Menselijke Evolutie en Klimaatverandering

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

De Olduvai-kloof is een bekende vindplaats in Zuid-Afrika.

False (B)

De Australopithecus liep rechtop, net als de Homo.

True (A)

Homo erectus was de eerste hominide die het Afrikaanse continent verliet.

True (A)

Werktuigproductie bij Australopithecus wordt vaak toegeschreven aan de Homo-soort.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

De stijging van het dieet met vlees is de reden waarom Homo erectus in de winter kon overleven.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

De bosgebieden waren tijdens de ijstijden alleen te vinden in het noorden van Europa.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Vele soorten hebben de Zuid-Noord migratie over de Oost-West georiënteerde Europese bergketens overleefd.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

De studie van continentale sequenties en het kwartaire landschap wordt uitgevoerd door middel van geomorfologie.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Diepzeesedimenten en ijskernen zijn belangrijk voor het begrijpen van klimaatveranderingen.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Het aantal ijstijden is zeker vastgesteld op precies vier.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

De saale-ijstijd had geen invloed op de Vlaamse Vallei.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Tijdens het eemiaan was de vegetatie vroeger anders dan tegenwoordig.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

De ijskap kwam tijdens het weichseliaan maximaal tot in Nederland.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Het vroegpaleolithicum in Afrika wordt gekenmerkt door het ontbreken van bewijs voor de vervaardiging van stenen artefacten door Australopithecus.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

De oudste lithische industrieën in Afrika worden Olduvaiaan genoemd en bevatten complexe ontwerpen voor werktuigen.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

De oudste artefacten in Afrika zijn ongeveer 2.5 miljoen jaar oud en gevonden in de Afar-depressie in Ethiopië.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Planning van activiteiten wordt niet gesuggereerd door het bewijs van intentioneel transport van lithische grondstof over afstand.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Choppers zijn een type lithische werktuigen dat wordt gekenmerkt door bewerking aan twee zijden.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Het laatglaciaal kende een stabiel klimaat zonder grote veranderingen.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Gedurende de interstadialen was de gemiddelde zomertemperatuur vergelijkbaar met vandaag.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

De rivieren tijdens het holoceen waren veel breder dan in eerdere periodes.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

De biostratigrafische indeling van het holoceen is gebaseerd op vegetatietypes.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

De hazelaar maakte snel deel uit van de vegetatie tijdens het boreaal.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Het holoceen begon rond 20.000 BP.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Tijdens de jonge dryas was er vooral boomvegetatie aanwezig.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

De dekzandrug tussen Maldegem en Stekene was tot 4 meter hoog.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

In de Nijlvallei werd in het middenpaleolithicum vuursteenknollen gewonnen voor plaatselijke verwerking.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Neanderthalers zijn overtuigend geassocieerd met gespecialiseerde ontginning van lithische grondstoffen in het middenpaleolithicum.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Homo sapiens werd door de co-evolutie alleen in Europa geassocieerd met het laatpaleolithicum.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Het laatpaleolithicum in NW-Europa gebeurde tussen 40 ka en 10 ka.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

De mens arriveerde op het Amerikaanse continent via de Beringenstraat aan het einde van de laatste ijstijd.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Het milieu van NW-Europa tijdens het laatpaleolithicum was vergelijkbaar met hoe het er nu uitziet.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

De anatomisch moderne mens verscheen gelijktijdig met de Neanderthaler in Europa.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

De bevolkingskolonisatie van het Amerikaanse continent gebeurde zeer langzaam gedurende duizenden jaren.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

In de oudere sedimenten uit de regio zijn artefacten aangetroffen.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Louis Leakey suggereerde het gebruik van een bola als jachtwapen.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

De vroegste hominiden leefden uitsluitend van vlees.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Het dieet van de vroegste hominiden bevatte ook insecten, zoals termieten.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

De slachtplaats te Olduvai heeft enkel choppers als artefacten opgeleverd.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

De vroegste hominiden waren vooral jagers en ook aaseters.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

De vindplaatsen in Noord-Afrika hebben artefacten van het Olduvaiaan.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Er zijn aanwijzingen voor een taakverdeling bij de vroegste hominiden.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Holoceen

De periode na de laatste ijstijd, die begon rond 10.000 BP en nog steeds voortduurt.

