Chapter 2 cms

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson
Download our mobile app to listen on the go
Get App

Questions and Answers

Welke van de volgende zinnen illustreert correct het concept van c-selectie?

  • De spreker gebruikt sarcasme om het tegenovergestelde van wat ze zegt over te brengen.
  • De zin is grammaticaal correct, maar heeft geen zin in de context.
  • Het werkwoord 'duwen' vereist een zelfstandig naamwoord als complement. (correct)
  • De betekenis van het woord 'moord' impliceert dat het object menselijk moet zijn.

Wat is het verschil tussen 'vragen' en 'informeren' in termen van c-selectie?

  • 'Vragen' accepteert een naamwoordgroep (NP) of een clausule (S), terwijl 'informeren' alleen een clausule (S) accepteert. (correct)
  • 'Vragen' accepteert alleen een clausule (S), terwijl 'informeren' een naamwoordgroep (NP) of een clausule (S) accepteert.
  • Er is geen verschil; beide accepteren zowel een naamwoordgroep (NP) als een clausule (S).
  • 'Vragen' accepteert alleen een naamwoordgroep (NP), terwijl 'informeren' alleen een clausule (S) accepteert.

In de context van c-selectie, wat betekent het als een lexicaal item een 'PPabout' selecteert?

  • Het lexicale item vereist een voorzetselgroep met het voorzetsel 'about'. (correct)
  • Het lexicale item vereist een naamwoordgroep die semantisch gerelateerd is aan het concept 'about'.
  • Het lexicale item vereist een clausule die begint met het woord 'about'.
  • Het lexicale item vereist een bijwoordelijke bepaling die begint met 'about'.

Hoe verschilt de c-selectie van het bijvoeglijk naamwoord 'trots' in het Engels en het Zulu?

<p>In het Engels c-selecteert 'trots' een PP of een S, terwijl het equivalent in Zulu alleen een PP c-selecteert. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het primaire verschil tussen c-selectie en s-selectie?

<p>c-selectie verwijst naar syntactische categorieƫn, terwijl s-selectie verwijst naar semantische eigenschappen. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende zinnen schendt waarschijnlijk de s-selectie?

<p>Jan vermoordde de muis. (A)</p> Signup and view all the answers

Waarom wordt een schending van s-selectie gemarkeerd met '#' in plaats van '* '?

<p>'#' duidt op een pragmatische of semantische fout, terwijl '*' duidt op een syntactische fout. (B)</p> Signup and view all the answers

Welk van de volgende opties is het meest nauwkeurige voorbeeld van een thematische relatie?

<p>In 'Jan gaf Maria een boek', is Jan de oorzaak van het boek. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het verschil tussen een thematische relatie en een theta-rol?

<p>Een theta-rol komt overeen met Ć©Ć©n of meer thematische relaties, terwijl een argument slechts Ć©Ć©n theta-rol kan hebben. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke thematische relatie wordt aan het subject van een zin toegewezen als het subject opzettelijk de actie uitvoert?

<p>Agens (B)</p> Signup and view all the answers

In de zin 'Alex houdt van koekjes', welke thematische relatie draagt 'Alex'?

<p>Ervaring (A)</p> Signup and view all the answers

Hoe verschillen de werkwoorden 'kijken' en 'zien' in termen van de thematische relaties die aan hun subjecten zijn toegewezen?

<p>'Kijken' wijst een Agens toe aan het subject, terwijl 'zien' een Ervaring toewijst. (B)</p> Signup and view all the answers

Waarom zijn experiencer-werkwoorden doorgaans niet compatibel met de progressieve vorm?

<p>Omdat experiencer-werkwoorden statief zijn en toestanden beschrijven, niet voortdurende acties. (B)</p> Signup and view all the answers

In de context van thematische rollen, wat betekent het als een entiteit wordt beschreven als een 'Thema'?

<p>De entiteit die wordt verplaatst, stilstaat of van bezit verandert. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het verschil tussen een 'Thema' en een 'Patiƫnt' in de context van thematische relaties?

