Untitled
48 Questions
3 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Welke neurotransmitter onevenwichtigheid is het minst direct gerelateerd aan BPSD, op basis van het verstrekte materiaal?

  • Noradrenerge neurotransmissie
  • Serotonerge neurotransmissie
  • GABAerge neurotransmissie (correct)
  • Cholinerge neurotransmissie

Welke van de volgende hersengebieden vertoont GEEN geassocieerde afname in volume of metabolisme bij dementie-gerelateerde agitatie, ontremming en psychose?

  • De insula
  • De orbitale en dorsolaterale prefrontale cortex
  • De anterieure cingulaire cortex
  • De hippocampus (correct)

Welke van de volgende beweringen beschrijft het best de relatie tussen BPSD en de etiologie van dementie?

  • BPSD is direct gecorreleerd aan de progressie van Parkinson.
  • Multiple etiologieën, waaronder neurochemische onevenwichtigheden en omgevingsfactoren, zijn bijdragende factoren bij BPSD. (correct)
  • BPSD is uitsluitend het gevolg van omgevingsfactoren.
  • BPSD wordt alleen veroorzaakt door Alzheimer.

Welke van de volgende is GEEN directe component van het biopsychosociale model met betrekking tot BPSD?

<p>Sociale media invloed (C)</p> Signup and view all the answers

Welke bewering over de classificatie van BPSD is het meest nauwkeurig?

<p>BPSD kan worden ingedeeld in domeinen, waaronder cognitieve, motorische, verbale, emotionele en vegetatieve verstoringen. (D)</p> Signup and view all the answers

Hoe beïnvloedt premorbide neuroticisme de ontwikkeling van BPSD?

<p>Verhoogt de kans op het ontwikkelen van BPSD. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende omgevingsfactoren zou het meest waarschijnlijk bijdragen aan BPSD?

<p>Sensorische over- of onderprikkeling (C)</p> Signup and view all the answers

Een vermindering van het volume en een verminderd metabolisme in welke van de volgende hersengebieden zijn in verband gebracht met dementie-gerelateerde agitatie, ontremming en psychose?

<p>Temporale kwab (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen beschrijft het meest nauwkeurig de relatie tussen dementie en Major Neurocognitive Disorder (MND) zoals gedefinieerd door de DSM-5?

<p>Dementie is een algemene, informele term voor wat de DSM-5 formeel classificeert als Major Neurocognitive Disorder. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende factoren is het minst relevant bij de initiële beoordeling van een patiënt met vermoedelijke BPSD (Behavioral and Psychological Symptoms of Dementia)?

<p>Focus op dure en invasieve onderzoeken om zeldzame neurologische aandoeningen uit te sluiten. (B)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt met de ziekte van Alzheimer vertoont toenemende agitatie en verbale agressie. Welke benadering is in eerste instantie het minst geschikt?

<p>Onmiddellijk starten met een hooggedoseerd antipsychoticum om de symptomen snel te onderdrukken. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste reden voor het betrekken van een multidisciplinair team bij de behandeling van BPSD (Behavioral and Psychological Symptoms of Dementia)?

<p>Omdat verschillende disciplines elk een uniek perspectief en expertise inbrengen, wat resulteert in een meer uitgebreide en effectieve aanpak. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende interventies is het minst waarschijnlijk effectief bij de behandeling van apathie bij een patiënt met frontotemporale dementie?

<p>Het voorschrijven van cholinesteraseremmers om de cognitieve functie te verbeteren. (B)</p> Signup and view all the answers

Bij welke van de volgende vormen van dementie komen visuele hallucinaties het meest frequent voor?

<p>Lewy body dementie. (B)</p> Signup and view all the answers

Een mantelzorger van een persoon met dementie ervaart toenemende stress en burn-out. Welke van de volgende acties is het meest cruciaal om de mantelzorger te ondersteunen?

<p>Het verstrekken van informatie over beschikbare ondersteuningsdiensten, zoals respijtzorg, steungroepen en counseling. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen over farmacologische interventies bij BPSD (Behavioral and Psychological Symptoms of Dementia) is het meest correct?

<p>Het gebruik van medicatie bij BPSD moet altijd gepaard gaan met een zorgvuldige afweging van de risico's en voordelen, en moet worden gecombineerd met niet-farmacologische interventies. (A)</p> Signup and view all the answers

Een 8-weekse multicenter gerandomiseerde gecontroleerde studie toonde een vermindering van agitatie aan bij patiënten met dementie-gerelateerde agitatie door een stapsgewijs protocol voor empirische behandeling van pijn. Met welk percentage werd de agitatie verminderd in de interventiegroep?

<p>17% (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende topische therapieën wordt als veilig beschouwd voor de behandeling van pijn bij ouderen met BPSD?

<p>Methylsalicylaat crème (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende medicijnen dient men over het algemeen te vermijden bij de behandeling van pijn bij ouderen met BPSD vanwege een verhoogd risico op bijwerkingen?

<p>Spierverslappers (C)</p> Signup and view all the answers

Een arts overweegt opioïden voor een oudere patiënt met BPSD en nierinsufficiëntie. Welk opioïd zou de veiligste optie zijn volgens de gegeven informatie?

<p>Transdermale buprenorfine (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de maximaal aanbevolen dagelijkse dosis paracetamol voor ouderen als eerste stap in de behandeling van BPSD?

<p>3 gram (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen over de effectiviteit van tweedegeneratie antipsychotica bij de behandeling van agitatie en agressie bij BPSD is correct?