Preboreaal

De eerste periode van het Holoceen, gekenmerkt door een snelle bebossing met berk en den.

Atlanticum

Een warme periode in het Holoceen, met een gemengd eikenbos en een warmer en vochtiger klimaat dan vandaag.

Boreaal

Een periode in het Holoceen, gekenmerkt door een toename van eik, iep en vooral hazelaar in de vegetatie.

Signup and view all the flashcards

Atlanticum

Een periode in het Holoceen met een gemengd eikenbos en een warm en vochtig klimaat.

Signup and view all the flashcards

Subboreaal

De periode na het Atlanticum, gekenmerkt door een terugkeer van eik en beuk in de vegetatie.

Signup and view all the flashcards

Interstadiaal

Een periode van het laatglaciaal, gekenmerkt door warmere temperaturen en een toename van biodiversiteit.

Signup and view all the flashcards

Stadiaal

Een periode van het laatglaciaal, gekenmerkt door koude temperaturen en een open landschap.

Signup and view all the flashcards

IJstijden

De tijdperken waarin grote delen van de aarde bedekt waren met ijs. Deze ijstijden hebben een grote invloed gehad op de vorming van het landschap en de evolutie van soorten.

Signup and view all the flashcards

Tussenijstijden

De tussenliggende perioden tijdens de ijstijden waarin het warmer is en het ijs terugtrekt.

Signup and view all the flashcards

Zuid-Noord migratie

De voortdurende verschuiving van planten en dieren naar het zuiden tijdens ijstijden, gevolgd door een terugtocht naar het noorden in tussenijstijden.

Signup and view all the flashcards

Geomorfologie

De studie van de vorming en ontwikkeling van het aardoppervlak, inclusief de effecten van ijstijden.

Signup and view all the flashcards

Zuurstof-isotopen verhouding

De verhouding tussen de zuurstof-isotopen 18O en 16O in diepzeesedimenten en ijskernen, die gebruikt wordt om de temperatuur van het verleden te reconstrueren.

Signup and view all the flashcards

Weichseliaan

De laatste ijstijd in Europa, die eindigde ongeveer 11.700 jaar geleden.

Signup and view all the flashcards

Saale-ijstijd

Een grote ijstijd die ongeveer 120.000 jaar geleden zijn hoogtepunt bereikte. De ijskap reikte tot in Midden-Nederland.

Signup and view all the flashcards

Eemiaan

De voorlaatste tussenijstijd, ongeveer 130.000 tot 115.000 jaar geleden, met een warmer klimaat dan vandaag.

Signup and view all the flashcards

Bekende vindplaatsen van vroege mensachtigen in Oost-Afrika

De Olduvai-kloof in Tanzania, de Omo-vallei in Ethiopië en het gebied langs het Turkanameer in Kenia. Deze plekken zijn belangrijk omdat hier veel fossielen van vroege mensachtigen gevonden zijn.

Signup and view all the flashcards

Het verschil tussen Australopithecus en Homo

Het moeilijk te bepalen verschil tussen Australopithecus en Homo. Beide liepen rechtop en hadden een vergelijkbaar schedelvolume.

Signup and view all the flashcards

Werktuigproductie als bewijs voor menselijkheid?

De theorie dat de aanmaak van werktuigen een belangrijk onderscheidend kenmerk is tussen Australopithecus en Homo.

Signup and view all the flashcards

Werken apen ook met gereedschap?

Chimpansees gebruiken werktuigen in de natuur, dus is werktuigproductie niet uniek voor Homo.

Signup and view all the flashcards

Evolutie van tanden en werktuigproductie

De theorie dat verfijnde werktuigproductie de tanden van Homo minder zwaar belastte.

Signup and view all the flashcards

Olduvaiaan

De oudste stenenwerktuigen die in Afrika gevonden zijn, daterend van ongeveer 2,5 miljoen jaar geleden.

Signup and view all the flashcards

Choppers, chopping tools en polyeders

Eenvoudige werktuigen, zoals choppers, chopping tools en polyeders, die kenmerkend zijn voor de Olduvaiaanse industrie.

Signup and view all the flashcards

Intentioneel transport van stenen

Het transport van stenen over lange afstanden om werktuigen te maken, wat wijst op planning en vooruitdenken.

