Oxidatieve Fosforylering in Mitochondriën

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Welk eiwitcomplex in de elektronen transportketen pompt geen protonen in de intermembranaire ruimte?

  • Complex III (Cytochroom bc1-complex)
  • Complex II (Succinaatdehydrogenase) (correct)
  • Complex IV (Cytochroom c oxidase)
  • Complex I (NADH-dehydrogenase)

Wat is de functie van carnitine-shuttle bij vetafbraak?

  • Het omzetten van acetyl-CoA in ketonlichamen.
  • Het activeren van vetzuren tot Acyl-CoA.
  • Het transporteren van vetzuren naar de mitochondriën voor β-oxidatie. (correct)
  • Het afbreken van triglyceriden in vetzuren en glycerol.

Welke van de volgende beweringen is correct over de regulatie van fosfofructokinase-1 (PFK-1)?

  • Het wordt geremd door AMP en fructose-2,6-bisfosfaat.
  • Het wordt geactiveerd door ATP en citraat.
  • Het wordt alleen door citraat geremd.
  • Het wordt geactiveerd door AMP en fructose-2,6-bisfosfaat. (correct)

Welke rol speelt hormoongevoelig lipase (HSL) bij vetmetabolisme?

<p>Het afbreken van triglyceriden in glycerol en vrije vetzuren. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van ubiquinon (Co-enzym Q) in de oxidatieve fosforylering?

<p>Het is een mobiele elektronendrager die elektronen overdraagt tussen eiwitcomplexen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat remt de werking van pyruvaat kinase in de glycolyse?

<p>ATP en alanine (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende processen resulteert in de vorming van ketonlichamen?

<p>Ketogenese (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het effect van malonyl-CoA op de vetzuuroxidatie?

<p>Het remt de carnitine-shuttle. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende factoren activeert pyruvaatcarboxylase het meest direct?

<p>Een hoge concentratie acetyl-CoA (B)</p> Signup and view all the answers

Welk hormoon remt de activiteit van PEPCK (PEP-carboxykinase)?

<p>Insuline (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste remmer van fructose-1,6-bisfosfatase?

<p>Fructose-2,6-bisfosfaat (C)</p> Signup and view all the answers

In welke weefsels is glucose-6-fosfatase actief?

<p>Lever en nieren (A)</p> Signup and view all the answers

Welke combinatie van moleculen remt citraatsynthase het meest effectief?

<p>ATP, NADH en citraat (D)</p> Signup and view all the answers

Wat stimuleert isocitraatdehydrogenase het meest effectief?

<p>ADP en Ca²⁺ (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende factoren remt de oxidatieve fosforylering?

<p>Een lage zuurstof beschikbaarheid (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende stoffen activeert hormoongevoelig lipase (HSL)?

<p>Glucagon (B)</p> Signup and view all the answers

Hoe beïnvloedt een hoge concentratie fructose-2,6-bisfosfaat de stofwisseling?

<p>Remt gluconeogenese en stimuleert glycolyse (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het effect van een hoge AMP/ATP-ratio op de vetafbraak?

<p>Het stimuleert de vetafbraak (A)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Elektronentransportketen (ETC)

De reeks eiwitcomplexen in het binnenste mitochondriale membraan die elektronen overdragen van NADH en FADH₂ naar zuurstof, waardoor een protonengradiënt ontstaat.

Oxidatieve fosforylering

Het proces in de mitochondriën waarbij ATP wordt geproduceerd door gebruik te maken van een protonengradiënt, gegenereerd door de elektronentransportketen.

Complex I (NADH-dehydrogenase)

Complex in het mitochondriale membraan dat elektronen van NADH opneemt en protonen de intermembranaire ruimte in pompt.

β-oxidatie

Complex in de ETC dat vetzuren afbreekt tot acetyl-CoA, NADH en FADH₂.

Signup and view all the flashcards

Carnitine-shuttle

Het transportmechanisme dat vetzuren de mitochondriën in brengt voor β-oxidatie.