<p>De effect sizes van risperidon, olanzapine en aripiprazol zijn doorgaans klein, variërend van 0.15 tot 0.30. (D)</p> Signup and view all the answers

Bij de behandeling van BPSD, wanneer neuropathische pijn een rol speelt, welke van de volgende medicijnen kan dan nuttig zijn, ondanks het risico op vallen?

<p>Duloxetine (B)</p> Signup and view all the answers

Een arts behandelt een oudere patiënt met BPSD en overweegt een behandeling met een opioïd. Welke van de volgende factoren dient de arts in overweging te nemen bij de keuze van het opioïd om het risico op vallen te minimaliseren?

<p>Transdermale buprenorfine is de veiligste optie en verergert nierinsufficiëntie niet. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende bevindingen tijdens een lichamelijk onderzoek zou het meest waarschijnlijk wijzen op een acute medische aandoening als oorzaak van delirium bij een patiënt met dementie?

<p>Lokale neurologische uitvalsverschijnselen. (B)</p> Signup and view all the answers

Een geriatrische patiënt met dementie vertoont een plotselinge verandering in zijn mentale toestand en wordt onrustig. Welke van de volgende onderzoeken is het meest geschikt als eerste stap, volgens de tekst, om de oorzaak te bepalen?

<p>Volledige bloedtelling, elektrolytenonderzoek, lever- en nierfunctietesten, urineonderzoek, schildklierfunctietesten, toxicologische screening en een CT-scan van het hoofd. (A)</p> Signup and view all the answers

Volgens de herziene McGeer-criteria, voor welke specifieke symptomen van urineweginfectie (UWI) wordt diagnostische evaluatie en empirische therapie aanbevolen bij oudere patiënten met gedrags- en psychologische symptomen van dementie (BPSD)?

<p>Koorts, dysurie, suprapubische pijn of nieuwe en toegenomen mictiefrequentie, urgentie of incontinentie. (B)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt met dementie vertoont een plotselinge toename van agitatie en agressie. Welke van de eerste stappen is cruciaal om de veiligheid van de patiënt en anderen te waarborgen?

<p>Beoordelen of de patiënt agressief is geweest naar anderen en of dit letsel heeft veroorzaakt. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende factoren is essentieel om vast te stellen wanneer een patiënt met gedrags- en psychologische symptomen van dementie (BPSD) in een ziekenhuisomgeving moet worden opgenomen?

<p>Wanneer de patiënt zichzelf of anderen in gevaar brengt met agressief gedrag of basale zorg weigert. (A)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt met dementie vertoont een nieuwe verandering in mentale status. Welke bevinding zou het meest waarschijnlijk wijzen op delirium in plaats van een verergering van de onderliggende dementie?

<p>Fluctuerende niveaus van bewustzijn en aandacht. (B)</p> Signup and view all the answers

Langdurig personeel schrijft gedrags- en psychologische symptomen van dementie (BPSD) vaak toe aan urineweginfecties (UWI's). Wat is een belangrijk aandachtspunt dat in de tekst wordt benadrukt met betrekking tot deze toeschrijving?

<p>Het routinematig testen van urine kan leiden tot overdiagnose, onnodige antimicrobiële behandeling en de ontwikkeling van antibioticaresistentie. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de eerste prioriteit bij de beoordeling van een patiënt met gedrags- en psychologische symptomen van dementie (BPSD) in een acute setting?

<p>Het karakteriseren van de ernst en aard van de symptomen, met name de beoordeling van de veiligheid. (B)</p> Signup and view all the answers

Waarom is het vaststellen van een duidelijke basislijn cruciaal bij de behandeling van BPSD (Behavioral and Psychological Symptoms of Dementia)?

<p>Omdat de beoordeling van BPSD subjectief is en de symptomen kunnen fluctueren, waardoor een basislijn essentieel is om behandelingseffecten accuraat te beoordelen. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke bewering over de Neuropsychiatric Inventory (NPI) is NIET correct?

<p>De NPI evalueert cognitieve functies zoals geheugen en oriëntatie. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen beschrijft het meest nauwkeurig het gebruik van de Cohen-Mansfield Agitation Inventory (CMAI)?

<p>De CMAI is specifiek ontworpen om alleen geagiteerd gedrag te evalueren, onderverdeeld in verschillende categorieën. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste reden om zorgverleners te vragen een dagboek of kalender bij te houden om BPSD te registreren?

<p>Om een nauwkeuriger beeld te krijgen van de frequentie en ernst van de symptomen door middel van prospectieve registratie. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende factoren is het MINST relevant bij het bepalen van de aanpak voor het behandelen van BPSD?

<p>De voorkeur van de arts voor een bepaalde medicatie. (C)</p> Signup and view all the answers

Waarom is het belangrijk om de psychiatrische voorgeschiedenis en het middelengebruik van een patiënt met BPSD te beoordelen?

<p>Om te bepalen of de huidige symptomen mogelijk worden veroorzaakt of verergerd door een onderliggende psychiatrische aandoening of middelengebruik. (A)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt met dementie vertoont agitatie en agressie jegens zijn verzorgers tijdens het aankleden. Welke van de volgende benaderingen is het meest geschikt om de ernst en frequentie van dit gedrag te kwantificeren, rekening houdend met de beschikbare instrumenten?

<p>De verzorgers vragen om bij te houden hoe vaak en hoe intens de agressieve episodes zijn tijdens het aankleden, en de mate van distress die dit veroorzaakt op een schaal van 0 tot 10 te beoordelen. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen over het gebruik van gestandaardiseerde instrumenten zoals de NPI en BEHAVE-AD is het meest accuraat in de context van de dagelijkse klinische praktijk, gezien hun complexiteit en tijdsintensiviteit?