<p>Een thema is een entiteit die wordt verplaatst, terwijl een patiĆ«nt wordt beĆÆnvloed door de actie. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke thematische relatie wordt toegewezen aan de entiteit waarnaar de beweging plaatsvindt?

<p>Bestemming (B)</p> Signup and view all the answers

In de zin 'Bettina ging van Montreal naar Toronto', welke thematische relatie draagt 'Montreal'?

<p>Bron (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste verschil tussen een 'Bestemming' en een 'Begunstigde' in termen van thematische relaties?

<p>Een bestemming verwijst naar de entiteit waarnaar de beweging plaatsvindt, terwijl een Begunstigde de entiteit is ten behoeve van wie de gebeurtenis plaatsvond. (B)</p> Signup and view all the answers

In de zin 'We snijden het brood met een mes', welke thematische relatie draagt 'een mes'?

<p>Instrument (A)</p> Signup and view all the answers

Welke thematische rol is meestal geĆÆntroduceerd door het voorzetsel 'voor' in het Engels?

<p>Begunstigde (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de Īø-rol voor Fred in de zin 'Fred gaf een appel aan Bill'?

<p>Agens en bron (D)</p> Signup and view all the answers

Wat stelt het Theta-criterium?

<p>Elk argument draagt Ć©Ć©n en slechts Ć©Ć©n Īø-rol, en elke Īø-rol wordt toegewezen aan Ć©Ć©n en slechts Ć©Ć©n argument. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een thematisch grid?

<p>Een specificatie van hoe Īø-rollen worden toegewezen door een lexicaal item. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat bevat de lexicale item voor een woord?

<p>De uitspraak, betekenis en syntactische informatie van het woord. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende opties is GEEN sleutelconcept met betrekking tot de lexicon en thetarelaties?

<p>fonetische transcriptie (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende zinnen voldoet NIET aan het Theta-criterium?

<p>Het boek las. (C)</p> Signup and view all the answers

Welk van de volgende zinnen illustreert correct een werkwoord dat een Patiƫnt als zijn complement s-selecteert?

<p>Het ongeluk schokte hen allen. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er als een werkwoord de s-selectie schendt?

<p>De zin wordt semantisch incorrect. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke factoren worden beschouwd bij de constructie van de lexicale vermelding voor een woord?

<p>Zowel fonologische, semantische als syntactische aspecten. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat geeft aan dat een werkwoord een verplichte Agent nodig heeft?

<p>Het werkwoord wijst de thematische Agent rol toe aan zijn subject. (B)</p> Signup and view all the answers

Een zin als 'Maria schonk Parijs een brief' is ongrammaticaal omdat:

<p>Het werkwoord schenken geen bestemming als indirect object aanvaardt die geen persoon is. (C)</p> Signup and view all the answers

In thematische rollen, de bestemming, de bron en de route zijn semantische rollen gerelateerd aan:

<p>Beweging en locatie. (D)</p> Signup and view all the answers

Welk alternatief reflecteert een zin die theta-rol toewijzing op een accurate manier laat zien?

<p>In 'De sleutel opent de deur,' is de sleutel de Instrument. (B)</p> Signup and view all the answers

De lexicale verklaring van een werkwoord specificeert...

<p>De thematische rollen dat het op zijn argumenten oplegt. (A)</p> Signup and view all the answers

Waarom is s-selectie belangrijk?

<p>Het draagt bij aan de semantische samenstelling van zinnen. (A)</p> Signup and view all the answers

Een Agens is gedefinieerd als:

<p>De entiteit dat een actie begint, met intensie. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat specificeert het, binnen de Lexicale vermelding, de selecties van type en syntactische categorie?

<p>De c-selectie. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende keuzes zijn het meeste relevant binnen de context van semantische rollen?

<p>De manier waarop de zin deelnemers bij de actie betrokken zijn. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende thema's vertelt een incorrecte analyse tegenover semantische rollen?

<p>In de zin, 'Maria opende de deur met de sleutel', is 'Maria' de Instrument. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende zinnen illustreert het beste het concept van s-selectie?

