Omgaan met stoffen: Etikettering en Veiligheid

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson
Download our mobile app to listen on the go
Get App

Questions and Answers

Wat is het hoofddoel van het leren over etikettering van chemische stoffen?

  • Het leren over de gevaren van chemische stoffen, hun samenstelling en scheiding, en brandbaarheid. (correct)
  • Het herkennen van stoffen op basis van hun kleur.
  • Het opslaan van chemische stoffen in het laboratorium.
  • Het mengen van verschillende chemische stoffen om nieuwe stoffen te creëren.

Het is voldoende om stoffen alleen op basis van zicht en geur te identificeren.

False (B)

Waarom is het belangrijk om snel te kunnen achterhalen hoe gevaarlijk stoffen zijn bij een incident?

Om levens te redden en letsel te voorkomen.

De fabrikant formuleert de noodzakelijke informatie over een stof op het ______.

<p>etiket</p> Signup and view all the answers

Match de volgende onderdelen van een etiket met hun beschrijving:

<p>Gevaarpictogrammen = Visuele weergave van gevaren Signaalwoord = Aanduiding van de mate van gevaar H-zin = Specifieke beschrijving van het gevaar P-zin = Aanbevolen voorzorgsmaatregelen</p> Signup and view all the answers

Welke informatie is niet wettelijk verplicht op een etiket van een gevaarlijke stof?

<p>De prijs van de stof. (B)</p> Signup and view all the answers

Een H-zin geeft een specifieke beschrijving van voorzorgsmaatregelen.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat moet je doen als je de betekenis van een gevaarsymbool op een etiket niet kent?

<p>De betekenis opzoeken in een goedgekeurde lijst of navragen bij de leerkracht.</p> Signup and view all the answers

Een P-zin is de afkorting van ______ of preventiemaatregel.

<p>precaution</p> Signup and view all the answers

Match het gevaarsymbool met de juiste omschrijving.

<p>Ontvlambaar = Kan brand veroorzaken Corrosief = Veroorzaakt brandwonden Giftig = Dodelijk bij inademing of inslikken Milieuschadelijk = Gevaarlijk voor waterorganismen</p> Signup and view all the answers

Wat is de eerste stap bij het gebruik van de oogdouche als je iets in je oog krijgt in het chemielab?

<p>Onmiddellijk de oogdouche gebruiken. (B)</p> Signup and view all the answers

Het is veilig om te eten en te drinken in het lab, zolang je maar voorzichtig bent.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Waarom moet je lange haren samengebonden dragen in het lab?

<p>Om te voorkomen dat ze in aanraking komen met een bunsenbrander of chemicaliën.</p> Signup and view all the answers

Als je chemicaliën op je huid morst, moet je deze meteen ______.

<p>afspoelen</p> Signup and view all the answers

Match de actie met de reden van de regel in het chemielabo:

<p>Laboschort dragen = Beschermt kleding tegen chemicaliën Veiligheidsbril dragen = Beschermt de ogen tegen spatten Geen eten of drinken = Voorkomt ongewild binnenkrijgen van stoffen Afval in recuperatievat = Correcte afvalverwerking</p> Signup and view all the answers

Wat moet je doen als je te veel van een chemische stof hebt genomen voor een experiment?

<p>De leerkracht raadplegen. (A)</p> Signup and view all the answers

Het is toegestaan om zelf experimenten uit te voeren die niet in de opgave staan, zolang je maar voorzichtig bent.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Waarom is het belangrijk het glaswerk en andere materialen na een experiment zorgvuldig te reinigen?

<p>Om contaminatie van volgende experimenten te voorkomen.</p> Signup and view all the answers

Na afloop van een practicum is het verplicht om je ______ te wassen.

<p>handen</p> Signup and view all the answers

Match het labomateriaal met de juiste toepassing.

<p>Bekerglas = Afmeten en bewaren van vloeistoffen Erlenmeyer = Verhitten van vloeistoffen Maatcilinder = Nauwkeurig afmeten van volumes Trechter = Overgieten van vloeistoffen zonder morsen</p> Signup and view all the answers

Wat is het verschil tussen voorwerpeigenschappen en stofeigenschappen?

