Meerkeuzevragen Inleiding Burgerlijk Recht

Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling waarbij een of meer partijen jegens een of meer anderen een verbintenis aangaan. Dit betekent dat partijen zich tegenover elkaar juridisch verbinden tot een bepaalde prestatie.

Een stoornis is een geestelijke toestand die de wil van een persoon beïnvloedt, waardoor er een discrepantie kan ontstaan tussen de wil en de verklaring.

Een aanbod is een eenzijdige rechtshandeling waarmee iemand een ander verbindt tot een bepaalde prestatie. Het aanbod specificeert alle voorwaarden van de overeenkomst.

Aanvaarding is de instemming met een aanbod, waardoor de overeenkomst tot stand komt.

Een onherroepelijk aanbod is een aanbod dat de aanbieder niet meer kan intrekken, zelfs niet wanneer de ander nog niet heeft aanvaard.

De overeenkomst moet voldoen aan de vereisten van de wet om gelding te hebben. Een geldige overeenkomst is rechtsgeldig en bindt de partijen.

Discrepantie tussen wil en verklaring door een geestelijke stoornis kan leiden tot nietigheid van de overeenkomst.

Een uitnodiging om in onderhandeling te treden is een oproep om een aanbod te doen, maar is nog niet de definitieve overeenkomst.

Wanneer een vertegenwoordiger (T) handelt zonder een toereikende volmacht, is er in principe geen overeenkomst tussen de achterman (A) en de wederpartij (B). Dit komt omdat de vertegenwoordiger niet bevoegd was om namens de achterman te handelen.

De vertegenwoordiger (T) moet instaan voor het bestaan en de omvang van zijn volmacht. Dit houdt in dat hij moet bewijzen dat hij bevoegd was om te handelen namens de achterman (A).

Wanneer de wederpartij (B) gerechtvaardigd op basis van de omstandigheden heeft vertrouwd op de bevoegdheid van de vertegenwoordiger (T), kan er alsnog een overeenkomst tot stand komen tussen de achterman (A) en de wederpartij (B).

De wederpartij (B) kan schadevergoeding vorderen van de vertegenwoordiger (T) indien deze onbevoegd heeft gehandeld. De schade wordt vastgesteld door het verschil tussen de prijs die de wederpartij heeft betaald en de werkelijke waarde van het goed.

In het geval van onbevoegde vertegenwoordiging kan de achterman (A) de overeenkomst alsnog bekrachtigen. Dit betekent dat de achterman alsnog de overeenkomst accepteert en er een geldige overeenkomst ontstaat.

Een verbintenis die ontstaat zonder dat er een overeenkomst of onrechtmatige daad is.

Het recht dat iemand heeft om schade te claimen van een ander.

Een wettelijke regeling die iemand die onterecht een prestatie heeft ontvangen, verplicht om deze terug te geven.

Iedere prestatie die wordt verricht, ongeacht of er een rechtsgrond voor is of niet.

Een handeling die zonder rechtmatige grond wordt verricht.

Een rechtsgrond voor een prestatie die nadien vervalt.

De plicht om iets terug te geven wat onterecht is ontvangen.

De plicht om een vergoeding te betalen voor een onmogelijk te herstellen prestatie.

Affectieschade is een vorm van schadevergoeding die wordt toegekend aan naasten van iemand die ernstig letsel heeft opgelopen of is overleden. Het compenseert het leed dat deze naasten ervaren door de confrontatie met het ongeval of overlijden.

De wet erkent recht op affectieschade voor een beperkte kring van naasten, zoals de echtgenoot, ouder of kind van de gekwetste of overledene.

De hoogte van de affectieschade wordt vastgesteld op basis van het type geval en de relatie tussen de naaste en de gekwetste of overledene. Er zijn vaste bedragen (€12.500-€20.000).

Affectieschade verschilt van shockschade. Shockschade is geestelijk letsel als gevolg van confrontatie met een schokkende gebeurtenis. Affectieschade is het leed dat naasten ervaren door het letsel of overlijden van een dierbare.