<p>Hoewel de NPI en BEHAVE-AD gouden standaarden zijn, is het in de klinische praktijk redelijk om alternatieve methoden te gebruiken, zoals het gedetailleerd bevragen van de verzorgers over specifieke symptomen en het kwantificeren van hun frequentie en impact. (D)</p> Signup and view all the answers

Waarom is het cruciaal om niet-farmacologische interventies en andere farmacologische benaderingen zoals SSRI's te overwegen voordat antipsychotica worden ingezet bij BPSD?

<p>Vanwege de aanzienlijke risico's op bijwerkingen en sterfte, zoals aangegeven door de FDA's black box warning, geassocieerd met het gebruik van antipsychotica bij ouderen met dementie. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen met betrekking tot het gebruik van antipsychotica bij Lewy body dementie en dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson is het meest nauwkeurig?

<p>Clinici moeten het gebruik van alle antipsychotica vermijden bij Lewy body dementie en dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson, behalve Quetiapine, Pimavanserine en Clozapine, vanwege het potentieel om motorische symptomen te verergeren. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de juiste handelwijze met betrekking tot het monitoren van patiënten die antipsychotische medicatie krijgen voorgeschreven voor BPSD?

<p>Patiënten moeten worden gecontroleerd op bijwerkingen op de motoriek, en periodieke pogingen (elke 3 tot 6 maanden) om de medicatie af te bouwen en te stoppen zijn noodzakelijk. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijke overweging met betrekking tot Pimavanserine bij de behandeling van psychose gerelateerd aan de ziekte van Parkinson?

<p>Pimavanserine verlengt het QT-interval en draagt dezelfde black box warning betreffende een verhoogd risico op sterfte bij geriatrische patiënten met dementie. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke factor speelt een rol bij het bepalen of het stoppen met antipsychotica succesvol zal zijn bij patiënten met BPSD?

<p>Of een patiënt al dan niet ernstige symptomen heeft gehad. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste verschil in de aanpak van BPSD bij patiënten met Lewy body dementie in vergelijking met andere vormen van dementie?

<p>Bepaalde antipsychotica anders dan Quetiapine, Pimavanserine en Clozapine moeten worden vermeden bij Lewy body dementie vanwege het potentieel om motorische symptomen te verergeren. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste implicatie van de FDA's black box warning met betrekking tot antipsychotica die worden gebruikt bij oudere patiënten met dementie?

<p>Antipsychotica mogen pas worden overwogen nadat niet-farmacologische interventies en andere pharmacological benaderingen zijn uitgeput, vanwege het verhoogde risico op sterfte. (C)</p> Signup and view all the answers

Welk aspect van Clozapine vereist speciale aandacht bij het voorschrijven voor BPSD?

<p>Clozapine vereist speciale monitoring en rapportage vanwege het risico op ernstige bijwerkingen, zoals agranulocytose. (C)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Wat is dementie?

Een term voor wat formeel een belangrijke neurocognitieve stoornis (MND) wordt genoemd, zoals gedefinieerd door de DSM-5.

Hoe wordt dementie gediagnosticeerd?

Cognitieve achteruitgang en verlies van functioneren (verminderd vermogen om dagelijkse taken uit te voeren).

Mogelijke oorzaken van dementie?

Alzheimer, vasculaire dementie, frontotemporale dementie, Lewy body dementie en de ziekte van Parkinson.

Wat zijn BPSD?

Neuropsychiatrische verstoringen zoals agitatie, agressie, depressie en apathie bij dementie patiënten.

Signup and view all the flashcards

Voorbeelden van BPSD

Agitatie, agressie, depressie en apathie.

Signup and view all the flashcards

Gevolgen van BPSD

Functioneel verlies en verminderde kwaliteit van leven.

Signup and view all the flashcards

Hoe worden BPSD behandeld?

Ondersteunende, niet-farmacologische en farmacologische interventies.

Signup and view all the flashcards

Waarom is het belangrijk om BPSD te behandelen?

Het verbeteren van de prognose, het verminderen van institutionalisering en het verbeteren van het welzijn van de mantelzorger.

Signup and view all the flashcards

Dementie Syndroom

Een syndroom dat cognitieve en gedragsmatige symptomen omvat, geassocieerd met verschillende vormen van dementie.

Signup and view all the flashcards

BPSD (Gedrags- en Psychologische Symptomen van Dementie)

Neuropsychiatrische symptomen (zoals wanen, apathie, angst) die optreden bij dementie.

Signup and view all the flashcards

Veel voorkomende oorzaken van dementie

Alzheimer dementie, vasculaire dementie, frontotemporale dementie, Lewy body dementie, en de ziekte van Parkinson.

Signup and view all the flashcards

5 Domeinen van BPSD

Cognitief/perceptueel, motorisch, verbaal, emotioneel en vegetatief.

Signup and view all the flashcards

Biopsychosociaal Model van BPSD

Een model dat stelt dat BPSD voortkomt uit de interactie tussen iemands biologie, ervaringen en omgeving.

Signup and view all the flashcards

Neurobiologische Correlaten van BPSD

Vermindering van volume en metabolisme in hersengebieden die emoties, zelfbewustzijn en waarneming reguleren.

Signup and view all the flashcards

Neurotransmitters betrokken bij BPSD

Cholinerge, noradrenerge, dopaminerge, serotonerge en glutamaterge systemen.

Signup and view all the flashcards

Niet-biologische Determinanten van BPSD

Neuroticisme, pre-morbide PTSS, problematische communicatie met verzorgers en omgevingsfactoren.

Signup and view all the flashcards

Veranderd bewustzijn

Verandering in bewustzijnsniveau (bijv. slaperigheid of hyperalertheid).