<p>De student las het boek. (C)</p> Signup and view all the answers

Een werkwoord x selecteert een NP met de kenmerken [+abstract] en [-concreet]. Welke van de onderstaande zinnen voldoet aan deze s-selectie?

<p>De filosoof overwoog het idee. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende zinnen schendt het Theta-criterium het meest waarschijnlijk?

<p>Het boek las. (A)</p> Signup and view all the answers

In de zin 'De sleutel opende de deur', welke thematische relatie draagt 'de sleutel'?

<p>Instrument (B)</p> Signup and view all the answers

In de zin 'Jan gaf een boek aan Marie in de bibliotheek', welke thematische relatie draagt 'de bibliotheek'?

<p>Locatie (A)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

c-selectie (categorie-selectie)

Een restrictie op de categorie van het argument dat een lexicaal item kan aannemen.

c-selectie frame

Specificeert de grammaticale categorie van de argumenten die een lexicaal item aanneemt.

s-selectie (semantische selectie)

Een restrictie op de semantische eigenschappen van het geselecteerde item.

s-selectie frame

Geeft de semantische kenmerken van de argumenten die een lexicaal item aanneemt. (bv. [Ā±human])

Signup and view all the flashcards

Agent

Een relatie die aangeeft wie of wat de actie uitvoert, met opzet.

Signup and view all the flashcards

Experiencer

De persoon die iets voelt of waarneemt, zonder de gebeurtenis te veroorzaken.

Signup and view all the flashcards

Thema

Iets dat wordt verplaatst, stilstaat of van bezit verandert.

Signup and view all the flashcards

Patiƫnt

De entiteit die een actie ondergaat en er fysiek door wordt beĆÆnvloed.

Signup and view all the flashcards

Doel

De entiteit waarheen de beweging plaatsvindt.

Signup and view all the flashcards

Bron

De entiteit waaruit de beweging plaatsvindt.

Signup and view all the flashcards

Locatie

De plaats waar iets is of waar een actie plaatsvindt.

Signup and view all the flashcards

Ontvanger

De entiteit die de thema ontvangt bij een verandering van bezit.

Signup and view all the flashcards

Instrument

Het object waarmee een actie wordt uitgevoerd.

Signup and view all the flashcards

Begunstigde

Degene ten behoeve van wie de gebeurtenis plaatsvond.

Signup and view all the flashcards

Waarnemer

De entiteit die wordt ervaren of waargenomen.

Signup and view all the flashcards

Thetacriterium

Elk argument draagt Ć©Ć©n en slechts Ć©Ć©n Īø-rol. Elke Īø-rol is toegewezen aan Ć©Ć©n en slechts Ć©Ć©n argument.

Signup and view all the flashcards

Thematische grid

Een grid dat aangeeft hoe Īø-rollen worden toegewezen door een werkwoord.

Signup and view all the flashcards

Lexicale entry

De verzameling van alle eigenzinnige informatie over een lexicaal item.

Signup and view all the flashcards

Mentale lexicon

De 'woordenboek' van de geest, opslagplaats van lexicale items.

Signup and view all the flashcards

Īø-rol

De set thematische relaties die zijn toegewezen aan een argument van een predikaat.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Lexicale Items en Beperkingen

