quiz image

Module 2: Consumenten - Consumptie en Keuze

MightyDragon avatar
MightyDragon
·
·
Download

Start Quiz

Study Flashcards

40 Questions

Wat is het doel van een consument bij het maken van zijn optimale keuze?

Een maximale behoeftebevrediging te bereiken

Welke elementen spelen een rol bij het maken van de optimale keuze van een consument?

Voorkeuren, prijzen van de goederen en beschikbaar inkomen

Wat wordt beschreven aan de hand van vergelijkingen tussen allerhande goederenkorven?

De preferenties of voorkeuren van een consument

Wat is de wet van het dalend grensnut ook bekend als?

De eerste wet van Gossen

Wanneer de prijs van thee afneemt, wat gebeurt er dan met de vraag naar koffie?

De vraag naar koffie neemt af

Wat is het doel van een consument bij het kiezen tussen twee goederenkorven?

Een maximale behoeftebevrediging te bereiken

Welke van de volgende is geen element dat een rol speelt bij het maken van de optimale keuze van een consument?

Het bestedingspatroon

Wat zijn substitutiegoederen?

Goederen die elkaar kunnen vervangen

Wanneer het aantal consumenten toeneemt, wat gebeurt er dan met de collectieve vraagcurve?

De vraagcurve verschuift naar rechts

Wat wordt gebruikt om de voorkeuren van een consument te beschrijven?

Vergelijkingen tussen allerhande goederenkorven

Welke variabele beïnvloedt de vraagcurve door een beweging langs de vraagcurve?

Prijs

Wat is het resultaat van de eerste wet van Gossen?

Het nut van de laatst geconsumeerde eenheid daalt

Wat gebeurt er met de vraag naar een goed wanneer de prijs van een substitutiegordel toeneemt?

De vraag naar het goed neemt toe

Welke van de volgende variabelen beïnvloedt de vraagcurve door een verschuiving?

Alle bovenstaande

Wanneer de prijs van een goed afneemt, wat gebeurt er dan met de vraag naar dat goed?

De vraag naar het goed neemt toe

Wanneer het inkomen van consumenten toeneemt, wat gebeurt er dan met de vraag naar een goed?

De vraag naar het goed neemt toe

Wat bepaalt de voorkeur van een consument?

De omgeving, gezinssamenstelling, leeftijd, diploma, achtergrond etc.

Wat beschouwt de economie als een gegeven?

De voorkeuren van de consumenten

Wat zijn de twee factoren die het gedrag van een consument bepalen?

Prijzen en budget

Wat stelt de budgetlijn voor?

De combinaties van twee goederen die de consument met een bepaald inkomen kan kopen

Wat gebeurt er met het budget wanneer een consument een punt onder de budgetlijn kiest?

Er vindt sparen plaats

Wat gebeurt er met het budget wanneer een consument een punt boven de budgetlijn kiest?

Er vindt lenen plaats

Wat is de formule voor de budgetvergelijking?

Inkomen = Ppizza.Qpizza + Pbier.Qbier

Wat kan de consument kopen met een budget van 50 EUR, waarbij de prijs van een pizza 10 EUR is en de prijs van een biertje 2 EUR?

5 pizza's en geen enkel biertje

Waaruit bestaat de grootste uitgavenpost van een huishouden?

Woning

Waarom nemen de uitgaven aan vervoer en communicatie toe?

Doordat de auto's duurder worden en het gebruik van GSM en internet toeneemt

Wat is het resultaat wanneer een gezin spaart?

Het vermogen van het gezin stijgt

Waarom is het wenselijk om het spaargeld aan te bieden op de vermogensmarkt?

Omdat het spaargeld dan gebruikt kan worden door andere voor economische doeleinden

Wat is de Wet van Engel?

De wet dat het aandeel van de uitgaven aan primaire goederen daalt

Wat is het nadeel van het oppotten van spaargelden?

Het brengt geen intrest op en is ook niet nuttig voor de gemeenschap

Wat gebeurt er met het vermogen van een gezin wanneer het spaart?

Het vermogen van het gezin stijgt

Waarom wordt sparen ook wel uitgestelde consumptie genoemd?

Omdat het gezin later het vermogen kan gebruiken voor consumptie-uitgaven

Welke conclusie kan worden getrokken als de kruiselingse prijselasticiteit van de vraag dicht bij 0 ligt?

De goederen zijn onafhankelijke goederen

Welke factor beïnvloedt de vraag naast de prijzen van goederen?

Het inkomen van de consument

Wat is de inkomenselasticiteit van de vraag?