Signup and view all the flashcards

Lichamelijke bevindingen die wijzen op delirium

Koorts, zuurstoftekort, buikpijn, vochtophoping, ontsteking of neurologische problemen.

Signup and view all the flashcards

Eerste onderzoeken bij acute verandering in gedrag

Bloedonderzoek, elektrolyten, lever- en nierfunctie, urineonderzoek, schildklierfunctie, toxicologisch onderzoek en CT-scan van het hoofd.

Signup and view all the flashcards

Revisie McGeer criteria (UTI)

Koorts, pijn bij het plassen, pijn boven het schaambeen, nieuwe of toegenomen frequentie, urgentie of incontinentie.

Signup and view all the flashcards

Prioriteit bij beoordeling van BPSD

Bepaal de ernst en aard van de symptomen.

Signup and view all the flashcards

Vraag over agressie

Heeft de patiënt anderen aangevallen en verwond?

Signup and view all the flashcards

Risico voor gezondheid/veiligheid

Wordt de gezondheid of veiligheid van de patiënt bedreigd door het weigeren van basisbehoeften?

Signup and view all the flashcards

Oorzaken van delirium

Medische aandoening, medicatie of intoxicatie/ontwenning.

Signup and view all the flashcards

Psychiatrische geschiedenis

Verzamelen van informatie over psychische aandoeningen en middelengebruik in het verleden van de patiënt.

Signup and view all the flashcards

Substantiegebruik

Vraag de verzorgers naar het gebruik van alcohol, cannabis, niet-voorgeschreven medicijnen of illegale drugs door de patiënt.

Signup and view all the flashcards

Baseline creëren

Een duidelijke basislijn vaststellen om de effecten van de behandeling te kunnen beoordelen, gezien BPSD kunnen fluctueren en de beoordeling subjectief is.

Signup and view all the flashcards

Neuropsychiatrische Inventaris (NPI)

Een gestandaardiseerd instrument dat gebruikt kan worden voor de beoordeling van BPSD.

Signup and view all the flashcards

Behavioral Pathology in Alzheimer Disease Rating Scale (BEHAVE-AD)

Een ander gestandaardiseerd instrument dat gebruikt kan worden voor de beoordeling van BPSD.

Signup and view all the flashcards

NPI Domeinen

Evalueert wanen, hallucinaties, agitatie, agressie, depressie, angst, apathie, ontremming, prikkelbaarheid, slaapstoornissen en eetstoornissen.

Signup and view all the flashcards

BEHAVE-AD Domeinen

Evalueert wanen, hallucinaties, activiteit stoornissen, agressie, dag-nachtritme stoornissen, depressie en angst.

Signup and view all the flashcards

Cohen-Mansfield Agitation Inventory (CMAI)

Een inventaris die specifiek agiteert gedrag evalueert en verdeelt in fysiek, verbaal, agressief of niet-agressief.

Signup and view all the flashcards

Stapsgewijs protocol tegen pijn bij dementie

Een protocol voor empirische behandeling van pijn bij patiënten met agitatie gerelateerd aan dementie.

Signup and view all the flashcards

Effect van pijnbehandeling op agitatie

Vermindering van agitatie zonder nadelige effecten op cognitie of fysiek functioneren.

Signup and view all the flashcards

Eerste stap bij de behandeling van BPSD

Het empirisch behandelen van bekende of potentiële pijn als een eerste stap bij BPSD.

Signup and view all the flashcards

Aanbevolen dosering paracetamol bij ouderen

Maximaal 3 g/dag bij ouderen.

Signup and view all the flashcards

Voorbeelden van veilige topische therapieën

Transdermale lidocaïne, diclofenac gel of methylsalicylaatcrème.

Signup and view all the flashcards

Medicatie bij neuropathische pijn

Duloxetine, gabapentine of pregabaline.

Signup and view all the flashcards

Risico van spierverslappers, NSAID's en TCA's

Ze kunnen bijdragen aan vallen en fracturen.

Signup and view all the flashcards

Tweede generatie antipsychotica bij agitatie

Risperidon, olanzapine, quetiapine en aripiprazol.

Signup and view all the flashcards

FDA 'Black Box' waarschuwing

Een verhoogd risico op overlijden bij oudere patiënten met dementie die antipsychotica krijgen.

Signup and view all the flashcards

Alternatieven voor antipsychotica bij BPSD

Niet-medicamenteuze interventies en SSRI's.

Signup and view all the flashcards

Antipsychotica startdoseringen bij BPSD

Aripiprazol, Olanzapine, Quetiapine, Risperidon.

Signup and view all the flashcards

Hoe vaak doses verhogen?

Elke 2 weken op basis van beoordelingen van verzorgers.

Signup and view all the flashcards

Antipsychotica bij Lewy body dementie/Parkinson

Quetiapine, Pimavanserin en Clozapine.

Signup and view all the flashcards

Clozapine bijzonderheden

Vereist speciale monitoring en rapportage.

Signup and view all the flashcards

Risico's van Pimavanserine

Verlengt het QT-interval en verhoogt het risico op overlijden bij ouderen met dementie.

Signup and view all the flashcards

Hoe vaak tapering proberen?