Signup and view all the flashcards

Oost-Afrikaanse slenk

Een speciaal gebied in Oost-Afrika waar vulkanische activiteit veelvuldig aanwezig is, en waar de eerste lithische technologie waarschijnlijk is ontstaan.

Signup and view all the flashcards

Vroegste hominiden die stenen werktuigen maakten

De vroegste mensachtigen die stenen werktuigen gebruikten, bijvoorbeeld Homo habilis.

Signup and view all the flashcards

Chopper

Een soort stenen werktuig dat gebruikt werd tijdens het Olduvaiaan. Het is een grof bewerkde steen met een scherpe kant die gebruikt werd om te hakken, te snijden en te bewerken.

Signup and view all the flashcards

Wat aten vroege hominiden?

Deze vroege mensachtigen gebruikten vooral plantaardig voedsel maar lieten mogelijk ook sporen achter van het eten van dierlijk voedsel. Het is echter niet zeker of ze al jaagden op dieren of dat ze alleen van kadavers gebruik maakten.

Signup and view all the flashcards

Slachtplaats Olduvai

Een bewerkt dierlijk skelet dat in een concentratie van stenen werktuigen is gevonden. Dit suggereert dat vroege mensachtigen samenwerkten om dieren te verwerken, en zou kunnen duiden op een centrale locatie voor voedselverwerking.

Signup and view all the flashcards

Jachttechnieken van vroege hominiden

De vroegste hominiden waren waarschijnlijk geen georganiseerde jagers. Misschien hebben ze wel gebruik gemaakt van een jachttechniek met een bola, maar daar is geen bewijs voor. Ze waren waarschijnlijk meer verzamelaars die ook af en toe van kadavers gebruik maakten.

Signup and view all the flashcards

Concurrentie om voedsel

Vroege hominiden stonden mogelijk in competitie met andere aaseters voor kadavers. Ze kunnen zelf ook als prooi gediend hebben voor roofdieren.

Signup and view all the flashcards

Belang van Olduvai

De vindplaats in Olduvai kloof, Tanzania, is belangrijk voor het begrijpen van de vroege mensachtige ontwikkeling. Hier zijn de oudste stenen werktuigen gevonden, evenals fossiele resten van vroege mensachtigen zoals Lucy.

Signup and view all the flashcards

Laatpaleolithicum

Een periode van grootschalige technologische en culturele verandering die zich voltrok in Noordwest-Europa tussen 45.000 en 35.000 jaar geleden.

Signup and view all the flashcards

Verandering in archaeologie

De anatomisch moderne mens arriveerde in Noordwest-Europa tijdens het Laatpaleolithicum en verving geleidelijk de Neanderthalers. Dit leidde tot aanzienlijke veranderingen in de archaeologische vondsten.

Signup and view all the flashcards

Wereldwijde verspreiding

De verspreiding van de anatomisch moderne mens vanuit Afrika over de hele wereld begon tijdens het LaaTpaleolithicum.

Signup and view all the flashcards

Koud klimaat

Het LaaTpaleolithicum vond plaats tijdens de tweede, zeer koude, helft van de laatste ijstijd.

Signup and view all the flashcards

Homo sapiens in het Middenpaleolithicum

De vondsten van het Middenpaleolithicum in Egypte duiden erop dat deze periode geassocieerd is met Homo sapiens.

Signup and view all the flashcards

Verschil tussen Neanderthalers en Homo sapiens

De vraag of Neanderthalers qua gedragscapaciteiten in vergelijking met Homo sapiens 'niet zo veel op ons leken' is een belangrijk onderwerp van discussie.

Signup and view all the flashcards

Tijdschaal van verandering

De precieze timing van de veranderingen in het laatpaleolithicum is complex. Sommige veranderingen lijken samen te vallen met het verschijnen van de anatomisch moderne mens en het verdwijnen van de Neanderthaler.

Signup and view all the flashcards

Migratie van Homo sapiens

De anatomisch moderne mens bereikte Australië tijdens het eerste deel van de laatste ijstijd en vervolgens Noord- en Zuid-Amerika via de Beringenstraat aan het einde van die ijstijd.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Pre- en protohistorie - Samenvatting

  • De termen pre- en protohistorie verwijzen naar een periode in het verleden van de mensheid waaruit geen geschreven bronnen beschikbaar zijn.
  • De wetenschappelijke discipline bestudeert menselijk gedrag en samenlevingen in deze periodes, gebaseerd op archeologisch onderzoek.
  • Er worden periodes omschreven aan de hand van hun culturele kenmerken, zoals de 'klokbekercultuur' of 'bronstijd'.
  • De periodes en samenlevingen worden aangeduid met plaatsnamen van opgravingslocaties waarover geschreven bronnen beschikbaar zijn.
  • Pas vanaf de ijzertijd kunnen historische namen aan de groepen worden toegekend.

