hamza H18
30 Questions
5 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Een patiënt vertoont een selectief verlies van het vermogen om beweging waar te nemen, terwijl de perceptie van vorm en kleur intact blijft. Welke specifieke verstoring in de functionele neuroanatomie is het meest waarschijnlijk verantwoordelijk voor dit klinische beeld?

  • Aantasting van de verbindingen tussen de occipitale en frontale cortex, noodzakelijk voor de integratie van visuele en motorische informatie.
  • Selectieve laesie in gespecialiseerde gebieden van de occipitale cortex, betrokken bij de verwerking van visuele beweging. (correct)
  • Beschadiging van de ventrale stroom binnen de temporale cortex, essentieel voor objectherkenning.
  • Disruptie van de pariëtale cortex, leidend tot problemen in de ruimtelijke lokalisatie van visuele stimuli.

Een onderzoeker bestudeert de effecten van een gelokaliseerde laesie in een subcorticale structuur op de hogere cerebrale functies. Na de laesie observeert hij een algemeen verlies van motivatie en initiatief bij de proefpersoon, terwijl cognitieve functies zoals geheugen en redeneren grotendeels intact blijven. Welke structuur is het meest waarschijnlijk aangedaan?

  • De amygdala, essentieel voor de verwerking van emotionele stimuli.
  • De hippocampus, cruciaal voor de consolidatie van nieuwe herinneringen.
  • De pariëtale cortex, verantwoordelijk voor ruimtelijke oriëntatie en integratie van sensorische informatie.
  • De basale kernen, betrokken bij de regulatie van motorisch gedrag en motivationele aspecten. (correct)

Een neuroloog evalueert een patiënt die moeite heeft met het plannen en uitvoeren van complexe taken, ondanks een intact geheugen en taalvaardigheid. De patiënt vertoont ook een verminderd vermogen om zijn gedrag aan te passen aan veranderende omstandigheden. Welke cerebrale regio is waarschijnlijk het meest aangedaan?

  • De frontale cortex, met name de prefrontale gebieden, cruciaal voor executieve functies. (correct)
  • De occipitale cortex, verantwoordelijk voor de verwerking van visuele informatie.
  • Het cerebellum, dat een belangrijke rol speelt in de motorische coördinatie en het evenwicht.
  • De temporale cortex, essentieel voor het opslaan en ophalen van declaratieve herinneringen.

Een neuropsycholoog onderzoekt een patiënt met een specifieke vorm van agnosie. De patiënt kan afzonderlijke objecten accuraat beschrijven qua vorm en kleur, maar faalt consistent in het herkennen ervan. Welke route van visuele informatieverwerking is waarschijnlijk verstoord?

<p>De ventrale stroom, die visuele informatie gebruikt voor objectherkenning. (D)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt presenteert zich met een apathisch affect, verminderde spraak en beweging, en een algemeen gebrek aan spontaniteit. Echter, de patiënt vertoont geen significante cognitieve tekorten en is in staat complexe instructies op te volgen. Welke neurologische structuur is het meest waarschijnlijk beschadigd?

<p>De basale ganglia, die betrokken zijn bij de motorische controle, het leren en de motivationele aspecten van gedrag. (A)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt met een infarct in de rechter pariëtale cortex vertoont neglect. Welke combinatie van factoren draagt het meest waarschijnlijk bij aan de complexiteit van het diagnosticeren van deze specifieke cognitieve stoornis, rekening houdend met subtiele neuropsychologische mechanismen?

<p>De aanwezigheid van anosognosie, waardoor de patiënt zich niet bewust is van zijn motorische beperkingen, in combinatie met een hemianopsie die de visuele exploratie verder beperkt. (D)</p> Signup and view all the answers

Een onderzoeker bestudeert een patiënt met neglect na een beroerte in de rechterhemisfeer. Welke bevinding zou het meest verrassend zijn, gezien de gevestigde kennis over de neurale basis van neglect en de typische manifestaties ervan?