<p>Voorwerpeigenschappen zijn kenmerken van het object zelf, stofeigenschappen zijn kenmerken van de materialen waaruit het object is gemaakt. (A)</p> Signup and view all the answers

Kleur is altijd een stofeigenschap.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Geef een voorbeeld van een veranderlijke eigenschap van een fiets.

<p>Kleur, bandenspanning, aanwezigheid van een mand.</p> Signup and view all the answers

Voorwerpen zijn opgebouwd uit verschillende ______.

<p>stoffen</p> Signup and view all the answers

Match de aggregatietoestand met een kenmerk.

<p>Vast = Heeft een vaste vorm en volume Vloeibaar = Heeft een vast volume, maar geen vaste vorm Gasvormig = Heeft geen vaste vorm en geen vast volume</p> Signup and view all the answers

Waaruit zijn moleculen opgebouwd?

<p>Atomen. (B)</p> Signup and view all the answers

Een mengsel bestaat uit één soort moleculen.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn de twee grote groepen waarin we stoffen kunnen onderverdelen?

<p>Zuivere stoffen en mengsels.</p> Signup and view all the answers

Een ander woord voor aggregatietoestand is ______.

<p>fase</p> Signup and view all the answers

Match de soort stof met de beschrijving.

<p>Zuivere stof = Bestaat uit één soort moleculen Mengsel = Bestaat uit twee of meer soorten moleculen</p> Signup and view all the answers

Wat kenmerkt een zuivere stof?

<p>Bepaalde fysische constanten zoals kookpunt. (B)</p> Signup and view all the answers

Suikerwater is een voorbeeld van een zuivere stof.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Noem een scheidingstechniek om een vaste stof van een vloeistof te scheiden.

<p>Filtratie, indampen/kristalliseren.</p> Signup and view all the answers

Filtratie is gebaseerd op het verschil in ______ tussen deeltjes.

<p>deeltjesgrootte</p> Signup and view all the answers

Match de scheidingstechniek met de bijbehorende eigenschap.

<p>Filtratie = Deeltjesgrootte Kristalliseren = Kookpunt Destilleren = Kookpunt Chromatografie = Oplosbaarheid</p> Signup and view all the answers

Wat is het filtraat bij de filtratie van een zand-water mengsel?

<p>Water. (B)</p> Signup and view all the answers

Bij destillatie wordt een vaste stof van een vloeistof gescheiden.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Op welke stofeigenschap is de scheidingstechniek destillatie gebaseerd?

<p>verschil in kookpunt</p> Signup and view all the answers

De scheidingstechniek die gebruikt wordt om kleurstoffen in viltstiften te scheiden is ______.

<p>chromatografie</p> Signup and view all the answers

Match de scheidingstechniek met een voorbeeld van toepassing.

<p>Filtratie = Koffie zetten Destillatie = Wodka maken Kristalliseren = Zoutwinning Chromatografie = Kleurstoffen detecteren</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Wat is een etiket?

Instructies van de fabrikant over de gevaren en veiligheidsmaatregelen van een stof.

Wat is een gevaarpictogram?

Geeft visueel de mogelijke gevaren van een stof weer.

Wat is een H-zin?

Geeft specifieke informatie over de aard van het gevaar.

Wat is een P-zin?

Geeft aanbevelingen over voorzorgsmaatregelen om schade te voorkomen.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn veranderlijke eigenschappen?

Eigenschappen die kunnen veranderen.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn onveranderlijke eigenschappen?

Eigenschappen die niet veranderen.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn de drie aggregatietoestanden?

Vast, vloeibaar, gasvormig.

Signup and view all the flashcards

Wat is een zuivere stof?

Stof die uit één soort moleculen bestaat.

Signup and view all the flashcards

Wat is een mengsel?

Mengsel van twee of meer zuivere stoffen.

Signup and view all the flashcards

Wat is een enkelvoudige stof?

Zuivere stof die niet verder te splitsen is.

Signup and view all the flashcards

Wat is een samengestelde stof?

Zuivere stof die uit verschillende atomen bestaat.

Signup and view all the flashcards

Wat is een homogeen mengsel?

Mengsel waarbij de stoffen niet te onderscheiden zijn.

Signup and view all the flashcards

Wat is een heterogeen mengsel?

