Podcast
Questions and Answers
Wat is het proces van getallen ordenen?
Wat is het proces van getallen ordenen?
Het proces van getallen ordenen betreft het rangschikken van getallen van groot naar klein of omgekeerd.
Noem de symbolen die worden gebruikt om getallen te vergelijken.
Noem de symbolen die worden gebruikt om getallen te vergelijken.
<, >, =, ≤, ≥
Hoe lees je de vergelijking 𝑎 ≤ 5?
Hoe lees je de vergelijking 𝑎 ≤ 5?
Het betekent dat a een waarde heeft die kleiner of gelijk is aan 5.
Wat is het verschil tussen 6,2 en 4,5?
Wat is het verschil tussen 6,2 en 4,5?
Hoe deel je de sprongen op de getallenas?
Hoe deel je de sprongen op de getallenas?
Vul het juiste symbool in: 5,7 ____ 5,70.
Vul het juiste symbool in: 5,7 ____ 5,70.
Wat betekent het om een getal om te cirkelen tussen twee andere getallen?
Wat betekent het om een getal om te cirkelen tussen twee andere getallen?
Plaats de volgende getallen op de getallenas: 3,3, 4,5, 5,8, 6,2.
Plaats de volgende getallen op de getallenas: 3,3, 4,5, 5,8, 6,2.
Wat is het deeltal als het quotiënt 13 en de deler 4 is?
Wat is het deeltal als het quotiënt 13 en de deler 4 is?
Hoe schrijf je 60% als een decimaal getal?
Hoe schrijf je 60% als een decimaal getal?
Wat is de tweede term als de som 45 is en een term 19?
Wat is de tweede term als de som 45 is en een term 19?
Wat is een factor als het product 77 is en één factor 7?
Wat is een factor als het product 77 is en één factor 7?
Wat is het verschil als een term 19 en de som 45 is?
Wat is het verschil als een term 19 en de som 45 is?
Hoeveel is 12% van 250?
Hoeveel is 12% van 250?
Gebruik de commutatieve eigenschap om 13,8 + 9,7 + 25,2 te hergroeperen.
Gebruik de commutatieve eigenschap om 13,8 + 9,7 + 25,2 te hergroeperen.
Wat is het aftrektal als het verschil 42 is en het minuënt 38?
Wat is het aftrektal als het verschil 42 is en het minuënt 38?
Wat is de vierkantswortel van 121?
Wat is de vierkantswortel van 121?
Tussen welke natuurlijke getallen ligt √99?
Tussen welke natuurlijke getallen ligt √99?
Wat is 12 : 3 · 2 + 10²?
Wat is 12 : 3 · 2 + 10²?
Wat is de volgorde van bewerkingen volgens de les?
Wat is de volgorde van bewerkingen volgens de les?
Wat is het resultaat van (25 + 5 ∙ 3) : √64?
Wat is het resultaat van (25 + 5 ∙ 3) : √64?
Wat krijg je als je 80 – 5 + 3 · (12 – 3 · 4) doet?
Wat krijg je als je 80 – 5 + 3 · (12 – 3 · 4) doet?
Hoeveel is 5 + 3 · (12 – 10 : 5)?
Hoeveel is 5 + 3 · (12 – 10 : 5)?
Wat is de uitkomst van 10 000 : 5 + 92 – 7?
Wat is de uitkomst van 10 000 : 5 + 92 – 7?
Wat is √0?
Wat is √0?
Flashcards
Getallen ordenen
Getallen ordenen
De getallen in volgorde plaatsen, van klein naar groot of van groot naar klein.
Ordeningssymbolen
Ordeningssymbolen
Tekens die aangeven hoe getallen in verband staan met elkaar (kleiner dan, groter dan, gelijk aan).
Symboliek <
Symboliek <
Het symbool '<' geeft aan dat het getal links kleiner is dan het getal rechts van het symbool.
Symboliek >
Symboliek >
Signup and view all the flashcards
Getallenas
Getallenas
Signup and view all the flashcards
Verschil tussen twee getallen bepalen
Verschil tussen twee getallen bepalen
Signup and view all the flashcards
Gemiddeld verschil per sprong (stappen)
Gemiddeld verschil per sprong (stappen)
Signup and view all the flashcards
Rangschikken van getallen
Rangschikken van getallen
Signup and view all the flashcards
72 : = 6
72 : = 6
Signup and view all the flashcards
14 + = 32
14 + = 32
Signup and view all the flashcards
: 12 = 5
: 12 = 5
Signup and view all the flashcards
· 9 = 45
· 9 = 45
Signup and view all the flashcards
- 12 = 9
- 12 = 9
Signup and view all the flashcards
42 : = 6
42 : = 6
Signup and view all the flashcards
+ 13 = 36
+ 13 = 36
Signup and view all the flashcards
Een factor is 7, het product is 77.