Affectieschade is geregeld in artikel 6:107 lid 1 sub b (letsel) en artikel 6:108 lid 3 (dood) van het Burgerlijk Wetboek.

De rechter kan de hoogte van de schadevergoeding matigen als de volledige vergoeding tot onaanvaardbare gevolgen zou leiden.

Het verdriet om het overlijden van een papegaai valt niet onder affectieschade, omdat er geen wettelijke grondslag is voor affectieschade voor dieren.

Een papegaaienhouder die letsel oploopt, kan naast vermogensschade ook smartengeld eisen voor zijn eigen letsel.

De daadwerkelijke uitoefening van macht over een zaak, waarbij de bezitter de zaak voor zich houdt.

De overdracht van bezit van de ene persoon (de vervreemder) naar de andere persoon (de verkrijger).

De overdracht van bezit zonder fysieke handeling, waarbij de vervreemder (degene die verkoopt) de zaak blijft houden voor de verkrijger (degene die koopt).

Overdracht van bezit waarbij de verkrijger de zaak al in bewaring had. De verkrijger wordt de nieuwe bezitter.

Overdracht van bezit waarbij de verkrijger de zaak niet direct in bezit krijgt, maar de bezitter (degene die de zaak in bewaring heeft) de zaak voortaan voor de verkrijger houdt.

De overdracht van bezit waarbij de bezitter en de verkrijger door middel van een verklaring overeenstemming bereiken over de overdracht zonder dat er een fysieke handeling plaatsvindt.

Degene die de zaak voor zich houdt, maar de zaak niet voor zichzelf heeft, maar voor een ander.

De persoon die feitelijke macht over een zaak uitoefent en deze voor zichzelf houdt.

De wet bepaalt dat een overdracht van een onroerend goed (zoals een huis) alleen geldig is als er een notariële akte van levering is gemaakt en deze akte is ingeschreven in de openbare registers. De akte moet beschrijvingen bevatten van het onroerende goed en de prijs.

Onze wetgeving over eigendomsoverdracht is een gematigd negatief registerstelsel. Dit betekent dat een onroerend goed pas echt van eigenaar verwisselt als de akte van levering in de registers staat. Maar, als de akte er wel in staat, is het toch niet altijd zeker dat het eigendom is overgedragen. Denk bijvoorbeeld aan een situatie waar de titel van de eigendomsoverdracht later ongeldig wordt.

Een overdracht is ongeldig als de verkoper niet de eigenaar is van het object dat hij verkoopt. Dit wordt "ontbreken van beschikkingsbevoegdheid" genoemd. De overdracht is dan nietig, zelfs als de koper te goeder trouw was.

Deze bepaling beschermt een koper van een onroerend goed tegen de gevolgen van een eerdere ongeldige overdracht. De koper is dan eigenaar, zelfs als de verkoper niet de juiste eigenaar was, zolang de koper "te goeder trouw" was, wat betekent dat hij geen weet had van de eerdere onregelmatigheid. De bescherming is echter beperkter dan bij roerende zaken.

De koper van een onroerend goed is beschermd tegen eerdere ongeldige overdrachten als hij te goeder trouw is, zelfs als de verkoper niet de rechtmatige eigenaar was. De koper dient zich te informeren over de verkoper en het recht op het onroerende goed, om zijn "te goeder trouw" te bewijzen.

Als een leveringsakte van een onroerend goed foutief is of een defect bevat (bijvoorbeeld een verkeerde beschrijving of een ontbrekende handtekening), heeft dit gevolgen voor de rechtsgeldigheid van de leveringsakte. De akte kan bijvoorbeeld nietig worden verklaard.

Juridische procedures rondom overdracht van onroerende zaken kunnen complex zijn. Zorg ervoor dat alle formaliteiten correct zijn uitgevoerd, en dat de wetgeving goed wordt begrepen. Raadpleeg een advocaat voor advies.