Om de 3 tot 6 maanden.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Gedrags- en psychologische symptomen bij dementie (BPSD)

  • Dementie is een informele term voor wat formeel een ernstige neurocognitieve stoornis wordt genoemd, zoals gedefinieerd door de Diagnostic and Statistical Manual 5e editie (DSM-5).
  • Dementie wordt gediagnosticeerd door cognitieve achteruitgang en functieverlies (verminderd vermogen om dagelijkse taken uit te voeren).
  • Mogelijke oorzaken van dementie zijn onder meer de ziekte van Alzheimer, vasculaire dementie, frontotemporale dementie, Lewy body dementie en de ziekte van Parkinson.
  • BPSD omvatten een reeks neuropsychiatrische stoornissen die kunnen leiden tot functioneel verlies en een verminderde kwaliteit van leven.
  • Ondersteunende, niet-farmacologische en farmacologische interventies verbeteren de symptomen ondanks het ontbreken van een onmiddellijke oplossing.
  • De activiteit richt zich op verstoringen zoals agitatie, agressie, depressie en apathie en biedt kennis voor het verbeteren van de patiëntenzorg bij mensen met dementie.
  • De neurocognitieve focus is op de voorgeschiedenis en het lichamelijk onderzoek, met extra begeleiding over welke tekorten als beheersbaar worden beschouwd en welke als noodsituaties worden beschouwd.
  • Klinische medewerkers verwerven waardevolle vaardigheden om de complexiteit van BPSD te navigeren, wat de prognose, institutionalisering en het welzijn van de mantelzorger beïnvloedt.
  • Het interdisciplinaire team is uitgerust om de resultaten te verbeteren voor patiënten die worstelen met BPSD.

Doelstellingen

  • Evalueer de omgevings-, psychosociale en medische factoren die kunnen bijdragen aan gedrags- en psychologische symptomen van dementie.
  • Identificeer evidence-based behandelingsinterventies voor gedrags- en psychologische symptomen van dementie.
  • Creëer een systematische strategie voor het evalueren en beheersen van gedrags- en psychologische symptomen van dementie.
  • Leg het belang uit van samenwerking en communicatie tussen het interdisciplinaire team bij het verbeteren van de resultaten voor patiënten die worden getroffen door gedrags- en psychologische symptomen van dementie.

Inleiding

  • Gedrags- en psychologische symptomen van dementie (BPSD) zijn neuropsychiatrische symptomen die gepaard gaan met het dementiesyndroom, zoals wanen, hallucinaties, apathie, angst, depressie of ontremming.
  • BPSD-symptomen komen veel voor en kunnen de prognose en behandeling van dementie aanzienlijk beïnvloeden.
  • BPSD omvat emotionele, perceptuele en gedragsstoornissen die vergelijkbaar zijn met die bij psychiatrische stoornissen.
  • Het kan klinisch nuttig zijn om ze in 5 domeinen te classificeren:
    • cognitief of perceptueel (wanen, hallucinaties)
    • motorisch (ijsberen, dwalen, herhaaldelijke bewegingen, fysieke agressie)
    • verbaal (schreeuwen, roepen, repetitieve spraak, verbale agressie)
    • emotioneel (euforie, depressie, apathie, angst, prikkelbaarheid)
    • vegetatief (slaap- en eetluststoornissen).

Etiologie

  • Er is geen enkele oorzaak van BPSD bekend.
  • Een biopsychosociaal model suggereert dat neuropsychiatrische symptomen verband houden met interacties tussen de biologie, eerdere ervaringen en de huidige omgeving van een individu.
  • Dementiegerelateerde agitatie, ontremming en psychose worden in verband gebracht met volumevermindering en een verminderd metabolisme in de orbitofrontale en dorsolaterale prefrontale cortex, de anterieure cingulate, de insula en de temporale lobben.
  • Deze hersengebieden spelen een rol bij emotionele regulatie, zelfbewustzijn en perceptie.
  • BPSD correleert ook met onevenwichtigheden in cholinerge, noradrenerge, dopaminerge, serotonerge en glutamaterge neurotransmissie. Deze bevindingen zijn voorlopig en voornamelijk gerelateerd aan de ziekte van Alzheimer, en ondersteunen sommige van de farmacotherapieën die momenteel worden gebruikt om BPSD te behandelen.
  • Een overzicht van niet-biologische determinanten van BPSD wees op pre-morbide neuroticisme (een persoonlijkheidstrek die wordt gekenmerkt door een neiging om te reageren op uitdagingen met overdreven negatieve emoties zoals angst, depressie en woede), pre-morbide posttraumatische stressstoornis, problematische communicatiestijlen van zorgverleners en omgevingsfactoren (sensorische over- of onderstimulatie, of omgevingen die te warm, koud of luidruchtig zijn) dragen ook bij aan BPSD.
  • Vanuit een theoretisch perspectief zijn er 3 hoofdcategorieën van omgevingsbijdragen beschreven:
    • onvervulde behoeften (aan voedsel, vocht, gezelschap)
    • gedrag of leren (wanneer ongewenst gedrag onbedoeld wordt bekrachtigd, bijvoorbeeld door aandacht te geven wanneer een patiënt roept)
    • mismatch tussen patiënt en omgeving (wanneer de verwachtingen van een zorgverlener het vermogen van een patiënt overschrijden).

Epidemiologie

  • In 2016 was de wereldwijde prevalentie van dementie ongeveer 43,8 miljoen, een stijging van 117% ten opzichte van 1990 en 28,8 miljoen invaliditeits-aangepaste levensjaren (DALY), en was het 's werelds vijfde belangrijkste doodsoorzaak.
  • Tot 97% van de individuen met dementie die in de gemeenschap wonen, zal op enig moment BPSD ontwikkelen, meestal depressie of apathie, hoewel wanen, agitatie en afwijkend motorisch gedrag (bijv. friemelen, repetitief gedrag, dwalen) voorkomen bij ongeveer een derde van de patiënten.
  • De symptoomernst neemt toe met de tijd en correleert met institutionalisering.
  • Hoewel weinig studies BPSD-symptomen hebben gekarakteriseerd op basis van de etiologie van dementie, komen wanen vaak voor bij de ziekte van Alzheimer, depressie en apathie bij vasculaire dementie, en ontremming en eetstoornissen bij frontotemporale dementie.