Geschiedenis van de (prehistorische) archeologie

  • Impulsen voor het ontstaan van de prehistorie als wetenschap kwamen vanuit de geologie, de biologie, en ontwikkeling van een nationale identiteit.
  • Christian Thomsen introduceerde een driedeling van voorwerpen op basis van hun materiaal: stenen, bronzen en ijzeren items.
  • Jens Worsaae ontwikkelde een archeologische stratigrafiemethode, om de driedeling van Thomsen te bevestigen.
  • Oscar Montelius introduceerde een typologische methode in de 19de eeuw.
  • Deze methoden/impulsen gaven archeologen de mogelijkheid hun vondsten chronologisch te ordenen.

Cultuurhistorische benadering

  • Een archeologische cultuur wordt gevormd door artefacten die in een gebied voorkomen, gekenmerkt door dezelfde traditie of stijl en uit dezelfde periode.
  • De studie concentreert zich op de verbindingen, de verspreiding en ontstaan van culturen.

Processuele archeologie (New Archeology)

  • Een denkparadigma dat na de Tweede Wereldoorlog is ontstaan als reactie op voorgaande paradigma's.
  • Het creëren van een model om de aanpassingen van de mens aan de omgeving te verklaren.
  • De focus ligt op het reconstrueren en verklaren van processen en wetmatigheden.
  • Er is een shift in the focus from describing objects to explaining processes.
  • In deze benadering moet het sociale, technische, economische en ideologische systeem beschreven worden van een cultuur en hoe deze aan hun omgeving is aangepast.

Post-processuele benadering

  • Een reactie op de processuele benadering.
  • De focus is terug op de individuele mens en de historische context.
  • Nieuwe paradigma's kijken naar de materiële cultuur als een culturele expressie van de samenleving.
  • De materiële cultuur als een uiting van ideeën en overtuigingen.

Overzicht van bronnenmateriaal en bewaringstoestanden

  • Archeologische sites (abris-sous-roche en grotsites)
  • Openluchtnederzettingen
  • Afvalhopen
  • Begraafplaatsen
  • Depots

Artefacten

  • Lithische artefacten
  • Organische artefacten (been, ivoor, gewei)
  • Ceramiek
  • Glas
  • Metalen voorwerpen

Datering

  • Relatieve datering
  • Stratigrafie
  • Seriatie
  • Kruisdatering
  • Absolute datering (dendrochronologie, 14C-methode)

Mens en natuur

  • Evolutie van het milieu
  • Pleistoceen en Holoceen
  • Flora en fauna
  • Opvallende klimaatveranderingen
  • Aanpassing van de mens aan klimaatveranderingen

Anatomische evolutie van de mens

  • Plaats van de mens in het dierenrijk.
  • Paleontropologie (de wetenschap die de menselijke evolutie bestudeert).
  • Voorlopers van het geslacht Homo.
  • Homo-soorten (Homo habilis, Homo erectus, Homo neanderthalensis, Homo sapiens)
  • Verplaatsing van mensachtigen uit Afrika naar andere delen van de wereld.

Verschillende culturen (laatpaleolithicum)

  • Châtelperroniaan
  • Aurignaciaan
  • Gravettiaan
  • Solutreaan
  • Magdaleniaan

Middenneolithicum

  • De belangrijkste vindplaatsen in België
  • Karakteristieke werktuigen, keramiek en begravingsrituelen.
  • Ontwikkelingen die verband houden met sociaal-economische en technologische veranderingen.

Laatneolithicum

  • De belangrijkste culturen
  • Karakteristieke werktuigen, keramiek en begravingsriten
  • Ontwikkelingen die verband houden met sociaal-economische en technologische veranderingen.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

More Like This

Climate Change and Early Hunting
60 questions
Human History and Climate Change Insights
48 questions
Use Quizgecko on...
Browser
Browser