Een factor is 7, het product is 77.
Signup and view all the flashcards
Vierkantswortel van 121
Vierkantswortel van 121
Signup and view all the flashcards
Vierkantswortel van 9
Vierkantswortel van 9
Signup and view all the flashcards
Vierkantswortel van 81
Vierkantswortel van 81
Signup and view all the flashcards
Vierkantswortel van 196
Vierkantswortel van 196
Signup and view all the flashcards
Vierkantswortel van 25
Vierkantswortel van 25
Signup and view all the flashcards
Vierkantswortel van 400
Vierkantswortel van 400
Signup and view all the flashcards
Vierkantswortel van 3600
Vierkantswortel van 3600
Signup and view all the flashcards
Vierkantswortel van 160000
Vierkantswortel van 160000
Signup and view all the flashcards
Tussen welke natuurlijke getallen ligt √99?
Tussen welke natuurlijke getallen ligt √99?
Signup and view all the flashcards
Tussen welke natuurlijke getallen ligt √170?
Tussen welke natuurlijke getallen ligt √170?
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Positieve Getallen Ordenen
- Getallen ordenen betekent het rangschikken van getallen van klein naar groot of groot naar klein.
- Symbolen worden gebruikt om de relaties tussen getallen aan te geven:
- < (kleiner dan)
-
(groter dan)
- = (gelijk aan)
- ≤ (kleiner dan of gelijk aan)
- ≥ (groter dan of gelijk aan)
Getallenas
- Een getallenas is een rechte lijn waarop getallen zijn uitgezet.
- Getallen worden van links naar rechts groter.
- Het bepalen van de sprongen op de getallenas:
- Bereken het verschil tussen de twee getallen.
- Deel het verschil door het aantal sprongen.
Rangschikken van Getallen
- Getallen kunnen van groot naar klein worden gerangschikt.
- Gebruik de juiste symbolen (<, >, =, ≤, ≥) om de relatie tussen de getallen aan te geven.
Symbolen
- < : kleiner dan
-
: groter dan
- = : gelijk aan
- ≤ : kleiner dan of gelijk aan
- ≥ : groter dan of gelijk aan
Oefeningen
- Er zijn verschillende soorten oefeningen om te oefenen met het ordenen van getallen op een getallenas.
- De oefeningen omvatten het gebruik van de juiste symbolen (<, >, =, ≤, ≥).
- Er zijn oefeningen om getallen van groot naar klein te rangschikken.
Vier Hoofdbewerkingen
- De vier hoofdbewerkingen zijn: optelling, aftrekking, vermenigvuldiging en deling.
- Optelling en aftrekking:
- Bepaal de som of het verschil.
- Gebruik de juiste symbolen (+, -).
- Vermenigvuldiging en deling :
- Bepaal de product of quotient.
- Gebruik de juiste symbolen (*, ÷).
Volgorde van bewerkingen
- Bewaar altijd de juiste volgorde van bewerkingen:
- Haakjes eerst
- Machten en wortels
- Vermenigvuldiging en deling (van links naar rechts)
- Optelling en aftrekking (van links naar rechts)
Procenten
- Een percentage is een deel van een geheel, uitgedrukt in honderdsten.
- Schrijf een percentage om in een decimaal getal: Deel het percentage door 100.
- Om een percentage van een getal te vinden: Schrijf het percentage als decimale en vermenigvuldig het decimale getal met het gegeven getal.
Machten
- Een macht is een getal dat herhaald wordt vermenigvuldigd.
- Het getal dat herhaaldelijk wordt vermenigvuldigd wordt het grondtal genoemd.
- Het aantal keren dat het grondtal wordt vermenigvuldigd wordt de exponent genoemd.
Vierkantswortels
- De vierkantswortel van een getal is het getal dat, als het met zichzelf wordt vermenigvuldigd, het gegeven getal oplevert.
- Bekende vierkantswortels moeten van buiten geleerd worden.
Volgorde Bewerkingen
- Gebruik de juiste volgorde bij wiskundige bewerkingen: haakjes, machten en wortels, vermenigvuldiging en deling, optelling en aftrekking.
- Gebruik de ezelsbruggetjes om u te herinneren aan de goede volgorde.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Related Documents
Description
In deze quiz leer je hoe je positieve getallen kunt ordenen van klein naar groot of groot naar klein. We onderzoeken ook de betekenis van verschillende symbolen die de relaties tussen de getallen aanduiden. Test je kennis van getallenas en rangschikken. Veel succes!