<p>De patiënt verbetert significant in neglect-taken wanneer auditieve cues worden gebruikt om de aandacht naar de verwaarloosde zijde te sturen. (B)</p> Signup and view all the answers

Een neuropsycholoog evalueert een patiënt met een vermoeden van neglect na een rechter pariëtale infarct. Welke van de volgende bevindingen zou het sterkst suggereren dat de neglect niet uitsluitend te wijten is aan een primaire sensorische of motorische stoornis?

<p>De patiënt negeert consequent stimuli die aan de linkerzijde van de visuele ruimte worden gepresenteerd, maar alleen wanneer er concurrerende stimuli aan de rechterzijde aanwezig zijn. (C)</p> Signup and view all the answers

Een neuroloog onderzoekt een patiënt met neglect na een beroerte en observeert dat de patiënt de linkerzijde van zijn lichaam verwaarloost en een halfzijdige verlamming ontkent (anosognosie). Welke onderliggende neurologische mechanismen dragen het meest waarschijnlijk bij aan deze combinatie van symptomen?

<p>Disruptie van de pariëtale-frontale circuits die betrokken zijn bij ruimtelijke aandacht, gecombineerd met schade aan de insula, wat leidt tot verminderd ziekte-inzicht. (B)</p> Signup and view all the answers

Een gerenommeerde onderzoeker wil de effectiviteit van een nieuwe revalidatie techniek voor neglect evalueren. Welke van de volgende methodologische overwegingen is het meest cruciaal om vertekening te minimaliseren en de validiteit van de bevindingen te waarborgen?

<p>De implementatie van een geblindeerd beoordelingsprotocol, waarbij de beoordelaars niet op de hoogte zijn van de behandeling die de patiënten hebben ontvangen. (D)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt heeft selectieve moeite met het herkennen van objecten op basis van hun vorm, terwijl de perceptie van kleur en locatie intact blijft. Welke specifieke combinatie van corticale gebieden is waarschijnlijk het meest aangedaan bij deze specifieke stoornis?

<p>Ventrale stroom van de occipito-temporale cortex, specifiek betrokken bij objectherkenning. (A)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt vertoont een opvallend gebrek aan initiatief en motivatie, ondanks intacte cognitieve functies zoals geheugen en taal. Welke verstoring in de functionele neuroanatomie is het meest waarschijnlijk verantwoordelijk voor dit klinische beeld?

<p>Prefrontale cortex, met name de dorsolaterale prefrontale cortex. (A)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt heeft moeite met het plannen en organiseren van complexe taken, en vertoont impulsief gedrag. Welke specifieke verstoring in de functionele neuroanatomie is het meest waarschijnlijk verantwoordelijk voor dit klinische beeld?

<p>De prefrontale cortex, specifiek de orbitofrontale cortex. (D)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt kan objecten weliswaar correct benoemen en beschrijven, maar lijkt de emotionele betekenis ervan niet te begrijpen. Welke van de volgende hersenstructuren is het meest waarschijnlijk beschadigd?

<p>De amygdala, essentieel voor de verwerking van emoties en het koppelen van emoties aan objecten. (A)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt vertoont een opvallend gebrek aan spontane spraak en beweging, maar vertoont geen significante cognitieve tekorten. Welke van de volgende neurologische structuren is het meest waarschijnlijk beschadigd?

<p>De prefrontale cortex, met name de mediale prefrontale cortex. (D)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt heeft selectieve problemen met het vormen van nieuwe herinneringen na een hersenbeschadiging, maar zijn vermogen om oude herinneringen op te halen blijft intact. Welke structuur is waarschijnlijk het meest beschadigd, op basis van Tabel 18.1?

<p>Hippocampus (D)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt met een vasculaire occlusie in een specifiek gebied van de hersenen vertoont symptomen van ideatorische apraxie. Op basis van Tabel 18.1, welk gebied is waarschijnlijk aangedaan?

<p>Pariëtale cortex van de dominante hemisfeer (B)</p> Signup and view all the answers

Na een traumatisch hersenletsel vertoont een patiënt aanhoudende problemen met ruimtelijke oriëntatie. Welke hersenregio is volgens Tabel 18.1 het meest waarschijnlijk beschadigd?

