Podcast
Questions and Answers
Wat is de kern van de handelings- of actorbenaderingen in de organisatiekunde?
Wat is de kern van de handelings- of actorbenaderingen in de organisatiekunde?
- Ze zijn voornamelijk gericht op technologische ontwikkelingen.
- Ze benadrukken het belang van economische factoren.
- Ze kijken door de ogen van de organisatie naar mensen.
- Ze bekijken sociale situaties vanuit de betrokkenen. (correct)
Welke stroming heeft invloed gehad op de handelingsbenadering in de organisatiekunde?
Welke stroming heeft invloed gehad op de handelingsbenadering in de organisatiekunde?
- Structuralisme
- Behaviorisme
- Symbolisch interactionisme (correct)
- Functionalisme
Wat ontbreekt er in het postmodernisme volgens Gergen?
Wat ontbreekt er in het postmodernisme volgens Gergen?
- De impact van technologie.
- Een duidelijk structurering van organisaties.
- Een transcendente waarheid. (correct)
- Het belang van kennisdeling.
Hoe worden organisaties beschreven in verhouding tot hun omgeving?
Hoe worden organisaties beschreven in verhouding tot hun omgeving?
Wat maakt volgens de tekst het bestaan van organisaties mogelijk?
Wat maakt volgens de tekst het bestaan van organisaties mogelijk?
Wat zijn de grensgevallen tussen organisatie en omgeving afhankelijk van?
Wat zijn de grensgevallen tussen organisatie en omgeving afhankelijk van?
Wat wordt verstaan onder de 'empty world hypothesis' van Herbert Simon?
Wat wordt verstaan onder de 'empty world hypothesis' van Herbert Simon?
Welke factor heeft bijgedragen aan de zoektocht naar nieuwe organisatievormen?
Welke factor heeft bijgedragen aan de zoektocht naar nieuwe organisatievormen?
Welke van de volgende beweringen is waar over de interactie tussen een organisatie en haar omgeving?
Welke van de volgende beweringen is waar over de interactie tussen een organisatie en haar omgeving?
Wat is een kenmerk van postmodern denken in de organisatiekunde?
Wat is een kenmerk van postmodern denken in de organisatiekunde?
Wat hebben de sociologen Gibson Burrell en Gareth Morgan in 1979 bijgedragen aan de organisatiekunde?
Wat hebben de sociologen Gibson Burrell en Gareth Morgan in 1979 bijgedragen aan de organisatiekunde?
Wat is een gevolg van de opkomst van de kenniseconomie voor leidinggeven?
Wat is een gevolg van de opkomst van de kenniseconomie voor leidinggeven?
Hoe heeft de aandacht voor netwerkstructuren de organisatiekunde beïnvloed?
Hoe heeft de aandacht voor netwerkstructuren de organisatiekunde beïnvloed?
Wat beschrijft het concept van paradigma's binnen de organisatiekunde het beste?
Wat beschrijft het concept van paradigma's binnen de organisatiekunde het beste?
Wat heeft geleid tot de kritiek op de adviessector in de organisatiekunde?
Wat heeft geleid tot de kritiek op de adviessector in de organisatiekunde?
Welke theorie heeft binnen de organisatiekunde invloed gekregen door een groeiende aandacht voor processen?
Welke theorie heeft binnen de organisatiekunde invloed gekregen door een groeiende aandacht voor processen?
Welke van de volgende kenmerken is typisch voor het ambachtelijk paradigma?
Welke van de volgende kenmerken is typisch voor het ambachtelijk paradigma?
Wat is een belangrijke eigenschap van het monolithisch paradigma?
Wat is een belangrijke eigenschap van het monolithisch paradigma?
In welke markten is concurrentie typisch voor het netwerkparadigma?
In welke markten is concurrentie typisch voor het netwerkparadigma?
Wat is een voorbeeld van een organisatievorm in het ambachtelijk paradigma?
Wat is een voorbeeld van een organisatievorm in het ambachtelijk paradigma?
