Nederlands Deel 1 + 2 (Trimester 1)
43 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

De term verhaspeling legt een onbedoeld foutief verband tussen uitdrukkingen of woorden die wat hun voorkomen of betekenis op elkaar ______.

lijken

Een ______ is een stemmentrekker die op de laatste plaats van een kieslijst wordt geplaatst.

lijstduwer

De term negationisme verwijst naar het ontkennen van ______ gebeurtenissen.

historische

Een ______ is een groep vertegenwoordigers van een politieke partij in de kamer.

<p>fractie</p> Signup and view all the answers

De term schier betekent ______ in het Nederlands.

<p>bijna</p> Signup and view all the answers

Het 'diets' is de volkstaal die samenhangt met de beweging om ______ teksten in de volkstaal op te schrijven.

<p>literaire</p> Signup and view all the answers

De ______ van de steden in de late middeleeuwen zorgde ervoor dat volkstalen doorbraken.

<p>opkomst</p> Signup and view all the answers

De centrale Bourgondische gezag werd in het ______ uitgeoefend.

<p>Frans</p> Signup and view all the answers

In de 16e eeuw ontstond het ______, waarbij de basis voor het Standaardnederlands werd gelegd.

<p>Nieuwnederlands</p> Signup and view all the answers

De boekdrukkunst leidde tot meer contact met geschreven Nederlands en een ______ spelling.

<p>uniformere</p> Signup and view all the answers

De ______ moest voor alle gelovigen toegankelijk gemaakt worden door deze in de volkstaal te vertalen.

<p>bijbel</p> Signup and view all the answers

De ______ variatie zorgde ervoor dat er nooit één taal was die men Middelnederlands kon noemen.

<p>regionale</p> Signup and view all the answers

Tijdens de periode van geloofsvluchtelingen werd het ______ in het rijke noorden gestandaardiseerd.

<p>Nederlands</p> Signup and view all the answers

Het Frans was de hoftaal en de bestuurstaal op het hoogste ______.

<p>niveau</p> Signup and view all the answers

Erfwoorden helpen om de verwantschap tussen verschillende ______ talen duidelijk te maken.

<p>Indo-Europese</p> Signup and view all the answers

Diet is een overkoepelende term voor de verschillende ______ streektalen.

<p>Middelnederlandse</p> Signup and view all the answers

Afrikaans vertoont overeenkomsten met het ______.

<p>Nederlands</p> Signup and view all the answers

Tweedetaalverwerving gebeurt wanneer iemand tweetalig wordt ______.

<p>opgevoed</p> Signup and view all the answers

Het Oudnederlands ontwikkelde zich tussen ca. 800 en ca. ______.

<p>1100</p> Signup and view all the answers

Middelnederlands is een verzamelnaam voor een ______ continuüm.

<p>dialecten</p> Signup and view all the answers

Proto-Indo-Europees is de oorsprong waaruit het Proto- of ______ voortkomt.

<p>Oergermaans</p> Signup and view all the answers

De periode van het Middelnederlands loopt van ca. 1100 tot ca. ______.

<p>1550</p> Signup and view all the answers

Vreemdetaalverwerving houdt in dat iemand een ______ op latere leeftijd aanleert.

<p>vreemde taal</p> Signup and view all the answers

De term ______ verwijst naar een woord dat geërfd is uit de woordenschat van een taalfamilie.

<p>erfwoord</p> Signup and view all the answers

De ______ van een woord verwijst naar de herkomst en ontwikkeling ervan.

<p>etymologie</p> Signup and view all the answers

Tijdens de ______ tijd was er geen behoefte aan een standaardtaal.

<p>Bourgondische</p> Signup and view all the answers

Een ______ is iemand die meerdere talen spreekt.

<p>polyglot</p> Signup and view all the answers

Een ______ is iemand die vreemde woorden vertaalt met gebruik van eigen woorden.

<p>taalpurist</p> Signup and view all the answers

Het Oudnederlands is de vroegste vorm van de ______ taal.

<p>Nederlandse</p> Signup and view all the answers

Het ______ was de fase van de Nederlandse taal die volgde op het Oudnederlands.

<p>Middelnederlands</p> Signup and view all the answers

De variëteiten van een taal die voortkomen uit regionale verschillen worden aangeduid als ______.