<p>Pariëtale cortex van de niet-dominante hemisfeer (C)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt heeft moeite zijn aandacht te richten en is snel afgeleid. Op basis van de informatie, welke combinatie van structuren is waarschijnlijk het meest betrokken bij deze symptomen?

<p>Lobulus parietalis inferior en voorste deel van de gyrus cinguli (C)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt presenteert zich met een verminderd vermogen om objecten te herkennen door aanraking, ondanks intacte somatosensorische input. Welke cerebrale cortex is waarschijnlijk aangedaan?

<p>Pariëtale cortex (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende omschrijvingen geeft het beste het verschil weer tussen instrumentele en uitvoerende functies?

<p>Instrumentele functies zijn specifieke cognitieve vaardigheden zoals taal en perceptie, terwijl uitvoerende functies algemene controle- en regulatiefuncties zijn die alle cognitieve domeinen beïnvloeden. (B)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt met een prefrontale laesie vertoont apathie, initiatiefloosheid en perseveratie. Welke impact heeft dit waarschijnlijk op het onderzoek van zijn instrumentele functies?

<p>Het onderzoek van instrumentele functies zal bemoeilijkt worden, omdat stoornissen in de uitvoerende functies de prestaties op alle cognitieve taken beïnvloeden. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van een vlakke en monotone spraak (aprosodie) bij een patiënt?

<p>Een laesie in de rechterhemisfeer. (A)</p> Signup and view all the answers

Bij meer dan 90% van de mensen is de linkerhemisfeer dominant voor taalfuncties. Wat betekent dit voor de gevolgen van een laesie in de linkerhemisfeer in vergelijking met een laesie in de rechterhemisfeer?

<p>Een laesie in de linkerhemisfeer zal vaker leiden tot een taalstoornis (afasie) dan een laesie in de rechterhemisfeer. (D)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt heeft moeite met het starten van taken, vertoont een gebrek aan doorzettingsvermogen en heeft moeite met het aanpassen aan nieuwe situaties. Welke functies zijn waarschijnlijk gestoord?

<p>Voornamelijk de uitvoerende functies zijn gestoord. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het voornaamste verschil tussen afasie en mutisme, gezien hun neurologische oorsprong?

<p>Afasie is een taalstoornis, terwijl mutisme een stoornis is in de initiatie van de spraakmotoriek. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke functie wordt primair toegeschreven aan het centrum van Wernicke in de hersenen?

<p>De analyse en het begrip van gesproken taal. (B)</p> Signup and view all the answers

Hoe beïnvloedt een laesie in het centrum van Broca de taalvaardigheid van een patiënt?

<p>De spraak en het schrift zijn ernstig gestoord, terwijl het begrip van taal relatief intact is. (C)</p> Signup and view all the answers

Waarom kunnen patiënten met laesies aan de periferie van het stroomgebied van de a. cerebri media soms nog goed nazeggen?

<p>Omdat het circuit Wernicke–fasciculus arcuatus–Broca intact is gebleven. (C)</p> Signup and view all the answers

In welke hemisfeer bevinden zich de taalgebieden van Broca en Wernicke bij de meeste mensen?

<p>In de linkerhemisfeer bij alle rechtshandigen en bij meer dan de helft van de linkshandigen. (B)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Hogere cerebrale functies

Functies zoals waarnemen, herinneren, redeneren, plannen en emoties.

Cognitieve functies

Functies gerelateerd aan kennen en intellect, zoals waarnemen, geheugen en redeneren.

Conatieve functies

Functies gerelateerd aan motivatie, aandrift, initiatief en wilsbesluiten.

Affectieve functies

Functies gerelateerd aan stemmingen en emoties.

Signup and view all the flashcards

Deelfuncties

Het opsplitsen van een functie in kleinere, meer specifieke componenten (bijv. vorm, kleur, beweging bij 'zien').

Signup and view all the flashcards

Perseveratie

Het niet afmaken van taken die doorzettingsvermogen vereisen en de neiging hebben om te blijven herhalen.