  • Lexicale items hebben beperkingen op de soorten zinsdelen waarmee ze kunnen voorkomen.
  • C-selectie verwijst naar de beperkingen op de categorie van het argument (NP, S, PP).
  • S-selectie richt zich op de semantische eigenschappen van het geselecteerde item ([+menselijk], [āˆ’animat]).
  • Een lexicaal item kan een bepaalde complementcategorie c-selecteren.
  • Bijvoorbeeld, ask c-selecteert een NP of een S, terwijl inquire alleen een S c-selecteert.
  • C-selectionele frames geven de complementopties aan voor een lexicaal item, zoals ASK: {NP, S}.
  • In het Koreaans c-selecteert siphta ('willen') alleen een S, terwijl wen-hata ('willen') alleen een NP c-selecteert.
  • Wanneer een lexicaal item een PP c-selecteert, moet de prepositie vaak gespecificeerd worden.
  • Werkwoorden zoals talk c-selecteren PPabout, en speak c-selecteert PPof.
  • Werkwoorden zoals haten en liefhebben kunnen in het Engels zowel een NP als een S als complement nemen
  • Het bijvoeglijk naamwoord scared in het Engels kan een PPof of een S als complement nemen
  • Werkwoorden kunnen ook semantische beperkingen (s-selectie) opleggen aan hun argumenten.
  • Bijvoorbeeld, kill s-selecteert een levend, animatief direct object, terwijl murder een menselijk direct object s-selecteert.
  • Schendingen van s-selectie worden gemarkeerd als pragmatisch (#) of semantisch onjuist, niet syntactisch (*).
  • Het werkwoord ponder legt geen beperkingen op aan concreetheid, maar het werkwoord touch vereist een concreet object.

Thematische Relaties en Theta-Rollen

  • Predikaten leggen selectiebeperkingen op aan hun argumenten.
  • Deze beperkingen zijn gerelateerd aan de rol die de argumenten spelen in de gebeurtenis die door het predicaat wordt afgebeeld.
  • Een predicaat kent specifieke theta-rollen (Īø-rollen) toe aan zijn argumenten.
  • Elke Īø-rol komt overeen met een of meer thematische relaties.
  • De Agent is de initiator van de actie en moet in staat zijn tot opzettelijke actie (alleen wezens met gevoel).
  • De Experiencer voelt of ervaart de gebeurtenis, zonder deze opzettelijk te veroorzaken.
  • Experiencer-werkwoorden zijn vaak incompatibel met de progressieve vorm.
  • In het Koreaans gedragen experiencer-werkwoorden zich anders, afhankelijk van de persoon van het onderwerp.
  • In sommige talen hebben experiencer-werkwoorden verschillende naamvalmarkeringen op het subject en object.
  • De Theme is de entiteit die wordt verplaatst, stilstaat of van bezit verandert.
  • De Patient is de entiteit die wordt beĆÆnvloed door de actie.
  • De Goal is de entiteit waarheen de beweging plaatsvindt.
  • De Source is de entiteit van waaruit de beweging plaatsvindt.
  • De Location is de plaats waar iets is of waar een actie plaatsvindt.
  • De Recipient is de entiteit die de ontvangt (vooral bij verandering van bezit).
  • Het Instrument is het object waarmee een actie wordt uitgevoerd.
  • De Benefactive is degene in wiens voordeel de gebeurtenis plaatsvond.
  • De Perceiver is de entiteit die wordt ervaren of waargenomen.
  • Een argument kan meer dan Ć©Ć©n thematische relatie bezitten.

Theta-Criterium

  • Stelt dat elk argument precies Ć©Ć©n Īø-rol draagt.
  • Elke Īø-rol is aan precies Ć©Ć©n argument toegewezen.

Thematische Grids

  • Werkwoorden hebben thematische grids die aangeven hoe Īø-rollen worden toegewezen.
  • Deze thematische grids maken deel uit van de lexicale invoer van het werkwoord.
  • Het onderwerp wordt aangegeven met 1, het direct object met 2, en het indirect object met 3.
  • Adposities kunnen ook vaak Īø-rollen toekennen in veel talen.

Lexicale Invoeren

  • De lexicale ingang bevat fonologische, semantische en syntactische informatie over een woord.
  • Het bevat informatie over de uitspraak, betekenis, c-selectie en s-selectie.
  • Een volledig lexicaal item voor chop bevat de uitspraak, definitie, c-selectie van een NP, s-selectie van een NP met kenmerken [+solid] en [+concrete], en de thematische grid met de agent als 1 en de patient als 2.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

More Like This

Sexual Selection Quiz
10 questions

Sexual Selection Quiz

AmpleThunderstorm avatar
AmpleThunderstorm
Use Quizgecko on...
Browser
Browser