Podcast
Questions and Answers
Welke invloed had de industrie op de staat tijdens de liberale triomf?
Welke invloed had de industrie op de staat tijdens de liberale triomf?
- De industrie leidde tot politieke chaos.
- De staat verstrengelde zich met de industrie. (correct)
- De staat had geen invloed op de industrie.
- De industrie was volledig in handen van buitenlandse bedrijven.
Wat was er significant aan de kiesprocedure van 1877?
Wat was er significant aan de kiesprocedure van 1877?
- De verkiezingen waren volledig eerlijk.
- Honderdduizend kiezers waren geregistreerd. (correct)
- Er was geen geheim stemmen mogelijk.
- Er werd geen meerderheidsstelsel gebruikt.
Welke rol vervulde minister Rogier in de liberale regering?
Welke rol vervulde minister Rogier in de liberale regering?
- Hij was de minister van buitenlandse zaken. (correct)
- Hij had geen belangrijke rol in de regering.
- Hij was verantwoordelijk voor het ministerie van defensie.
- Hij leidde het ministerie van onderwijs.
Wat gebeurde er met de staatsschuld tussen 1845 en 1870?
Wat gebeurde er met de staatsschuld tussen 1845 en 1870?
Wat was een gevolg van de decentralisatie op de uitvoerende macht?
Wat was een gevolg van de decentralisatie op de uitvoerende macht?
Wat was de hoofdreden voor de stijging van de staatsschuld na 1870?
Wat was de hoofdreden voor de stijging van de staatsschuld na 1870?
Wat gebeurde er met de rechterlijke macht na het einde van het unionisme?
Wat gebeurde er met de rechterlijke macht na het einde van het unionisme?
Wat was een gevolg van de politieke benoeming van kandidaten voor het Hof van Cassatie?
Wat was een gevolg van de politieke benoeming van kandidaten voor het Hof van Cassatie?
Wat werd in 1870 gedaan met het gemeentelijk kiesrecht?
Wat werd in 1870 gedaan met het gemeentelijk kiesrecht?
Welke eis gold voor het capaciteitstemrecht op gemeentelijk vlak in 1883?
Welke eis gold voor het capaciteitstemrecht op gemeentelijk vlak in 1883?
In welk jaar kregen genaturaliseerde immigranten integraal stemrecht?
In welk jaar kregen genaturaliseerde immigranten integraal stemrecht?
Wat was een gevolg van de toekenning van stemrecht aan immigranten voor de liberalen?
Wat was een gevolg van de toekenning van stemrecht aan immigranten voor de liberalen?
Wie vormde de meerderheid van de genaturaliseerden tot 1870?
Wie vormde de meerderheid van de genaturaliseerden tot 1870?
Wat was een gevolg van de fiscale centralisatie na de toelaatbaarheid van vrijhandelswetten in België?
Wat was een gevolg van de fiscale centralisatie na de toelaatbaarheid van vrijhandelswetten in België?
Wat was de functie van het Rekenhof in de Belgische overheid?
Wat was de functie van het Rekenhof in de Belgische overheid?
Wat was een van de gevolgen van de liberale overwinning in 1978 in België?
Wat was een van de gevolgen van de liberale overwinning in 1978 in België?
Wat houdt het begrip 'moral hazard' in wanneer het gaat om levensverzekeringen in België?
Wat houdt het begrip 'moral hazard' in wanneer het gaat om levensverzekeringen in België?
Welke vaststelling kan gemachtigd worden in verband met de onderwijswet van 1842?
Welke vaststelling kan gemachtigd worden in verband met de onderwijswet van 1842?
Wat was een doel van de overheid in de industriële tewerkstelling in België?
Wat was een doel van de overheid in de industriële tewerkstelling in België?
Wat was een belangrijke oorzaak van de economische crisis aan het einde van de jaren 1870?
Wat was een belangrijke oorzaak van de economische crisis aan het einde van de jaren 1870?
Welke maatregel werd genomen tegen arbeidsongevallen in België?
Welke maatregel werd genomen tegen arbeidsongevallen in België?
Wat was het effect van de wetgeving op onderwijs van 1884 in Belgie?
Wat was het effect van de wetgeving op onderwijs van 1884 in Belgie?
Wat was de reactie van het Hof van Cassatie in 1879 omtrent stedelijke begraafplaatsen?
Wat was de reactie van het Hof van Cassatie in 1879 omtrent stedelijke begraafplaatsen?
Wat was kenmerkend voor de onderwijsstrijd in België?
Wat was kenmerkend voor de onderwijsstrijd in België?
Hoe was de sociale strijd in verband met arbeidsongevallen georganiseerd?
Hoe was de sociale strijd in verband met arbeidsongevallen georganiseerd?
Wat was de rol van de overheid in het Belgische economisch beleid tijdens de 19e eeuw?