Mengsel waarbij de stoffen wel te onderscheiden zijn.

Signup and view all the flashcards

Wat is filtreren?

Techniek om vaste stoffen van vloeistoffen te scheiden.

Signup and view all the flashcards

Wat is het filtraat?

Stof die door de filter loopt bij filtratie.

Signup and view all the flashcards

Wat is het residu?

Stof die achterblijft in de filter bij filtratie.

Signup and view all the flashcards

Wat is indampen/kristalliseren?

Techniek om een vaste stof uit een vloeistof te halen door de vloeistof te verdampen.

Signup and view all the flashcards

Wat is destilleren?

Techniek om vloeistoffen met verschillende kookpunten te scheiden.

Signup and view all the flashcards

Wat is chromatografie?

Techniek om stoffen te scheiden op basis van oplosbaarheid.

Signup and view all the flashcards

Wat is een brandvijfhoek?

Geeft weer welke factoren invloed hebben op de brandbaarheid van een stof.

Signup and view all the flashcards

Wat is een katalysator?

Stof die een chemische reactie versnelt of vertraagt zonder zelf verbruikt te worden.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Omgaan met stoffen

  • Dit hoofdstuk behandelt etikettering van chemische stoffen, zuivere stoffen, mengsels, scheidingstechnieken en brandbaarheid.

Etikettering van stoffen

  • Stoffen kunnen niet alleen op basis van zicht en geur worden geïdentificeerd.
  • Extra informatie is essentieel voor een veilige omgang met stoffen.
  • Een etiket geeft aan hoe gevaarlijk een bepaalde stof is.
  • Fabrikanten plaatsen de nodige informatie op een etiket, dat op de verpakking van de stof is bevestigd.
  • Elk etiket moet deze informatie bevatten:
    • Gegevens over de leverancier (naam, adres, telefoonnummer).
    • Hoeveelheid van het product in de verpakking.
    • Productidentificatie (naam en identificatienummer).
    • Gevaarpictogrammen.
    • Signaalwoord (dat de mate aanduidt hoe gevaarlijk het product is).
    • Gevaaraanduiding (beschrijft het gevaar).
    • Veiligheidsaanbeveling (voorzorgsmaatregelen om schadelijke gevolgen te voorkomen).
    • Aanvullende gevaarinformatie.

Gevaarpictogrammen

  • Pictogrammen geven visueel mogelijke gevaren weer.
  • Materiële gevaren: ontplofbaar, ontvlambaar, oxiderend (brandbevorderend), houder onder druk.
  • Gezondheidsgevaren: corrosief (bijtend), giftig, schadelijk (irriterend), lange termijn gevaarlijk.
  • Milieugevaren: milieuschadelijk.

P- en H-zinnen

  • Naast pictogrammen hebben stoffen P- en H-zinnen die voorzorgsmaatregelen en gevaaraanduidingen specificeren.
  • P-zin staat voor Precaution.
  • H-zin staat voor Hazard.
  • Elke zin bestaat uit een letter en een getal en verwijst naar specifieke voorzorgsmaatregelen of gevaaraanduidingen.

