Oppervlaktebehandeling van metalen

Technieken voor het verbeteren van de oppervlakte-eigenschappen van metalen.
Doelen: corrosiebestendigheid, slijtvastheid, esthetiek, voorbereiding voor verdere bewerking.
Galvaniseren: Aanbrengen van een dunne metaallaag (zink, chroom, nikkel) ter voorkoming van corrosie.
Anodiseren: Elektrochemisch proces voor aluminium, creëert een harde, beschermende oxidelaag.
Poedercoaten: Droge poederverf wordt verhit tot een duurzame afwerklaag.
Elektrolytisch polijsten: Glanzend oppervlak creëren door een dunne laag van het metaal te verwijderen.
Passiveren: Chemische behandeling die een beschermende oxidelaag vormt, vooral voor roestvast staal.

Galvaniseerbaden: Voor elektrolytisch aanbrengen van metaalcoating.
Spuitcabines: Voor het aanbrengen van verf of poedercoating.
Chemische beitsbaden: Verwijderen van oxiden en andere verontreinigingen.
Straalcabines: Reinigen/materiaal bewerken met straalmiddelen (zand, glasparels).
Uithardingsovens: Voor het uitharden van coatings zoals poedercoatings.
Ultrasoonreinigers: Verontreinigingen verwijderen met geluidsgolven in reinigingsvloeistof.

Proces waarbij materiaal van een werkstuk wordt verwijderd voor gewenste vorm en maat.
Veelvoorkomende bewerkingen:
- Draaien: Werkstuk draait, snijgereedschap verwijdert materiaal op draaibank.
- Frezen: Roterend snijgereedschap verwijdert materiaal, werkstuk beweegt verschillende richtingen.
- Boren: Roterend gereedschap maakt gaten in werkstuk.
- Zagen: Zaagblad snijdt door materiaal (heen en weer of roterend).
- Schaven: Gereedschap verplaatst zich langs werkstuk om materiaal recht af te nemen.
- Slijpen: Slijpschijf verwijdert kleine hoeveelheden voor een glad oppervlak.

Draaibanken: Voor draaien van cilindrische onderdelen met draaiend werkstuk.
CNC-frezen: Precisiefrezen met computergestuurde machines voor complexe vormen.
Boor- en tapmachines: Voor boren van gaten en tappen van schroefdraad.
Slijpmachines: Voor het slijpen en creëren van gladde oppervlakken.