Podcast
Questions and Answers
Wat is de Nederlandse vertaling van 'to swim'?
Wat is de Nederlandse vertaling van 'to swim'?
- denken
- zwemmen (correct)
- studeren
- nemen
Welke van de volgende woorden betekent 'to trust'?
Welke van de volgende woorden betekent 'to trust'?
- vertrouwen (correct)
- bedreigen
- vertaal
- wachten
Wat is de juiste betekenis van 'aandraken'?
Wat is de juiste betekenis van 'aandraken'?
- verkopen
- proberen
- zitten
- aanraken (correct)
Welke term betekent 'to write down'?
Welke term betekent 'to write down'?
Wat ondersteunt de betekenis van 'to try'?
Wat ondersteunt de betekenis van 'to try'?
Wat betekent 'to unite' in het Nederlands?
Wat betekent 'to unite' in het Nederlands?
Welke definitie past bij 'to understand'?
Welke definitie past bij 'to understand'?
Flashcards
Vertalen
Vertalen
Een tekst vanuit de ene taal omzetten in de andere taal.
Bedreigen
Bedreigen
Iemand bang maken door te zeggen dat je hem kwaad zult doen.
Aanraken
Aanraken
Iets of iemand met je hand(en) aanraken.
Vertrouwen
Vertrouwen
Signup and view all the flashcards
Proberen
Proberen
Signup and view all the flashcards
Onderschatten
Onderschatten
Signup and view all the flashcards
Begrijpen
Begrijpen
Signup and view all the flashcards
Verenigen
Verenigen
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Nederlandse werkwoorden (verbs)
- studeren [stʉ'derən] - to study
- zwemmen ['zwɛmən] - to swim
- nemen ['nemən] - to take
- denken ['dɛnkən] - to think
- bedreigen [bə'drɛjxən] - to threaten
- aanraken ['ānrakən] - to touch
- vertalen [vər'talən] - to translate
- vertrouwen [vər'trauwən] - to trust
- proberen [prɔ'berən] - to try
- afslaan ['afslān] - to turn (e.g., left)
- onderschatten ['ɔndər'sxatən] - to underestimate
- begrijpen [bə'xrɛjpən] - to understand
- verenigen [və'rɛnixən] - to unite
- wachten ['waxtən] - to wait
- willen ['wilən] - to want
- waarschuwen ['wārsxjuvən] - to warn
- werken ['wɛrkən] - to work
- schrijven ['sxrɛjvən] - to write
- opschrijven ['ɔpsxrɛjvən] - to write down
- verkopen [vɛr'kɔpən] - to sell
- sturen ['stʉrən] - to send
- schieten ['sxitən] - to shoot
- schreeuwen ['sxrēwən] - to shout
- tonen ['tɔnən] - to show
- ondertekenen ['ɔndər'tekənən] - to sign
- gaan zitten [xān 'zitən] - to sit down
- glimlachen ['xlimlahən] - to smile
- spreken ['sprekən] - to speak
- stelen ['stelən] - to steal
- stoppen ['stɔpən] - to stop
- ophouden ['ɔphaudən] - to stop (in a more polite way)
Nederlandse kleuren (colors)
- kleur (de) ['klør] - color
- tint (de) [tint] - shade
- kleurnuance (de) ['klør·nʉ'waŋsə] - hue
- regenboog (de) ['rexən·bōx] - rainbow
- wit [wit] - white
- zwart [zwart] - black
- grijs [xrɛjs] - gray
- groen [xrun] - green
- geel [xēl] - yellow
- rood [rōt] - red
- blauw ['blau] - blue
- lichtblauw ['lixt·blau] - light blue
- roze ['rɔzə] - pink
- oranje [ɔ'ranjə] - orange
- violet [viɔ'lɛt] - violet
- bruin ['brœʏn] - brown
- goud ['xaut] - golden
- zilverkleurig ['zilvər·'klørəx] - silvery
- beige ['bɛ:ʒ] - beige
- roomkleurig ['rōm·'klørix] - cream
- turkoois [tʉrk'was] - turquoise
- kersrood ['kɛrs·rōt] - cherry red
- lila ['lila] - lilac
- karmijnrood ['karmɛjn·'rōt] - crimson
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Description
Test je kennis van veelvoorkomende Nederlandse werkwoorden met deze quiz. Van 'studeren' tot 'schrijven', je leert meer over het gebruik en de vertaling van deze belangrijke woorden. Perfect voor iedereen die zijn of haar Nederlands wil verbeteren.