Afspraken in het chemielabo

  • Leerlingen mogen alleen onder toezicht van een leerkracht in de wetenschapslokalen.
  • Boekentassen en jassen moeten op de aangeduide plaatsen worden opgeborgen.
  • Het dragen van een labojas is verplicht gedurende chemische proeven en aangeraden voor ander proeven om kleding te beschermen.
  • Een veiligheidsbril is belangrijk om uw ogen te beschermen aangezien ze erg kwetsbaar zijn.
  • Lange haren moeten worden samengebonden, vooral bij het werken met een bunsenbrander.
  • Eten en drinken is verboden in het labo om ongewilde inname van giftige stoffen te voorkomen.
  • Er mogen enkel taken worden uitgevoerd van de opgegeven proef.
  • Lees eerst de opgave en verzamel daarna het nodige materiaal vooraleer u met een proef begint.
  • Gebruik een lepel of spatel om chemische stoffen te hanteren.
  • Teveel genomen stof mag niet terug worden gegoten in de verpakking zonder eerst te raadplegen met de leerkracht.
  • Spoel chemicaliën die op de huid worden gemorst meteen af, aangezien ze giftig of bijtend kunnen zijn.
  • Er moet nooit aan chemische stoffen worden geroken of geproefd, tenzij anders gevraagd.
  • Stoor geen leerlingen, volg zeer aandachtig je eigen experiment, wees kalm en werk in stilte.
  • Leg enkel de materialen die nodig zijn op de labotafel.
  • Steeds aan de eigen werktafel werken en dus zo min mogelijk verplaatsen.
  • Er wordt respect gevraagd voor het materiaal.
  • Lepels pipetten moeten in dezelfde recipiënt blijven staan.
  • Flessen moeten meteen terug op hun plaats teruggezet worden.
  • Na het afwegen van stoffen de schaal terug proper maken en terug plaatsen.
  • Alles moet op tijd worden opgeruimd.
  • Het glaswerk of ander materiaal moet zorgvuldig worden schoongemaakt.
  • Al het materiaal terug plaatsen.
  • Doe de afvalstoffen in het daarvoorbestemde recuperatievat.
  • Handen wassen na afloop wordt aangeraden.
  • Pas het lokaal verlaten nadat de leerkracht uw werkplaats heeft geïnspecteerd.

Labomateriaal

  • Er zijn afspraken gemaakt over de benaming van labomateriaal.
  • Bekende materialen: kookkolf, destilleerkolf, beker, erlenmeyer, kristalliseerschaal, mortier + stamper, trechter, horlogeglas, thermometer, scheitrechter, liebigkoeler, vigreuxkolom, maatcilinder, etc.

Eigenschappen van voorwerpen en stoffen

  • Eigenschappen van voorwerpen worden 'voorwerpeigenschappen' genoemd en kunnen veranderen.
  • Eigenschappen van stoffen zijn 'stofeigenschappen' en kunnen niet veranderen.
  • Stoffen zijn opgebouwd uit moleculen die voorkomen in drie aggregatietoestanden: vast, vloeibaar, gasvormig.
  • Aggregatietoestanden kunnen in elkaar overgaan door opwarming of afkoeling.
  • Moleculen zijn opgebouwd uit atomen.

Zuivere stoffen en mengsels

  • Stoffen (materie) kunnen zuiver of gemengd zijn.
  • Zuivere stoffen bestaan uit één soort moleculen en mengsels uit meerdere soorten moleculen.
  • Zuivere stoffen worden gekenmerkt door fysische constanten zoals kookpunt, smeltpunt en dichtheid.
  • Een mengsel is een geheel van twee of meer zuivere stoffen.
  • De fysische eigenschappen zijn afhankelijk van de zuivere stoffen.
  • Zuivere stoffen worden onderverdeeld in enkelvoudige en samengestelde stoffen.
  • Mengsels kunnen homogeen of heterogeen zijn.
  • Scheidingstechnieken worden gebruikt om mengsels te scheiden.

Scheiden van mengsels in zuivere stoffen

  • Filtratie scheidt vaste en vloeibare stoffen op basis van deeltjesgrootte.
  • Kristallisatie scheidt een vaste stof van een vloeistof door verdamping.
  • Destillatie scheidt vloeistoffen op basis van het verschil in kookpunt.
  • Chromatografie scheidt stoffen op basis van oplosbaarheid.

Brandbaarheid van stoffen

  • De brandbaarheid van een stof wordt beïnvloed door zuurstofgas, brandbare stof, temperatuur, katalysator en mengverhouding.
  • Een brandbare stof heeft zuurstofgas nodig om te branden.
  • Een katalysator versnelt of vertraagt de snelheid, zonder zelf verbruikt te worden.

Faraoslang

  • Een mengsel van ethanol, suiker en bakpoeder kan worden gebruikt om een "faraoslang" te creëren.
  • Tijdens de verbranding treedt een ontleding van suiker op waarbij koolstof ontstaat.
  • Het schuimige uitzicht van de slang is het resultaat van het bakpoeder, dat ervoor zorgt dat er lucht ontstaat in het mengsel.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

More Like This

Labeling and Signs
5 questions

Labeling and Signs

UndauntedScholarship avatar
UndauntedScholarship
Safety and Regulations Chapter 7
33 questions
Use Quizgecko on...
Browser
Browser