<p>taalvariëteiten</p> Signup and view all the answers

De veranderingen van het ______ naar het Middelnederlands waren ingrijpend en beïnvloedden de taalstructuur.

<p>Oudnederlands</p> Signup and view all the answers

Het gebruik van ______ in teksten uit het Middelnederlands getuigt van de ontwikkeling van het literaire genre.

<p>fantasy</p> Signup and view all the answers

De ______ is een zeldzaam, archaïsch dialect dat in het verleden in Nederland werd gesproken.

<p>Oudnederlands</p> Signup and view all the answers

Tijdens de ______ ontstond er een grotere variëteit aan dialecten binnen de Nederlandse taal.

<p>Middelnederlands</p> Signup and view all the answers

Een ______ is een specifieke vorm of variant van een taal die binnen een bepaalde regio of groep wordt gesproken.

<p>taalvariëteit</p> Signup and view all the answers

Jargon en dialecten zijn voorbeelden van ______ in de Nederlandse taal.

<p>taalvariëteiten</p> Signup and view all the answers

In de ______ periode werd de Nederlandse taal standaarder, met invloed van het Latijn en andere talen.

<p>Middelnederlands</p> Signup and view all the answers

De ______ periode zegt iets over de ontwikkeling van het Nederlands van de 12e tot de 15e eeuw.

<p>Middelnederlands</p> Signup and view all the answers

Taalkundigen bestuderen ______ om de verbanden tussen verschillende talen en dialecten te begrijpen.

<p>historische invloeden</p> Signup and view all the answers

Een voorbeeld van ______ in het Oudnederlands is het woord 'dag', dat nu nog steeds hetzelfde betekent.

<p>etymologie</p> Signup and view all the answers

De ______ in het Oudnederlands was minder gestandaardiseerd dan de huidige Nederlandse taal.

<p>grammatica</p> Signup and view all the answers

Een belangrijk aspect van ______ in de Nederlandse taal is de transformatie van woorden over tijd en ruimte.

<p>historische invloeden</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Middelnederlands

Een verzamelnaam voor de verschillende dialecten die in de Middeleeuwen in de Lage Landen werden gesproken, zonder één uniforme standaardtaal.

Opkomst van de steden en het Diets

De bloei van de Vlaamse steden in de late middeleeuwen droeg bij aan de acceptatie van de volkstaal (Diets) als meer dan alleen een regionale taal.

Standaardnederlands

Een gestandaardiseerde vorm van het Nederlands, gebaseerd op het 'beschaafd' Hollands, maar met invloeden uit zuidelijke dialecten en het Duits.

Nieuwe fase Nederlands (16e eeuw)

De fase waarin de basis voor het Standaardnederlands werd gelegd in de Noordelijke Nederlanden, via verschillende factoren.

Signup and view all the flashcards

Regionale variatie

Verschillen in taalgebruik tussen verschillende regio's, zoals dialecten.

Signup and view all the flashcards

Variatie in tijd

Taal verandert in de loop der tijd, zoals het Middelnederlands, en tot het huidige Standaardnederlands.

Signup and view all the flashcards

Boekdrukkunst en Standaardnederlands

De boekdrukkunst leidde tot meer uniformiteit in het geschreven Nederlands en contact tussen dialectgebieden, en bevorderde de ontwikkeling van een Nederlandse standaardtaal.

Signup and view all the flashcards

Reformatie en Standaardnederlands

De vertaling van de Bijbel in de volkstaal speelde een rol in het standaardiseren van het Nederlands in de Noordelijke Nederlanden.

Signup and view all the flashcards

Proto-Indo-Europees

De gemeenschappelijke voorouder van vele Europese en Aziatische talen, inclusief het Germaans.

Signup and view all the flashcards

Proto- of Oergermaans

De voorouder van het Oudhoogduits, Oudnoords en Oudnederlands.

Signup and view all the flashcards

Oudnederlands/Oudnederfrankisch

De oudste fase van de Nederlandse taal, een periode van continuüm van diverse dialecten.

Signup and view all the flashcards

Diets

Een verzamelterm voor verschillende Middelnederlandse streektalen.

Signup and view all the flashcards

Taalcontinuüm

Een geleidelijke verandering van dialecten zonder duidelijke grenzen.