Wat was de rol van de overheid in het Belgische economisch beleid tijdens de 19e eeuw?
Wat werd ervaren door de boeren in België na de agrarische invasie?
Wat werd ervaren door de boeren in België na de agrarische invasie?
Flashcards
Éénstemmeling in economisch beleid (1852-1885)
Éénstemmeling in economisch beleid (1852-1885)
In de periode 1852-1885 werkte de elite samen om een sterk economisch beleid te ontwikkelen en toe te passen. De staat ging nauwer samenwerken met de industrie.
Kiesprocedure (1852-1885)
Kiesprocedure (1852-1885)
De kiesprocedure in de periode 1852-1885 werd gekenmerkt door het gebruik van een voorbedrukt formulier en geheime stemming. Slechts 100.000 kiezers hadden stemrecht, waardoor kleine veranderingen in de verkiezingsuitslagen grote politieke gevolgen hadden.
Liberale Regering Rogier (1861)
Liberale Regering Rogier (1861)
De liberale regering van Rogier (1861) bestond uit 6 ministers die verschillende belangrijke portefeuilles hielden. In 1879 werd het ministerie van onderwijs toegevoegd, wat het begin betekende van een conflict over het onderwijs.
Het staatsapparaat (1845-1880)
Het staatsapparaat (1845-1880)
Signup and view all the flashcards
De rechterlijke macht en de uitvoerende macht (na het unionisme)
De rechterlijke macht en de uitvoerende macht (na het unionisme)
Signup and view all the flashcards
Staatsschuld (1845-1870)
Staatsschuld (1845-1870)
Signup and view all the flashcards
Decentralisatie als manier om de uitvoerende macht te beperken
Decentralisatie als manier om de uitvoerende macht te beperken
Signup and view all the flashcards
Staatsinvesteringen in volkstellingen, vreemdelingenregistratie en volksgezondheid
Staatsinvesteringen in volkstellingen, vreemdelingenregistratie en volksgezondheid
Signup and view all the flashcards
Gemeentelijk kiesrecht in 1870
Gemeentelijk kiesrecht in 1870
Signup and view all the flashcards
Capacitair stemrecht in 1883
Capacitair stemrecht in 1883
Signup and view all the flashcards
Aantal kiezers in 1883
Aantal kiezers in 1883
Signup and view all the flashcards
Stemrecht voor immigranten
Stemrecht voor immigranten
Signup and view all the flashcards
Ambtenaren en naturalisatie
Ambtenaren en naturalisatie
Signup and view all the flashcards
Gemeentekrediet (1860)
Gemeentekrediet (1860)
Signup and view all the flashcards
Parlementaire Controle (1860)
Parlementaire Controle (1860)
Signup and view all the flashcards
Vrijhandel (1861-1865)
Vrijhandel (1861-1865)
Signup and view all the flashcards
Liberalisering beurswezen (1867)
Liberalisering beurswezen (1867)
Signup and view all the flashcards
Naamloze vennootschappen (1873)
Naamloze vennootschappen (1873)
Signup and view all the flashcards
Wet op levensverzekeringen (1870)
Wet op levensverzekeringen (1870)
Signup and view all the flashcards
Openbare Kredietinstellingen
Openbare Kredietinstellingen
Signup and view all the flashcards
Staat beheert infrastructuur
Staat beheert infrastructuur
Signup and view all the flashcards
Privatisering Nutsdiensten
Privatisering Nutsdiensten
Signup and view all the flashcards
Gelijkheid werkgever-werknemer
Gelijkheid werkgever-werknemer
Signup and view all the flashcards
Overheid steunt zelfhulp (mutualiteiten)
Overheid steunt zelfhulp (mutualiteiten)
Signup and view all the flashcards
Arbeidsongevallen
Arbeidsongevallen
Signup and view all the flashcards
Industriële stagnatie
Industriële stagnatie
Signup and view all the flashcards
Wet op het lager onderwijs (1842)
Wet op het lager onderwijs (1842)
Signup and view all the flashcards
Confessionele begraafplaatsen
Confessionele begraafplaatsen
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Liberale triomf (1852-1885)
-
Elite in economisch beleid: Industrialisatie genereerde rijkdom, en ministers en industriële leiders, zoals Jules Malou en Charles Liedts, vaak bekleedden beide posities. Adellijke grondbezitters erkenden de economische waarde van industrialisatie.
-
Kiesprocedure: Belangrijk detail: Het aantal kiezers bedroeg ongeveer 100.000. De geheime stemming werd in 1877 ingevoerd, met voorgedrukte formulieren en isolatiehokjes voor de kiezer. Een meerderheidsstelsel leidde tot grote politieke gevolgen door kleine schommelingen in de stemmen; liberale en katholieke regeringen volgden elkaar op.