Anamnese en lichamelijk onderzoek

  • Het doel van een anamnese bij patiënten met BPSD is het vaststellen van prioriteiten met betrekking tot de aard en urgentie van interventies, het karakteriseren van de symptomen en het identificeren van omkeerbare verergerende factoren.
  • Deze factoren omvatten omgevingskenmerken, medicatie, ongemak, middelengebruik en pre-morbide psychiatrische stoornissen.
  • Het lichamelijk onderzoek is gericht op het bevestigen van historische gegevens en het identificeren van alternatieve of bijdragende psychiatrische of medische aandoeningen.
  • Gedragsstoornissen komen vaak 's avonds voor en staan bekend als 'sundowning'.
  • Sommige studies suggereren dat dit fenomeen tot tweederde van de patiënten met dementie treft.
  • Een van de meest voorkomende psychiatrische gevolgen die bij deze demografische groep worden waargenomen, zijn wanen.
  • Vaak bestaan de wanen uit paranoïde thema's, zoals bij het Capgras-syndroom en het Othello-syndroom.
  • Hallucinaties komen minder vaak voor dan wanen, met schattingen van slechts 7% bij aanvang. Verdere symptomen die leiden tot daaropvolgende ziekenhuisopnames zijn agitatie, agressie, dwalen, apathie, ontremming, slaapstoornissen en depressie.
  • Het lichamelijk onderzoek kan de symptomen documenteren, hoewel deze meestal intermitterend zijn.
  • De primaire rol van het lichamelijk onderzoek is het identificeren van factoren die kunnen bijdragen aan het verergeren van BPSD, zoals een gesuperponeerd delirium of ongemak.
  • Het onderzoek kan bijvoorbeeld een veranderd bewustzijnsniveau (slaperigheid of hyperalertheid), kenmerken van delirium, of grimas en bescherming, wat pijn suggereert, onthullen.
  • Fysieke bevindingen zoals koorts, hypoxie, abdominale gevoeligheid, vochtophoping, ontsteking of lokaliserende neurologische tekorten kunnen wijzen op een acute medische aandoening die delirium veroorzaakt.

Evaluatie

  • Tenzij gegevens uit de anamnese of het lichamelijk onderzoek alternatieve oorzaken suggereren, is evaluatie met laboratoriumonderzoek of beeldvorming niet noodzakelijk voor patiënten met dementie die zich presenteren met geleidelijk verergerende BPSD.
  • Acuut of subacuut begin van symptomen zou basisstudies moeten uitlokken (meestal volledig bloedbeeld, elektrolyten, evaluatie van lever- en nierfunctie, urineonderzoek, schildklierfunctietests, toxicologiescreening en CT van het hoofd) om oorzaken van delirium te evalueren.
  • Medewerkers die al lang in dienst zijn, schrijven BPSD vaak toe aan urineweginfecties; de prevalentie van bacteriurie is echter tot 50% in institutionele settings, en routineonderzoek kan leiden tot overdiagnose, onnodige antimicrobiële behandeling en de ontwikkeling van antibioticaresistentie. Volgens de herziene McGeer-criteria moeten diagnostische evaluatie en empirische therapie worden beperkt tot patiënten met koorts, dysurie, suprapubische pijn of nieuwe en verhoogde urinefrequentie, urgentie of incontinentie.
  • Met andere woorden, symptomen van een urineweginfectie, niet alleen bewijs van bacteriën in urine-analyse of -kweek.
  • Andere auteurs hebben gesuggereerd dat kweek en behandeling kunnen worden gestart op basis van een acute verandering in de mentale toestand met positieve resultaten op een urine-analyse.

Prioriteiten stellen

  • De prioriteit is het karakteriseren van de ernst en de aard van de symptomen; patiënten die zichzelf of anderen in gevaar brengen met agressief gedrag of het weigeren van basiszorg vereisen een intensievere behandeling, inclusief ziekenhuisopname. Daarom moet de anamnese beginnen met een beoordeling van de veiligheid.
    • Is de patiënt agressief geweest tegenover anderen, en zo ja, heeft dit letsel veroorzaakt?
    • Hebben ze schade aan eigendommen veroorzaakt?
    • Riskeren ze hun gezondheid of veiligheid door basishygiëne, voedsel of vocht te weigeren?
  • Een andere prioriteit is het identificeren van delirium, dat per definitie wordt veroorzaakt door een medische aandoening, medicatie of niet-voorgeschreven CNS-actieve substantie-intoxicatie of -ontwenning, omdat dit een snelle medische beoordeling en behandeling vereist.
  • Als delirium wordt vastgesteld, heeft de patiënt een grondige medische beoordeling nodig, die het best kan worden uitgevoerd in een intramurale setting.

Symptomen karakteriseren

  • Zorgverleners moeten worden gevraagd te beschrijven wat ze zien in plaats van algemene termen te gebruiken zoals "agitatie" of "depressie", die verschillende betekenissen kunnen hebben voor verschillende waarnemers.
  • Andere essentiële elementen van de voorgeschiedenis zijn het begin (d.w.z. acuut, subacuut of chronisch of progressief), frequentie, timing en traject van de verstoringen en eventuele relatie met omgevingsveranderingen of medicatiewijzigingen.
  • Er kan een tijdelijke relatie bestaan met gebeurtenissen zoals een verandering in de omgeving (bijv. verhuizing van huis naar een verpleeghuis) of symptomen kunnen verergeren 's avonds, na familiebezoek, of bij het verlenen van persoonlijke verzorging.