Welke periode is het netwerkparadigma in opkomst gekomen?
Welke periode is het netwerkparadigma in opkomst gekomen?
Wat typeert de concurrentiekracht in het ambachtelijk paradigma?
Wat typeert de concurrentiekracht in het ambachtelijk paradigma?
Welke coördinatiemechanismen worden typisch gebruikt in het monolithisch paradigma?
Welke coördinatiemechanismen worden typisch gebruikt in het monolithisch paradigma?
Welke eigenschap is typerend voor het netwerkparadigma?
Welke eigenschap is typerend voor het netwerkparadigma?
Welke strategie is volgens de literatuur het meest relevant voor lokale markten?
Welke strategie is volgens de literatuur het meest relevant voor lokale markten?
Wat beschrijft de emische benadering?
Wat beschrijft de emische benadering?
Welke van de volgende uitspraken is waar over de etische benadering?
Welke van de volgende uitspraken is waar over de etische benadering?
Wat wordt verstaan onder cultuurcompetentie?
Wat wordt verstaan onder cultuurcompetentie?
Waarom is het belangrijk om Hofstede's theorie niet voor individuen te gebruiken?
Waarom is het belangrijk om Hofstede's theorie niet voor individuen te gebruiken?
Wat is het gevaar van het gebruik van de term 'software of the mind' in onderhandelingen?
Wat is het gevaar van het gebruik van de term 'software of the mind' in onderhandelingen?
Wat benadrukt de constructivistische benadering van cultuur?
Wat benadrukt de constructivistische benadering van cultuur?
Welke uitspraak is waar over machtsafstand volgens Hofstede?
Welke uitspraak is waar over machtsafstand volgens Hofstede?
Wat is een belangrijke eigenschap van de etische benadering?
Wat is een belangrijke eigenschap van de etische benadering?
Wat is de transactionele omgeving van een organisatie?
Wat is de transactionele omgeving van een organisatie?
Welke elementen behoren tot de contextuele omgeving van een organisatie?
Welke elementen behoren tot de contextuele omgeving van een organisatie?
Wat beschrijft de institutionele omgeving van een organisatie?
Wat beschrijft de institutionele omgeving van een organisatie?
Welke vorm van coördinatie geldt binnen de organisatie?
Welke vorm van coördinatie geldt binnen de organisatie?
Welk van de volgende beschrijvingen geeft een belangrijke beperking van markten aan?
Welk van de volgende beschrijvingen geeft een belangrijke beperking van markten aan?
Hoe wordt de standaardisatie van kwaliteitssystemen ook wel genoemd?
Hoe wordt de standaardisatie van kwaliteitssystemen ook wel genoemd?
Wat is een kenmerk van culturele opvattingen binnen management?
Wat is een kenmerk van culturele opvattingen binnen management?
Welke uitspraak is waar over de coördinatie tussen organisaties?
Welke uitspraak is waar over de coördinatie tussen organisaties?
Study Notes
Organisatiekunde: Geschiedenis en Ontwikkelingen
- Organisatiekunde is een interdisciplinair vakgebied dat zich voortdurend aanpast aan een snelle veranderende omgeving, complexe contexten en intense concurrentie.
- De nadruk verschoof van technische en gedragswetenschappelijke perspectieven naar een toenemende focus op marktgerichtheid, concurrentie, netwerken, ketenmanagement en verandermanagement.
- Opvallend is de toegenomen invloed van het economisch denken en de belangstelling voor de chaostheorie, systeemtheorie en postmodern denken.
Paradigma's in Organisatiekunde
- Gibson Burrell and Gareth Morgan identificeerden meerdere, vaak onverenigbare, paradigma's in de organisatiekunde.
- Deze paradigma's representeren verschillende manieren van denken over organisaties, mensen en kennis. Hun aanhangers kunnen moeilijk met elkaar communiceren.
- Handelings-, of actorbenaderingen benadrukken de rollen van mensen in organisaties en de sociale constructie van de werkelijkheid.