Signup and view all the flashcards

Erfwoorden

Woorden in verschillende talen die dezelfde afkomst hebben en informatie geven over de oudere taal.

Signup and view all the flashcards

Tweedetaalverwerving

Het leren van een tweede taal terwijl je al tweetalig bent opgevoed

Signup and view all the flashcards

Vreemdetaalverwerving

Het leren van een vreemde taal op latere leeftijd.

Signup and view all the flashcards

Afrikaans

Een dochtertaal van het Nederlands, met overeenkomsten en eigen creativiteit.

Signup and view all the flashcards

Allesbehalve

Betekent hetzelfde als 'helemaal niet'.

Signup and view all the flashcards

Ten slotte

Wordt gebruikt om aan te geven dat iets als laatste gebeurt of wordt gezegd.

Signup and view all the flashcards

Voorzetseluitdrukking

Een lange, omslachtige manier om een voorzetsel te gebruiken.

Signup and view all the flashcards

Contaminatie

Twee woorden of uitdrukkingen die op elkaar lijken, worden onbedoeld samengevoegd.

Signup and view all the flashcards

Notoir

Beroemd om iets negatiefs.

Signup and view all the flashcards

Fantasy

Een literair genre dat zich afspeelt in een denkbeeldige wereld met magische elementen, verzonnen wezens en onwerkelijke gebeurtenissen.

Signup and view all the flashcards

Sciencefiction

Een literair genre dat zich afspeelt in een futuristische, denkbeeldige wereld waarin wetenschap en technologie geavanceerd zijn.

Signup and view all the flashcards

Horror

Een literair genre dat gericht is op het opwekken van angst bij de lezer.

Signup and view all the flashcards

Urban Fantasy

Een subgenre van fantasy dat zich afspeelt in een realistische, stedelijke omgeving.

Signup and view all the flashcards

Historische Fantasy

Een subgenre van fantasy dat zich afspeelt in een historisch verleden.

Signup and view all the flashcards

Taalverwantschap

De overeenkomst tussen de woordenschat van twee talen, die aangeeft dat ze mogelijk een gemeenschappelijke oorsprong hebben.

Signup and view all the flashcards

Etymologie

De studie naar de herkomst van woorden.

Signup and view all the flashcards

Polyglot

Iemand die meerdere talen spreekt.

Signup and view all the flashcards

Taalpurist

Iemand die vreemde woorden vertaalt met nieuwe woorden uit de eigen taal.

Signup and view all the flashcards

Non-verbale communicatie

Het overbrengen van boodschappen zonder woorden, via lichaamstaal (gebaren, houding, gezichtsuitdrukking, etc.) en stemtaal (klemtoon, intonatie, etc.).

Signup and view all the flashcards

Accentuerende functie

Non-verbale communicatie die de nadruk legt op wat je verbaal zegt.

Signup and view all the flashcards

Emotionele functie

Non-verbale communicatie die je emoties uitdrukt tegenover je gesprekspartner of jezelf.

Signup and view all the flashcards

Feedbackfunctie

Non-verbale communicatie die laat zien dat je luistert naar je gesprekspartner.

Signup and view all the flashcards

Herhalingsfunctie

Non-verbale communicatie die de verbale boodschap aanvult of herhaalt.

Signup and view all the flashcards

Regulerende functie

Non-verbale communicatie die het gesprek in een bepaalde richting stuurt.

Signup and view all the flashcards

Relationele functie

Non-verbale communicatie die laat zien hoe je je verhoudt tot je gesprekspartner.

Signup and view all the flashcards

Tegenstrijdige functie

Non-verbale communicatie die het tegenovergestelde uitdrukt van wat je verbaal zegt.

Signup and view all the flashcards

Vervangingsfunctie

Non-verbale communicatie die vervangt wat je verbaal wilt zeggen.

Signup and view all the flashcards

Betekenisverandering

De betekenis van een woord verandert in de loop van de tijd, zowel in connotatie (gevoelswaarde) als denotatie (woordenboekbetekenis).