Signup and view all the flashcards

Gestoorde aandacht

Een stoornis waarbij de aandacht is aangetast, wat leidt tot verwarring over tijd en plaats.

Signup and view all the flashcards

Verwaarlozing (Neglect)

Een aandachtsstoornis waarbij slechts één helft van de omgeving (meestal links) en het eigen lichaam wordt genegeerd.

Signup and view all the flashcards

Anosognosie

Het niet herkennen of ontkennen van een halfzijdige verlamming.

Signup and view all the flashcards

Lichaamshelft verwaarlozing

Het negeren van een lichaamshelft bij dagelijkse taken zoals scheren of aankleden.

Signup and view all the flashcards

Hogere cerebrale functies locatie

De hersenen en subcorticale structuren.

Signup and view all the flashcards

Cognitieve cortexgebieden

Temporaal, pariëtaal en occipitaal.

Signup and view all the flashcards

Conatieve cortexgebied

Frontale cortex.

Signup and view all the flashcards

Affectieve systeem

Limbisch systeem.

Signup and view all the flashcards

Deelfuncties van 'zien'

Het herkennen van vorm, kleur en beweging.

Signup and view all the flashcards

Aandacht

Het vermogen je gericht bezig te houden met een taak, terwijl irrelevante prikkels worden genegeerd.

Signup and view all the flashcards

Concentratie

Het vermogen om de aandacht langdurig op een taak te richten.

Signup and view all the flashcards

Belangrijk voor Aandacht

Samenwerking van de gehele cerebrale cortex om alert te zijn.

Signup and view all the flashcards

Gebieden voor gerichte aandacht

Deel van de pariëtale cortex (vooral rechts) en voorste deel van de gyrus cinguli.

Signup and view all the flashcards

Gevolgen van Aandachtsstoornissen

Niet kunnen concentreren, snel afgeleid zijn of de aandacht niet snel kunnen wisselen.

Signup and view all the flashcards

Instrumentele Functies

Cognitieve functies zoals perceptie, geheugen en taal.

Signup and view all the flashcards

Uitvoerende Functies

Functies nodig om instrumentele functies goed uit te voeren; starten, stoppen, aandacht, aanpassing.

Signup and view all the flashcards

Symptomen Uitvoerende Functie Stoornis

Apathie, initiatiefverlies, inflexibiliteit, taken niet afmaken.

Signup and view all the flashcards

Dominante Hemisfeer

De hemisfeer waar taalfuncties zijn gerepresenteerd; meestal links.

Signup and view all the flashcards

Gevolgen Hemisfeer Laesies

Linker hemisfeer laesie veroorzaakt afasie, rechter hemisfeer laesie veroorzaakt vlakke spraak.

Signup and view all the flashcards

Afasie

Een taalstoornis, geen spraakstoornis.

Signup and view all the flashcards

Mutisme

Het zwijgen van een wakkere patiënt door een stoornis in de initiatie van de spraakmotoriek.

Signup and view all the flashcards

Centrum van Broca

Ligt in de frontale kwab en is verantwoordelijk voor de motorische expressie van taal (spraak en schrift).

Signup and view all the flashcards

Centrum van Wernicke

Ligt in de gyrus temporalis superior, verantwoordelijk voor de analyse van gesproken taal.

Signup and view all the flashcards

Fasciculus arcuatus

Verbindt de centra van Broca en Wernicke.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Hogere cerebrale functies: Neurologisch Onderzoek

  • Functiestoornissen in het zenuwstelsel kunnen worden gelokaliseerd door het onderzoek van de hogere cerebrale functies.
  • Syndroomdiagnoses worden gesteld door de combinatie van verschillende storingen, zoals bij dementie het geval is.
  • Informatie over de hogere cerebrale functies kan worden verkregen uit de ziektegeschiedenis en observatie
  • Gerichte informatie kan worden verkregen door eenvoudige tests aan het bed of in de spreekkamer.
  • Het is belangrijk om schroom te overwinnen voor het stellen van eenvoudige vragen, leg de patient uit dat het om een routine onderzoek gaat
  • Het opleidingsniveau van de patiënt moet in aanmerking worden genomen bij de interpretatie van het onderzoek.