De verhouding tussen de procentuele verandering in het inkomen en de procentuele verandering in de gevraagde hoeveelheid

Wat is een kenmerk van inkomenselastische vraag?

De gevraagde hoeveelheid neemt sterker toe als het inkomen stijgt

Wat is een voorbeeld van een luxe goed?

Een dure auto

Wat is de formule voor de inkomenselasticiteit van de vraag?

EY = ∆Qv / ∆Y

Wat is het kenmerk van normale goederen?

De gevraagde hoeveelheid neemt toe als het inkomen stijgt

Welke conclusie kan worden getrokken als de kruiselingse prijselasticiteit van de vraag negatief is?

De goederen zijn complementaire goederen

Study Notes

De Keuze van de Consument

  • Consumenten worden geconfronteerd met een keuzeprobleem: oneindig veel behoeften, maar beperkte middelen.
  • Elementen die een rol spelen bij het maken van de optimale keuze:
    • Voorkeuren of preferenties van de consument → indifferentiecurve
    • Prijzen van de goederen → budgetlijn
    • Beschikbaar inkomen of budget → budgetlijn

Preferenties of Voorkeuren

  • Preferenties of voorkeuren worden beschreven aan de hand van vergelijkingen tussen allerhande goederenkorven.
  • De eerste wet van Gossen: het nut van de laatst geconsumeerde eenheid (marginaal nut) daalt, als je meer van een goed consumeert.
  • Voorkeuren kunnen afhankelijk zijn van omgeving, gezinssamenstelling, leeftijd, diploma, achtergrond, etc.

Prijzen en Budget

  • Het gedrag van een consument wordt bepaald door zijn wensen (voorkeuren) en zijn mogelijkheden (beperkingen).
  • De budgetlijn (ook wel de 'lijn der mogelijkheden' genoemd) stelt de combinaties voor van twee goederen die de consument met een bepaald inkomen of budget kan kopen, rekening houdend met de prijzen van de goederen.

Vraagverschuiving

  • Substitutiegoederen: goederen die elkaar kunnen vervangen; de goederen kunnen elkaar substitueren.
  • Complementaire goederen: goederen die samen gebruikt worden.
  • Een wijziging in het aantal consumenten (vragers) kan ook voor een verschuiving van de collectieve vraagcurve zorgen.

Elasticiteit van de Vraag

  • De elasticiteit van de vraag geeft aan hoe sterk de vraag reageert op een verandering in de prijs.
  • Kruiselingse prijselasticiteit van de vraag: geeft aan hoe sterk de vraag naar een goed reageert op een verandering in de prijs van een ander goed.

Inkomenselasticiteit van de Vraag

  • De inkomenselasticiteit van de vraag geeft aan hoe sterk de vraag reageert op een verandering in het inkomen.
  • Bij normale goederen is er een positief verband tussen het inkomen en de gevraagde hoeveelheid.
  • Inkomenselastische vraag: de gevraagde hoeveelheid neemt sterker toe als het inkomen stijgt.
  • Inkomensinelastische vraag: de gevraagde hoeveelheid neemt minder sterk toe als het inkomen stijgt.

Het Bestedingspatroon van de Belgische Gezinnen

  • Het bestedingspatroon van de Belgische gezinnen is veranderd over de jaren:
    • Er wordt minder besteed aan primaire uitgaven, zoals voeding.
    • De uitgaven aan vervoer en communicatie zijn sterk toegenomen.
    • De uitgaven voor cultuur en ontspanning zijn eveneens toegenomen.
    • De uitgaven voor persoonlijke verzorging en diensten zijn ook toegenomen.
  • De Wet van Engel: naarmate de economische welvaart stijgt, het aandeel van de uitgaven aan primaire goederen daalt, terwijl het aandeel van de uitgaven aan de niet-primaire goederen stijgt.

Het Spaargedrag van de Belgische Gezinnen

  • Het deel van het inkomen dat de consument niet consumeert wordt gespaard.
  • Sparen is niet-consumeren, het is uitgestelde consumptie.
  • Het vermogen bestaat uit alle goederen en financiële middelen die een gezin bezit.
  • Consumenten kunnen hun spaargelden aanbieden op de vermogensmarkt.

In deze module wordt de consumentenkeuze, vraagcurve, vraagelasticiteit en het bestedingspatroon van Belgische gezinnen besproken. Leer hoe consumenten hun keuzes maken en hoe dit de economie beïnvloedt.

Make Your Own Quizzes and Flashcards

Convert your notes into interactive study material.

Use Quizgecko on...
Browser
Browser