Mens-Milieu Geografie

Een economisch model waarin natuurlijke hulpbronnen schaars zijn geworden en niet langer onbeperkt beschikbaar zijn.

Economische groei die ten koste gaat van het milieu, wat leidt tot een afname van de levenskwaliteit op de lange termijn.

Het idee dat de fysieke omgeving bepaalt wat de mens doet en kan.

Het idee dat de mens de macht heeft om het milieu te beheersen en vorm te geven.

Een benadering waarbij de mens en de omgeving elkaar beïnvloeden.

Het huidige geologische tijdperk waarin de mens een dominante invloed heeft op het aardsysteem.

De ongelijke verdeling van kosten en baten van milieuverandering, met nadruk op de rol van machtsverhoudingen.

Het bestuderen en voorspellen van mogelijke toekomsten, rekening houdend met huidige trends en onzekerheden.

Een potentieel schadelijke gebeurtenis, fenomeen of menselijke activiteit die verlies van mensenlevens, verwondingen, schade aan eigendommen, verstoring van sociale en economische activiteiten of aantasting van het milieu kan veroorzaken.

De waarschijnlijkheid dat een gevaar zich voordoet en de mogelijke gevolgen daarvan.

De mate waarin een systeem, gemeenschap of individu vatbaar is voor schade door een bepaald gevaar.

De mate waarin een systeem, gemeenschap of individu in contact komt met een gevaar.

De mate waarin een systeem, gemeenschap of individu wordt beïnvloed door een gevaar.

Het vermogen van een systeem, gemeenschap of individu om zich aan te passen aan de effecten van een gevaar.

Het vermogen van een systeem, gemeenschap of individu om de effecten van een gevaar op te vangen.

Een gebied waar kennis wordt gebruikt om de potentiële risico's van natuurlijke gevaren, technische incidenten en menselijke activiteiten te beoordelen en te beheersen.

De manier waarop politieke, sociale en economische machtsverhoudingen de verdeling van de kosten en baten van milieuproblemen beïnvloeden.

De manier waarop milieuverandering bestaande machtsverhoudingen versterkt of verandert, en de invloed daarvan op de economie en politiek.

De rol van machtsverhoudingen in ecologische vraagstukken, bijvoorbeeld wie besluit over de bescherming van natuur of het gebruik van grondstoffen.

Ingrijpende veranderingen die nodig zijn om tot een duurzame toekomst te komen, met impact op energie, transport, landbouw, consumptie en andere aspecten van de samenleving.

De neiging om toekomstige beslissingen te laten leiden door de huidige belangen, waardoor alternatieve toekomstbeelden worden onderdrukt.

Een benadering die de subjectiviteit van toekomstbeelden benadrukt en de noodzaak om machtsstructuren te bevragen.

Een methode om de toekomst te voorspellen op basis van trends en data.

Een methode die begint met gewenste doelen en vervolgens de stappen identificeert die nodig zijn om deze te bereiken.

Het vermogen om arbeid te verrichten. Denk aan het bewegen van voorwerpen of het produceren van warmte.

De energie die een object heeft vanwege zijn positie of toestand. Bijvoorbeeld: een boek op een plank heeft potentiële energie vanwege de hoogte.

De energie van beweging. Bijvoorbeeld: een fietser die beweegt, heeft kinetische energie.

De energie die is opgeslagen in de chemische bindingen van moleculen. Bijvoorbeeld: de energie in fossiele brandstoffen zoals steenkool.

Een vorm van energie die wordt overgedragen van een object met een hogere temperatuur naar een object met een lagere temperatuur. Bijvoorbeeld: de warmte van een kachel naar de kamer.

De energie die geassocieerd wordt met de beweging van elektrische ladingen. Bijvoorbeeld: de energie die stroomt door een lamp.

Bronnen waaruit energie kan worden gewonnen. Deze kunnen hernieuwbaar zijn (zonlicht, wind) of niet-hernieuwbaar (fossiele brandstoffen).

Veranderingen in de manier waarop energie wordt opgewekt, gedistribueerd en gebruikt. Denk aan de verschuiving van fossiele brandstoffen naar duurzame energie.

De langetermijnverandering van het klimaat op aarde, voornamelijk veroorzaakt door menselijke activiteiten die de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer verhogen.

Computersimulaties die de processen van het klimaatsysteem nabootsen, zoals de interacties tussen de atmosfeer, oceanen, land, ijs en biosfeer.

Modellen die de interacties tussen menselijke en natuurlijke systemen integreren, zoals economische activiteiten, energiegebruik, landgebruik, emissies en klimaateffecten.

Verhalen over mogelijke toekomsten, gebruikt om de effecten van verschillende keuzes en onzekerheden te verkennen.

De noodzaak voor nieuwe infrastructuur (windparken, zonneparken, elektriciteitsnet), de integratie van duurzame energieopwekking in de bebouwde omgeving en de impact op landschappen.

De toenemende vraag naar elektriciteit en de decentrale opwekking van hernieuwbare energie leiden tot overbelasting van het elektriciteitsnet, wat investeringen in netverzwaring en slimme oplossingen vereist.

De energietransitie vereist strategische planning om de ruimtelijke en energetische aspecten te integreren, de belangen van verschillende stakeholders af te wegen en te zorgen voor een duurzame en rechtvaardige energietransformatie.

Het begrijpen van hoe de winning en consumptie van energie in de loop van de tijd het landschap heeft beïnvloed.

Een reeks aannames over toekomstige sociaaleconomische ontwikkelingen, zoals bevolkingsgroei, economische groei en technologische vooruitgang.

Een reeks aannames over de concentraties van broeikasgassen in de atmosfeer in de toekomst, van lage (RCP2.6) tot hoge (RCP8.5) concentraties.

Conceptuele kaders die onze perceptie van de wereld vormgeven en onze interpretatie van informatie beïnvloeden, inclusief hoe we klimaatverandering zien en oplossingen bedenken.

De studie van de aard van kennis over de toekomst en hoe deze kennis geconstrueerd wordt.

De manier waarop de rol van energie is veranderd in de Nederlandse ruimtelijke ordening in de context van de energietransitie.