Signup and view all the flashcards

Hormoongevoelig lipase (HSL)

Enzym dat triglyceriden in vetcellen afbreekt, geactiveerd door glucagon en adrenaline.

Signup and view all the flashcards

Protonengradiënt

Het verschil in protonconcentratie over het binnenste mitochondriale membraan, veroorzaakt door de ETC.

Signup and view all the flashcards

ATP-synthase (Complex V)

Enzym dat ATP produceert door gebruik te maken van de protonengradiënt, gegenereerd door de ETC.

Signup and view all the flashcards

Pyruvaatcarboxylase activatie

Pyruvaatcarboxylase wordt geactiveerd door Acetyl-CoA, wat aangeeft dat energie nodig is voor gluconeogenese.

Signup and view all the flashcards

PEPCK inductie

PEPCK wordt geïnduceerd door glucagon en cortisol, hormonen die glucoseaanmaak stimuleren.

Signup and view all the flashcards

Fructose-1,6-bisfosfatase activatie

Fructose-1,6-bisfosfatase wordt geactiveerd door ATP, wat aangeeft dat er voldoende energie is.

Signup and view all the flashcards

Fructose-1,6-bisfosfatase remming

AMP remt fructose-1,6-bisfosfatase en geeft aan dat er weinig energie is.

Signup and view all the flashcards

Citraatsynthase remming

Citraatsynthase wordt geremd door ATP, NADH en citraat, wat aangeeft dat er voldoende energie is.

Signup and view all the flashcards

Citraatsynthase activatie

ADP stimuleert citraatsynthase, wat aangeeft dat er energie nodig is.

Signup and view all the flashcards

Isocitraatdehydrogenase activatie

ADP en Ca²⁺ stimuleren isocitraatdehydrogenase, wat aangeeft dat er energie nodig is en spieractiviteit plaatsvindt.

Signup and view all the flashcards

Isocitraatdehydrogenase remming

ATP en NADH remmen isocitraatdehydrogenase, wat aangeeft dat er voldoende energie is.

Signup and view all the flashcards

Glucose-6-fosfatase inductie

Glucagon en cortisol induceren glucose-6-fosfatase, wat glucoseaanmaak stimuleert.

Signup and view all the flashcards

Glucose-6-fosfatase remming

Insuline remt glucose-6-fosfatase, wat glucoseaanmaak remt.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Oxidatieve Fosforylering

  • Oxidatieve fosforylering is een proces in de mitochondriën waarbij ATP wordt geproduceerd door gebruik van een protonengradiënt.
  • De elektronentransportketen (ETC) is een reeks eiwitcomplexen in het binnenste mitochondriale membraan die elektronen van NADH en FADH₂ naar zuurstof overdragen.
  • Complex I (NADH-dehydrogenase) accepteert elektronen van NADH en pompt protonen in de intermembranaire ruimte.
  • Complex II (Succinaatdehydrogenase) accepteert elektronen van FADH₂ en pompt geen protonen.
  • Complex III (Cytochroom bc1-complex) draagt elektronen over naar cytochroom c en pompt protonen.
  • Complex IV (Cytochroom c oxidase) is het terminale complex dat elektronen naar zuurstof overdraagt, waar water wordt gevormd.
  • ATP-synthase (Complex V) produceert ATP door gebruik van de protonengradiënt.
  • Een protonengradiënt is een verschil in protonconcentratie over het binnenste mitochondriale membraan, aangedreven door de ETC.
  • Ubiquinon (Co-enzym Q) en cytochroom c zijn mobiele elektronen overdragers in de ETC.

