Podcast
Questions and Answers
Het ______ probleem verwijst naar de uitdaging om een duidelijke afbeelding te vormen uit verschillende visuele invoer.
Het ______ probleem verwijst naar de uitdaging om een duidelijke afbeelding te vormen uit verschillende visuele invoer.
correspondentie
Objectrepresentatie betreft het proces van identificatie en ______ van objecten binnen een visuele scène.
Objectrepresentatie betreft het proces van identificatie en ______ van objecten binnen een visuele scène.
categorisatie
Diepte ______ zoals schaduwen en perspectief helpen ons om de afstand tot objecten in een afbeelding te begrijpen.
Diepte ______ zoals schaduwen en perspectief helpen ons om de afstand tot objecten in een afbeelding te begrijpen.
cues
De ______ is een eerste visuele representatie van de elementen binnen een afbeelding, waarbij belangrijke vormen worden vastgelegd.
De ______ is een eerste visuele representatie van de elementen binnen een afbeelding, waarbij belangrijke vormen worden vastgelegd.
Perceptuele organisatie omvat de processen die verantwoordelijk zijn voor het ______ van fragmentarische stimuli in grotere gehelen.
Perceptuele organisatie omvat de processen die verantwoordelijk zijn voor het ______ van fragmentarische stimuli in grotere gehelen.
De principes van ______ helpen ons om fragmentarische informatie te groeperen op basis van nabijheid en gelijkenis.
De principes van ______ helpen ons om fragmentarische informatie te groeperen op basis van nabijheid en gelijkenis.
Een belangrijk aspect van perceptuele organisatie is de figuur-achtergrond ______, dat ons helpt te definiëren wat het belangrijkste onderdeel van een afbeelding is.
Een belangrijk aspect van perceptuele organisatie is de figuur-achtergrond ______, dat ons helpt te definiëren wat het belangrijkste onderdeel van een afbeelding is.
Gestaltwetten zoals good continuation en common fate zijn fundamenteel voor de ______ van visuele elementen.
Gestaltwetten zoals good continuation en common fate zijn fundamenteel voor de ______ van visuele elementen.
De ______ is het resultaat van de verwerking van visuele informatie door het brein.
De ______ is het resultaat van de verwerking van visuele informatie door het brein.
Tijdens het maken van ______ schakelen de ogen snel van het ene naar het andere punt.
Tijdens het maken van ______ schakelen de ogen snel van het ene naar het andere punt.
De ______ verwijst naar de manier waarop we objecten in onze omgeving herkennen en organiseren.
De ______ verwijst naar de manier waarop we objecten in onze omgeving herkennen en organiseren.
De ______ zijn visuele aanwijzingen die ons helpen diepte waar te nemen.
De ______ zijn visuele aanwijzingen die ons helpen diepte waar te nemen.
Het ______ is een vroeg stadium van visuele verwerking dat kan helpen bij het onderscheiden van vormen.
Het ______ is een vroeg stadium van visuele verwerking dat kan helpen bij het onderscheiden van vormen.
Bij de ______ worden visuele elementen gegroepeerd op basis van bepaalde principes.
Bij de ______ worden visuele elementen gegroepeerd op basis van bepaalde principes.
De ______ stelt ons in staat om snel en efficiënt veranderingen in onze omgeving waar te nemen.
De ______ stelt ons in staat om snel en efficiënt veranderingen in onze omgeving waar te nemen.
De ______ is het gedeelte van het netvlies waar geen receptoren zijn en dus geen visuele informatie kan worden waargenomen.
De ______ is het gedeelte van het netvlies waar geen receptoren zijn en dus geen visuele informatie kan worden waargenomen.
De ______ is de kleinste verandering in stimulusintensiteit die kan worden opgemerkt.
De ______ is de kleinste verandering in stimulusintensiteit die kan worden opgemerkt.
Het ______ wordt gedefinieerd als de grenswaarde waarbij een stimulus wordt waargenomen of niet.
Het ______ wordt gedefinieerd als de grenswaarde waarbij een stimulus wordt waargenomen of niet.
Het ______ probleem verwijst naar de uitdaging in perceptie om overeenstemming te vinden tussen wat we zien en wat we kennen.
Het ______ probleem verwijst naar de uitdaging in perceptie om overeenstemming te vinden tussen wat we zien en wat we kennen.