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Nederlands Deel 1 + 2 (Trimester 1)

  • Les 1: Een Andere Wereld
    • Kenmerken Fantasy: Magie, bovennatuurlijke wezens, verzonnen wezens, denkbeeldige werelden, goed versus kwaad. Fantasy speelt zich af in allerlei tijdsperiodes.
    • Sciencefiction: Wetenschap en technologie staan centraal in denkbeeldige, vaak futuristische werelden. Dystopische verhalen zijn mogelijk.
    • Horror: Focus op angstopwekking. Wezens kunnen zowel fantasy- als realistisch zijn.
    • Subgenres van Fantasy:
      • Urban fantasy: combineert fantasy-elementen met de stad.
      • Historische fantasy: speelt zich af in het verleden.
      • Romantische fantasy: combineert liefde met fantasie.
      • High fantasy: strijd tussen goed en kwaad, quêtes.
      • Low fantasy: Magie in een normale wereld.
      • Duistere fantasy: combineert fantasy met gruwel.

Les 2: Broers en Zussen + Bundel

  • Erfwoord: Woord uit een andere taal.
  • Taalverwantschap: Overeenkomsten in klank en vorm tussen verwante talen.
  • Etymologie: De herkomst van een woord.
  • Waarom geen standaardtaal in de Bourgondische tijd? Communicatie gebeurde binnen kleine gemeenschappen; elke groep gebruikte hun dialect.

Les 3: Fase 2, 3 en 4

  • Fase 2: Oudnederlands/Oudnederfrankisch (ca. 800-1100): Begin van de ontwikkelingen die leiden tot hedendaags Nederlands.
  • Fase 3: Middelnederlands (ca. 1100-1550): Verzameling van dialecten.
  • Fase 4: Nieuwnederlands en het ontstaan van de standaardtaal (vanaf 1550): Start van de standaardtaal in het noorden.

Les 4: Finito aan frequente fouten

  • Schrijftechnieken: Korte en lange zinnen, correcte interpunctie, geen woordherhaling, vermijd passief constructies, pas op voor vaagtaaloverschrijving, consistente woordvolgorde, geen gekleurde taalgebruik.

Les 4: In beeld - Over kijken naar gesprekken in de media

  • Non-verbale Communicatie: Gebaren, lichaamshouding, gezichtsuitdrukkingen, stemtoon, intonatie etc.
  • Funktionen Non-verbale communicatie: Accentuerend, emotioneel-expressief, feedback, relatief, regulerend, vervangende, tegenstrijdige functie.

Les 5 en 6: Begrijp je me?

  • Betekenisverandering: Connotatie, denotatie, pejoratief, amelioratief etc.
  • Idioom, woordfiguratie: Betekenis niet terug te leiden uit afzonderlijke woorden (bv. buiten de boot vallen)
  • Humor: Situatiehumor, Karakterhumor, Taalhumor
    • Situatiehumor= Toevalsomstandigheden.
    • Karakterhumor = persoonlijkheid.
    • Taalhumor = woordspelingen, absurditeit.

Les 7: Omgaan met teksten - Over grafieken en infographics

  • Infographics: gegevens grafisch voorstellen.
  • Misleidende grafieken: zorgen voor verkeerde interpretaties.

Les 8: Taalredactie 2

  • Semantische principe: De spelling hangt af van de betekenis.
  • Voorzetseluitdrukkingen: Zinnen kunnen minder leesbaar en aantrekkelijk worden door het gebruiken van voorzetseluitdrukkingen. Vervanging door enkelvoudige voorzetsel wordt aangeraden.

Les 9 en 10 - Naamwoordstijl

  • Naamwoordstijl: Te veel zelfstandige naamwoorden op plaatsen waar werkwoorden horen.
  • Voornaamwoordelijk bijwoord: Bijwoord samengesteld uit een bijwoord van plaats en een voorzetsel.
  • Passiviteit: Passieve zinnen vermijden, actieve zinnen zijn duidelijker.
  • Intensivering: De manier waarop de schrijver sterker wil presenteren.

Les 11: Uit het leven gegrepen

  • Kenmerken column: Kort, vaak actueel, persoonlijk, vaak humoristisch.
  • Academische taalgebruik: Termen kunnen verwarrend zijn, vermijd indien niet juist.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Description

Deze quiz behandelt de verschillende genres in de Nederlandse literatuur, inclusief fantasy, sciencefiction en horror. Ontdek de subgenres van fantasy en hun kenmerken. Ideaal voor studenten die hun kennis over literatuur willen verdiepen.

More Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Browser