Medicatie beoordelen

  • Clinici moeten zorgverleners vragen naar eventuele medicatieveranderingen in de weken voorafgaand aan het begin of de verergering van BPSD.
  • Patiënten met dementie zijn vatbaar voor de effecten van medicatie op het centrale zenuwstelsel (CZS), en niet alle schuldige medicatie zijn gemakkelijk te herkennen.
  • Naast de welbekende bijwerkingen van blaasspasmenremmers en histamine-antagonisten op cognitie en gedrag, kunnen antidepressiva, benzodiazepines, digoxine, levetiracetam en spierverslappers bijdragen aan zowel agitatie als apathie.
  • Medicatieontwenning, vooral van antidepressiva, benzodiazepines of opioïden, kan ook bijdragen aan BPSD.
  • Akathisie van antipsychotica, inclusief tweedegeneratie antipsychotica, moet worden overwogen, vooral bij patiënten bij wie de symptomen verergeren ondanks het verhogen van de doses van deze medicatie.

Troost beoordelen

  • De evaluatie van de functiesystemen moet ongemakkelijke fysieke symptomen aanpakken, waaronder pijn, obstipatie en urineretentie.
  • Omdat pijn aanwezig is bij 46% tot 56% van de patiënten met dementie, is de aanwezigheid van pijn geassocieerd met verhoogde BPSD.
  • De medische voorgeschiedenis moet een beoordeling bevatten voor pijnlijke aandoeningen (bijv. neuropathie, artrose, perifere vasculaire ziekte), en zorgverleners moeten worden gevraagd naar de door de patiënt zelf gerapporteerde pijn en non-verbale tekenen van pijn, omdat patiënten met dementie non-verbale tekenen kunnen vertonen die ze niet uiten.
  • De Pain Assessment in Advanced Dementia (PAINAD) of Face, Legs, Activity, Cry, Consolability (FLACC) schalen zijn betrouwbare en valide hulpmiddelen voor het objectief evalueren en volgen van pijn.
  • De meeste ziekenhuizen en sommige verpleeghuizen gebruiken een van deze instrumenten, en ook familieleden kunnen worden getraind.
  • Psychiatrische voorgeschiedenis en middelengebruik beoordelen; zorgverleners moeten worden bevraagd over de voorgeschiedenis van psychiatrische stoornissen, vooral psychotische, stemmings-, angst- en posttraumatische stressstoornissen, en of de patiënt alcohol, cannabis, niet-voorgeschreven medicatie of illegale drugs gebruikt.

Een basislijn creëren

  • Omdat BPSD kan fluctueren en de beoordeling ervan subjectief is, is het van cruciaal belang om een duidelijke basislijn vast te stellen voor het beoordelen van behandelingseffecten.
  • Voor algehele BPSD kunnen clinici een gestandaardiseerd instrument gebruiken, zoals de Neuropsychiatric Inventory (NPI) of de Behavioral Pathology in Alzheimer Disease Rating Scale (BEHAVE-AD).
  • Beide zijn gebaseerd op gestructureerde interviews met zorgverleners en worden uitgebreid gebruikt in onderzoek, met vergelijkbare prestaties bij het detecteren van algehele veranderingen.
  • De NPI evalueert wanen, hallucinaties, agitatie, agressie, depressie, dysforie, angst, euforie, apathie, ontremming, prikkelbaarheid, emotionele labiliteit, afwijkend motorisch gedrag, slaapstoornissen en stoornissen in de eetlust of het eten.
  • Voor elk domein wordt zorgverleners gevraagd om de frequentie, ernst en mate van stress over een periode die door de interviewer wordt gespecificeerd te beoordelen.
  • De BEHAVE-AD domeinen omvatten wanen, hallucinaties, activiteitsstoornissen, agressie, verstoringen van het dag- en nachtritme, huilen, depressie en angst.
  • Zorgverleners wordt gevraagd om voor elk symptoom de ernst over de afgelopen 2 weken te beoordelen, een algehele beoordeling van de symptoomernst te geven en het meest lastige symptoom te identificeren.
  • De Cohen-Mansfield Agitation Inventory (CMAI) evalueert specifiek alleen geagiteerde gedragingen en verdeelt ze in 4 categorieën, afhankelijk van of ze fysiek, verbaal, agressief of niet-agressief zijn.
  • Hoewel de NPI, BEHAVE-AD en CMAI gouden standaarden zijn voor het evalueren van BPSD, zijn ze tijdrovend, en een redelijk alternatief in de klinische praktijk is om zorgverleners te vragen een problematisch symptoom te beschrijven, de frequentie ervan te kwantificeren en de mate van stress die het veroorzaakt te beoordelen.
  • Een symptoom kan bijvoorbeeld worden beschreven als "me wegduwen als ik haar probeer te douchen" en vervolgens worden gekwantificeerd door het percentage van de badtijd dat dit voorkomt (bijv. 75% van de tijd) en het stressniveau dat het veroorzaakt voor de zorgverlener (bijv. 7 op een schaal van 0 tot 10).
  • Zorgverleners een kalender of notitieboek laten gebruiken om een dagelijks prospectief dagboek bij te houden is de beste manier om nauwkeurige informatie te krijgen; idealiter moet dit plaatsvinden vóór elke interventie gedurende minstens 3 dagen en vervolgens worden herhaald na de interventie.