Objectrepresentatie houdt in hoe we informatie over een object ______ in ons geheugen opslaan.
Objectrepresentatie houdt in hoe we informatie over een object ______ in ons geheugen opslaan.
Diepte ______ zijn visuele aanwijzingen die ons helpen om diepte en afstand te beoordelen.
Diepte ______ zijn visuele aanwijzingen die ons helpen om diepte en afstand te beoordelen.
De ______ schets is een vroege stadia van visuele verwerking, waarbij kenmerken van een object worden vastgelegd.
De ______ schets is een vroege stadia van visuele verwerking, waarbij kenmerken van een object worden vastgelegd.
Perceptuele organisatie betreft de processen die ons helpen om visuele informatie ______ in een betekenisvolle eenheid.
Perceptuele organisatie betreft de processen die ons helpen om visuele informatie ______ in een betekenisvolle eenheid.
Perceptuele distinctiviteit verwijst naar dezelfde perceptuele kenmerken zoals ______, grootte, kleur...
Perceptuele distinctiviteit verwijst naar dezelfde perceptuele kenmerken zoals ______, grootte, kleur...
Gefocusseerde aandacht betekent datgene dat je aandacht heeft, in de ______ staat.
Gefocusseerde aandacht betekent datgene dat je aandacht heeft, in de ______ staat.
Volgehouden aandacht is het vermogen om ononderbroken met één inspannende taak bezig te zijn zonder afgeleid te worden door ______.
Volgehouden aandacht is het vermogen om ononderbroken met één inspannende taak bezig te zijn zonder afgeleid te worden door ______.
De ______ is een metafoor voor de visie op aandacht als filter.
De ______ is een metafoor voor de visie op aandacht als filter.
Dichotisch luisteren betreft stimuli die in ______ oren worden gepresenteerd.
Dichotisch luisteren betreft stimuli die in ______ oren worden gepresenteerd.
Het ______ fenomeen verwijst naar het opmerken van je naam in een drukke omgeving.
Het ______ fenomeen verwijst naar het opmerken van je naam in een drukke omgeving.
Een filter is geen alles-of-niets doorlaatsysteem, maar een relatieve ______ van een van beide kanalen.
Een filter is geen alles-of-niets doorlaatsysteem, maar een relatieve ______ van een van beide kanalen.
De split-span techniek meet aandacht per ______.
De split-span techniek meet aandacht per ______.
Pigeon holing is het onderbrengen van verschillende info tegelijk in ______.
Pigeon holing is het onderbrengen van verschillende info tegelijk in ______.
Scrutiny houdt in het serieel zoeken van een moeilijk te vinden ______.
Scrutiny houdt in het serieel zoeken van een moeilijk te vinden ______.
Het ______ probleem betreft het verklaren van hoe we verschillende kenmerken van objecten samenvoegen.
Het ______ probleem betreft het verklaren van hoe we verschillende kenmerken van objecten samenvoegen.
De ______ van een object verwijst naar hoe het in ons visuele systeem wordt voorgesteld.
De ______ van een object verwijst naar hoe het in ons visuele systeem wordt voorgesteld.
Diepte ______ helpen ons om de afstand tussen objecten in onze omgeving te schatten.
Diepte ______ helpen ons om de afstand tussen objecten in onze omgeving te schatten.
Het concept van ______ sketch beschrijft een ruwe schets van de primaire visuele kenmerken van een afbeelding.
Het concept van ______ sketch beschrijft een ruwe schets van de primaire visuele kenmerken van een afbeelding.
Bij perceptuele ______ komt het samenvoegen van elementen tot een georganiseerde perceptie.
Bij perceptuele ______ komt het samenvoegen van elementen tot een georganiseerde perceptie.
Het proces van ______ helpt ons te begrijpen hoe we figuren onderscheiden van hun achtergrond.
Het proces van ______ helpt ons te begrijpen hoe we figuren onderscheiden van hun achtergrond.
Visuele ______ kunnen leiden tot misinterpretaties van wat we waarnemen.
Visuele ______ kunnen leiden tot misinterpretaties van wat we waarnemen.
Symmetrie, ______ en similariteit zijn factoren die bijdragen aan figuur-achtergrond organisatie.
Symmetrie, ______ en similariteit zijn factoren die bijdragen aan figuur-achtergrond organisatie.
