Niet-aangeboren hersenletsel (NAH)

Revalidatiefase

• Het doel van de revalidatiefase is herstel van functies en het bereiken van de maximale onafhankelijkheid.

Acute fase

• Tijdens de acute fase wordt voornamelijk de stabilisatie van de patiënt benadrukt.

Stabilisatiefase

• De stabilisatiefase omvat het stabiliseren van de toestand van de patiënt na een hersenletsel.

Risicofactoren voor CVA

• Een veelvoorkomend risicofactor voor CVA is een hoge bloeddruk.

Soorten CVA

• Er zijn twee types van CVA: ischemisch en hemorrhagisch.

Traumatisch hersenletsel

• Een mogelijke oorzaak van traumatisch hersenletsel is een hoofdletsel door een ongeval.
• Het verschil tussen een gesloten en een open traumatisch hersenletsel is dat bij een gesloten letsel de schedel intact blijft, terwijl bij een open letsel de schedel gebroken is.

TIA

• Een kenmerk van TIA is dat het een voorbijgaande ischemische aanval is.

Risicofactoren voor CVA

• Mogelijke risicofactoren voor CVA zijn onder andere hoge bloeddruk, roken, hypercholesterolemie en diabetes.

Complicaties bij traumatisch hersenletsel

• Een mogelijke complicatie bij een traumatisch hersenletsel is een infectie.

Behandelingsoptie voor Parkinson

• Een mogelijke behandelingsoptie voor Parkinson is diepe hersenstimulatie.

Amyotrofische laterale sclerose (ALS)

• Bij ALS kunnen spiergroepen als de armen, benen, romp en mond aange-tast worden.
• Een kenmerkend symptoom van de ziekte ALS is spierzwakte.

Behandeling van Parkinson

• Om prikkels op de hersenen te beheersen bij Parkinson-patiënten wordt diepe hersenstimulatie gebruikt.

Ergotherapie

• Een belangrijke rol van ergotherapie bij neurologische aandoeningen is het herstellen van dagelijkse activiteiten en onafhankelijkheid.