Behandeling / Begeleiding

  • Het beheer van BPSD omvat het kiezen van een geschikte setting, het behandelen van ongemak, het implementeren van niet-farmacologische interventies en het systematisch uitvoeren van evidence-based farmacologische therapieën indien nodig.
  • Tenzij patiënten zichzelf of anderen in gevaar brengen, moeten interventies pas beginnen nadat een basislijn is vastgesteld door het identificeren en kwantificeren van doelsymptomen.

Een geschikte instelling kiezen

  • De eerste stap in het beheer is het beslissen over de juiste instelling voor behandeling en het aanpakken van veiligheidsproblemen.
  • Patiënten met delirium kunnen het best in een ziekenhuis worden behandeld om de medische evaluatie te vergemakkelijken, omdat parenterale medicatie mogelijk vereist is.
  • Verwijzing naar een geriatrische psychiatrie-eenheid is geschikt voor medisch stabiele patiënten die zichzelf of anderen in gevaar brengen (agressie met letsel of vermogen om letsel te veroorzaken, het weigeren van vocht of basishygiëne, zelfmoordgedrag), vooral als farmacotherapie wordt geweigerd of niet effectief is.
  • In afwachting van overplaatsing vereisen patiënten die gevaarlijk zijn voor zichzelf of anderen monitoring met een-op-een observatie, en behandeling met antipsychotische medicatie is meestal noodzakelijk, na een risico- of voordeelbespreking met hun plaatsvervangers of voogden.

Ongemak behandelen

  • Vóór BPSD-specifieke interventies moeten alle patiënten worden beoordeeld en behandeld voor oorzaken van ongemak (bijv. pijn, obstipatie, urineretentie, kamertemperatuur), zoals hierboven beschreven en op de juiste manier behandeld.

Niet-farmacologische interventies voor BPSD

  • De volgende stap in het beheer is het implementeren van niet-farmacologische interventies, die voldoende kunnen zijn voor milde BPSD en altijd gepaard moeten gaan met farmacotherapie. Geriatrische organisaties en experts pleiten voor het gebruik van niet-farmacologische interventies voor BPSD.
  • Een meta-analyse van 10 gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken bij patiënten met matige tot ernstige dementie vond echter geen voordeel, behalve voor muziektherapie bij het verminderen van algemene BPSD en massagetherapie bij het verminderen van depressie.
  • Zorgverlenerstraining: Deze meta-analyse sloot interventies uit die zich richtten op zorgverlenerstraining, waardoor een reeks BPSD effectief werd verminderd en het welzijn van de zorgverlener werd verbeterd. Zorgverlenerstraining richt zich op het begrijpen van gedragsstoornissen als reacties op ongemak, onvervulde behoeften of pogingen om te communiceren, het creëren van rustgevende omgevingen met optimale stimulatieniveaus en het reageren op patiënten op manieren die problematisch gedrag de-escaleren (bijv. afleiding, het geven van patiënten duidelijke instructies en eenvoudige keuzes, het niet belonen van de gedragingen).
  • De Alzheimer Association biedt online educatieve modules en persoonlijke trainingen, waardoor professionele en peer-support voor zorgverleners wordt geboden.
  • Voor patiënten bij wie BPSD voornamelijk optreedt tijdens persoonlijke verzorging, toonde een gerandomiseerd, multi-site cross-over onderzoek aan dat training van zorgverleners om een protocol genaamd Baden zonder strijd (beschikbaar online) te leveren, agitatie, badtijd en antipsychoticagebruik verminderde.
  • Andere niet-farmacologische benaderingen: Hoewel niet-farmacologische interventies anders dan zorgverlenerstraining en muziektherapie niet consistent effectief zijn gebleken voor behaalde voordelen voor BPSD in gerandomiseerde, gecontroleerde onderzoeken, kunnen ze individuele patiënten ten goede komen en, in tegenstelling tot medicatie, zelden nadelige effecten hebben.
  • Deze omvatten aromatherapie, helderlichttherapie om circadiane stoornissen te verminderen, massage, multisensorische stimulatie en herinneringstherapie, waarbij patiënten hun verleden beoordelen via gesprekken, foto's of muziek.
  • Sommige interventies met anekdotische effectiviteit voor agitatie zijn onder meer het geven van patiënten eenvoudige taken om uit te voeren, zoals het vouwen van wasgoed of het gebruik van drukke quilts (lapquilts met opwindende objecten zoals ritsen, klittenband, kralen, bandjes, enz.) en verzwaarde dekens (vergelijkbaar met die gebruikt om kinderen met pervasieve ontwikkelingsstoornissen te kalmeren).
  • Een klinisch onderzoek (ClinicalTrials.gov ID NCT03643991) is momenteel aan de gang om het laatste te evalueren.
  • Over het algemeen worden niet-farmacologische benaderingen goed verdragen, maar in zeldzame gevallen is verergering van de agitatie opgetreden bij muziektherapie.

Farmacologische interventies voor agitatie en agressie

  • Psychotrope medicatie worden vaak gebruikt om BPSD te behandelen, hoewel de belasting van neveneffecten hoog is en de voordelen bescheiden zijn.
  • Dwalen en repetitieve vocalisaties reageren zelden op farmacotherapie en kunnen het best worden aangepakt met niet-farmacologische maatregelen.
  • Farmacologische benaderingen verschillen afhankelijk v

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

More Like This

Untitled Quiz
6 questions

Untitled Quiz

AdoredHealing avatar
AdoredHealing
Untitled
44 questions

Untitled

ExaltingAndradite avatar
ExaltingAndradite
Untitled
6 questions

Untitled

StrikingParadise avatar
StrikingParadise
Untitled Quiz
18 questions

Untitled Quiz

RighteousIguana avatar
RighteousIguana
Use Quizgecko on...
Browser
Browser