Onze perceptie is vaak ______ en wordt beïnvloed door zowel intrinsieke als extrinsieke factoren.
Onze perceptie is vaak ______ en wordt beïnvloed door zowel intrinsieke als extrinsieke factoren.
De term ______ verwijst naar de eigenschap dat de perceptie van een afbeelding kan schakelen tussen verschillende interpretaties.
De term ______ verwijst naar de eigenschap dat de perceptie van een afbeelding kan schakelen tussen verschillende interpretaties.
Flashcards are hidden until you start studying
Study Notes
Drie niveaus van verwerking
- Low-Level: Registratie van input via stimulatie receptoren in het netvlies, eerste neurale responsen gericht op enkelvoudige kenmerken van één zenuwcel.
- Mid Level: Groepering van gefragmenteerde input met focus op figuur-achtergrond organisatie en diepteperceptie, zowel 2D als 3D vormperceptie.
- High Level: Interpretatie van betekenis met nadruk op identificatie en categorisatie van objecten, inclusief semantische associaties en emotionele connotaties.
Perceptuele organisatie
- Fragmentarische prikkels: Deze moeten georganiseerd worden in grotere, gestructureerde gehelen (gestalten).
- Perceptuele groepering: Processen die verantwoordelijk zijn voor het organiseren van proximale stimuli.
- Perceptueel bewustzijn: Bestaat uit georganiseerde gehelen en niet uit afzonderlijke sensaties.
Groeperingsprincipes en Gestaltwetten
- Gestaltwetten: Proximiteit, similariteit, good continuation, common fate; deze beïnvloeden de perceptie van figuur en achtergrond.
- Top-Down en Bottom-Up: Er is sprake van wisselwerking tussen low-level en high-level verwerking, waarbij hoog-niveau processen invloed hebben op de perceptuele organisatie.
- Closedness (closure): Het principe waarbij losse objecten worden samengevoegd tot één figuur.
Figuur-achtergrond organisatie
- Intrinsiek ambigu: Toewijzing van figuur-status is probabilistisch, wat leidt tot meerdere interpreteerbare beelden.
- Perceptuele multistabiliteit: Een beeld kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd, zoals het Vace-Faces voorbeeld.
- BOWN (border-ownership): Strijd om figuur-achtergrond toewijzing, afhankelijk van configuratie van de rand.
Visuele illusies en Gestalt principes
- Algemeen gestaltprincipe: Het visueel systeem registreert zelden absolute waarden van lokale eigenschappen.
- Receptoren in netvlies: Kegeltjes zorgen voor detail, terwijl staafjes efficiënt zijn bij weinig licht.
Saccades en fixatie
- Saccades: Snelle oogsprongen tussen netvliesbeelden; fixatie is de periode waarin het oog stilstaat.
- Saccadische suppressie: Het oog is tijdelijk "blind" om vervaging van beelden tijdens beweging te voorkomen.
- Filling-in: Hersenen vullen blinde momenten in, wat leidt tot coherente waarneming.
Psychofysische benadering
- Sensatie vs. perceptie: Sensatie is de registratie van prikkels, terwijl perceptie de verwerking hiervan is.
- Proximale en distale stimuli: Proximale stimuli zijn de gewaarwordingen dichtbij het lichaam, terwijl distale stimuli de externe oorzaken zijn.
Aandacht
- Gefocusseerde aandacht: Focal attention richt zich op specifieke stimuli.
- Volgehouden aandacht: Vermogen om geconcentreerd te blijven op één taak zonder afleiding.
- Aandachtsspan: Duur van gefocuste aandacht.
Selectieve aandacht
- Filtermodellen: Ondersteunen de theorie dat aandacht als een filter werkt, waarbij selectieve aandacht het mogelijk maakt om relevante van irrelevante informatie te onderscheiden.
- Cocktail party fenomeen: Vermogen om belangrijke informatie, zoals eigen naam, te herkennen te midden van afleidingen.
Snelle categorisatie van objecten
- Categorisatie: Objecten onderbrengen in grote categorieën gebaseerd op visuele prikkels.
- Basisniveau, Subordinaatniveau, Superordinaatniveau: De verschillende niveaus van categorisatie, beginnend bij het meest specifieke naar het meest algemene.
- Speed-accuracy tradeoff: Snellere reacties kunnen leiden tot meer fouten, terwijl langere reactietijden vaak correctere antwoorden opleveren.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.