verschil tussen beginpunt en eindpunt voor elk deelprobleem verkleinen.
    • Voorbeeld: het nemen van diverse substappen om een locatie te bereiken.
  • Hill-Climbing Heuristiek: De weg kiezen die het meest direct naar het doel lijkt te leiden.
    • Nadeel: Niet altijd de beste oplossing op lange termijn.
    • Wordt gebruikt wanneer er weinig informatie over alternatieven beschikbaar is.

Andere concepten

  • Schema-inductie: Het verbinden van twee vergelijkbare problemen en inzien dat ze op dezelfde manier kunnen worden opgelost.
  • Surface features: Oppervlakkige kenmerken van een probleem.
  • Structurele kenmerken: Onderliggende kern en betekenis van een probleem.
  • Problem isomorphs: Problemen met dezelfde onderliggende structuur, maar verschillende oppervlakkige kenmerken.
  • Mentale set: Een vastgeroeste denkwijze of aanpak bij het oplossen van problemen. Mensen blijven vastzitten aan een strategie die bij een eerder probleem wel succesvol was, maar niet geschikt is voor het huidige probleem.
  • Functionele fixatie: Problemen oplossen door vast te houden aan één specifieke functie van een object. Niet nadenken over alternatieve functies.
  • Inzicht: Een plotseling begrip, een strategie of idee dat tot een oplossing van een probleem leidt.
  • Incubatie: Even pauzeren met het oplossen van een probleem zodat het probleem onderbewust verwerkt kan worden.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

More Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Browser