-
Uitvoerende macht: De Liberale Regering Rogier (1861) had 6 ministers: Buitenlandse zaken, Binnenlandse zaken, Financiën, Oorlog, Openbare werken en vanaf 1879 het ministerie van Openbaar Onderwijs. Dit laatste leidde tot conflicten over de rol van de godsdienst in de openbare scholen.
-
Staatsapparaat: Het aantal ambtenaren steeg van 1845 tot 1880 met een factor twee tot circa 125.000. De overheid investeerde in staatsinfrastructuur met projecten zoals volkstellingen en registratie van doodsoorzaken, om infectieziekten te bestrijden en de volksgezondheid te verbeteren in arbeiderswijken.
-
Staatsschuld: De staatsschuld bleef vrij stabiel van 1845 tot 1870, waarna die steeg door stijgende uitgaven (privé spoorlijnen aankopen) en dalende inkomsten (economische crisis).
-
Rechterlijke macht: De rechterlijke macht trok zich terug uit controle op de uitvoerende macht na het einde van het unionisme. Dit versterkte de autonomie van de rechtbank, maar beperkte tegelijkertijd de bescherming van burgers.
-
Decentralisatie: De rol van gemeenten werd aangepast. Burgemeesters werden gekozen door raadsleden. De tolgelden werden afgeschaft, en een centraal gemeentekrediet werd ingevoerd.
-
Parlementaire controle: Het parlement had toezicht op de overheidsuitgaven via het Rekenhof en elke drie jaar kwam er een parlementaire controle over de uitwijzing van vreemdelingen. Vreemdelingen die Belg werden hadden stemrecht. De staat probeerde zich te distantiëren van uitleveringen van politieke vluchtelingen.
Liberalisme en Economie
-
Vrijhandelsbeleid: Nieuwe wetgeving stimuleerde de vrijhandel, waardoor internationale concurrentie toenam.
-
Beurs & Vennootschappen: Liberalisering van het beurswezen en versoepeling van vennootschappen (naamloze vennootschappen alleen nog publicatie in het Belgisch Staatsblad). Wet op levensverzekeringen om maatschappijen tegen risico’s van "moral hazard" (morele risico’s) te beschermen.
-
Actieve rol staat in economie: De staat creëerde openbare kredietinstellingen zoals het Gemeentekrediet en de ASLK om de economie te ondersteunen. De overheid nam ook post, telegrafie en spoorwegen over voor een uniforme standaardisatie.
Arbeid en Industriële ontwikkeling
-
Arbeidsverhoudingen: De overheid streefde naar meer gelijkheid tussen werkgever en werknemer door het afschaffen van bepaalde restricties en het verlenen van organisatie-rechten. Staking werd als een strafbaar feit beschouwd.
-
Arbeidsongevallen: Werknemers moesten de schuld van hun werkgever bewijzen als ze slachtoffers waren van een arbeidsongeluk. De rechtbanken waren vaak niet volledig in lijn met de claims van de slachtoffers.
Economische crisis
- Globale invloeden: De economische crisis vanaf het einde van de jaren 1870 werd mede veroorzaakt door de globalisering, goedkopere bulkproducten en de afnemende vraag naar industriële producten. De aanleg van spoorwegen raakte een eind, en er ontbrak een massa-consumptie.
Onderwijs en godsdienst
-
Lager Onderwijs: Lager onderwijs was in 1842 onder invloed van het unionisme geregeld. Elke gemeente moest een lagere school hebben.
-
Middelbaar Onderwijs: Middelbaar onderwijs was beschikbaar voor jongens, en later ook voor meisjes. Katholieke scholen fungeerden als aanvulling.
-
Ministerie van Openbaar Onderwijs en liberale hervormingen: De liberale overwinning zorgde voor het opzetten van het ministerie van Openbaar Onderwijs, wat leidde tot de afschaffing van de schoolwet van 1842 en de invoering van de verplichting aan neutrale scholen.
Religie en Kerken
- Kerkhofbeleid: Confessionele begraafplaatsen werden opgericht voor verschillende religies (Joden, Katholieken). Conflicten ontstonden over begrafenissen voor mensen zonder een religieuze aansluiting. De Napoleontische wetgeving ontbrak aan een aparte ruimte voor onkerkelijken.
Taal en Nationaliteit
- Franstalige Natie?: Er was lobby voor het Vlaams. Vlaamse nationalistische bewegingen en taalwetgeving kwamen op in de jaren 1850.
Democratisering
-
Gemeentelijk kiesrecht: Het gemeentelijk kiesrecht werd uitgebreid, en in 1883 werd dit verruimd, tot capacitair kiesrecht zoals middellessen, lager-opleidingsniveaus (examen).
-
Immigranten en stemrecht: Het stemrecht voor immigranten werd uitgebreid. Dit was een voordeel voor de liberalen, aangezien deze immigratie vaak van liberale achtergrond was.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.