Vetafbraak (β-oxidatie)

  • Vetafbraak (lipolyse) is het proces waarbij triglyceriden worden afgebroken tot glycerol en vrije vetzuren.
  • Hormoongevoelig lipase (HSL) breekt triglyceriden in vetcellen af, geactiveerd door glucagon en adrenaline.
  • De carnitine-shuttle transporteert vetzuren naar de mitochondriën voor β-oxidatie.
  • Acyl-CoA is de geactiveerde vorm van vetzuren, de eerste stap in β-oxidatie.
  • β-oxidatie is de cyclische afbraak van vetzuren tot acetyl-CoA, NADH en FADH₂.
  • Ketogenese vormt ketonlichamen uit acetyl-CoA, belangrijk tijdens vasten of koolhydraattekort.
  • Malonyl-CoA remt de carnitine-shuttle en voorkomt vetoxidatie tijdens vetzuursynthese.

Regulatie van Glycolyse

  • Hexokinase wordt geremd door glucose-6-fosfaat.
  • Glucokinase (variant lever) is niet geremd, bevordert glucose opslag.
  • Fosfofructokinase-1 (PFK-1) wordt geactiveerd door AMP en fructose-2,6-bisfosfaat, geremd door energierijke ATP en citraat.
  • Pyruvaatkinase wordt geactiveerd door fructose-1,6-bisfosfaat, geremd door ATP en alanine.
  • Glucagon remt pyruvaatkinase door fosforylering; insuline activeert het.

Regulatie van Gluconeogenese

  • Pyruvaatcarboxylase wordt geactiveerd door acetyl-CoA.
  • PEP-carboxykinase (PEPCK) wordt geïnduceerd door glucagon en cortisol, geremd door insuline.
  • Fructose-1,6-bisfosfatase wordt geactiveerd door ATP, geremd door AMP en fructose-2,6-bisfosfaat.
  • Glucose-6-fosfatase is alleen actief in lever en nieren, afwezig in spieren.
  • Glucagon en cortisol stimuleren glucose-6-fosfatase; insuline remt het.

Regulatie van de Citroenzuurcyclus

  • Citraatsynthase wordt geremd door ATP, NADH en citraat, geactiveerd door ADP.
  • Isocitraatdehydrogenase wordt geactiveerd door ADP en Ca²⁺, geremd door ATP en NADH.
  • α-Ketoglutaraatdehydrogenase wordt geactiveerd door Ca²⁺, geremd door succinyl-CoA, NADH en ATP.
  • Substraatbeschikbaarheid van oxaloacetaat en acetyl-CoA is essentieel voor de cyclus.
  • Anaplerotische reacties vullen intermediairen aan om de cyclus te ondersteunen.

Regulatie van Oxidatieve Fosforylering

  • Hoge ADP-concentratie stimuleert de elektronentransportketen en ATP-synthese.
  • Hoge ATP-concentratie remt dit proces.
  • Zuurstof beschikbaarheid is essentieel voor de keten als laatste elektronenacceptor.
  • Hoge NADH/FADH₂ concentraties stimuleren de elektronentransportketen.
  • Cyanide en koolmonoxide remmen complex IV; oligomycine remt ATP-synthase.
  • Ontkoppelaars zoals DNP verstoren de protonengradiënt, verminderen ATP productie, maar niet de elektronentransport.

Regulatie van Vetafbraak (β-oxidatie)

  • Hormoongevoelig lipase (HSL) wordt geactiveerd door glucagon, adrenaline en noradrenaline, geremd door insuline.
  • De carnitine-shuttle wordt geremd door malonyl-CoA.
  • β-oxidatie wordt geactiveerd door hoge vetzuurconcentratie en lage energiestatus (hoge AMP/ATP-ratio), geremd door hoge NADH- en acetyl-CoA concentraties.
  • Insuline remt lipolyse; glucagon en adrenaline stimuleren vetafbraak.

Verbanden in Regulatie

  • Fructose-2,6-bisfosfaat stimuleert glycolyse en remt gluconeogenese, gereguleerd door PFK-2/FBPase-2.
  • Hoge AMP activeert glycolyse en vetafbraak, hoge ATP remt deze,
  • Acetyl-CoA stimuleert gluconeogenese maar remt de pyruvaatdehydrogenase.
  • Citraat stimuleert vetzuursynthese, remt glycolyse.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

More Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Browser