Stemming en gedrag bij Neurologisch Onderzoek

  • Stemmingsstoornissen, zoals depressie, angst of verhoogde prikkelbaarheid, zijn vaak snel duidelijk.
  • Motoriek en denken kunnen vertraagd worden bij bepaalde neurologische aandoeningen.
  • Het is belangrijk expliciet naar een sombere stemming te vragen aan de patient.
  • Spontaan gedrag, initiatief, persevereren, echolalie en ongevraagde imitatie spelen een rol bij de observatie.
  • Deze symptomen komen vooral voor bij frontale laesies.

Aandacht, Concentratie en Oriëntatie bij Neurologisch Onderzoek

  • Aandacht en concentratie kunnen worden getest door van 100 zeven af te trekken.
  • Of de dagen van de week in omgekeerde volgorde op te noemen.
  • Oriëntatie in tijd, plaats en persoon: vragen naar dag, datum, locatie en identiteit van de onderzoeker.

Geheugen bij Neurologisch Onderzoek

  • Werkgeheugen: Cijferreeksen nazeggen (beginnend met drie cijfers, proberen tot zeven).
  • Anterograad episodisch geheugen: Drie woorden of getallen laten nazeggen en na 5-10 minuten herinneren.
  • Retrograad episodisch geheugen: Vragen naar bekende feiten uit het recente en verder verwijderde verleden.
  • Semantisch geheugen: Vragen aan de patiënt bijvoorbeeld uit te leggen wat een appel is.

Taal bij Neurologisch Onderzoek

  • Spontane spraak: Letten op woordproductie, versprekingen (parafasieën)
  • Nazeggen en Benomen. Vraag de patiënt benoemen van voorwerpen/ afgebeede voorwerpen
  • Taalbegrip: Testen met eenvoudige vragen of opdrachten.
  • Lezen: Een tekst laten voorlezen/opdrachten laten oplezen.
  • Schrijven. dicteer een paar zinnen/ controleerr spelling

Handelen bij Neurologisch Onderzoek

  • Apraxie: Een complexe handeling laten verrichten, zoals een brief opvouwen en in een envelop doen.
  • Constructieve apraxie: Een kubus of huis laten natekenen (let op verwaarlozing van links).
  • Kledingapraxie: aankleden observeren.

Ruimtelijk Inzicht bij Neurologisch Onderzoek

  • Vragen naar bekende locaties en de route ernaartoe.
  • Laat de patiënt een figuur natekenen (geeft ook inzicht in constructieve apraxie).

Waarnemen bij Neurologisch Onderzoek

  • Visueel: Voorwerpen en kleuren laten benoemen, complexe scènes laten beschrijven (let op verwaarlozing, en vragen naar hallucinaties.
  • Somatosensibel: Herkenning van kleine voorwerpen op de tast (stereognosie).

Abstract Denken bij Neurologisch Onderzoek

  • Spreekwoorden laten verklaren.
  • Verschillen of overeenkomsten benoemem.

Cognitieve Screeningsinstrumenten

  • MMSE: 11 items die een aantal van de testvragen bundelt, de resultaten kunnen in totaalscore worden uitgedrukt van 0 tot 30.

Neuropsychologisch Onderzoek

  • Gebruik van gestandaardiseerde tests om kwantitatieve informatie te verkriegen.
  • Onderzoek van aandacht, geheugen, taal, ruimtelijk inzicht, perceptue en pratix
  • Initiëren,het planmatige verloop, tempo en de flexibiliteit worden evens bekeken
  • Emoties en gedrag van de patiëntworden beoordeeld
  • Duurt 3 tot 4 uur

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Hogere cerebrale functies PDF

More Like This

Rules for Writing Alef Hamza in Arabic
25 questions
كتابة الهمزة في أول الكلمة
30 questions
H26 hamza
30 questions

H26 hamza

AgreeableSurrealism8463 avatar
AgreeableSurrealism8463
Use Quizgecko on...
Browser
Browser