Strategie en Organisatieomgeving
- Organisaties zijn open systemen die input vanuit hun omgeving ontvangen en output terugleveren.
- De sociale omgeving met zijn culturen, instituten en wetten beïnvloedt de werking van organisaties.
- De interactie tussen organisaties en hun omgeving wordt gekenmerkt door zowel rationele als natuurlijke systeemkenmerken.
- De grenzen tussen organisaties en hun omgeving vervagen door toenemende netwerken en ketenverbanden.
Organisatieomgeving: Transactioneel en Contextueel
- De omgeving van een organisatie omvat alles wat niet tot de organisatie behoort en niet onder leiding staat.
- Transactionele omgeving bestaat uit direct betrokken partijen zoals leveranciers, vakbonden en banken.
- Contextuele omgeving beïnvloedt de organisatie zonder directe transacties. Voorbeelden zijn wetten, normen en culturele waarden.
Coördinatie: Markt, Hiërarchie en Netwerk
- Coördinatie binnen een organisatie vindt plaats via een hiërarchische structuur.
- Coördinatie tussen organisaties gebeurt via de markt.
- In praktijk zijn deze vormen van coördinatie complexer en vervlochten met elkaar.
- De Man onderscheidt drie organisatorische paradigma's die van elkaar verschillen in coördinatie, concurrentie en strategie.
Ambachtelijk Paradigma
- Kenmerken: Kleinschaligheid, geringe arbeidsdeling, coördinatie door direct toezicht.
- Concurrentie: In lokale markten, customized producten, eenvoudige productieprocessen.
- Voorbeelden: Gilden, coöperaties, ateliers, middenstand.
Monolithisch Paradigma
- Kenmerken: Gelaagdheid, gespecialiseerde afdelingen.
- Concurrentie: In massamarkten, beperkte productdifferentiatie, schaal-en scopevoordelen.
- Voorbeelden: Functionele vorm, verticale integratie, matrixstructuur, business units.
Netwerk Paradigma
- Kenmerken: Kleinschaligheid binnen een groot verband, samenwerking tussen partijen, coördinatie door horizontale mechanismen zoals informatietechnologie en teams.
- Concurrentie: In sterk gedifferentieerde markten, geografisch gefragmenteerde markten, kennisvorming en benutting op organisatieniveau.
- Voorbeelden: Netwerkorganisaties, virtualisering, externe netwerken, ketens.
Strategie
- Strategie en organisatie en omgeving literatuur behandelen vaak dezelfde thema's.
- Hofstede's software of the mind concept benadrukt de invloed van
- cultuur* op gedrag en onderhandelingen.
- Cultuur beïnvloedt opvattingen over macht, collectivisme, individualisme en tijdsperceptie.
- Constructivistische benadering van cultuur benadrukt de dynamische en interpretatieve aard van cultuur.
- Cultuurcompetentie stelt de vermogens om te navigeren in verschillende
culturen centraal.
Kenmerken van Culturen
- Emic beschrijft een cultuur vanuit het perspectief van de betrokkenen en benadrukt unieke eigenschappen.
- Etic beschrijft een cultuur via algemene, meetbare kenmerken en vergelijkt culturen met elkaar.
- Managementgoden beschrijvingen van Handy zijn voorbeelden van etic benaderingen.
- Emic benaderingen komen voor in geschiedenis en cultuurwetenschappen.
- Etic benaderingen komen voor in empirische sociale wetenschappen zoals sociologie en psychologie.
- Topologieën onderscheiden verschillende manieren om cultuur vast te leggen.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Related Documents
Description
Dit quiz behandelt de geschiedenis en de belangrijkste paradigma's in de organisatiekunde. Ontdek hoe de focus is verschoven van technische en gedragswetenschappelijke perspectieven naar een marktgerichte aanpak. Leer ook over de rol van verschillende paradigma's zoals het handelen van individuen binnen organisaties.