Podcast
Questions and Answers
Wat zijn twee belangrijke gevolgtrekkingen in surveyonderzoek?
Wat zijn twee belangrijke gevolgtrekkingen in surveyonderzoek?
- Goede vragen leiden tot betrouwbare metingen. (correct)
- De vraagstelling beïnvloedt de responsrate.
- Een representatieve steekproef is cruciaal voor generalisatie naar de populatie. (correct)
- Surveyonderzoek is altijd kostbaar en tijdrovend.
Wat is een mogelijke oorzaak van Unit non-response?
Wat is een mogelijke oorzaak van Unit non-response?
Respondent weigert deelname
Een ________________ steekproef waarborgt dat de steekproef representatief is voor de doelpopulatie.
Een ________________ steekproef waarborgt dat de steekproef representatief is voor de doelpopulatie.
aselecte
Gemakssteekproef probeert willekeurige respondenten te selecteren.
Gemakssteekproef probeert willekeurige respondenten te selecteren.
Wat is unit non-response en welk probleem kan het veroorzaken?
Wat is unit non-response en welk probleem kan het veroorzaken?
Wat zijn mogelijke verbanden die kunnen worden onderzocht in relatie tot non-response?
Wat zijn mogelijke verbanden die kunnen worden onderzocht in relatie tot non-response?
Wat is een belangrijke limitatie van surveyonderzoek? Het kan geen ______ vaststellen.
Wat is een belangrijke limitatie van surveyonderzoek? Het kan geen ______ vaststellen.
Veel investeren in tijd en geld kan leiden tot een hoger responspercentage. (True/False)
Veel investeren in tijd en geld kan leiden tot een hoger responspercentage. (True/False)
Match de volgende methoden met hoe responspercentage verhoogd kan worden:
Match de volgende methoden met hoe responspercentage verhoogd kan worden:
Flashcards are hidden until you start studying
Study Notes
Surveyonderzoek
- Het doel van het surveyonderzoek is het produceren van statistieken over aspecten van de onderzoekspopulatie.
- Het wordt gebruikt om informatie te verzamelen door mensen vragen te stellen en een steekproef te nemen van een populatie.
- Correlatie betekent niet dat x invloed heeft op y, maar ook dat y invloed kan hebben op x.
Type errors
- Willekeurig (toeval): steekproefuitval kan evengoed verkeerd zijn.
- Bias (systematische vertekening): bias steekproef, effect is voorspelbaar.
- Vragen: over-en onderschatting, eerlijke fout, niet voorspelbaar.
- Bias vraag: sociale wenselijkheid, voorspelbaar.
Voor- en nadelen surveyonderzoek
- Voordelen: relatief lage kosten, rapide afhandeling, kan grote populaties onderzoeken.
- Nadelen: beperkt tot geschaalde of check-list vragen, geen controle over responspercentage, informeert meer dan begrip, toenemende publieke weerstand, moeilijk om diepgaande onderwerpen te behandelen.
Vraagtypes
- Open vragen: kwalitatief, nominale gegevens.
- Gesloten vragen: nominale antwoordcategorieën, ordinale antwoordcategorieën, antwoordschaal.
Structuur van de vragenlijst
- Uitgangspunt is onderzoeksvraag.
- Bepaal precies wat je wilt onderzoeken.
- Denk na over de populatie.
- Stel jezelf voor als respondent.
- Fouten: onduidelijke termen, lange vragen, dubbele vragen, sturende vragen.
Introducé van de studie
- Stel jezelf voor, de werkgever, doel van onderzoek en procedures voor de survey.
- Ethische randvoorwaarden: anonimiteit, vertrouwelijkheid, recht om te stoppen.
Steekproef
- Een goede steekproef kan je het onderzoek generaliseren naar de onderzoekspopulatie.
- Populatie: alle eenheden waar we iets over willen zeggen.
- Steekproefeenheid: eenheden geselecteerd voor de studie.
- Steekproefuitval: het aantal mensen dat mee doet aan de survey.
Soorten steekproeven
- Willekeurige steekproef: iedereen in de populatie heeft evenveel kans om in de steekproef te komen.
- Niet-willekeurige steekproef: selecte steekproef, quota steekproef.
- Enkelvoudige aselecte steekproef: willegkeurige selectie van respondenten.
- Systematische steekproef: willekeurige start, systematische verhoging.
- Gestrafficerde steekproef: kenmerken van de populatie zijn bekend.
Item non-response
- Vraag niet beantwoord.
- Problemen: te moeilijk, ingewikkelde vraag, antwoorden kost veel moeite, te persoonlijk, te bedreigend.
Unit non-response
- Respondent doet helemaal niet mee.
- Problemen: respondent doet niet mee, respondent kan niet worden bereikt, respondent weigert deelname, respondent spreekt de taal niet.
Type non-response
- Willekeurige non-response: respondents hebben zelfde kans om deel te nemen aan de studie.
- Niet-willekeurige non-response: niet elke respondent heeft dezelfde kans om deel te nemen aan de studie.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.