Onderzoeksmethoden en Publicaties

Informatie die verzameld is uit verschillende bronnen, zoals boeken, tijdschriften en documenten. De bronnen kunnen betrekking hebben op wetenschappelijke kennis, praktijkervaringen of alledaagse kennis.

Een tijdschrift dat peer-reviewd is, wat betekent dat het door experts op het gebied is gecontroleerd en beoordeeld voordat het werd gepubliceerd.

Een document dat de relevantie en betrouwbaarheid van een bron beoordeelt, met name voor wetenschappelijke tijdschriften.

Een document dat kort samenvat wat er in een wetenschappelijk tijdschrift staat, maar het oorspronkelijke werk niet zelf heeft uitgevoerd.

Een bron die de oorspronkelijke informatie bevat, zoals wetenschappelijke artikelen, boeken, proefschriften, dissertaties en interne rapporten.

Het kopiëren van werk van een andere auteur zonder bronvermelding.

Het vermelden van de bron waaruit je informatie hebt gehaald.

Een manier van verwijzen waarbij de exacte woorden van een auteur worden overgenomen, inclusief aanhalingstekens en bronvermelding.

De kern van een bron in je eigen woorden weergeven.

Een manier van verwijzen naar bronnen, waarbij je de auteur en het publicatiejaar vermeldt.

Een verzameling van rechterlijke uitspraken die als richtlijn dienen voor toekomstige rechtszaken.

Een visuele weergave van de centrale begrippen in je onderzoeksvraag en de onderlinge relaties tussen die begrippen.

De factor die de onderzoeker verandert om te zien welk effect dit heeft.

De factor die gemeten of geobserveerd wordt in het experiment.

Factoren die constant worden gehouden om een eerlijk experiment te garanderen.

De uitkomst van je literatuuronderzoek samenvatten door middel van een visuele weergave.

Een hypothese is specifieker en meer afgebakend dan een verwachting. Het is een voorspelling gebaseerd op bestaande theorieën, die getest kan worden met onderzoek.

Een onderzoeksmethode geeft aan hoe je data gaat verzamelen en analyseren.

Beschrijvend onderzoek richt zich op het beschrijven van het voorkomen of de kenmerken van een onderzoeksobject.

Vergelijkend onderzoek bestudeert de verschillen en overeenkomsten tussen verschillende objecten.

Verklarend onderzoek probeert de relaties tussen verschillende objecten te verklaren.

Een populatie is de complete verzameling van alle onderzoeksobjecten die je wilt bestuderen.

Een steekproef is een representatieve subgroep van de populatie, die je selecteert om te onderzoeken.

Een klein onderzoek met een vergelijkbare groep mensen als in het hoofdonderzoek. Je test het meetinstrument en onderzoekt of het werkt zoals bedoeld.

Meet of de inhoud van je meetinstrumenten alle relevante aspecten uit het domein van een begrip vertegenwoordigt.

Het meetniveau bepaalt de complexiteit van de analyse van je data, denk aan categoriseren vs. het kunnen berekenen van verhoudingen.

Geeft aan in welke mate de inhoud van het instrument overeenkomt met het theoretische domein.

Gegevens worden ingedeeld in categorieën zonder rangorde. Het gaat enkel om het onderscheiden van categorieën, niet om hun waarde.

Betreft de vraag of het begrip op een vanuit de theorie te verwachten manier samenhangt met andere theoretische begrippen.

Gegevens worden ingedeeld in categorieën met een volgorde, maar de afstanden tussen de categorieën zijn niet gelijk of bekend.

Mate waarin een meting een bepaald criterium voorspeld.

Gegevens hebben een volgorde én gelijke verschillen tussen meetpunten zijn betekenisvol, maar er is geen absoluut nulpunt.

Test werkelijk relevant is voor en lijkt op het criterium, in de ogen van de respondenten: degenen die het instrument ondergaan.

Gegevens hebben een volgorde, gelijke afstanden en een absoluut nulpunt, waardoor verhoudingen berekend kunnen worden.

Beschrijft de manier waarop je je onderzoek gaat uitvoeren, inclusief onderzoeksdoel en dataverzameling.

Een variabele die slechts twee waarden kan aannemen, 'wel' of 'niet'.

Heeft betrekking op ethische principes en de manier waarop respondenten behandeld worden in het onderzoek.

De consistentie en nauwkeurigheid van het meten van een fenomeen. Een betrouwbaar meetinstrument geeft bij herhaalde meting dezelfde resultaten.

Heeft betrekking op de stakeholders en opdrachtgevers van het onderzoek.

Een lijst van alle relevante onderzoeksobjecten of kenmerken die je wilt onderzoeken. Denk aan een register met namen of adressen.

Wanneer het steekproefkader niet alle leden van de populatie die je wilt onderzoeken bevat. Dit beïnvloedt de representativiteit van de steekproef.

De mate waarin de steekproef de totale populatie weerspiegelt. Een representatieve steekproef is belangrijk om generaliseerbare resultaten te verkrijgen.

De kenmerken die je in je onderzoek wilt meten. Voorbeelden zijn motivatie, tevredenheid, gebruiksvriendelijkheid.

Het onderzoeken van de relatie tussen twee of meer variabelen. Bijvoorbeeld, de invloed van motivatie op tevredenheid.

Factoren die de relatie tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele beïnvloeden. Bijvoorbeeld, geslacht kan de relatie tussen stress en medicijngebruik beïnvloeden.

Factoren die tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele staan en de relatie tussen die twee verklaren. Bijvoorbeeld, training kan de relatie tussen opleiding en werktevredenheid verklaren.